Pannenkoek

Verscheen op 16 februari 2008 in Volkskrant Magazine

Fotografie: Arjan Benning

RODEBIETENFLENSJES MET MAKREEL EN AVOCADO (mijn versie van een recept uit Kathryn Hawkins’ Pannenkoeken!)

INGREDIËNTEN

  • 125 gr bloem
  • 2 eieren en 1 eidooier
  • 3 dl melk
  • zout
  • 75 gr gesmolten boter
  • 3 gekookte rode bieten (geraspt)
  • 200 gr gerookte makreel
  • 2 rijpe avocado’s in stukjes
  • 125 gr zure room
  • 1 scheut citroensap
  • 3 eetlepels mayonaise
  • 1 teentje gehakte knoflook
  • 1 theelepel mierikswortelpasta
  • water- of sterrenkers

Meng voor een vulling voorzichtig de makreel, avocado’s, zure room, mayonaise, knoflook, mierikswortelpasta en het citroensap. Zet dit koud. Maak een beslag van bloem, eieren, melk en een snufje zout. Roer er met een spatel geraspte rode bieten door, samen met gesmolten boter. Bak van dit beslag flensjes (eventueel in een pan waarbij je geen boter nodig hebt). Bedek de flensjes aan een kant met water- of sterrenkers, leg hierop een beetje vulling en vouw de pannenkoek dicht.

Pannekoek

Voedsel en de bereiding daarvan maakt vreemde dingen in ons los. Wellicht heeft u er eens over gelezen in deze krant [de Volkskrant, red.]: het mysterieuze professionele kooklaboratorium in de kelder onder de burelen van de redactie. De schrijvers van de Volkskeuken zouden daar in het diepste geheim samenkomen om te kokkerellen en recepten uit te proberen. Ik heb er helaas nooit mogen verkeren, want de ballotage is streng. De inwijdingsrituelen schijnen gepaard te gaan met vernederingen en pesterijen (nieuwe medewerkers zouden worden geblinddoekt en krijgen dan ‘dingen in hun mond gestopt’ van vaste Volkskeukenschrijvers in zwartlederen koksbuizen).

Ik bereid mijn armzalige receptjes in mijn eigen keuken, thuis, met amateursgerei, oude pannen en hobbyspulletjes. Althans, tot voor kort. Laatst liep ik in een comateuze provincieplaats langs een goed geoutilleerde kookwinkel, en daar begon het.

‘Het is eigenlijk aan de mensen hier niet zo besteed’, zei de eigenares somber, toen ik haar complimenteerde met haar fraaie uitzet.

‘Nou, laat mij u dan van wat spulletjes verlossen’, bood ik aan, hoewel ik in feite helemaal geen keukengereifetisjist ben. Een kennis van me heeft een geweldige keuken met een combioven van Gaggenau, een fornuis van Falcon, snijplanken van verschillende soorten bedreigd hout, een set koperen pannen van Mauviel, dure vijzels, drie apparaten met ‘multi’ in de naam, een messenset van Wusthof Dreizack – en hij gaat bijna iedere avond uit eten omdat hij eigenlijk niet van koken houdt. Veelmensen vinden het prettiger om kookspullen te bezitten dan om ze te gebruiken (hetzelfde geldt natuurlijk in nog grotere mate voor kookboeken, want hoeveel recepten worden er daadwerkelijk bereid?).

Ik vroeg de vrouw in Woerden naar een kookproduct waarop ze echt trots was. Verkopen is een vorm van verleiden. Met een mooie glans in haar ogen pakte de dame een aluminium pan, hield deze uitdagend in het blinkende licht en zei met ingehouden stem: ‘Deze is zo fijn en heeft zo’n goed oppervlak dat je bij wijze van spreken een pannenkoek kunt bakken zonder boter te gebruiken.’

Pannenkoekenbakken zonder boter. Bij wijze van spreken. Je moet sterk in je schoenen staan, wil je dat niet opwindend vinden. Op zich mag van mij een pannenkoek best in boter zijn gebakken, maar daar ging het niet om: het ging om die lichtspetterende verleiding.

En zo kwam ik thuis met een koekenpan van het Belgische familiebedrijf Demeyere (dertig jaar garantie, zeven lagen metaal- zonder anti-aanbaklaag! – en wie een probleem heeft kan bellen met de fabriek zodat de oude meneer Demeyere je persoonlijk kan uitleggen hoe je het kookresultaat verbetert).

Vroeger droeg ik basketbalschoenen zonder dat ik basketbalde. Als ik dan nieuwe schoenen had, zette ik die ’s avonds naast mijn bed, om er voortdurend naar te kunnen kijken. En ik moet bekennen dat ik dat met mijn Demeyere ook graag zou doen. Ik wil met mijn nieuwe pan naar bed. De liefde tussen ons is nog niet helemaal wederzijds, want echt mooie zonder boter gebakken flensjes zijn me nog niet gelukt, maar in de liefde moet je niet alles willen overhaasten.