Volkskrant Magazine – De herfst van de liefde & vrede

29 november 1997

Illustratie: Ien van Laanen

Dig this, kardinaal Simonis, we gaan de wereld beter maken! Ronald Giphart over een afterparty waar culturele Spice Girls en gerimpelde baby-boomers besluiten tot nieuw engagement. Met subsidie.

Er lopen brilmonturen zoals Duchamp ze niet had kunnen ontwerpen, de kleur van de kapsels varieert van indigo-zalm tot Diana-blond, er wordt heftig gedanst op hypermoderne Japanse popcorn maar ook op the surviving supersounds of the seventies, de klederdracht is weekmakend ero-eclectisch, de tientallen meisjes zijn eigenlijk te mooi voor deze stad (Utrecht) en de versnaperingen te gratis: ik bevind mij op een wilde afterparty van de première van een subsidievrije cultfilm voor de mainstream.

Het is laat, lekker laat. Veel film-, schrijf- en kunstvolk heeft zich verzameld rond feestvarken Minne Kavoulis (30+), regisseur van Liefde & geluk. Zijn debuutfilm is het subtiele verhaal van een jonge vrouw die een diepe duik neemt in het Rijk der Zinnen om te zoeken naar de bodem van haar verlangen – of zoiets. Dit gegeven was de trigger voor een nu al uren durend emotioneel debat over echte verliefdheid, het nieuwe kapsel van Hans van der Togt en de zin van het bestaan (daar gaan we vanavond eens achter komen!). Al met al een aandoenlijk beeld: de artistico’s discussiëren over het Leven Zelf, terwijl om hen heen de energieke acteurs, autobiografische personages en bijslapen het Leven Zelf zijn.

Er hangt op dit feest één overheersende sfeer en die sfeer heet: jeugd. Ik krijg een beetje een Emma Brunt-gevoel, dat ik tegen al die rondstuiterende culturele Spice Girls en Backstreet Boys om ons heen zou willen roepen: hé hola, wij zijn ook nog jong. Maar de waarheid is dat ik eenendertig ben. Als je in een rare bui Nederland verdeelt in slechts twee groepen, hoor ik al bij de zevenenhalf miljoen ouderen. Hoe heeft het zover kunnen komen?

Tot overmaat van plezier staan twee gerimpelde babyboomers de gemiddelde leeftijd in ons groepje enorm op te krikken. De mannen kirren van genot dat ze eindelijk, ein-de-lijk eens een lekker gesprek voeren met schrijvend jongvolk en film fleur. Ze heten Ben & Jer, ze doen iets culturelerigs en net als hun intellectuele leeftijdsgenoten denken Ben & Jer dat ze eigenlijk Freek de Jonge zijn. Scherp zijn ze, puur, eigenzinnig, provocerend, jong van geest, vrij, optimistisch, kritisch, humorarm. Om te plagen blijven we hen hardnekkig met ‘u’ aanspreken.

‘Nou moet je niet aankomen met dat leuterverhaal over high en low culture’, fulmineert Ben tegen de Amsterdamse spuitbusartiest Danilo P. (die zichzelf onlangs liefkozend spankmaster of the mind noemde). Danilo heeft net beweerd dat hij als werkelijk vrije geest uit alles lusten zinnenbevrediging put en dat hij blij is dat het begrip ‘schaamte’ tegenwoordig begint te verdwijnen bij de consumptie van kunst, prullevisie en literatuur. Alles mag tegenwoordig, van Danilo.

‘Het is Asterix next to Flaubert, Toon next to Willem Frederik, The Beach Boys en Mozart next to Madonna en Bach. Gooi je verheven dogma’s overboord! Wees opgelucht dat er eindelijk geldt anything goes, Jer!’, antwoordt Danilo, die om onduidelijke reden meestal de helft van zijn conversatie in het Amerikaans voert.

