Uitgelezen *) Podium verscheen in juni 2003 ter gelegenheid van het 150-jarig jubileum van Boekhandel Scheltema. Dit boekje wordt u gratis aangeboden door Uitgever Podium en De Boekhandels met *) met medewerking van Academische Boekhandel, Maastricht, Broese, Utrecht, Dekker v.d. Vegt, Nijmegen, Arnhem en Sittard, Donner, Rotterdam, Gianotten, Tilburg en Breda, Kooyker, Leiden, Van Piere, Eindhoven, Scheltema, Amsterdam, Scholtens Wristers, Groningen, De Tille, Leeuwarden en Sneek, Verwijs, De Haag, Joost Nijsen, Michel Faber, Manon Uphoff, Ingmar Heytze, Jerry Spinelli, Ronald Giphart, Caradog Prichard, Herman Franke, Tjitske Jansen, Hari Kunzru, Eva Ludemann, Adelheid Van Beuningen, Kenneth Cook, Ingrid Jonker, Henk Van Woerden, Antjie Krog

Uitgelezen *) Podium

By hans, 1 augustus 2014

Lees het stuk van Ronald Giphart in dit boekje hier:

Het leven een puinhoop

Dit jaar schreef Ronald Giphart het boekenweekgeschenk Gala. In oktober gaat de verfilming van zijn roman Phileine zegt sorry in première. (Zie voor meer informatie www.phileinezegtsorry.nl.) Hieronder een fragment uit deze roman.

Er komt een kangoeroe klaar, en dat betekent in dit surrealistische theater dat de gong voor de voorstelling heeft geklonken. Het grote moment is eindelijk hier. We nemen met het hele gezin plaats op de derde rij van voren, ik gevangen tussen Gulpje en de met een bril aan elkaar gelaste kudde varkens (zoals we Jules liefkozend noemen). Er is geen doek in de zaal en enkele spelers wachten door een mysterieuze ziekte bevangen verstijfd in het decor. Ik zie Max zitten op een fluorescerend skateboard, gekleed in een imitatie-jarenzestigjack.

‘Daar zit MAX!’ fluister ik iets te luid, in de hoop dat hij ons even met een bijna onmerkbare hoofdknik zal begroeten maar daar trapt deze professional niet in. Terwijl we wachten tot de Ti Ta Tovenaar van de Toneelwereld haar spelers tot leven klapt, denk ik weer aan die vreemde ruimtemogendheid die haar observatietoestel boven New York laat cirkelen. Na onze kennismaking in die portiek bij die deli hebben ze mij natuurlijk uitgekozen als studieobject, stel ik me voor. Ze volgen me en aan de hand van mijn gedragingen hopen ze op te maken in welke fase het leven op aarde zich bevindt, of zoiets. Wat zouden ze rapporteren over de samenkomst in dit theater? Driehonderdvijftig wezentjes hebben zich in een donkere zaal verzameld rondom ‘een tiental niet bewegende andere wezentjes. Motivatie onduidelijk. Verder onderzoek noodzakelijk.

‘O mijn God, het is experimenteel,’ hoor ik de moeder van Ruth fluisteren, als drie hard-core rappers in een hoek van de zaal begeleid door een vette beat de openingsrei beginnen uit te voeren:

‘Yo, check this out!’

‘Two households, both alike in dignity, in…’

‘Fair!’

‘Verona, where we lay our…’

‘Scene!’

‘From ancient grudge break to new…’

‘Mutiny!’

‘Where civil…’

‘Blood!’

‘Makes civil hands unclean.’

‘Fuck that!’

(Enzovoort.)

