Alexander Pechtold

Vara Gids, Nr. 8, 24 februari – 1 maart 2024

De oud-D66-leider over zijn (verborgen) verleden, het heden en de toekomst: ‘Vertrouw politici niet die te stellig ja, nee en nooit zeggen.’

Bepakt met je paspoort en een koffer vol zomer- én winterkleren werd je op een ochtend door het programma Verborgen verleden opgehaald voor een ongewisse reis naar je verleden. Wat waren vooraf de vragen waarop je graag antwoord wilde hebben? Ik wist dat een deel van mijn vaders lijn uit de buurt van het Duitse Darmstadt kwam, maar verder was mij daarvan niets bekend. En ik wilde meer weten over mijn moeders kant. Haar achternaam is Feiten, ze leeft nog. Hoewel ze al jaren kwakkelt met haar gezondheid, is zo scherp als een mes. Toen ik besloot aan dit programma mee te doen, zei ik tegen mijn broer dat het leuk was als mama er ook iets aan zou hebben.

Was dat de reden dat je mee wilde doen? Tegen veel van dit soort programma’s zeg ik nee. De slimste mens, De slechtste rijder, weet ik het allemaal, alles komt wel een keer voorbij. De desk bij Shownieuws. Boulevard. Ik ben zelfs een keer gevraagd voor The masked singer. Ja, dan citeer ik mijn vader: ‘Als ik voor lul wil staan, regel ik het zelf wel,’ Toen ik nog in de politiek zat, voelde ik de verplichting dat kiezers soms best een inkijkje mogen krijgen in wie jij bent en hoe je je in gekke omstandigheden gedraagt. Ik heb een keer met De Lama’s meegedaan. Nou, daar kreeg ik dan reacties op van: nou, we hadden niet gedacht dat jij dat kon.

Dat je ook grappig kon zijn? Ja, en dat vind ik voor een politicus best belangrijk. Zeker bij zo’n programma ruiken mensen of je echt bent en op onverwachte situaties in kunt gaan. Wat blijft er eigenlijk over van die politici die in het oog van de kiezer vaak helemaal gestyled en geprept zijn? Ik ben ook eens aan de desk van Zondag met Lubach gaan zitten. Dat was een leuk gesprek, al zei Lubach daar zelf jaren later over dat hij dat niet had moeten doen. In de uitzending vroeg hij of ik de Macarena wilde dansen, en dat heb ik toen gedaan. Tien jaar later vond hij het nodig om een lullige sneer uit te delen, omdat we de Macarena hadden gebruikt in de campagne. Nou, jammer dan.

Waarom deed je wel mee aan Verborgen verleden? Ik ben kunsthistoricus, ik vind geschiedenis interessant en ik vermoedde dat mijn familiegeschiedenis ook weleens zeer Europees zou kunnen zijn. In een tijd waarin we allemaal doen alsof we al veertig generaties uit dezelfde Brabantse klei of Drentse hei zijn getrokken en beweren dat onze grenzen al eeuwenlang hetzelfde zijn, vond ik het prikkelend om een andere invalshoek te kiezen. Zo vond ik het destijds ook altijd prettig om tegen Geert Wilders te zeggen: ‘Dat Venlo van u is pas tweehonderd jaar bij Nederland, terwijl die eilanden in de Cariben waar u zo op afgeeft, twee keer zo lang tot ons Koninkrijk behoren. Als hij ons verleden idealiseerde, zei ik dat hij het had over de tijd dat er nog tweehonderd miljoen moslims in ons Koninkrijk woonden, namelijk in Indonesië. Het relativeren van de geschiedenis kun je doen door naar je eigen geschiedenis te kijken.

Je hoopt bij zo’n programma natuurlijk ook dat je afstammeling bent van een of andere koning of grote denker. Zonder al te veel prijs te geven: wat voor verrassingen kwam je tegen? Dit is wat ik erover kan zeggen: allemaal militairen. Zelf ben ik ‘buitengewoon dienstplichtig’, dus ik heb nooit gediend, maar mijn hemel, veel van mijn voorouders waren militairen in Duitse, Franse, Zwitserse legers. Er is geen Europese vlag waar familie van mij niet onder diende.

Je vader was tijdens de Nederlandse politionele acties in Indonesië ook als dienstplichtig marinier aanwezig. Heb je het daarover vroeger nog met hem gehad? Jazeker. Mijn vader had veel respect voor veteranen, zonder dat hij zichzelf zo zag. Hij vond zijn leven na Indië ook best interessant, maar voor sommige mannen was het een van de belangrijkste ervaringen in hun leven. Het gemak waarmee wij als samenleving over die tijd discussieerden, vond hij weleens moeilijk, al noemde hij het zelf ook wel ‘een vuile oorlog’. Daar was hij heel open over. Hij had, en dat blijkt ook uit Verborgen verleden, vooral een ondersteunende taak als chauffeur, maar hij heeft ook weleens in een gevaarlijke situatie gezeten. Terug in Nederland keek hij er niet op terug als een heroïsch tijd, hij kon zelfs enig begrip opbrengen voor iemand als Poncke Princen. Mijn vader zei: ‘Ik zat er voor de Shell-aandelen van Wilhelmina, niks meer en niks minder’.

