VARAgids 2016 48 Onbegrensd

26 november – 2 december 2016

Hoe Ronald Giphart zich in zijn studententijd geintimideerd voelde door ‘Man in Polyester Suit’, een foto van Robert Mapplethorpe.

Robert Mapplethorpe (1946-1989) was de fotograaf van de jaren 80. Zijn bekendheid in artistieke kringen was te vergelijken met die van Andy Warhol of zelfs Madonna en zijn stijl zette de toon voor legio navolgers, bewonderaars en epigonen. Er was iets met zowel Mapplethorpe’s werk als zijn leven dat bij het grote publiek tot de verbeelding sprak. Mapplethorpe was een selfmadefotograaf die geobsedeerd was door roem, seks, drugs, kunst, ego en opoffering. Zijn werk hield vaak het midden tussen hoge kunst en pornografie, tussen het esthetisch verantwoorde en het verval, tussen schaamteloze zelfvergroting en engagement, tussen rijkdom en armoede. Het is niet mogelijk om naar foto’s van Mapplethorpe te kijken, zonder geraakt te worden door de ijle precisie, de afstandelijkheid, het afgemetene, scherpe & steriele die in zo’n groot contrast staan met zijn onderwerpen: buitenissige naakten, uitzinnige bloemen, geslachtsdelen, zelfportretten, taferelen van bondage en andere seksuele uitspattingen.

De homoseksuele Mapplethorpe – die naar eigen zeggen de liefde had bedreven met ‘slechts duizend mannen’ – overleed in 1989 aan de gevolgen van aids, net als velen in dat vermaledijde tijdvlak. Om hem te eren publiceerde de Volkskrant bij zijn overlijden een paar iconische werken die destijds als schokkend werden ervaren.

Op een van die foto’s – misschien wel zijn bekendste werk – zagen we het middenlijf van een donkere man in een driedelig pak. De wereldberoemde ‘Man in Polyester Suit’ (geschoten in september 1980) is tot op de dag van vandaag spraakmakend (het kunstwerk is niet bij dit artikel afgedrukt, maar als u de titel googlet springt de foto direct te voorschijn).

Dit is wat er is te zien: door de gulp steekt het forse geslachtsdeel van de man, half in erectie. Ik heb die zwartwitfoto destijds in mijn studententijd uitvoerig bekeken, want een van mijn huisgenotes had hem uitgeknipt en opgehangen op haar kamer. De haarscherpe foto heeft wat kenners noemen ‘een prachtig lijnenspel’. De stevige penis loopt mooi tussen de randen van het jasje. Een ader in het gevaarte sluit goed aan bij de vouwnaad van de pantalon. De voorhuid om de eikel is een beetje opgetrokken, waardoor het net lijkt of het ronde stipje aansluit op de knoopjes van het gilet van de man. In alle opzichten is dit een esthetisch verantwoord geslachtsdeel.

Aanvankelijk was het Mapplethorpe’s voornemen om van het model ook het gezicht en de onderbenen af te drukken, maar hij besloot die weg te snijden, zodat alle aandacht ging naar waar iedereen direct zou kijken: het centrum van de foto. Het model in kwestie heette Milton Moore, een oud-marinier met psychische problemen, die zich moeizaam probeerde staande te houden in de harde homowereld van New York. Mapplethorpe ontmoette hem op weg naar een homo-bar, waarna hij met hem meeging naar zijn huis. Toen hij hoorde dat Moore modellenwerk wilde doen besloot hij hem te portretteren en vereeuwigen. Hij is altijd over hem blijven spreken als ‘de liefde van zijn leven’.

‘Man in Polyester Suit’ was onderdeel van een serie genaamd ‘X Portfolio’, kunstwerken waarvoor Mapplethorpe een beurs van 30.000 dollar had gekregen van een Amerikaans nationaal fonds voor kunsten. De reeks werd ontvangen met een publieke walging die bevestigde dat er iets aan de hand was. Waar de impressionisten halverwege de negentiende eeuw met eenzelfde walging werden getypeerd als ‘stuitend’ en ‘immoreel’, werd Mapplethorpe verweten dat hij pornograaf was en geen kunstenaar. Zijn tentoonstellingen werden gecanceld of vielen publieke schande en juridische vervolging ten deel.

De afkeer werd zo groot dat er zelfs in de Amerikaanse Senaat over Mapplethorpe werd gediscussieerd, toen de ultrarechtse Republikeinse senator Jesse Helms schuimbekkend van woede foto’s van hem liet zien en zijn collega’s toeschreeuwde: ‘Look at the pictures!’ Hij vond het met name walgelijk dat de belastingbetaler had bijgedragen aan deze homoseksuele smerigheid. Een betere aanbeveling kon het werk niet krijgen.

Vijfentwintig jaar later heeft ‘Man in Polyster Suit’ niet aan kracht ingeboet. De foto – er zijn vijftien exemplaren geprint – is inmiddels aangekocht door de belangrijkste musea van moderne kunst (Guggenheim, J. Paul Getty, Stedelijk Museum Amsterdam, et cetera). Vorig jaar werd er na drieëntwintig jaar weer een afdruk geveild, aangeboden door een privéverzamelaar uit Amsterdam. Waar de foto in 1992 nog 9.000 dollar kostte, werd er 478.000 dollar voor neergeteld, een van de hoogste bedragen ooit voor een foto betaald. Het bewijst dat Mapplethorpe’s werk inmiddels definitief is doorgedrongen tot de mainstreamkunst en het artistieke establishment.

De uitroep ‘Look at the pictures!’ van senator Jesse Helms werd als titel geadopteerd voor een documentaire over het leven en werk Robert Mapplethorpe, over wie in de afgelopen jaren al veel is verschenen. Er zijn interviews met hem teruggevonden, die op fraaie wijze in de film zijn verwerkt. En zo lijkt het alsof Mapplethorpe ons zelf vertelt over zijn onstuimige leven, de kunstwereld, zijn vriendschap met zangeres Patti Smith (die ook over hem schreef), zijn liefdesleven en vooral zijn werk. Mapplethorpe, een van de grootste kunstenaars van de vorige eeuw, liet zien dat fotografie bij uitstek een medium is om de werkelijkheid opnieuw te duiden.

In 1989 vroeg ik mijn huisgenote waarom ze ‘Man in Polyester Suit’ had opgehangen tussen haar vakantiekiekjes en familieportretten. Ze haalde haar schouders op en haar antwoord schreef ik op in een roman: ‘Om jongens te intimideren.’ Dat was ik inderdaad. Niet alleen vanwege de opdringerige aanwezigheid van dat imposante stuk vlees, maar vooral vanwege de wonderbaarlijke, rauwe, pure, confronterende visuele kracht van Robert Mapplethorpe. Kijk naar die foto’s achter deze link.