Rails 2005 02 Stoeibeer

Voor mijn verjaardag kreeg ik onlangs een cadeau waaraan bij latere inspectie een luchtje zat: Jamie’s Dinners, het nieuwe boek van Jamie (yeah, mate!) Oliver. Ik denk dat er geen huishouden in Nederland is te vinden dat niet over minstens één kookboek van ’s werelds meest favoriete keukenstoeibeer beschikt. Jamie Oliver is internationaal wat Youp van ’t Hek is voor de Nederlandse boekenmarkt: de ultieme kiloknallende stapelstamper. Zet op het omslag van een boek de naam ‘Jamie Oliver’ en de pallets zijn niet aan te slepen. Inmiddels gaan zijn boeken allang niet meer alleen over koken, welnee, z’n old mum komt er uitgebreid in voor, z’n old vriendin Jools. z’n old kinderen, z’n old vrienden, z’n old werknemers, z’n old schoonmakers, je kunt het zo old niet bedenken. Hij lacht altijd en tientallen pagina’s achter elkaar doet hij guitige dingen met voedsel.

Voorafgaand aan een lezing ontmoette ik een tijd terug de old chef-kok van een beroemd restaurant waarvan ik de naam maar niet zal noemen. Hij kwam vriendelijk bij me aan tafel, waarna we de gastronomie door de eeuwen heen bespraken, en bekende koks in het bijzonder. Ik had de euvele moed op te merken dat ik Jamie Oliver wel sympathiek vond, omdat het natuurlijk hoe dan ook onmogelijk is die lekkere knuffelbol met die heerlijke kop met haar niet sympathiek te vinden. De chefkok was echter minder aardig.

‘Die schuimende stuiterbal zal heus erg enthousiasmerend voor het vak zijn, maar als kok vind ik hem niveau Zeevaartschool Kombuisklas,’ zei de man, die vervolgens een tirade begon of te steken. ‘Ik vind het niet erg dat een kok zich gedraagt als een kakelende popster, dat hij alleen maar gedachteloos modevoedsel bereidt voor zijn al even gedachteloze vriendenkring, dat hij tussen het koken door even op het pleintje voor zijn huis een bolletje in een basket gooit of op zijn brommer naar zijn oma scheurt om haar kat te eten te geven, moor de basis van iedere serieuze kok hoort kennis, ervaring en scholing te zijn. James Oliver is geen collega, hij is een tv-maker die een kookcursus heeft gedaan en voor een camera geil van blijheid lukraak hippe etenswaar onderkwijlt.’

Yeah, mate, die zat en die zat goed. Je mag je als weldenkend mens natuurlijk niet door de mening van één iemand laten leiden, maar ik moet toegeven dat ik sinds die uitval anders naar Oliver kijk, hoewel ik (dit ter verdediging) inmiddels van weer een andere beroemde kok heb begrepen dat zijn grommende collega nogal overdreef. wellicht uit jaloezie voor de enorme aandacht die Jamie krijgt.

Anyway, mijn blijheid over mijn verjaardagscadeau was ietwat getemperd, met de nadruk op het woord anyway. Want toen de gulle gever van het presentje weer weg was, kwam ik erachter dat ik het kookboek in het Engels had gekregen, en dit vond ik toch een beetje vreemd. Mijn vriendin vermoedde dat het een zogenaamd ‘doorgevertje’ was, een boek dat iemand als cadeau had ontvangen, en het vervolgens weer had ingepakt om het aan iemand anders te schenken. Nu heb ik geen probleem met Engels, maar kookboeken kun je beter in het Nederlands lezen. Ten eerste hebben die Engelsen een onbegrijpelijk meet- en weegsysteem van ver voor het begin van de jaartelling (stenen, voeten, pinten, ounces) en daarnaast heb je onvermijdelijk een woordenboek nodig voor de kleine nuanceverschillen die bij de bereiding van een gerecht grote gevolgen kunnen hebben. Dus als u binnenkort van mij voor uw verjaardag de nieuwe Jamie Oliver krijgt, dan weet u waar het vandaan komt. old mate.

Jamie Oliver, Jamie’s Dinners, uitgeverij Penguin, 31,50 euro