‘Maar dat is toch gratuit!’, roept Jer, die het woord ‘gratuit’ nog kent uit de donkere tijd dat hij & Ben met alle intellectuele jongeren van Nederland naar Parijs liftten om romantisch maar hongerig te discussiëren over het gedachtegoed van de existentialisten. ‘Ik wil jullie niet affronteren, mannen, vrouwen natuurlijk ook, maar jullie denken er echt te makkelijk over. Neem een film als Liefde & geluk… Sorry Minne, maar waar gaat die nu over? Een meisje verveelt zich wezenlijk en laat zich vervolgens door twee jongens martelen om toch nog enige emotie te voelen. Een van de jongens verliest hierbij per ongeluk het leven, wat het meisje erg vervelend vindt omdat zijn sigaretten dan onder het bloed kunnen komen!

‘Ja?’, zegt Minne.

‘Dat is toch van een onvoorstelbare leegheid? Als dat nu je visie is op deze tijd!’, roept Ben.

‘Waar is de betrokkenheid, de stellingname, waar is de oprechte interesse, de dadendrang, het engagement?’, gaat Jer verder. ‘Is het met zo’n mentaliteit niet logisch dat er op straat mensen dood worden geschopt? Waarom doen jullie jonge filmers daar niet eens iets aan?

Waarom zitten jullie niet in Congo-Brazzaville voor mijn part?’ ‘Waarom zitten jullie er zelf niet?’, zegt spankmaster Danilo, waarop Ben noch Jer onmiddellijk een antwoord heeft, maar dat hoeft ook niet, want inmiddels hebben velen zich gestort in een steeds feller wordende discussie over normen & waarden, zingeving, filmsubsidiëring en het nieuwe kapsel van Hans van der Togt.

De schuldige is onduidelijk, maar iemand heeft quasi-gemeend aan Ben & Jer gevraagd nog eens te vertellen van de mythische zomer van ’67, The Summer of Love & Peace, en hoe dat jaar het startschot was van de algehele verandering in Nederland, van democratisering, nivellering, oranje zitzakken en door de NVSH georganiseerde anale groepsverkrachtingen. Vertel, vertel eens over de tijd dat iedereen uit pure bevlogen- en gezelligheid maatschappelijk stelling nam voor en tegen alles in de hele wereld.

Er volgt een aandoenlijk verhaal van een paar dagen. Als Ben & Jer zijn uitgesnotterd, zegt een succesvolle scriptbewerker (hoewel hij van 1965 is, geeft de pers hem nog steeds het epitheton ‘jong en aanstormend’): ‘Wauw! De vaderlandse geschiedenis. Wat jammer dat wij nooit bewust zo’n zomer hebben meegemaakt…’

Dit is natuurlijk maar een grapje, maar nadat hij dit gezegd heeft is het een tijdje stil, seconden waarin iets begint te broeien. Een schrijver mompelt: ‘Dat verdomde jaar 1967. Zoals ik me ook vaak heb afgevraagd wat ik gedaan zou hebben als ik in ’40-’45 bij de NSB had gezeten, zo zou ik wel eens willen weten of ik in ’67 gegaan was met de flow, of ik me ook had willen zelfontplooien en lid geworden was van de Rode Jeugd en of ik ook pistolen had aangeschaft om interne conflicten op te lossen, zoals ze in Nijmegen deden!

Die opmerking komt aan. De Utrechtse dichter Ingmar H. roept: ‘Betrokkenheid met de wereld, dat moet toch prachtig zijn? Gezamenlijk een potje zingeven, schitterend! Waarom hebben wij daar nooit aan gedacht? Ik wil ook zingeving. Zin is in!’

Binnen een minuut wordt in ons groepje louter nog over zingeving gepraat en wordt dit feest bezwangerd van twinkelende afwachting. Er staat iets te gebeuren, er hangen belangrijke dingen in de lucht. Spankmaster Danilo verwoordt de hartenklop van dit feest. Hij roept: ‘De Herfst van ’97!’, en daarmee is het een feit. The Autumn of Love & Peace. Kunstenmakers, aanhang, mooie meisjes & jongetjes, Ben & Jer: iedereen kijkt elkaar uitgelaten aan. Het zal de drank zijn, maar het voorstel wordt met juichende instemming ontvangen. Ja, wij gaan óók een wereldrevolutie beginnen, hier in Utrecht! Hup gij oude vormen en gedachten, de afterparty van Liefde & geluk zal morgen heersen op aard! Als tegenwoordig alles opnieuw wordt uitgebracht, gerecycled, gecoverd, gesam-pled, geïntertextualiseerd, waarom maken we geen revival van ’67? Dig this, kardinaal Simonis: we gaan de wereld een betere plek maken om op te leven!

