Moeders, Verhalen Van Hun Zonen is een verzamelbundel uit 1996, samengesteld door Ronald Giphart en met een voorwoord van Ronald Giphart. In deze bundel staan verhalen van de volgende schrijvers; Maarten ’T Hart, Tom Lanoye, Joost Zwagerman, Jan De Rooy, Bas Heijne, Frans Pointl, Nicolaas Matsier, Herman Brusselmans, Theodor Holman, Harry Mulisch, Willem G. Van Maanen, Ischa Meijer, Luuk Gruwez en Simon Carmiggelt.

Moeders

By hans, 4 juni 2014

Verhalen van hun zonen

  • De eerste grote liefde in het leven van een man is zijn moeder.
  • Als een man nog een jongen is, ziet hij zijn moeder als toeverlaat en iemand die zijn veters strikt. Hoe ouder een man wordt, des te meer blijkt zijn moeder een vertegenwoordigster van een onbegrepen menssoort: het andere geslacht.
  • Sinds Oedipus is het tussen moeders en zonen nooit meer echt goed gekomen.

De band tussen moeders en zonen heeft vele schrijvers geïnspireerd. Zoveel moeders, zoveel verhalen. In deze bloemlezing zijn zestien verhalen van zonen over hun moeders gebundeld. Vaak spreekt er eerbied voor haar uit, soms medelijden, soms kwaadheid, maar bijna altijd liefde. Om met Herman Brusselmans te spreken: ‘Zou mijn moeder zich omdraaien in haar graf als ze mij hier zo zag zitten? En zou ze, na dat omdraaien, makkelijker liggen dan tevoren?’ In deze bloemlezing wordt de moeder op ontroerende, indringende en zo nu en dan grappige wijze geschetst in al haar hoedanigheden: als opvoedster, verzorgster, vriendin en beschermengel.

Voorwoord

In de weken voor moederdag verzekerde mijn moeder mijn zusje en mij voortdurend dat moederdag een uitvinding was van Adolf HitIer waar ze niets mee te maken wilde hebben.

‘Eén moederdag per jaar slaat nergens op,’ zei ze vaak wijsneuzerig, ‘iedere dag is moederdag.’

Mijn zusje en ik stonden na zulke woorden steevast voor een groot dilemma. Als we met moederdag mijn moeder ondanks haar verzekering toch fêteerden op een maaltijd die in de verte iets weghad van een ontbijt (aangebakken brood, groene eieren, vruchtvlees met een beetje sinaasappelsap), daarbij opmerkelijk lief waren en haar ook verrasten met een mooi cadeau, riep ze zogenaamd boos dat dit echt niet had gehoeven. Echter o wee als we besloten moederdag inderdaad maar eens een jaartje over te slaan. Dat hebben we één keer geprobeerd. Aanvankelijk hield mijn moeder zich groot en liet ze niets merken, maar halverwege de dag kwamen de zure opmerkingen, gemene pesterijtjes en vreemde redeneringen als: ‘Als ik zeg dat ik niets met moederdag te maken wil hebben, zeg ik dat omdat ik dat niet meen.’

Mijn moeder overleed vorig jaar. Mijn verhaal over haar zal ik te zijner tijd boekstaven. Deze verzamelbundel verhalen van Nederlandse en Vlaamse zonen over moeders is een klein postuum cadeautje, waarvan ik weet dat mijn moeder het grote onzin zou hebben gevonden, omdat ze dat toch niet zou menen.

Ik heb bij de selectie geprobeerd verhalen en fragmenten te zoeken waarin niet al te pathetisch wordt omgegaan met de verhouding moeder & zoon. Het is mij opgevallen dat de variatie rond dit thema nogal gering is: Oedipus is zéééér dominant, zowel in de vele romanfragmenten als in de weinige afzonderlijke verhalen. Er gelden twee stellingen: ‘De eerste grote liefde in het leven van een man is altijd zijn moeder’. En: ‘Sinds Oedipus is het in de Nederlandstalige literatuur tussen moeders & zonen niet meer goed gekomen.’

Hoewel ik in het ‘echte leven’ nog nooit heb gehoord van iemand die graag met zijn moeder naar bed wilde en zijn vader wilde vermoorden, lijkt het of veel schrijvers zich bij het vertellen over moeders & zonen plotseling realiseren: verrek, daar weet ik nog een handig mythisch verhaaltje over. En wie dacht dat Nederlandse en Vlaamse schrijvers het lef hadden om ten minste in hun literaire verbeelding moeder & zoon oedipale liefde te laten bedrijven, komt bedrogen uit. In slechts enkele passages vond ik schrijvers die het durfde moeder & zoon daadwerkelijk te laten seksen (onder andere in het in deze bundel opgenomen romanfragment van Willem G. van Maanen). Wel wordt er talloos vaker gevreeën met surrogaatmoeders, maar die verhalen zullen in een ander boek moeten worden verzameld (de bundel surrogaatmoeders, verhalen van hun surrogaatzonen).

