In Koken zonder studeren staan naast een hoop mooie gerechten ook veel basisbegrippen, basisrecepten en tips voor de beginnende kok. Met verhaaltje van Ronald Giphart - Halfzes uit bed

Koken zonder studeren

By hans, 18 maart 2016

Halfzes uit bed [Ronald Giphart]

‘A seven course night stand’

Anderhalve week voordat ik op kamers zou gaan, kreeg mijn stiefmoeder het plotseling schuldbewust op haar heupen en ik een ultraverkorte cursus ‘koken voor volslagen onbenullen’. Zij leerde me een blik ragout openmaken, rijst koken en zelfs prei snijden (‘eerst een snee in de lengte maken, zodat je het zand eruit kunt spoelen’). Toen ik ook pasta had leren bereiden en wist hoe ik een pak gezeefde tomaten moest openen (met een schaar), mocht ik de vrije wereld in. Vol van mijn verse culinaire kennis en geïndoctrineerd door de schijf van vijf kwam ik terecht in een studentenhuis met drie keukens, alledrie een combinatie van een glasbak, een broeiende biocontainer en een nadampende loopgraaf. Feitelijk waren ze niet meer gereinigd sinds de oplevering van het huis in 1922. Mijn keuken deelde ik met Wilfried, Bas en Bert, jongens die nu als eerbiedwaardige middelbare heren door het leven gaan, maar destijds ieder moment door agenten van de gemeentereinigingsdienst konden worden opgepakt wegens het verspreiden van bioterroristische ziektekiemen en gastronomische wansmaak.

Dit was in de lachwekkende tijd dat Albert Heijn nog om zes uur ’s middags sloot, waardoor we op het onchristelijke tijdstip van halfzes ons bed uit moesten, wilden we verse spullen in huis hebben. In praktijk kwam dit er bijna altijd op neer dat Bas, Bert en ik noodgedwongen iets moesten halen bij de Chinese, Italiaanse of Griekse snackbar. Soms, gemiddeld om de twee maanden, werd het ons te gortig en besloten we dat we eens echt wilden koken, dat we ook daadwerkelijk verse producten zouden gaan snijden en die in een pan daadwerkelijk op te warmen en zo. Het sleutelbegrip hierbij was ‘meerdere gaspitten’. Drie diepvriessatéstokjes voor 59 oude centen konden we bij wijze van spreken allemaal opwarmen, maar als een van ons daadwerkelijk tegelijkertijd twee (2) of zelfs drie (3) gaspitten had gebruikt, werd zijn prestatie bijgekerfd in de culinaire hoogtepunten.

Zo waren Berts specialiteiten tijdens deze hysterische aanvallen van kookwoede ‘gehakt-zalmnasi’ en ‘gehakt-zalmpasta’, lugubere schotels waarvan de receptuur zich eenvoudig laat optekenen, al kostte de (voorbereiding Bert vaak uren, waarbij hij zwetend en compleet overspannen achter het aanrecht stond. Men neme een half pakje boter, een halve kilo gehakt, een paar blikken zalm, een blik tonijn, een kwart liter crème fraîche, een kwart liter slagroom, een halve pot mayonaise, een half potje sambal, een half flesje maggi, ketjap, citroensap en voor de gezonde stoelgang vijf versnipperde uien, een bamipakket en een prei gesneden in reepjes van twee centimeter, en men flikkere dit allemaal bij elkaar in een enorme soeppan, om het mengsel drie kwartier op hoog vuur lekker te laten pruttelen. Men servere dit met rijst of pasta, en men smulle maar!

Ik zelf was de uitvinder van de al even lugubere bietenlasagne, een ingewikkelder gerecht waarvoor ik zelfs een oven gebruikte, die ik dan wel eerst moest leeghalen, omdat we hem doorgaans gebruikten om hardnekkig aangekoekte vaat in te stallen. Toen Bas ons eens vergastte op een gerecht genaamd ‘haring oorlog’ – in alle oprechtheid had hij bedacht dat rolmops met pindasaus en uitjes een geweldige gastronomische innovatie was – hebben we uit studentikoze balorigheid een wedstrijd georganiseerd wie er de smerigste maaltijd kon bereiden.

Bert en ik kwamen met een hoofdmaaltijd genaamd ‘Biersoep’ (benodigdheden 3 halve liters, 3 ons runderhart, 1 banaan en 2 repen pure chocolade, geen melk), Wilfried met een voorgerecht van hartig vanilleijs met rookworst (dat opmerkelijk goed smaakte), maar het was onze huisgenoot Dinant, inmiddels radioloog, die ons aan het kotsen kreeg met zijn vruchtencocktail à la darmwandabces. Een gecompliceerde bereidingswijze, want hij gebruikte hiervoor maar Liefst een oude keukenmachine, een magnetron en een vriezer. Eerste kookte hij een halve liter oude jenever, waarin hij een pakje Danish Blue en een ons leverkaas liet smelten. In de keukenmachine hakte hij vier rollen gemengde Fruitella fijn, om het tot pulp te laten smelten in de magnetron. De gesmolten Fruitella mengde hij met de jeneverdrab, waarna hij het geheel liet opstijven in de vriezer. Met recht is dit het allersmerigste gerecht dat ik ooit heb mogen eten.

