Animo Schooljaar 1985/’86, Jaargang 56, nummer 1

Redactie: Mark Pietersen, Hubert Waagen, Bert Natter, Ronald Giphart, Jean-Marc van Tol.

Met dank aan: de heren van Maurik, ’t Hooft, Smit, Morel, Kleijn, Bus

VAKANTIE
Nee, dit jaar geen surf-, zeil- of ponykamp voor mij. Dit jaar ging ik op bezoek bij mijn neef Huub, die in een kraakpand woont.

Ik werd er hartelijk ontvangen en na een kopje cafeïnevrije Nicaragua koffie leidde Huub me uitvoerig rond. Met spuitbussen beschilderde muren waar de lettercombinatie M E nog het meest op voorkwam, viel me nog het meest op. Ik vroeg wat dat dan wel betekende.

“M E” sprak Huub, “is het uitgesproken voorbeeld van het typisch egocentrische in onze prestatiegerichte consumptiemaatschappij. Ikke, ikke, ikke, dat moet je M E niet flikken!”. Daar kom ik het mee doen.

Na een nacht te hebben geslapen in een jute-zak op een canvas-matje, werd mij te kennen gegeven dat men mij nu wel even zou leren hoe ‘aksie’ te voeren.

LES 1 Het uitzoeken van een doel: Neem een speld en een wereldkaart en prik.

Huub prikte. India. “Aha India, …Sikhs, Ghandi, honger…. Heerlijk!”

LES 2 Propaganda.

“Daarvoor gaan we naar de drukkerij, waar we voorbedrukte posters gaan bekijken. O.a. met: Stop, Steun, Weiger, Eis, Moet, Weg, Dood, Geen, Nee!, Nee bedankt, Aksie, Demonstreer, Tegen, Erken, Behoudt, Meer, Minder, Manifestatie, Vrij, Recht, Fascist, Fascistisch, Sexistisch, Discriminatie, Communist, Moorddadig, Marteling.”

LES 3 Het invullen van de posters.

“Wat dacht je van…” Hij dacht even na en begon toen te raaskallen: “Stop Ghandi, Steun Sikhs. Weiger Honger, Redt de Indiase bevolking, Eis Voedsel, Dood geen onschuldige Indiërs, Ghandi? Nee, bedankt, Aksie Nu!, Regering India moet weg!,…”. Hij sloeg er een paar over en vervolgde toen: “En dan heeéél belangrijk: India Fascistisch… of was het communistisch? Hè, nou ja maakt niet uit.

LES 4 “Maar die zul je morgen wel zien” zei Huub.

Die avond in de trein voelde ik me niet erg lekker. Ik was hard aan vakantie toe.

REGering BoNensoep [REG = Ronald E. Giphart en BN = Bert Natter]

Op de fiets naar Benidorm….

  • Hmmmm, een lekke band
  • Jijzis
  • Hmmmm, dat wordt plakken
  • Jijzis
  • Hmmmm, jouw beurt!
  • Jijzis
  • Frits, denk je dat god bestaat?
  • Hmmmm
  • Had Lenin gelijk volgens jou?
  • Hmmmm
  • Denk je dat kwarks echt de kleinste deeltjes zijn?
  • Hmmmm
  • Wat had jij gedaan als je Hitler was?
  • Hmmmm
  • Wil je een Sjokotof?
  • Hmmmm
  • Lekker hè?

  • Doe normaal joh!
  • Maar ik wil juist niet normaal zijn! Ik wil… anders zijn dan anderen…
  • Wat normaal.

  • Lekker hè, Frits?
  • Hmmmm-mmmmm
  • Vaneuhhh?
  • Hmmmm-mmmmm
  • euhheu hue euh
  • Proef je toch wel hè?

  • De ZEE! Aaaah! Wat een adembenemend gezicht! De zee! Aaaah!
  • Remmen Jaap, remmen
  • Zoiets doet je beseffen dat god bestaat!
  • Rem nou, Jaap. Rem!
  • Zoiets maakt alle remmen in me los!

REG/BN

ARTISTIEKE INTERLYCEALE….
Zoals jullie misschien niet weten vindt er volgend jaar op het Baarnsch Lyceum een bijzondere gebeurtenis plaats: De ARTISTIEKE INTERLYCEALE. Voor diegene die niet weten wat deze ‘Artistieke’ inhoudt: de A.I. is een artistiek evenement met een wedstrijdachtig karakter, waaraan wordt deelgenomen door de vijf ‘bijzonder neutrale’ scholen die ons land rijk is, met name: het Kennemer-, het Nederlandsch-, het Amsterdamsch-, het Lorents- en ons Baarnsch Lyceum.