Heb je dankzij Verborgen verleden een lijn ontdekt in je voorouders? Veelal recalcitrante types waren het, zelfs onder die militairen, want ook mijn vader bleek subversief gedrag te hebben vertoond.

En ben je daar dan trots op? Eigenlijk wel, ja. In mijn moeders lijn zit een man die wegens aanhoudend liederlijk gedrag de dienst werd uitgezet als kanonnier. Dan denk ik: in dat DNA zitten toch wel een paar dominante genen.

Want ben jij ook recalcitrant? Ja, ik denk het wel.

En waarom zit je dan bij D66? Lachend: Nou ja, dat is dé ontploffingspartij… alleen de lont is wat lang. In mijn schooltijd was ik niet punk, ik liep eerder rond met een collegeshawl. Maar recalcitrantie heeft niet met je uiterlijk te maken. In mijn opvoeding leerde ik: regels zijn er voor ons, en wij zijn er niet voor de regels. Dus als iets absurd is, zelfs al is het een opdracht van een boven je gestelde, blijf dan gewoon nadenken en logisch handelen. Dat bedoel ik met recalcitrant.

Nu wil ik een kleine brug maken naar het boek Tot uw dienst, dat deze week verschijnt van jou en je oud-collega-Kamerlid Bart Snels. Jullie schrijven daarin dat jullie – inmiddels beiden ergens anders werkend – zijn geschrokken van de grote afstand tussen de Kamer en de publieke dienstverlening. En ook van de uitdagingen waar medewerkers van uitvoeringsinstanties in de praktijk tegenaan lopen. Ja, hoe ingewikkeld we het in Nederland hebben gemaakt. Neem mijn werk hier bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen. In 1994 werd de Verkeerswet aangenomen, waaronder ook de taken vallen die het CBR uitvoert. Ons werk is op behoorlijke afstand komen te staan van de politieke besluitvorming, want als er wat aan de hand is, gooit Den Haag er rustig weer een regel of een wet bij. We maken voortdurend uitzonderingsregelingen voor het zoveelste individu dat anders buiten de boot valt. Daarmee wordt het zo ingewikkeld dat de samenleving het niet meer snapt en de overheid soms helemaal vast komt te zitten in eigen processen. Den Haag staat op veel te grote afstand van de organisaties die het werk moeten uitvoeren.

In jullie boek zeggen jullie, soms zelf met enige gêne, terug te kijken op jullie eigen rol, want jullie hebben jarenlang het beleid mede bepaald. ‘Niet omdat we ons best niet deden, maar omdat we ons nu realiseren dat we al die tijd een blinde vlek hadden? Daarom zeg ik: ik ben bekeerling. En die zijn het fanatiekst, dat weten gelovigen. Ik heb iedere dinsdag gestemd voor moties, amendementen en wetten die allemaal goed waren bedoeld, maar niet in praktijk gebracht konden worden. Ik vind dat de politiek alles mag zeggen over wat ze willen, maar hóe ze het willen: laat dat alsjeblieft over aan diegenen die daar dagelijks mee te maken hebben. Dus als je vindt dat er te veel kinderen in armoede leven, ga je dan als politiek de belastingdienst opzadelen met de zoveelste regeling, terwijl ze al helemaal vastlopen in de vorige drie opdrachten die ze hebben gekregen, of zeg je: wat vinden jullie nou de beste manier?

En tegen wie zeg je dit? Nou, Bart en ik zeggen het niet zelf, we laten mensen aan het woord die dagelijks met de poten in de klei staan: de belastingambtenaar, de douanier, de medewerker van DUO. Ons boek is ook een steunbetuiging aan hen.

Je bent na vier jaar buiten de politiek te hebben gestaan tot inzichten gekomen – een bekeerling, zoals je zelf zegt – moet je niet gewoon terug de politiek in om het alsnog goed te regelen? Je bent nog jong, je kunt zo weer aan de slag. Vertrouw politici niet die te stellig ja, nee, en nooit zeggen.

