Ronald Giphart recenseert het boek The Pythons, Autobiography by The Pythons. Lees hier zijn column met de titel Smaakwet.

Rails 2004 2005 12 01 Smaakwet

Velen hopen dat een voorkeur voor iets autonoom is, zich niets aantrekt van de omgeving en permanent duurt, maar als we eerlijk zijn weten we dat dit niet klopt. Er zijn enkele even vervelende als onvermijdelijke Smaakwetten, waarvan ik er twee zal toelichten.

In verschillende boekhandels zag ik de afgelopen week exemplaren van The Pythons, Autobiography by The Pythons, een indrukwekkend vormgegeven salontafel pronkstuk met honderden foto’s, strips, posters en facsimile’s van typische Pythonalia. Een must voor iedere rechtgeaarde pythonholic.

Er is een tijd geweest dat ik mijn gezondheid op het spel zou hebben gezet om willekeurig welk product uit de Monty Python-stal aan te schaffen. Als ik een boek als The Pythons zou zien liggen in de boekhandel, zou ik direct het bedrag van dertig euro proberen te bemachtigen (autoradio’s stelend, mezelf verhoererend aan dikke dames).

Mijn vader heeft mij de liefde voor Monty Python bijgebracht (dat was toen de VPRO nog vooruitstrevende programma’s durfde uit te zenden). Op zondagavond keken we naar het Flying Circus, waarna ik telkenmale met een astmalachbenauwdheid mijn bed zocht. Monty Python was het Allergrappigste Op Aarde, alleen te vergelijken met Het Simplisties Verbond van Heer Koot en Heer Bie. Ik was tien, elf en ik wist: Monty Python is van mij, Monty Python ben ik, ik wil zijn als Monty Python.

Op de middelbare school waren er aanvankelijk niet heel veel kinderen geïnteresseerd in het intellectueel absurdisme van Monty Python, maar dat werden er door de speelfilms allengs meer. Heel veel mensen bleken te lachen om de humor van de Britten (plus een Amerikaan), en de mythe van Python nam alleen maar toe, omdat de televisieserie niet meer werd herhaald. In herinnering is alles mooier en leuker, maar gaandeweg begon er bij mij de Eerste Vervelende Smaakwet te gelden, die stelt: als velen waarderen wat jij waardeert, neemt jouw waardering af. Toen ik ging studeren kende ik niemand die niet hield van Monty Pythons Flying Circus; we kenden allemaal de films uit ons hoofd, we konden allemaal converseren in Pythoncitaten, op het vermoeiende af. Tijdens de voorlichtingsweek van de universiteit presenteerde een dispuut van de studentenvereniging Veritas zich zèlfs als ‘het Pythondispuut’ (ze heetten ‘The Knights Who Say Ni‘ en bestonden uit beginbuikige jasjesdragers met een economische hbo-opleiding).

Toen de televisieserie eindelijk werd herhaald, bleek dat de Pythons niet altijd grappig waren; ze schmierden geregeld, hun timing leek hier en daar te haperen, ze waren op het trage af en soms zelfs uitgesproken flauw of voorspelbaar. In mijn omgeving begonnen velen dit te vinden, en de waardering voor het Circus nam gestaag af. Ik ken geen mensen die heden ten dage in vlam raken van een special edition van een Python-product. En mede daarom begon er bij mij de Tweede Vervelende Smaakwet te gelden, die stelt: als velen iets van vroeger niet meer waarderen, is het makkelijker om er weer de kwaliteit van in te zien.

Ik ben inmiddels weer helemaal om, en mijn verslaving is terug: er valt op Monty Python heus het een en ander aan te merken, maar zo’n explosie van humor als die van de vijf Britten (en die ene Amerikaan) heeft de wereldhumorgeschiedenis zelden gekend. Sinds vorige week ben ik de blije eigenaar van The Pythons, een must voor iedere rechtgeaarde pythonholic!

The Pythons, Autobiography by The Pythons, uitgeverij Orion. importeur Van Ditmar boekenimport, 30,95 euro.