Na deze opening is de stemming onder het publiek moeilijk te peilen, omdat in een andere hoek van de zaal twee toneelspelers meteen hierop een luidruchtige schreeuwruzie starten met twee andere toneelspelers. Vervolgens worden er in een enorm tempo messen getrokken, karatetrappen uitgedeeld, tags op de muren gespoten en toneelspelers voor son of a bitch uitgemaakt. Ik heb ditzelfde stuk eens gezien in een bewerking van het gezelschap van mijn moeder (en gesubsidieerd door de – afwezige – samenleving), maar vergeleken met wat hier gebeurt, leek die uitvoering zich af te spelen in de eetzaal van een bejaardentehuis (opmerkelijk overeenkomstig de gemiddelde leeftijd van de acteurs). ‘

Inderdaad is experimenteel het goede woord voor deze New Yorkse versie van rOmEO-n-jULieT: tientallen skaters rijden af en aan, computers flikkeren, printers ratelen, enkele spelers sturen elkaar zichtbaar op een groot scherm elektronische brieven, er worden toneelspelers gebuzzd, andere gebruiken een GSM, twee cybermeisjes voeren een zwaardgevecht met bovenmaatse zwarte dildo’s (uit die van de winnares spuit witte drab), en het ruimteschip boven de stad ontbreekt het aan denkkracht om deze gedragingen te duiden (Wat gebeurt er? Wat gebeurt er? Space invaders calling earth! Wat is hier aan de hand? Waarom begrijpen wij dit niet?).

Ik vind: als we Columbus er niet opuit hadden gestuurd om India te ontdekken, hadden we het recht gehad een originele benadering te verwerpen, maar aangezien dat niet het geval is, moeten we onze grote mond houden en geïnteresseerd afwachten wat er op het podium gebeurt. Na een kwartier heftig totaaltoneel is de rolverdeling duidelijk: iedereen speelt iedereen door elkaar, iedereen valt aan, iedereen verdedigt. Oké, dit ziet er soms uit als een behoorlijke puinhoop, maar op voorhand verzin ik de verklaring van de regisseur voor deze verwarring: dat is het leven ook.

Toegegeven, het is niet moeilijk te raden wie van de studenten om de beurt de titelrollen spelen: rOmEO-n-jULieT zijn namelijk altijd gekleed als Adam & Eve voor de zondeval. Dat is handig! Na een tijdje krijgen de toeschouwers door dat de acteurs die hun kleren uittrekken een paar minuutjes rOmEO-n-jULieT zullen zijn. Ze hadden ons dit overigens eerder mogen vertellen: dat ze allemaal in hun blootje zouden spelen. Nu begrijp ik ook beter waarom ze op Max’ feestje zo uitgelaten deden. Oorzaak: zenuwen, verlatingsangst en een allesdoordringend besef van de infantiliteit op aarde.

Max is mooi, naakt, de mooiste. Sommigen van zijn collega’s dragen hun naaktheid onwennig of juist veel te overdreven (‘kijk mij hier eens even in mijn blote reet’), maar Max is puur en ongedwongen naakt. Daarom hou ik zo van hem. Goed, toen hij aanstalten maakte zijn pagebroekje uit te trekken had ik het even te kwaad, omdat je uiteraard toch bang bent dat je vriend plotseling een hangbuik blijkt te hebben, erg stinkt naar bedorven artisjokken of last krijgt van een al te opdringerige erectie. Een vreemd moment. Max sprong monter uit zijn boxershort, en terwijl hij zijn tekst begon te zeggen, dacht ik: driehonderdvijftig mensen kijken nu dus naar de lul van mijn vriend. En wat voor een!

Ik ben niet de enige die zich verwondert over zoveel onverwachte borsten en zwabberlellen. De eerste keer dat een rOmEO zich tot aan zijn lul toe uitkleedde, ging er een golf van ongeloof door de zaal. Er was lul te zien! Er was lul te zien! De moeder van Ruth, die ik aanvankelijk ‘O mijn god, het is experimenteel’ had horen fluisteren, zuchtte heel diep bij het zien van deze lul, en toen de eerste jULieT met haar naakte benen gespreid in een fitnessapparaat ging liggen, fluisterde ze hard: ‘O mijn God, het is pervers.’

