Dit is een boekje dat gratis bij de Viva oktober 2003 zat en ging over de film première van Phileine Zegt Sorry

VIVA XTRA (oktober 2003)

By hans, 1 juni 2014

Ronald Giphart in het New York van Phileine

Even voorstellen…

Kim van Kooten speelt de rol van Phileine, een eigenwijs, hondsbrutaal maar eigenlijk heel kwetsbaar meisje. Phileine staat vol in het leven en met haar bijtende humor geeft ze commentaar op alles wat haar voor de voeten komt.

Kim van Kooten debuteerde in ‘Zusje’ (1995), de eerste film van ‘Phileine’-regisseur Robert Jan Westdijk. Een hoofdrol waarvoor ze een Gouden Kalf nominatie kreeg oor Beste Actrice. Een jaar later vestigde Kim haar naam als scenariste met de speelfilm ‘Blind Date’ (1996). Sindsdien combineert ze haar twee passies: acteren en scenario’s schrijven. Kim speelde o.a. grote rollen in ‘Jezus is een Palestijn’ (1999) en ‘Mariken’ (2001), waarvoor ze ook het scenario schreef.

Michiel Huisman speelt de rol van Phileine’s grote liefde Max, de enthousiaste acteur die naar New York mag voor en grensverleggend toneelproject en die er volgens Phileine ‘weergaloos aandoenlijk’ uit kan zien. Voor Max zijn er twee belangrijke dingen: zijn kunst en zijn liefde, in die volgorde.

Michiel Huisman speelde eerder in de telefilm ‘Suzy Q’ (1999) en met Egbert Jan Weeber in ‘Uitgesloten’ (2001). Zijn doorbraak kwam met zijn rol in de filmhit ‘Costa!’ (2001). Hij was te zien in tv-series als ‘GTST’, Blauw Blauw’, ‘Spangen’ en Costa! In 2002 speelde Michiel in de film ‘Volle maan’ Naast het acteren heeft Michiel nog een passie: muziek. Met zijn band Fontane scoorde hij hits als 1+1=2′ en ‘Slapeloos’.

Hadewych Minis speelt de rol van de recalcitrante Gulpje, de Belgische huisgenote van Max in New York. Gulpje – d’n Gulp voor intimi – houdt wel van een feest je en wisselende contacten zijn haar niet vreemd. Ze doet beslist niet onder voor Phileine en de haren, en deelt met haar hondsbrutale opmerkingen rake klappen uit. Soms gaat ze zelfs voor Phileine’s maatstaven wel erg ver.

Hadewych Minis was eerder te zien in de televisieserie ‘Ernstige delicten’ en wellicht ken je haar uit het programma ‘De acteurs’ (VPRO – Bram van Splunteren) of ‘Goede Daden bij Daglicht’ (VPRO – Johan Timmers). In september was ze Viva’s columnist van de maand.

Tara Elders (1980) heeft de rol van Lala. Met haar hartsvriendinnen Fleur en Phileine beweegt zij zich met vaart en verve door het leven. Als Phileine naar New York reist om Max op te zoeken, blijkt Lala er ook te zijn, en wordt hun vriendschap aardig op de proef gesteld.

Tara Elders speelde na haar toneelopleiding haar eerste rol in de telefilm ‘Vroeger bestaat niet meer’ in 2001. Na een aantal korte filmpjes werd ze gevraagd voor de satirische televisieserie ‘TV7′ voor de VPRO (2002). Bekend werd ze door haar hoofdrol in de televisieserie ‘Najib en Julia’. Momenteel is ze bezig met opnames voor de comedy ‘Shouf Shouf Habibi’, die in september van dit jaar wordt uitgebracht.

Liesbeth Kamerling speelt de rol van Fleur, de goedgebekte vriendin van Phileine. Samen met vriendin Lala, hebben Fleur en Phileine raag de touwtjes in handen en zetten ze elke situatie met humor naar hun hand. Ze hebben een eigen taal ontwikkeld en scheppen er een enorm genoegen in om mensen – en in het bijzonder mannen- te provoceren.

Liesbeth Kamerling heeft eerder gewerkt als actrice, zangeres en danseres. Zo had ze rollen in de tv-series ‘Blauw Blauw’, ‘Baantjer’ en ‘Costa!’ en acteerde ze in commercials en videoclips. In 2000 kreeg ze de hoofdrol in de 40-delige televisieserie ‘Doei’, waarin ze niet alleen acteerde maar ook zong en danste. Sinds 2001 heeft ze een vaste rol in ‘GTST’ als Daantje Mus.

Liz Snoyink speelt Lotti, de losbandige moeder van Phileine

Daan Schuurmans als Dylan, de man in Phileine’s leven vóór Max

Regisseur Robert Jan Westdijk (o.a. ‘Zusje’ en ‘Siberië’)

Er waren eens…

…een Phileine en een Max

En ze deden een relatie-test uit Viva.

Ze zijn gelukkig, totdat…

Max vertelt dat hij voor een jaar naar New York gaat om een rol te spelen in Shakespeare’s ‘Romeo & Julia’. Een paar dagen later zwaait Phileine hem op Schiphol uit.