Dat klinkt als een ja. En dat is dan weer de conclusie van de interviewer. Zo spelen we allemaal in het spel: ik kan een vaag antwoord geven en dan kan jij weer een conclusie, et cetera. Nee, ik denk het niet, ik heb een hartstikke leuke tijd in de politiek gehad, maar ik heb het nu ontzettend naar mijn zin bij de publieke taak die ik mag uitvoeren, al ik voel me hier ook wel verweesd. Daarom maakten we ons boek.

Je bent tot het inzicht gekomen dat er dingen niet goed gaan. Die moeten dan toch worden hersteld? Daarom stellen we die vraag in ons boek ook aan Rutte, want hij heeft dertien jaar in de hoogste positie gezeten om er wat aan te doen. Ook voor hem was het deels een leerproces. Wetten maken horen bij de manier waarop we als samenleving problemen oplossen, maar we moeten ons realiseren dat die wetten ook dienen te worden uitgevoerd. De stelligheid waarmee we als politiek problemen te lijf gaan, kunnen we vaak niet waarmaken. Een andere observatie: ik vind dat we in een tijd zijn terechtgekomen waar ons hoge niveau van democratie en absurd hoge welvaart, zo nu en dan opvallende en soms zelfs decadente neveneffecten heeft. Vroeger was het positief om opwaarts te willen gaan in het

leven, en niet alleen voor je gezin, maar ook voor je bedrijf en voor de samenleving. Als ik nu kijk zie ik alleen maar slachtoffers, slachtoffers van Groningen, slachtoffers van de toeslagen, slachtoffers van de slavernij, slachtoffers van de studiefinanciering, de pechgeneratie.

Sommige slachtoffers voelen zich toch terecht slachtoffer? Natuurlijk, maar slachtofferschap is een soort identiteit geworden. Op X afficheren mensen zich als ’trotse moeder van twee ADHD’ers, zelf met suikerziekte’. Dan denk ik: is dat de kern van je bestaan? Je bent toch veel meer dan dat? Besef eens wat je zegt over slachtofferschap als je leeft in een van de welvarendste landen ter wereld.

Moeten we als oudere witte mannen van een zekere leeftijd niet een beetje voorzichtig zijn met dit soort uitspraken? Jazeker, maar oude witte mannen met zeven vinkjes mogen ook nog wel eens wat zeggen, toch? Lachend: ‘Zal ik zelf de kop van het interview bedenken?’

Is dit nu een uiting van generatiekritiek? Och, dat zal wel. Ja ik ben 58, ja ik ben wit, ja ik heb alle vinkjes, maar dat betekent niet dat ik mijn mond moet houden als ik denk: jongens, come on! Ik denk dat progressief links ongelooflijk veel heeft bijgedragen aan het verheffen, aan het kansen creëren en aan het wegwerken van ongelijkheid. Maar rechten en plichten zijn hier en daar wel scheefgegroeid. Daar mag best eens bij worden stilgestaan.

Wat heeft Verborgen verleden je geleerd? Relativeren, en nog verder te relativeren. Soms denk je: wat ben ik hier aan het strompelen over deze aardkloot? Waar gaan we nou eigenlijk naartoe en waarvoor doen we dit nou allemaal? En dan zie je dat ze dat al generaties aan het doen waren. Ik sta in een traditie en zal met hen de vergetelheid inzakken.

CV

16 december 1965 Geboren in Delft

Gymnasium alfa Rotterdams Lyceum

1984 – 1996 Kunstgeschiedenis en archeologie Leiden

1989-heden Lid van D66

1994 Raadslid D66 in Leiden

1995 Diploma Veilinghouder

1995 Veilingmeester bij Van Stockum’s Veilingen te Den Haag

1996 – 2003 Wethouder op verschillende portefeuilles

2002 Landelijk partijvoorzitter D66

2003-2005 Burgemeester Wageningen

2005-2005 Minister voor Bestuurlijke vernieuwing en Koninkrijksrelaties

2006-2018 Partijleider D66

2006-2018 Fractievoorzitter D66 Tweede Kamer

2009 Boek Een land op drift. Over democratie, integratie en de mythe van de nationale identiteit.

2012 Boek Henk, Ingrid en Alexander.

TV

‘Ik heb geen televisie. Soms kijk ik via mijn iPad weleens wat terug, maar ik kan niet meer tegen de veelheid van praatprogramma’s. Het nieuws neem ik op andere manieren tot mij. Netflix en HBO heb ik wel. Ik hou van de wat rauwere series. Boardwalk Empire bijvoorbeeld, maar ook Belgische series met ruwe Vlaamse types. Ik luister te weinig podcast. Op de radio luister ik veel naar NPO Radio 1, balen dat Jutgen van den Berg er ’s ochtends niet meer is. Iedere woensdagmiddag zit ik zelf op NPO Radio 2 bij Ruud de Wild. Van muziek luister ik alles: van Dua Lipa tot het Ave Maria van Gounod.’