Eenmaal hebben Bert en ik ons verschrikkelijk uitgesloofd. Twee door ons hevig begeerde studentes nodigden we uit om bij ons te komen eten. We kenden hen uit het restaurant waar we werkten, en god zij geprezen: ze zeiden zo maar ja. Achteloos voegden de meisjes er aan toe dat ze wel verwachtten dat het eten bij ons veel beter zou zijn dan de bagger in ons Argentijnse restaurant. Tuurlijk, zeiden wij enthousiast, geen probleem, gaat lukken.

Dit was uiteraard domme zelfoverschatting. Op de dag dat de studentes zouden komen, stonden Bert en ik om twee uur ’s middags al in de keuken. We hadden een eenvoudig plan: we zouden ze overdonderen met een ingewikkeld zevengangendiner van uitgelezen spijzen begeleid door al even uitgelezen wijnen, waarna de meisjes door lust overmand zich in onze frisgeurende bedden zouden werpen, voor een pousse-café van uitzinnig geile seks, zodat we later tegen onze kleinkinderen konden zingen: ‘It started with a seven course night stand.’

’s Middags ging alles al mis. Van de zeven gangen moesten we er door verkeerd inkoopbeleid twee schrappen, waardoor we ook de zorgvuldig ontworpen menukaarten konden weggooien. Er mislukten dingen, dingen bleken bedorven, er werkten apparaten niet, de meisjes waren aan de lijn en lustten sowieso geen vlees, laat staan Bertjes uitgeklede vleesvis-nasi. Maar dat was niet het ergste, want wat de avond pas echt verpestte, was de mededeling van de meisjes, twee seconden na binnenkomst, dat ze er eigenlijk zo snel mogelijk weer vandoor wilden omdat ze later die avond een besloten feest hadden. Dat etentje duurde dan ook niet lang en met die meisjes is het nooit echt iets geworden. Toen ze waren vertrokken, zijn Bert en ik naar de snackbar achter ons huis gegaan om ons verdriet weg te eten. Niets dat een goeie studenten hap niet kan verlichten.

Eind.

Het is afgelopen met diepvriespizza’s en stoommaaltijden van de supermarkt! Met dit boek kan elke student of beginnende kok in een handomdraai zijn eigen heerlijke maaltijd bereiden! Lekker, puur en eerlijk eten, dat is het uitgangspunt van de recepten. Dit kookboek voor studenten onderscheidt zich van alle eerdere studentenkookboeken. Geen banale gooi- en smijtgerechten en gebruik van halffabrikaten. Ook studenten kunnen namelijk écht koken!

In Koken zonder studeren staan naast een hoop mooie gerechten ook veel basisbegrippen, basisrecepten en tips voor de beginnende kok. De fijnste pasta’s en salades, maar ook de typische studentengerechten op zijn best.

Met bijdragen van Sylvia Witteman, Diny Schouten, Ronald Giphart, Jan Jaap van der Wal, Maria Goos, Ronald Hoeben, Paul Witteman en Harold Hamersma.

Titel: Koken zonder studeren

Schrijvers: Samuel Levie & Tim Sprangers

ISBN10: 9490128112
ISBN13: 9789490128111

NUR: 440

Jaar: 2009

Druk: 1ste

Uitgever: Orange House (Edam)

Dit boek is in samenwerking met Slow Food Nederland en ‘Skek’, het culturele eetcafé in Amsterdam

Redactie: Sophie Levi & Esther op de Beek

Tekstcorrectie: Sjoerd de Jong, Christine Tinssen

Omslag foto’s: Ronald Hoeben

Ontwerp: MV LevievanderMeer, Amsterdam

URL: www.skek.nl

Pagina’s: 128

Afmetingen: 12 x 240 x 160 mm
Gewicht: 395,00 gram

Type: Paperback met omslagkleppen

Inhoud:

  • Carlo Petrini – Inleiding
  • Samuel Levie & Tim Sprangers – Inleiding
  • Basisuitrusting en inkopen
  • Technieken en weetjes
  • Diny Schouten – Hebben wij een eetcultuur?
  • Basisrecepten
  • Ronald Giphart – Halfzes uit bed
  • Voorgerechten
  • Maria Goos – Wat je eet, dat ben je
  • Salades
  • Paul Witteman – Begenadigd kok
  • Pasta’s
  • Harold Hamersma – Wijn
  • Bijgerechten
  • Ronald Hoeben – Gemalen genot
  • Hoofdgerechten
  • Jan Jaap van der Wal – Tomaatje in Oss
  • Nagerechten
  • Sylvia Witteman – Pittig
  • Snacks
  • Register
  • Nawoord