Tegenover haar vriendinnen houdt ze zich stoer. Maar als ze haar moeders creditcard op de vloer vindt, koopt ze impulsief een ticket naar New York en reist Max achterna.

Al snel krijgt Phileine het gevoel dat Max meer geïnteresseerd is in zijn tegenspeelster dan in haar. Ze besluit een kijkje te nemen bij de repetities. En daar krijgt ze al snel spijt van. De scene die Max en Joanna spelen, liegt er niet om… Als dan ook nog blijkt dat Max ‘vergeten’ is haar uit te nodigen voor de première, heeft Phileine het helemaal gehad.

Uiteindelijk belandt Phileine, samen met vriendin Gulpje, per ongeluk in het theater waar Max zijn première heeft. De pers is grootscheeps uitgerukt en de zaal is afgeladen vol. Massaal zijn ze getuige van een wel héél erotische interpretatie van ‘Romeo & Julia’. Dit gaat Phileine dus echt te ver! Toegejuicht door het publiek stelt ze Max voor de keus: hij gaat direct met Phileine mee of hij ziet haar nooit meer terug. Als ze de zaal uit loopt, merkt ze dat Max haar niet achterna komt. Uit pure jaloezie stort ze zich in de armen van LT, de vriend van Max’ tegenspeelster Joanna.

GIPH & PHILEINE

Speciaal voor Viva: het persoonlijke verhaal van Ronald Giphart over het boek en de film.

Een boek kan zich in een flits aan je voordoen. Je loopt over straat aan iets onbenulligs te denken en flits!: plotseling zit er een boek in je hoofd, met een eigen toon, een stijl en het vermoeden van een plot.

‘Phileine zegt sorry’ flitste door mijn hoofd aan het eind van een warme zomer, halverwege de jaren negentig. Met wat vrienden zag ik in het Academietheater in Utrecht een studentenuitvoering van ‘Romeo & Julia’. Mijn toenmalige vriendin M. speelde er in mee. Wekenlang had ze met haar medespelers gerepeteerd. Het was zo’n experimentele voorstelling: er werd veel geschreeuwd en gevochten, en de rollen stonden om een of andere artistieke reden niet bij voorbaat vast. Soms speelde de ene actrice Julia, soms de andere en soms speelden alle actrices de rol tegelijk. Ook Romeo wisselde voortdurend van acteur. Ik zat op de voorste rij en ik had goed uitzicht op mijn vriendin. We hadden ‘een niet helemaal maar ook niet-niet helemaal min of meer halfopen te noemen vrije vrijrelatie’. Op drie meter van me vandaan stond mijn vriendin heel dicht te hijgen bij de mond van haar tegenspeler. Zij en haar tijdelijke vriendje hielden elkaar overtuigend verliefd vast en ik zag de vingers van de knul baantjes trekken op de rug van mijn beminde. Moet ik hier naar kijken, vroeg ik me af. Op het moment dat we zagen hoe mijn vriendin en haar tegenspeler elkaar als herkauwende koeien begonnen af te lebberen, voelde ik de hand van mijn vriend Bert op mijn knie.

“Ik hou je tegen, ik hou je tegen,” fluisterde hij, quasi-grappig, maar zo leuk was het natuurlijk helemaal niet. Later die avond was er een groot gala. De mannen waren gekleed in rokkostuum, de meeste vrouwen in de-erotiserende pofjurken. Pas toen de toeschouwers in een redelijk benevelde roes waren geraakt, betrad de hele bups acteurs en actrices het feest. Ze werden met gejuich binnengehaald en kregen van iedereen loftuitingen, kushandjes en handengewapper. Ook ik feliciteerde mijn vriendin, die er ravissant uitzag. Ze oogde gelukkig, maar er knaagde wel iets. Ik vroeg halfgrappig, halfgemeend en goed aangeschoten “hoe of het nu was te tongzoenen met een vreemde kerel.” Kijk, hoewel mijn vriendin en ik op het mentaaltheoretische vlak van het fysieksexuele discours het paradigma van de buitenrelationele cohabitatie in principe zeker niet ontkenden noch a-priori veroordeelden, moest zij in praktijk heel simpel met haar vieze jatten van andere mannen afblijven, en die gozers ook van haar, en andersom. Ik vroeg of zij en haar tegenspeler hun vrijscènes “vaak hadden gerepeteerd.” Ik vermoed dat als zij toen zou hebben geantwoord dat haar vrijage slechts een toneelvrijage was, dat ze niets voelde bij het vrolijke speekselfeestje op het podium en dat zij en haar tegenspeler hun lebberscènes zeker niet buiten de officiële repetitietijd hadden gerepeteerd, ik dit verhaal niet zou hebben geschreven. Maar ze had haar liefdesscènes met Romeo wèl buiten werktijd doorgenomen. Ik weet niet meer of onze relatie meteen die nacht uit elkaar spatte of een paar dagen later, maar wel dat ik nog tijdens dat gala in een flits een roman voor me zag die pas veel later ‘Phileine zegt sorry’ zou gaan heten.

