Almere

de Volkskrant, 30 maart 2010

Streamer: De stad kan weer trots zijn.

Ooit sprak ik een oude Feijenoord-supporter die in de jaren zestig met een bus Rotterdammers verdwaald raakte in de buurt achter het Amsterdamse Olympisch Stadion. De Feijenoorders keken naar de huizenblokken van de Ajacieden, die exact leken op de huizenblokken van henzelf. Een van de Rotterdammers stelde vast: ‘Hier wonen ze dus.’

Een zelfde gevoel had ik afgelopen weekend, toen mijn werk me naar de binnenstad van Almere bracht. Hier wonen ze dus, de PVV-stemmers. Ik weet niet wat ik had verwacht. Een desolate stemming. Laagschedelige stadscommando ’s die islamtuig terugknuppelen naar de gemeentegrenzen. West Side Story-achtige aanvaringen tussen allochtone en autochtone import. Wanorde. Ingegooide ruiten. Een schandpaal voor iedereen die er ooit linkse gedachten op heeft nagehouden.

Niets van dat al. De stad was levendig en puilde uit van drommen koopgrage zaterdagmensen. Lachende verliefden. Geurende Vietnamese loempia’s. En in het straatbeeld juist opvallend weinig vermaledijde hoofddoekjes, veel minder althans dan in het centrum van Utrecht.

Zaterdag werd in Almere de Nieuwe Bibliotheek geopend, geheel naar Nederlandse gewoonte vier jaar te laat en met gigantische overschrijding van het budget (miljoenen die bij elkaar zijn gezweet door de trouwe Almeerse belastingbetaler). Nu proberen veel vaderlandse bibliotheken de troosteloze sfeer van Zweedse staatsdrankenwinkels te imiteren, maar het gebouw in Almere is van een andere orde (zie de krant van gisteren [Red. 29 maart 2010]). De architecten hebben ‘ambitie’ proberen vorm te geven. Dat doe je dus door de gevel van het pand typerende steenlaagjes te geven die ‘het zakkende waterpeil in de polder’ symboliseren.

De opening werd opgevrolijkt met lezingen en workshops. Ik kom vaker in bibliotheken, waar de opkomst van evenementen meestal varieert van aangenaam kalm tot weldadig rustig. Hoe anders in Almere. De mensen stonden buiten in dikke rijen te wachten tot ze zich bij de Nieuwe Bibliotheek naar binnen mochten wringen, alsof het een schuilkelder betrof. Ik denk niet dat ik mezelf zo zou laten folteren voor een workshop bloemschikken, koken of romanschrijven. Er stonden dranghekken, dranghekken voor een bibliotheek! Een vaderlandse politicus zou zeggen: ‘Het moet niet knettergekker worden’.

Tussen de bezigheden door troffen schrijvers, acteurs, muzikanten en bloemschikkers elkaar in de kantine van het gebouw. Weinigen hadden ooit zo’n drukte ervaren. De bibliotheekdirecteur vertelde dat er die zaterdag op de open dag zeker tienduizend mensen zouden verschijnen en de zondag nog eens zo’n menigte.

‘En dat is meer dan we hadden verwacht,’ zei hij, alsof hij er zelf ook verbaasd over was. Het kan natuurlijk niet anders, zei ik, dan dat de enorme belangstelling van de bevolking te maken had met de winst van de PVV en de dreigende afschaffing van alle cultuursubsidies en andere linkse hobby’s.

‘Veel bewoners hier hebben de afgelopen maanden achter hun hand gemompeld dat ze uit Almere kwamen,’ zei de directeur. ‘Wat ik vandaag gezien heb is trots. Mensen hier hebben eindelijk weer een reden om trots te zijn op hun stad.’

Hierna vertrok ik naar de plek waar ik mijn tweede workshop bloemsch… romanschrijven zou geven. Ik keek nu anders naar mijn toehoorders. Dit zijn ze dus, dacht ik de mensen die nog trots zijn op hun bibliotheek.