Ik hou ervan als keurige mevrouwen zeggen ‘O mijn God, het is pervers’. Dan denk ik namelijk: perversiteit is een zaak van topografie mevrouw, want u maakt mij niet wijs dat u op andere plaatsen en tijden niet minstens zo pervers bent geweest, dat u niet minstens zo heeft genoten van de pik die uw in brand staande mevrouwenkut kwam blussen, dat u niet minstens zulke gore taal heeft gefluisterd in het oor van uw meneer, hopend dat uw orgasme nog heftiger zou zijn, dat u niet minstens heeft gefantaseerd over onderwerping, verkrachting, groepen grootgeschapen havenarbeiders, vrouwen, macht, onmacht, de mogelijkheid om als hoer de baan op te gaan, dat u niet minstens één keer het gevoel heeft gehad dat u uzelf kwijtraakte en dingen deed die u misschien niet gedaan zou hebben als u niet zo verdoofd van geilheid was geweest, dat maakt u mij dus allemaal niet wijs.

Terwijl de wezentjes in bet donkere deel van de zaal grin[1]niken en zucbten dat bet een aard beeft, trekken de andere wezentjes om de beurt bun kleren uit en roepen ze voort[1]durend naar elkaar. Hier raast de baat, maar luider raast de liefde. De geopperde gedacbte dat dit een vorm van speels vermaak zou zijn, wordt verworpen, gelet op de gezicbten van de oudere toekijkende wezentjes. Het ene – erg mooie[1]wezentje dat we nu al de bele dag volgen, lijkt slecbts naar één ander wezentje te kijken. Ook zij kijkt bezorgd. Wat vetmag dit!

Ik voel me zo langzamerhand een beetje ongemakkelijk, en ik ben geloof ik de enige niet. Er begint een akte waarin rOmEO-n-jULieT zoetgevooisd moeten kwijlen en zwijmelen, in de oorspronkelijke versie van sHakesPEar dan. Hier in New York transformeren ze dat tot een biologisch onderzoek waaraan alle spelers mogen meedoen. Plotseling zijn alle mannen heel experimenteel rOmEO en alle vrouwen nog veel experimenteler jULieT, ook Max en zijn Verschrikkelijke Tegenspeelster. Op drie meter van me vandaan staan ze dicht bij elkaar in elkaars monden te hijgen, ze houden elkaar heel overtuigend heel verliefd vast en ik zie Joannes vingers strepen trekken op de rug van mijn beminde. Moet ik hiernaar kijken, vraag ik me af. Dat moet niet, maar toch doe ik het. Op het moment dat we zien hoe Max en Joanne elkaar als herkauwende koeien beginnen af te lebberen, voel ik de hand van Gulpje op mijn knie.

‘Ik hou je tegen, ik hou je tegen,’ fluistert ze, quasi-grappig, maar zo leuk is het natuurlijk helemaal niet.

Eind.

Ten geleide

Alle donkere culturele voorspellingen ten spijt wordt in Nederland nog steeds gretig gelezen. In ons dagelijks leven eisen werk, sociaal leven, internet, televisie en recreatie veel ruimte op, maar ook het lezen behoort voor velen nog altijd tot de geliefde vormen van vrijetijdsbesteding. Logisch, want het lezen van boeken is een fascinerend, nooit eindigend avontuur, dat zowel herkenning biedt als nieuwe inzichten en ongekende vergezichten.

En altijd zijn er mensen die boeken schrijven en uitgevers die ze willen verspreiden. Uitgeverij Podium is er één van. Opgericht in 1997, zijn we vergeleken met andere literaire uitgeverijen nog maar een jonkie. Toch zijn we alweer zo gegroeid dat het onmogelijk is in deze kennismakingsbundel werk te presenteren van ál onze schrijvers. We hebben ons moeten beperken tot een ‘amuse’ van boeken die zojuist verschenen of bijna verschijnen of die om andere redenen dezer maanden in de belangstelling staan, zoals de enkele jaren geleden verschenen, maar binnenkort verfilmde roman Phileine zegt sorry van Ronald Giphart.