DE EERSTE DE BESTE VLUCHT

Acht jaar later zit ik met regisseur Anton en cameraman Jasper in het vliegtuig naar New York. De mannen, jongens nog, maken voor een omroep de tv-documentaire ‘The making of Phileine zegt sorry’. We hebben het over ‘Phileine zegt sorry, the movie’ Na jaren van soebatten, produceren, praten, vergaderen en investeren is het er dan toch eindelijk van gekomen: het boek is (bijna) verfilmd. In New York gaan ze de laatste scènes en beauty shots opnemen. Het is toeval dat Anton, Jasper en ik gezamenlijk reizen; de rest van de Nederlandse crew is al in New York of komt later Ook toevallig is dat Anton en ik bevriend zijn (hoe we bevriend raakten is een lang verhaal, dat ik hier niet zal oprakelen) (maar het komt erop neer dat we een ex-vriendin delen) (namelijk M. die Julia speelde in de studentenversie die de aanleiding was voor Phileine) (M., die Anton net zo hard dumpte als mij) (‘als mij’ en niet ‘als ik’ zoals mijn automatische grammaticacontrole voorstelt) (want ik heb Anton nooit keihard gedumpt) (ik heb hem juist de nacht dat hij aan de kant was gezet getroost in het café) (the beginning of a beautiful friendship).

Als research voor mijn boek ben ik indertijd twee keer naar New York geweest, voor geschikte locaties, straatnamen, voedselmerken, et cetera. De eerste keer was de hoofdpersoon van het boek dat ik voor me zag overigens nog een man. Aanvankelijk werkte ik aan een roman waarin mijn vaste figuur Giph samen met zijn vrienden Monk en Thijm naar New York zou reizen, om binnen korte tijd beroemd en berucht te worden. Waarmee hem dit zou lukken had ik nog niet bedacht. Hoogtepunt van hun reis zou een bezoek aan ‘The Late Show’ van David Letterman zijn, een programma dat door Giph helemaal zou worden overgenomen.

Mijn eerste reis naar Manhattan is zo in nevelen en anekdotes gehuld dat zelfs ik niet meer weet wat nu echt is gebeurd en wat niet. Het officiële (met ‘narratief-technische toevoegingen’ gelardeerde) verhaal is dat ik op een avond met mijn vriend Dylan in een Utrechts café aan de bar zat. We hadden het over bewonderde schrijvers, waarbij Dylan geestdriftig vertelde over het Welshe drankorakel Dylan Thomas. Om ons heen was het erg rustig. Dat zou in New York wel anders zijn, stelden we ons voor.

“Laten we het volgende biertje bestellen in White Horse Tavern in Greenwich village,’ zei Dylan met vertederende stoerheid. The White Horse was het stamcafé van Dylan Thomas, de plek waar hij zich op veel te jonge leeftijd letterlijk heeft doodgedronken. “Prima,” zei ik, eveneens bluffend.

Volgens het verhaal zijn we toen via mijn huis (om mijn paspoort te halen) naar Schiphol gereden, om met de eerste de beste vlucht naar New York te gaan, waar we met een limo rechtstreeks naar The White Horse Tavern zijn gereden, om het fameuze biermerk New Amsterdam te bestellen, en het gesprek voort te zetten gezeten op krukken waarover Dylan Thomas nog zou hebben gekotst.

Dit verhaal klinkt goed, en zo is het ook gegaan, zij het dat er een paar dagen tussen onze kroegafspraak en de daadwerkelijke reis zaten. Wat waar gebeurd is in deze anekdote: die reis met die limousine. Net als later Phileine in het vliegtuig naar New York de hippe veertiger Fabian met zijn vrouw Lena zou ontmoeten, kwamen Dylan en ik in gesprek met een hippe veertiger genaamd Fabian en zijn vrouw Lena (ik weet niet of ik in Nederland zo doorzichtig van argeloze mensen personages zou maken, maar in Amerika had ik er blijkbaar minder moeite mee).

DE GEMENE ZUS VAN GIPH

Journalisten en echte lezers vragen vaak waarom ik er voor heb gekozen Phileine vanuit het perspectief van een vrouw te schrijven. Toen ik na afloop van de voorstelling van ‘Romeo & Julia’ in een flits een boek voor me zag, was de hoofdpersoon daarvan als gezegd geen vrouw, maar wederom mijn vervelend misantropische alter-ego Giph. Tijdens het bedenken van het plot (dat duurt normaliter enkele maanden) las ik in Vrij Nederland een recensie van critica Jessica Durlacher over een boek van een mannelijke schrijver vanuit het perspectief van een vrouwelijk hoofdpersonage. De schrijver werd door Durlacher helder te verstaan gegeven dat mannen per definitie niet vanuit het perspectief van een vrouw kunnen schrijven. Zo dan.

