Kijkisme

Kijk Magazine 2000, nummer 3

Ik kwam een term tegen die ik moet delen met de lezers van KIJK: het ‘kijkisme’. Volgens de Amerikaanse wetenschapster Nancy Etcoff is dit het gedrag van mensen om elkaar te beoordelen op schoonheid. Anders dan racisme of seksime is kijkisme een grotendeels onbewust proces, waarbij we ons laten leiden door honderdduizenden jaren oude gedragspatronen en genetische voorkeuren. Etcoff schreef over ‘de wetenschap van mooi & lelijk’ een onvervalst kijkistisch boek: Het recht van de mooiste, ofwel een lijvig verslag van alles dat met lichamelijke schoonheid te maken heeft (alleen de prijs is iets minder mooi: f 69,90 en dan staan er ook nog eens allemaal ontsierende zetfouten in), Schoonheid is de motor van de evolutie, hoewel er van het begrip geen alomvattende omschrijving valt te geven.

Aaron Spelling, de man achter verdebiliserende pulpseries als Baywatch, zei over schoonheid: “Definiëren kan ik het niet, maar als het de kamer binnenwandelt herken ik het.” Zeg maar wat ik met mijn vriendin heb, die uitermate mooi & lekker & intelligent is, maar als ik gedwongen was te omschrijven waaruit haar schoonheid bestaat, dan zou ik niet verder komen dan te vertellen dat ze overall mooi is, maar dat ook haar mond heel mooi is, en haar linkeroog en rechteroog, en haar gezicht vooral, en haar volle haar, en haar hals, haar armen, haar schouders, haar borsten, nou ja, enzovoorts.

Keiharde baby’s

Volgens Etcoff leven we in een wereld waarin kijkisme een van de hardnekkigste, maar hardst ontkende vooroordelen is. Mensen beweren vaak dat uiterlijke schoonheid er niet toe doet en dat werkelijke schoonheid van binnen zit (wat ik ook altijd te pas en te onpas roep, bijna huilerig). Dit, met alle respect, is niet helemaal waar. Uiterlijke schoonheid doet er namelijk wel degelijk toe. Mooie mensen worden overal voorgetrokken; een gedrag dat al met jonge baby’s begint.

Uit onderzoek met verborgen camera’s bleek dat mooie baby’s (dat zijn baby’s die door heel veel mensen worden beoordeeld met een hoog cijfer) vaker worden geknuffeld en gezoend door hun moeder dan lelijke baby’s. Mooie en lelijke baby’s werden wel even goed verzorgd, maar de mooie poepfabriekjes kregen meer liefde (ofwel werden ze diep in de ogen gekeken en poezelig toegebrabbeld). Dit is kijkistisch gedrag.

Op hun beurt kijken jonge baby’s langer en geconcentreerder naar foto’s van mooie mensen (zij die door heel veel anderen met een hoog cijfer worden beoordeeld) dan naar vuilnisbekken. Dat de wereld van baby’s en peuters een eerlijkere wereld zou zijn dan de harde wereld van pubers en volwassenen gaat dus niet op: baby’s zijn al net zo verzot op schoonheid als wij.

Even heerlijke als ontluisterende onderzoeken zijn er gedaan naar de invloed van het uiterlijk op ons gedrag. Zo liet men mannelijke studenten foto’s van aantrekkelijke en niet zo aantrekkelijke vrouwen zien en kregen deze jongens de opdracht te bepalen voor wie ze meubels zouden willen verslepen, aan wie ze een nier zouden afstaan, wie ze uit een brandend gebouw zouden redden, enzovoort. Resultaat: alleen mooie vrouwen haalden het goede in de studenten boven.

Mooi = beter

In een ander onderzoek liet men een muntstuk achter in een telefooncel en vroegen aantrekkelijke en minder aantrekkelijke vrouwen aan argeloze bellers of zij dat muntstuk terug mochten hebben. Aan 87 procent van de mooie vrouwen werd het geld teruggegeven, tegen 64 procent van de lelijkere vrouwen. Je kunt als wanhoopsgezicht dus maar beter geen geld verliezen. En trouwens ook geen woordenwisselingen aangaan, want knap ogende mensen krijgen vaker gelijk bij ruzies. Daarnaast hebben mooie mensen een persoonlijk territorium van ruim zestig centimeter of meer, waar je lelijke mensen veel dichter kunt naderen (ik had ook liever gehad dat dit andersom was).

Mooie mensen hoeven minder lang te wachten op dingen, worden beter behandeld, verdienen beter, hebben een langere levensverwachting, waarschijnlijk betere seks, veroorzaken betere orgasmen bij bedpartners, enzovoort, enzovoort.

Helaas moet ik deze column nu alweer beïndigen, want ik heb mijn aantal woorden bereikt. Ter promotie: Etcoff vertelt een schier onuitputtelijke hoeveelheid schoonheidsonderzoeken na, en stort daarnaast een omgevallen boekenkast aan fraaie citaten en verwijzingen over de lezer uit. Al met al is Het recht van de mooiste het aangenaamste boek dat ik deze eeuw tot nu toe heb gelezen. Of beter: het mooiste. Echt iets voor Kijkisten.