Als opmaat voor onze liefdesrevolutie bedenken we dat het goed is wanneer we een gesloten voorhoede vormen en, als volwassen mensen, eerst al onze tegenstellingen uitpraten. Dit komt erop neer dat Ben & Jer uitleggen dat hun generatiegenoten echt niet kritiekloos achter politiek-correcte massamoordenaars als Mao, Castro en de Sandinisten aanhobbelden, en de twindertigers op hun beurt dat het met hun vermeende inertie heus wel meevalt.

Nu schijnt de huidige mondiale maatschappij te worden verscheurd door wat CNN noemt ‘the age-battle between the babyboomers and the babybusters‘. CNN’s special reporter Adam Curry (die de age-battle in zijn eigen huwelijk in praktijk probeert te brengen) deed een paar jaar geleden een verontrustend verslag van de generatieschermutselingen tussen strijdlustige ouderen en veel gematigder jongeren. Die jongeren doen het namelijk fout in de ogen van veel babyboomers. Niet alleen worden zij sociologisch ‘een verloren generatie’ genoemd (omdat juist zij de economische recessie van de jaren tachtig hebben moeten dragen), maar ook vindt men hen lamlendig en amoreel (Het Parool), niet-geëngageerd, moedeloos, lethargisch hedonistisch en geboren met een geestelijk buikje (NRC Handelsblad), ‘momentisten’ (de Volkskrant), een patat-generatie (Leo Beenhakker) en een generatie van Nix (De Groene Amsterdammer).

Heel even lijkt de forumdiscussie te verzanden in het werpen van jullie-bakken.

‘Jullie mentaliteit schijnt te zijn: niet gek doen, stoppen voor oranje’, probeert Jer de sfeer te veronaangenamen. ‘Bij jullie is het geen horror vacui, de angst voor leegheid, maar votum vacui, de wens naar leegheid!

‘O ja? En jullie probleem dat jullie zoveel verantwoordelijkheid wilden en jullie daarom zo volwassen voelden, dat jullie pas tegen jullie veertigste in de puberteit zijn geraakt’, verzucht Danilo. ‘Jullie verwachten dat jongere generaties zich even nauwgezet afzetten tegen hun voorgangers als jullie hebben gedaan. Zie dan eindelijk eens in dat zij zich afzetten door zich juist niet af te zetten!

Gelukkig zijn een uur later (in een film heet dit een jumpcut) alle generatie-rimpelingen weggestreken en is het weer eensgezindheid & liefde wat de klok slaat (inmiddels vijf uur). De gedachte van onze liefdesrevolutie leeft nog steeds, en iedereen op deze afterparty heeft zich al aangesloten. Nu de rest van de wereld nog! Het is Minne Kavoulis die voorstelt om de straat op te gaan en bloemen te steken in de geweren van de soldaten, maar voordat we willen vertrekken, roepen Ben & Jer ons tot de orde.

‘Jongens, rustig aan!’, roept Jer, waarna Ben er aan toevoegt: ‘Eerst nog even dit: Uit hun binnenzakken halen Ben & Jer vervolgens een stapel subsidieaanvragen voor de tientallen overheidsfondsen die Nederland rijk is. Film, kunst, letteren, journalistiek, milieu, politiek, voor alle nog te verwezenlijken idealen moet er geld komen! Begaan met het lot van mensheid beginnen we met z’n allen de formulieren juichend in te vullen.

Een jumpcut later lopen we in optocht over de Oudegracht naar het postkantoor om onze aanvragen in de bus te doen. Wat een sfeer! Wat een energie! De stroom rijst al meer en meer! ‘Kracht aan bloemen!’, roepen we naar bijna niemand.

Op straat wil een man verbaasd weten wat er gebeurt. Zijn jas heeft hij verkeerd om aan, bij zijn broek zit een natte plek en zijn sigaar is uit.

‘De Herfst van ’97 is begonnen, dit wordt The Autumn of Love & Peace!‘, horen we een mooi meisje tegen hem roepen, en een minuut later komt zij melden dat Matthijs van Heijningen een optie op de verfilming heeft genomen.