Pesterig bedacht ik een ad hoc-verhaaltje door de ogen van een meisje, waarbij direct zou vaststaan dat het natuurlijk door een man geschreven moest zijn (ze was zeer grof in de mond, alleen maar met onzin bezig, gepreoccupeerd met sex. enzovoort). Het toeval wilde dat rond die tijd een vriendin van mij zich erover beklaagde dat er zo weinig verhalen waren die zij ‘met één hand kon lezen’. Ze bedoelde dat er veel te weinig overtuigend geschreven voer voor middelvingercirkeling bestond. De theorie is dat mannen houden van visuele en vrouwen van verbale porno. Die verbale porno is echter vaak heel erg ranzig en belabberd geschreven. Voor haar verjaardag gaf ik mijn vriendin het verhaal ‘Heblust’ cadeau, dat later verscheen in ‘Het feest der liefde’. Een verhaal vanuit het perspectief van een meisje (om de identificatie te vergroten) en met een staccato van geslachtsdelen en procreatieve handelingen (vanwege het masturbatoire karakter). In het verhaal vertelt een jonge vrouw vrijmoedig over haar (sexuele) leven. Toen het verscheen, kreeg ik naast de voorspelbare zure kritieken ook opvallend veel reacties van lezeressen die zich in het hoofd personage herkenden (‘gore wijven… ‘).

Inmiddels was ik een beetje verkikkerd geraakt op de nog naamloze hoofdpersone van dat verhaal, en had ik besloten de figuur van Giph uit mijn nog te schrijven roman te vervangen door zijn al even gemene zus – later genoemd Phileine – en het boek aldus, ondanks het verbod van Durlacher, vanuit het perspectief van een vrouw te vertellen. Net als bij het verhaal ‘Heblust’ heb ik me echter geen enkel moment zorgen gemaakt of het verhaal dan wel de gebeurtenissen realistisch zouden overkomen; ik heb ook geen studie gedaan naar vrouwelijkheid of vrouwelijk gedrag, zoals veel mensen me vragen. Mijn enige voorbereiding waren die twee reizen naar Manhattan.

PHILEINE’S VERWONDERING

Anton, Jasper en ik zitten in een taxi onderweg naar Chinatown, waar het hotel staat dat door de Phileine-crew wordt bevolkt. Ik wil niemand uit de droom helpen, maar bijna alle binnenhuisopnamen van ‘Phileine zegt sorry’ zijn niet geschoten in New York, maar in studio’s in Nederland, in een theater in Maastricht en in een hotel in Brussel. Filmen in Amerika is onvoorstelbaar duur, en daarom zijn alleen de buitenopnamen in de Grote Appel gemaakt. Voor de scènes in New York hebben we budgettair gezien precies zes dagen, vandaar dat alles zeer strak is georganiseerd. Onder andere door een locale producent, die weet hoe het hier reilt en zeilt. Filmen in Amerika is namelijk aan een kwart miljoen regels gebonden en aan de grillen van een hypermachtige vakbond. Anton en Jasper zijn hier dan ook officieel niet als making of-ploeg, maar als ‘naasten van de acteurs’, die hier hun vakantie gebruiken om wat homevideobeelden te schieten. Op het vliegveld wordt ons gevraagd naar de purpose of our journey We antwoorden dat we vrienden waren. Wat voor vrienden? Heel goede vrienden. Met opvallend veel cameraspullen.

“Hoe lang kennen jullie elkaar al?” vroeg de beambte argwanend aan Anton en mij.

“Een jaar of tien,” zei Anton (naar waarheid).

“En jullie?” ging de man verder, wijzend op Jasper en mij.

“Eh, hoe laat is het?”

Het is dus niet vreemd dat ik niet weet dat mijn heel goede vriend Jasper nog nooit in New York is geweest. Als we de stad binnenrijden, lijkt zijn verwondering op die van Phileine.

UIT ‘PHllEINE ZEGT SORRY’:

Eerlijk gezegd heb ik nogal een behoorlijke hekel aan New York. Zouden er gdvrdmm films, televisieseries of romans zijn die zich ergens anders afspelen? Bij mijn weten ken ik ook niemand die er nooit is geweest en die er niet over kan meepraten, zelfs mijn ouders niet – en dat wil wat zeggen.

RONDJE NEW AMSTERDAM

We zijn in het kantoor van filmproducent Ghost Robot, ergens in een wolkenkrabbertje aan een vervallen gedeelte van Broadway. Op de deuren van de kamers hangen naamborden met de opdruk ‘Phileine says sorry’ Anton helpt me erbij stilstaan dat het op zich behoorlijk wezenloos is dat iets wat ik op een driehoog achterafkamertje in de Utrechtse wijk Zuilen in eenzaamheid heb bedacht, hier op een driehoog achterafkamertje in de Manhattanse wijk Soho door een team van Newyorkers wordt verfilmd.

De meeste Nederlandse crew members zijn elders in de stad bezig met de voorbereidingen of aan het repeteren, en daarom pakken Anton, Jasper en ik een taxi naar ‘mijn Newyorkse stamcafé’: the White Horse Tavern. Het is een apart slag volk, tv- en filmmedewerkers. Vaak worden zij laat ingehuurd om in korte tijd keihard te werken met onbekende mensen aan een hen onbekend product. Het zijn huurlingen, die cameramannen, kabelsjouwers, grippers, gaffers, et cetera. Het zijn ook allemaal lieden die begiftigd zijn met het sociale vermogen tot wat ik maar noem fast friendship. Ze zijn binnen tien minuten elkaars beste vriend, totdat de volgende productie zich aandient.

