Echte pure diepdoorleefde kameraadschap, wedijvert met liefde. Dit beweerd Ronald Giphart in deze column over het vertrek van Ruud Hollander bij Rails.

Rails 2003 2004 12 01 Vriendschap

Foto: Lenny Oosterwijk

Voordat hun vriendschap uit elkaar spatte, schreef de dichter Albert Verwey honderdachttien jaar geleden voor zijn collega-acnehoofd Willem Kloos de sonnettencyclus ‘Van de liefde die vriendschap heet’. Er werd en wordt nog steeds GEFLUISTERD dat de zogenaamde ‘vriendschap’ tussen Albert Verwey (vader van ZEVEN KINDEREN) en Willem Kloos (GETROUWD met de dichteres Jeanne Reyneke van Stuwe) MEER ZOU ZIJN dan louter ‘vriendschap’ en dat de beide heren in feite ‘HOMO-EROTISCHE VERLANGENS’ koesterden. De mannen zouden elkaar mooie verzen hebben geschreven, als een substituut voor het destijds maatschappelijk onmogelijke: samen ongestoord in een ledikant liggen, elkaars volle billen ferm tussen de vingers van hun rauwe schrijversknoesten fijnknijpend, om van andere lichaamsdelen maar te zwijgen. Althans, dat waren de literaire roddels.

Het was en is blijkbaar niet mogelijk dat twee mannen elkaar zo mogen dat hun vriendschap hen uitdaagt hun omgang te vereeuwigen in metrum en taal. Over seks, liefde en erotiek zijn ontelbaar veel populair-wetenschappelijke boeken verschenen, over vriendschap komen er een stuk minder boeken uit – wellicht omdat vriendschap minder interessant wordt gevonden dan de in de media alles dominerende geslachtsdelencarrousel. Maar vriendschap is geen illusie en vriendschap is ook geen ‘liefde zonder seks’, zoals Jan Mulder onlangs op tv beweerde, want die redenering reduceert vriendschap tot het gemankeerde broertje van het zogenaamd allerhoogste, de liefde. Vriendschap, oftewel de echte pure diepdoorleefde kameraadschap, wedijvert met liefde.

Vooral socioloqen, gedragswetenschappers en psychologen houden zich met het verschijnsel vriendschap bezig. Uit onderzoek blijkt dat mensen bij de keuze van hun vrienden een voorkeur vertonen voor lieden die ‘min of meer’ hetzelfde beroep hebben als zij. Schilders zijn bijvoorbeeld vaak bevriend met vormgevers, fotografen en artdirectors, maar minder vaak met collega-schilders. Dat zou ermee te maken hebben dat directe collega’s op de lange termijn last krijgen van jalousie de métier en andere conflictueuze concurrentieperikelen, zoals ook bij Verwey en Kloos (wellicht dat een blad als Psychologie Magazine daar maar eens dieper in moet duiken).

Het moge duidelijk zijn: ik schrijf deze column voor een vriend. Hij heet Ruud Hollander, de hoofdredacteur van dit blad. Althans, hij wás de hoofdredacteur van dit blad: dit is het laatste nummer dat onder zijn leiding verschijnt. Zeven jaar geleden belde hij mij op met de vraag of ik een reisverslag wilde maken van de duurste treinreis op aarde. In zijn voorwoord van dat nummer schreef hij: ‘Ronald wilde deze reis wel maken. Sindsdien zijn we vrienden.’

Bijna negen jaar lang, ruim tachtig nummers, heeft Ruud zijn stempel op Rails gedrukt. Het leiden van een tijdschrift als dit is te vergelijken met het coachen van een club in de Champions League. Dat klinkt als héél erg verschrikkelijk leuk werk, zoals trainer van het Nederlands elftal een héél erg verschrikkelijk leuke baan lijkt. In werkelijkheid is het een hondenbaan (zelf heb ik het als cohoofd tweeënhalve maand uitgehouden). Het komt erop neer dat je als trainer van Rails moet praten, uitpraten, bijpraten, goedpraten, napraten, doodpraten, tot je er uitgeput en met stembandverlamming bij neervalt. Een aloud credo luidt: Verba volant, scripta manent, oftewel: het gesprokene vervliegt, het geschrevene blijft. De negen jaargangen Rails kan Ruud op zijn holster bij kerven. Hij werd geregeld publiekelijk oraal bevredigd om de nieuwe standaard die Rails de afgelopen jaren in tijdschriftland zette, maar ook kreeg hij bijna maandelijks emmers verbale drek over zich uitgestort, meestentijds van aanstootnemende godsfanatici, reltrappende feministen, overbezorgde ouders, gefrustreerde kunstenaars/schrijvers/filmers/theatermakers, om van de directie van de Nederlandse Spoorwegen maar te zwijgen.

Na negen jaar vertrekt Ruud Hollander naar elders. Een eervol saluut lijkt me op z’n plaats. Namens alle redacteuren, freelancers, fotografen, stylisten, vormgevers en advertentieverkopers wil ik Ruud omhelzen, bedanken en als ik kon dichten zou ik een sonnettencyclus voor hem schrijven. Vriend, het waren hectische, mooie jaren. Succes als hoofdredacteur van Psychologie Magazine.