Uitgevers noemen hun assortiment aan boeken een ‘fonds’ en de onderdelen daarvan ‘fondslijnen’. Enkele van die lijnen kunnen we hier helaas niet of nauwelijks presenteren. De onderhoudende ‘landenboeken’ bijvoorbeeld van jonge correspondenten en chroniqueurs (als Maartje Duin, Eva Ludemann, Joris Luyendijk en Martijn de Waal). Of ‘graphic novels’ als van Peter Pontiac en dr. Parsons. Bloemlezingen van Het mooiste gedicht tot Het laatste gedicht. Uitstekende prozaïsten als Alex Boogers, Cees van Hoore, Wilfried de Jong, Thijs Kramer en Onno te Rijdt. Een hele reeks romans uit Zuid-Afrika. Hedendaagse Engelstalige fictie van onder andere Magnus Mills, DBC Pierre, Emma Richler. Een kostelijk prentenboek als Duimelot. Literaire biografie als de De nadagen van Gerard Reve door Ad Fransen.

Bieden we u dus maar een bescheiden boeket aan (de non-fictie hebben we helemaal stiefmoederlijk moeten bedelen), zelfs na lezing van dit tuiltje fragmenten en gedichten uit dat éne fonds genaamd Podium, staat u evengoed voor een keuzeprobleem: welke auteur zult u gaan volgen? Welk boek mag in uw kast niet ontbreken? Een probleem – maar, denken wij, hópen wij, een heel prettig probleem. Rest mij alleen nog u een aangename literaire verkenningstocht toe te wensen en de boekhandels met *) hartelijk te bedanken voor de uitnodiging u dit boekje aan te bieden. – Joost Nijsen, Uitgever.

Titel: Uitgelezen *) Podium

Verhalen en gedichten van auteurs uit het fonds van uitgeverij Podium. Van Michel Faber en Ronald Giphart to Antjie Krog en Manon Uphoff. Een Uitgelezen *) weggevertje!

Jaar: 2003

Druk: 1ste

Uitgever: Podium

Omslag: Studio Ron van Roon

Typografie: Ar Nederhof, Amsterdam

Druk- en bindwerk: Koninklijke Wöhrmann

Pagina’s: 95

Afmetingen: 18 x 11.5 x 0,8 cm

Type: Paperback

Inhoud:

  • Joost Nijsen – Ten geleide
  • Michel Faber – Lelieblank, scharlakenrood
  • Manon Uphoff – Waterwaterwater
  • Ingmar Heytze – Voor de Liefste onbekende
  • Jerry Spinelli – Stargirl
  • Ronald Giphart – Het leven een puinhoop
  • Caradog Prichard – In de maneschijn
  • Herman Franke – Wolfstonen
  • Tjitske Jansen – Wakker worden in de tijd…
  • Hari Kunzru – De poseur
  • Eva Ludemann – We blazen uw auto even op
  • Adelheid van Beuningen – Asicius, de beklaagde
  • Kenneth Cook – Aangeschoten
  • Ingrid Jonker – Ik herhaal je
  • Henk van Woerden – Notities van een luchtfietser
  • Antjie Krog – Afscheid

‘Het leven een puinhoop’ in: Phileine zegt sorry, 1996, pp. 77-81

Bijzonderheden:

Uitgelezen *) Podium verscheen in juni 2003 ter gelegenheid van het 150-jarig jubileum van Boekhandel Scheltema. Dit boekje wordt u gratis aangeboden door Uitgever Podium en DeBoekhandels met *)

  • Academische Boekhandel – Maastricht
  • Broese – Utrecht
  • Dekker v.d. Vegt – Nijmegen, Arnhem en Sittard
  • Donner – Rotterdam
  • Gianotten – Tilburg en Breda
  • Kooyker – Leiden
  • Van Piere – Eindhoven
  • Scheltema – Amsterdam
  • Scholtens Wristers – Groningen
  • De Tille – Leeuwarden en Sneek
  • Verwijs – De Haag