Coentje

De Volkskrant, 5 januari 2011

Het is voor zijn naasten en voetballiefhebbers een verlies dat Coen Moulijn is overleden, maar gelukkig voor de bewonderaars gebeurde dat dit jaar en niet in het niemandsland der doden, tussen de kerstbijlage en oudejaarsdag. Nu weten we in ieder geval zeker dat we in het Jaaroverzicht 2011 nog zullen kunnen genieten van Moulijns onnavolgbare passeerbewegingen. Op de Volkskrant-site stond gisterochtend de onbetamelijke stelling dat Coen Moulijn ‘de Johan Cruijff van Rotterdam was’. Laten we voor zolang als het duurt Cruijff ‘de Coen Moulijn van Amsterdam’ noemen.

Voor ons boek De liefde die Feyenoord heet namen journalist Rob van Scheers en ik in 1997 commentator Herman Kuiphof mee naar Feyenoord-Juventus (met 2-0 gewonnen), als een echo van het roemruchte Rotterdamse verleden. Kuiphof zei over de legendarische linksbuiten: ‘Hij maakte het voetbal mooi. Voor een Moulijn in vorm kwamen de mensen naar het stadion. Zélfs dat arbeideristische publiek van Feijenoord.’

Het is de eeuwige misvatting dat Feyenoord ‘werkvoetbal’ zou spelen omdat het publiek uit arbeiders zou bestaan. Voetballers als Schouten, Bouwmeester, Rijvers en met name Moulijn lieten elegant en technisch superieur voetbal zien. Althans, als ik mijn familie mag geloven. Ik kom uit een Feijenoordnest, toen de naam van de club nog met een ij werd geschreven. Mijn oma – kantinejuffrouw bij de scheepsbouwer Rijn-Schelde-Verolme – had een seizoenkaart en nam iedere thuiszondag met duizenden supporters de trein van Dordrecht naar de Kuip. Coentje was haar held.

De liefdevolle verkleinvorm waarmee zij en mijn vader over de briljante dribbelaar spraken als ze herinneringen ophaalden. De gewonnen wedstrijd van Feijenoord tegen Real Madrid in 1965, met Hans Kraay die halverwege met een bloedende hoofdwond werd afgevoerd, om na de rust toch verder te spelen en het winnende doelpunt te scoren. Het incident waarmee deze wedstrijd voetbal historie schreef: de schop die Coentje kreeg van de Spaanse onderbeen terrorist Miera. Gadegeslagen door 62 duizend bezoekers, onder wie Bernard, Beatrix en Claus, zetten de Rotterdammers de achtervolging in, als opgeschoten Nigel de Jongs avant la football, Op YouTube zijn de aandoenlijke uitroepen van tv-commentator Bob Spaak na deze actie nog te horen: ‘Moulijn… hé haj hoihohoho… dat is toch wel… hé Coen, beheers je… Coencoen… alsjeblieft… jongens, die kan toch niet? Dit kan toch niet? Wat een afschuwelijke vertoning. Dit is onwaardig, heel erg lelijk.’

Meer herinneringen: in 1964 de 9-4-thuiszege op Ajax (het Feyenoord van Amsterdam), een wedstrijd waarin Hans Venneker vijf keer scoorde en Coentje ontelbare voorzetten gaf (hilarisch was het excuus van Ajax-keeper Bertus Hoogerman dat hij die dag de contactlenzen van zijn vrouw in had).

En de wedstrijd van Feijenoord tegen AC Milan in 1969, als opmaat van het ultieme hoogtepunt: de gewonnen Europacup I-finale tegen Celtic. Ik ben er door mijn oma en vader zo vaak over verteld dat het lijkt of ik een dag na deze wedstrijd zelf op de Coolsingel heb staan juichen voor Coen Moulijn en de beste Feyenoorders aller tijden.