Anton, Jasper en ik zitten aan de bar van The White Horse en zijn ontegensprekelijk de drie beste vrienden die New York ooit hebben aangedaan. Ik bestel bij de barman een rondje New Amsterdam, het biermerk dat ik hier een jaar of tien geleden ontdekte en waarover ik tijdens de vliegreis anderhalf uur lang heb opgeschept als zijnde ‘het lekkerste bier dat ik ooit heb gedronken’ De barman zegt echter emotieloos dat hij geen New Amsterdam heeft. Zes jaar geleden hebben ze het merk eruit geflikkerd. Geen New Amsterdam meer’ Maar… Maar… Hoe kan dat nou? Dat bier komt goddomme in een Nederlandse roman voor…

UIT ‘PHllEINE ZEGT SORRY’:

Al zijn nieuwe Newyorkse levensvrienden heeft Max uitgenodigd om mij te komen besnuffelen. (… ) Godzijdank is er veel wijn, booze en een soort poppenhuisfust van een biermerk dat New Amsterdam heet. ‘Maar goed dat we Manhattan voor Suriname hebben geruild,’ zeg ik tegen Max, ‘anders stonden we nu New Paramaribo te drinken.’

Ik bulder het uit, maar Max begrijpt me niet. Soms fantaseer ik wel eens zuchtend: als ik alle grappen die ik in mijn leven maak zou opschrijven, kan ik avond aan avond op Broadway staan, en als iedereen net zo hard om me zou lachen als ikzelf werd het nog gezellig ook. De tragiek van mijn leven.

WOLKENKRABBER-OVERLEG

Teruglopend naar ons hotel in Chinatown komen we op straat Robert Jan Westdijk tegen, de regisseur van ‘Phileine’. Na een zeer korte begroeting begint hij onmiddellijk over de voorbereidingen van de film te praten, alsof het volstrekt normaal is dat we elkaar hier als Nederlanders in het centrum van de hoofdstad van de wereld tegenkomen en tussen de wolkenkrabbers door even scène 43a doornemen. Een filmregisseur is als een voetbaltrainer à la Louis van Gaal, een dirigent à la Riccardo Chailly, een topkok à la Jonnie de Boer: hij is the man in control, de man met het overzicht, de eindverantwoordelijke, de man die zal worden opgehemeld bij succes en in mootjes gehakt bij een mislukking. Ik was zeer verheugd toen Robert Jan zich meldde om ‘Phileine’ te mogen bewerken. Zijn film ‘Zusje’ (1995) is een van de beste films die ik heb gezien. En het leek erop alsof de vertelmanieren die ik in mijn boeken uitprobeerde, door deze regisseur op het witte doek in praktijk werden gebracht, alsof ik naar de verfilming van een roman zat te kijken die ik nog moest schrijven.

Nu kun je er als schrijver bij een verfilming voor kiezen om je boek uit handen te geven en de verfilming over te laten aan de regisseur (zoals ik bij mijn debuutroman ‘Ik ook van jou’ – ik hou me in… ik hou me in! – heb gedaan), en je kunt kiezen voor verregaande samenwerking. Robert Jan en ik hebben voor dat laatste gekozen; inmiddels hebben we ontelbaar veel gesprekken over de film gevoerd. Met tomeloze geestdrift en toewijding heeft Robert Jan aan het script gewerkt. Net als ik hem deze veer in zijn kont wil steken, zegt hij gehaast: “Jongens, leuk dat jullie er zijn, maar ik moet verder want ik heb een productievergadering met de Amerikanen.”

DE IDEALE MAX

In de lobby van ons hotel zien we hem, onze held, de it-boy: de jongeman die in de film Max speelt. “Woeppah…” zou Elaine uit ‘Seinfeld’ zeggen. Wat Paul Verhoeven ooit bij Rutger Hauer moet hebben gevoeld, voelt Robert Jan bij deze acteur. Ooit, in een ver verleden, alweer meer dan een jaar terug, belde Robert Jan me op een avond met de vraag of hij bij me langs mocht komen (het was meer een mededeling dan een vraag). Hij had tien castingvideo’s bij zich van mogelijke Maxen. Iedere man tussen de 8 en 75 jaar die bij een castingbureau stond ingeschreven heeft de afgelopen jaren bij Robert Jan wel auditie voor de rol van Max gedaan, waar uiteindelijk een stuk of tien serieuze kanshebbers overbleven Robert Jan liet me zijn top drie zien en vroeg me mijn keuze te maken. Om me niet te beïnvloeden zei hij niet op wie zijn oog was gevallen. De acteurs waren alle drie geweldig, maar er was er één die eruit sprong. Hij was, zelfs voor de meest heteroseksueelgefrustreerde diehard, weergaloos aantrekkelijk, en nog veel belangrijker: hij speelde met een vuur en een enthousiasme of zijn leven ervan afhing.