In het verlengde van het Oedipuscomplex ligt, nog pathetischer, de haat van de zoon die zich door zijn moeder verraden voelt. Als dit niet is vanwege haar ‘overspel’ met vaders of anderen, dan is het wel omdat zij haar sterkte en schoonheid verliest (bijvoorbeeld onder dwang van de oorlog, zoals in de verhalen van Frans Pointl). Ook hier durft geen enkele schrijver de uiterste consequentie uit deze haat te trekken: gevallen van moedermoord heb ik niet gevonden (hoogstens een gefantaseerde moedermoord) Maar goed, Nederlandstalige schrijvers moeten het zelden van barokke verbeeldingskracht hebben.

Gelukkig heb ik ook een paar fragmenten en verhalen gevonden die niet stijf stonden van de oedipale verwijzingen, waarin moeders gewoon moeders waren, met al hun te waarderen en onhebbelijke eigenschappen van dien. Minder hoogdravend zijn bijvoorbeeld de eigenzinnige dan wel dominante moeders in onze literatuur, en ook de koesterende en verzorgende moeders komen goed aan bod.

Euripides schreef: ‘Een moeder houdt altijd meer van de kinderen dan de vader. Want zij weet dat het haar kinderen zijn, voor het vaderschap bestaat geen bewijs.’

Het lijkt of deze wetenschap de liefde van de moeder voor haar zoon aanwakkert, en zoals uit vele verhalen en fragmenten blijkt: er is geen zoon die moedertrots kan uitstaan. De ergernis over deze trots worden in enkele passages mooi en overtuigend beschreven (in de ondergewaardeerde columns en verhalen van Theodor Holman bijvoorbeeld).

Een ander thema is het afscheid (letterlijk of figuurlijk) bij het volwassen worden van de zoon. Als een man nog een jongen is, ziet hij zijn moeder als toeverlaat en iemand die zijn veters strikt. Hoe ouder een man wordt, hoe meer zijn moeder een vertegenwoordigster blijkt te zijn van de onbegrepen menssoort het andere geslacht. Sommige schrijvers interpreteren de moeilijk te verbreken band met de moeder als het zogenoemde ‘navelstrengcomplex’, andere gaan er nuchterder mee om.

Na het volwassen worden is het tweede afscheid onvermijdelijk: de dood van de moeder en het verschrijven daarvan. Vaak is dit sterven de motor van het verhaal, bijvoorbeeld in de prachtige roman Gesloten huis van Nicolaas Matsier, en in het verhaal ‘Idolen’ van Luuk Gruwez, beiden (gedeeltelijk) opgenomen in deze bundel. Ook het hoofdpersonage van Herman Brusselmans’ spijkerharde boek Ex-minaar denkt op enkele onverwachte momenten aan zijn overleden moeder. Zo dicht hij op een avond in een troosteloos café: Zou mijn moeder zich omdraaien in haar graf als ze me hier zo zag zitten? En zou ze, na dat omdraaien, makkelijker liggen dan tevoren?’ Treffender kon de liefde van een zoon voor zijn moeder niet worden beschreven.

Ik heb bij het samenstellen van deze bundel veel gehad aan de steun van Bert Natter, Rob van Scheers, Peter Nijssen, Ed van Eeden en de Carmiggeltofiel Mascha Lammes, maar nog het meest aan de oedipale, navelstrengcomplexe hulp van mijn eigen surrogaatmoeder, Marijke Friesendorp.

Titel: Moeders

Sub Titel: Verhalen van hun zonen

Voor alle moeders van Nederland

Samengesteld en ingeleid: Ronald Giphart

ISBN10: 9053334351
ISBN13: 9789053334355

Jaar: 1996

Uitgever: Prometheus

Omslagontwerp: Marten Jongema

Voor het omslag is een detail gebruikt van The plaid sweater (1931) van Grant Wood

Foto Giphart: Rineke Dijkstra

Pagina’s: 180

Afmetingen: “20 x 12,6 x 1,6 cm

Type: Paperback met band

Inhoud:

  • Ronald Giphart – Voorwoord
  • Maarten ’t Hart – Moederschap
  • Tom Lanoye – Een slagerszoon met een brilletje
  • Joost Zwagerman – ’s Avonds
  • Jan de Rooy – De Bugatti’s van mijn moeder
  • Bas Heijne – Vlees en bloed
  • Frans Pointl – De kip die over de soep vloog
  • Nicolaas Matsier – Bedriegertje
  • Herman Brusselmans – Vader
  • Theodor Holman – Pyjama / Zeepfeest / Verlangen / Kamp / Onderbroeken / Verjaardag
  • Harry Mulisch – Vle Vandaag
  • Willem G. van Maanen – Helse steen (Fragment)
  • Ischa Meijer – Brief aan mijn moeder (Fragment)
  • Luuk Gruwez – Idolen
  • Simon Carmiggelt – Lof / III / Zusters