“Ik zou kiezen voor Michiel Huisman,” zei ik.

Robert Jan glimlachte minzaam.

“Dat zou ook mijn keuze zijn.”

Het onberaamde wilde dat Michiel Huisman die avond met zijn band Fontane in het Tilburgse 013 een optreden gaf. Robert Jan had bedacht om er heen te gaan en te kijken naar de uitstraling van Michiel voor een volle zaal. Spontaan besloten we met z’n tweeën te gaan. Het moet iets aandoenlijks hebben gehad, twee zich verkneukelende bijna-veertigers tussen een uitbundige zaal bedplassers en voorhuidpukkels. Michiel had het charisma van Een jonge god, hij liep langs de uitzinnige schare meisjes en waar hij even stil bleef staan werd het warm en vochtig.

“Ja, hij moet Max worden,” zei Robert Jan toen het optreden net een minuut bezig was. Probleem was alleen dat Robert Jan dit niet in zijn eentje kon beslissen. Er moesten zeker drie producenten over meebeslissen, en een castingdirector, en investeerders, en noem maar op. Wat volgde leek op een scène uit een film. Robert Jan en ik zochten een rustige hoek om te bellen. Omdat hij de privé-nummers van de producenten niet uit zijn hoofd kende, probeerden we daar via 008 en via kennissen achter te komen. Het lukte niet de producenten te bereiken.

“Dan neem ik zelf de beslissing,” zei Robert Jan. “Misschien dat ik er gigantische stront mee krijg, maar ik ga Michiel zo dadelijk zeggen dat hij het geworden is.”

Na afloop van het optreden bluften we ons naar de kleedkamer, waar Robert Jan in het bijzijn van de leden van Fontane aan Michiel vertelde dat hij Max mocht gaan spelen. Michiel balde zijn vuist, en iedereen applaudisseerde. Net als een dag later (gelukkig) de producenten van de film.

DE DRESSINGROOM VAN KIM

Amerika is het meest socialistische land op aarde, zoveel is me inmiddels duidelijk. Alles is hier aan regels gebonden, alles staat hier tot in het absurde in dienst van werknemers en arbeiders. Vergeleken met de Amerikaanse Union is de FNV een schofterige werkgeversvereniging. We zijn hier met een man of 25 uit Nederland om een film te schieten.

Een gedeelte van de cast is meegekomen en daarnaast twee producenten, een making of-ploeg, een uitvoerend producent, cameraman, opnameleider, regieassistente, kleedster, visagiste, pr-dame, et cetera. Grappig is dat er voor veel functies, door de rigide regels van de Union, ook Amerikanen verplicht op de pay roll moeten staan, Er zijn dus twéé opnameleiders, twéé cameramannen, twéé kleedsters, twéé visagistes, et cetera, Het is zelfs zo dat onze cameraman Bert Pot volgens de regels officieel alleen door de camera mag kijken, maar hij mag het apparaat niet aanraken, Dit moet gebeuren door een vakbondslid (leve het kapitalisme!).

Als we om negen uur op de set komen, is er nog nauwelijks bedrijvigheid. Dat komt omdat de call pas om half tien is, en volgens de regels van de Bond mogen de werknemers tot die tijd niet met elkaar praten, In Nederland wordt tijdens de ochtendkoffie al snel een heel shot in elkaar gedraaid, maar de Amerikaanse vakbond wil voorkomen dat de werknemers onbetaald arbeid verrichten. Ze zouden tijdens hun cappuccino maar eens over een camerastandpunt kunnen praten! Pas als om precies half tien de Newyorkse opnameleider Roger Bobb roept “The compagny is in!” is het filmbedrijf in business en mogen de crewleden tegen elkaar spreken.

Wat hier wel veeI beter is dan bij ons is de locatiebus. In Nederland is dat een kapotgereden veewagen van de firma Jan de Kommunist, hier een soort Boeing 747 zonder vleugels en staartstuk. De trailer staat twee blokken van de filmlocatie, ver uit het zicht. Er zitten aparte kleedkamers voor iedere acteur in, ruimtes voor kleding, grime, productie en twee urinoirs. Niemand van de Nederlanders wist dat dit hier een honeywagon wordt genoemd. Wandelend langs deze honingwagen zien we de kleedkamer waar in een ster de naam Phileine staat geschreven. Vele Newyorkers moeten zich afvragen wie of dat nu weer is. Mijn moed bij elkaar schrapend beklim ik de trap naar de deur van de kleedkamer en ik klop aan. Het duurt even, maar dan opent Phileine haar dressing room, mijn tedere tankgirl.

Een week na verschijning van ‘Phileine zegt sorry’ (1996) antwoordde ik op een vraag van de Volkskrant wie de hoofdrol zou moeten spelen bij een eventuele verfilming: Kim van Kooten. Als er één actrice op dat moment in staat was mijn one girl revolution te spelen was zij het (en om heel heel eerlijk te zijn was ze op dat moment sowieso de enige Nederlandse actrice die ik van naam kende). Haar rol als het vrolijke, lieve, plagerige, vertederende en raadselachtige Zusje in ‘Zusje’ maakte diepe indruk, en toen ze aan Robert Jan toezegde Phileine te willen spelen, juichte ik dat met de volle lengte van mijn stemband toe.

UIT ‘PHILEINE ZEGT SORRY’:

Ik hou ervan als vriendinnen mijn kleren passen, mijn spullen gebruiken of van mijn bord eten. Ik ben een onvervalste vriendinnen-vrouw. (…) Ik heb jaren geleefd voor mijn vriendinnen, en zij voor mij. (…) Nog steeds kunnen Lala en ik elkaar bij het uitgaan de hele avond op hilarisch-grootse wijze voor kratje kut of duf zuiglam uitmaken, maar als we dan tegen vijven thuiskomen fluisteren we even makkelijk zachte liefkozingen en ik-ook-van-jou’s.

Kim opent haar kleedkamer en begroet ons uitgelaten. In tegenstelling tot Robert Jan (die compleet gefocust is en aan wie het voorbij lijkt te gaan dat we in New York draaien) ziet Kim het geweldige en tegelijkertijd wezenloze van de opnames hier in. Ter schets: de honeywagon staat in Lafayette Street, een van de drukkere verkeersaders downtown. Om ons heen is het afgeladen druk, er rijden honderden auto’s voorbij, vrijwel alle gebouwen zijn hoger dan de Dom, in de directe omgeving bevinden zich op dit moment ongeveer zes miljoen mensen – en midden in al dit gedruis wordt een Nederlandse film opgenomen, geschreven, geregisseerd en gespeeld door een aantal zondagskinderen uit dat landje rondom Janpapperveen.

UIT ‘PHILEINE ZEGT SORRY’:

Een minuut later lopen we op straat, ik golvend op Max’ boven rug. Manhattan is een mooie stad, vanuit dit perspectief. Ik denk dat holenmens Max hoopt dat ik hem vraag om mij weer neer te zetten, maar dat kan hij dus vergeten. Als hij me zonodig wil dragen, dan tot aan zijn huiskamer.

Aan het einde van de eerste draaidag is iedereen het erover eens dat de opname op het felverlichte Time Square, waarbij Michiel Kim over zijn schouder droeg en cameraman Bert er met een zogeheten steadycam 360 graden omheen draaide, uniek en groots was. Zo’n shot maak je nergens anders. Veel filmploegen vinden New York te duur en wijken daarom uit naar steden als Toronto. Zelfs de film over de Newyorkse oud-burgemeester Guiliani werd opgenomen in de Canadese stad. Inmiddels heeft het bestuur van New York ingezien dat dit natuurlijk niet kan en daarom wordt filmploegen dezer tijden geen strobreed in de weg gelegd. Het is zelfs zo geregeld dat ‘Phileine says sorry’ gedurende de hele draaiperiode beschikt over een eigen politiedienst genaamd ‘Movie and TV Unit’. Deze speciale afdeling van de NYPD heeft vanavond de 44e straat afgezet, net om de hoek bij Time Square. Met lint is de set gemarkeerd. Er staan hekken om mensen op afstand te houden, de straat wordt wat ze noemen wetdown gehouden (zeg maar eh… nat) en de setdressers laten kunstmatige stoom uit zogenaamde metroputten blazen. 60 man crew en nog eens 25 in het wit geklede figuranten zien hoe Kim met een taxi komt aanrijden om zich te laten afzetten bij het Aids-gala. In de film is het een scène van vijftien seconden, hier houden we een avond lang het centrum van New York in de greep. Iedere keer als Kim haar loopje van de taxi naar de ingang heeft gedaan en Robert Jan “cut!” heeft geroepen, applaudisseren de omstanders geestdriftig.

“Who is she?” vraagt iemand mij.

“A famous Danish actrice.”

“No kidding!”

INTERMEZZO IN KATSZ’S

Terwijl de filmploeg opnames maakt in hartje Harlem, ga ik naar mijn afspraak met Monique, de Viva-Iezeres die de Phileine-prijsvraag heeft gewonnen. Haar prijs bestaat uit een reisje naar New York, een bezoek aan de set en deze lunch met mij…

Ik neem haar mee’ naar Katsz’s, een joodse maar pas op niet-koosjere tent met Egg-soda’s en broodjes pastrami met augurk. Het blijkt een beroemde plaats. Tien jaar geleden werd het restaurant namelijk opgeschrikt door een vrouw die midden in de zaal schreeuwend klaarkwam, althans: ze wendde dit voor om haar tafelgenoot ervan te overtuigen dat het echt niet zo moeilijk was voor een vrouw om een orgasme te faken. De andere gasten hadden haar verbijsterd aangekeken. Na haar gebulder had één mevrouw tegen een ober gezegd: “I’ll have what she’s having” De leiding van het restaurant vond de opmerkelijke actie in het geheel niet verwerpelijk, integendeel: men adverteert zelfs met dit hoogtepunt. ‘Did you see us in When Harry met Sally? staat er op een bord bij de caissière (waar ze overigens ook T-shirts verkopen en waar je reukloos verpakte salami kan versturen naar overal in de wereld). Een van de vele jiddische pappa’s brengt ons naar het tafeltje waar volgens hem de beroemde scène is opgenomen. Voor een lunch in Katsz’s moeten we wel diep door het stof, want de oberin ter plekke vindt het geloof ik niet zo leuk dat we er zijn. Allereerst vraagt Monique om een ice tea, waarop de vrouw verveeld reageert: “Do you see it on the menu?”

“Eh… no…”

“Weil, then we don’t have it. Looks obvious to me.”

Vervolgens vraag ik of hun broodje pastrami heel veel vlees heeft, want ik ben in mijn leven even niet in een heel veel vlees-fase.

“You wanna know if we’ve got large portions?” vraagt de vrouw vol ongeloof en echt boos. “Why don’t you order and find out?”

Als straf voor deze bediening stellen we ons voor dat we echt luguber hard een orgasme zullen faken, maar dat is op papier toch een stuk makkelijker dan in het echt.

UIT ‘PHILEINE ZEGT SORRY’:

Only the most beautiful girls are allowed to sit at this table, ladies, the holtest table in the house,’ zegt hij overdreven vleierig, waarna de charmeur met zijn kunstgebit klappert, onze stoelen naar achter schuift, een buiging veinst en een draaiend gebaar met zijn arm maakt. Ik word altijd een beetje droevig als mijn vriendinnen en ik louter vanwege ons uiterlijk het beste krijgen toegewezen.

GILLEN NAAR ARGELOZE OMSTANDERS

Op de laatste dag komt de Nederlandse crew nog eenmaal bij elkaar voor een afscheidsfeestje. Als verrassing hebben de producenten een stretched limo gehuurd, waarin we met z’n zeventienen makkelijk passen. Het is zo’n limo waarin dikpapperige rappers op MTV met veel te dunne bimbo’s liggen te vozen (zonder dat je overigens een tiet krijgt te zien). Als Phileine zich aan iets zou ergeren, dan was het een stretched limo als deze geweest, hoewel ze er uiteraard wel meteen in had gereden. We hebben het verdiend, te rijden in deze poenerige honeywagon. Pompend op een beat rijden we door de straten van Manhattan. Door de open ramen knallen de champagnekurken de stad in, precies zoals Phileine het gedaan zou hebben. We gillen naar argeloze omstanders. Er worden flessen bourbon opengetrokken. We vieren dat de opnames allemaal perfect zijn verlopen, dat Nederland zich kortstondig maar bevredigend weer even eigenaar van Nieuw-Amsterdam kon voelen. Straten zijn voor ons afgezet, mensen hebben voor ons gejuicht, en dan met name voor Kim, die hier en in de studio’s een zo goede Phileine neerzette dat ik er bijna opdringerig gelukkig van word. We gillen omdat we iets gemáákt hebben, want dat is wat ik nog het meest bewonder in mannen als de producenten Jeroen & Frans en regisseur Robert Jan Westdijk, want niets is makkelijk dan in je luie stoel achterover hangen gehuld in de comfortabele koestering van een veilige baan. Ontiegelijk veel moeilijker is het iets te máken. Jaren van je leven investeren in een project dat even onzeker als onhaalbaar lijkt. En dan rond te rijden in een limousine en te beseffen dat die verrekte film bijna af is. De meesten hier in de limousine zijn al een jaar met ‘Phileine zegt sorry’ bezig. Nu de opnames in New York erop zitten, begint het te schemeren aan het einde van de tunnel. Daar moet op gedronken worden.

In de woorden van Dylan Thomas:

Do not go gentle into that good night

Old age should burn and rave at close of day

Rage, rage against the dying of the light.

Eind.

Een speciale uitgave van Viva t.g.v. het verschijnen van de film ‘Phileine zegt sorry‘ vanaf 9 oktober 2003.

Ronald Giphart in het New York van Phileine

Schrijver: Ronald Giphart

Jaar: 2003

Druk: 1ste

Dit boekje is een extra uitgave bij Viva 39 (2003) en kwam tot stand i.s.m. A-Film Distribution

Productie:

  • Helmke van Geel
  • Ellen de Jong
  • Mildred Hutten

Foto’s: Suzan van de Roemer en A-Film Distribution

Vormgeving: Matthja Sterk

Pagina’s: 35

Afmetingen: 15 x 10,5 x 0,2 cm

Type: Paperback, geniet schriftje

Inhoud:

Het begin

  • Achter de schermen
  • Zomaar wat Phileine-woorden

De Acteurs

  • Kim van Kooten
  • Michiel Huisman
  • Hadewych Minis
  • Tara Elders
  • Liesbeth Kamerling

Het verhaal

Giph in NY

  • Giph & Phileine (het persoonlijke verhaal van Ronald Giphart over het boek en de film)
  • De eerste de beste vlucht
  • De gemene zus van Giph
  • Phileine’s verwondering
  • Rondje New Amsterdam
  • Wolkenkrabber-overleg
  • De ideale Max
  • De dressingroom van Kim
  • Intermezzo in Katsz’s
  • Gillen naar argeloze omstanders