De onderdelen waar om de eerste plak gestreden worden zijn: Toneel, Vrije voordracht, Muziek ensemble klassiek, Muziek ensemble vrij (pop) + solo, Tekenen, Fotografie, Eloquentia, Schaken, Dammen en Bridge.

Vervolgens worden alle standen en uitslagen inelkaar geplakt en komt er een uiteindelijke winnaar tevoorschijn. In de vijf jaar dat ik hier op school rondhang heb ik het nog niet meegemaakt dat het BL deze eindzege binnenhaalde. Het wordt tijd dat daar verandering in komt!

Omstreeks de maand februari vindt deze Artistieke plaats, m.a.w. jullie hebben nog enkele maanden de tijd om alvast te gaan werken aan de bovengenoemde onderwerpen. Componeer eens een popsong, verrijk je schaakkennis, schrijf eens een proefopstel, eloquent je vader eens onder de tafel of ga met een groepje om die tafel zitten en verzin een toneelstuk (zeg niet dat dit niet zou kunnen want Jean-Marc en Erik + co hebben vorig jaar het toneel ook op grandiose wijze gewonnen!)

Het is misschien erg ridicuul, rechts, links, fascistisch, obseen, sexistisch en weerzinwekkend van mij, maar ik wil dat het Baarnsch dit jaar de Artistieke WINT!

REG

Een nieuwe redactie hoeft nog niet te betekenen breken met alle ANIMO-tradities en dit gaan we dan ook niet doen. Eén van die ANIMO-tradities is dat er een feuilleton wordt gestart en ieder nummer door een aflevering wordt gemerkt.

Na het feuilleton-debuut ‘De Enzymen-Führer’ van twee jaar geleden, het robuuste ‘Peren Op Sap’ van vorig jaar komt de ANIMO dit jaar met het feuilleton:

HE, EEN BILJARTBAL?!

Het is rechtstreeks voortgekomen uit de fantasie van Bert Natter en Ronald E. Giphart. Een fantasie waarin dhr. van der Mark naast leraar ook nog handelaar is in biljartballen, dhr. Ragas al jaren bij de politie werkzaam is in de funktie van commissaris, Bertus naast zijn baan als sympathieke schoonmaker ook nog de Humprey Bogart-achtige leider is van de neeb-penoze en Robert Rook een vaste baan heeft als huispianist van de lerarenkamer.

We wensen je veel plezier, Reg-Bn

Op den vhijvde Shepthember 1684 gaf de eerste Nederlandsche Verenigde Oostindische Biljart Compagnie opdracht aan de kapitein van de driemaster “Berta Ronalda” om een vracht met kostbare biljart-attributen te vervoeren van Amsterdam naar Java.

Volgens de legende gaat het dat een oude lange Visser de kapitein en de bemanning waarschuwde en adviseerde om niet uit te varen: “Het Schchip sal bereidsch inden Suyder Sae versoipen ende vragt sal te einde over vierhondert jaeren pasch gesien worden”. De bemanning hoonde de lange Visser, sloeg zijn raad in de wind en voer toch uit…

HOOFDSTUK 1

“Zakken Friet! Zakken Friet! Zakken Friet!” schalde het over het dek van de oeroude Hollandse platbodem ‘de Amicitia’, die gelegen was naast de zo-mogelijk-nog-oeroudere eveneens Hollandse platbodem ‘de Nooit Volmaekt’ (een schip dat zijn naam eer aan deed). In die Amicitia en die Nooit Volmaekt huisden die eerste week van september een groepje werkweekgangers van het Baarnsch Lyceum, dat onder leiding stond van enkele leraren.

“Zo te horen nemen die Amicitia’s het er nogal van…” stelde dhr. Hekking, van de Nooit Volmaekt, ontevreden vast.

“Zakken friet? Zakken friet?” mormelde dhr. Roos, eveneens van de Nooit Volmaekt, “Zijn ze nu helemaal belaloetafeld?”

De hele bubs Nooit Volmaekt (dwz. iedereen, behalve Robbert Rook die de bubs gemist had) zat buiten op het dek te wachten tot de zon volledig onder zou gaan en te genieten van een bloedig gevecht tussen twee jonge honden waar vooral dhr. Roos onder het mompelen “wat is de natuur toch mooi” vertederd naar zat te kijken.

“Zijn er nog bruine bonen?” vroeg een meisje achteloos.

“BRUINE BONEN?” schreeuwde dhr. Roos verstoord, “BRUINE BONEN?, terwijl die ROT-Amicitia’s daar Zakken Friet aan-het-eten zijn? BRUINE BONEN?”

“Ach Benno, wind je toch niet zo op…” zei dhr. Hekking, die echter zelf ook wel trek had in een zakje friet. Dhr. Roos, die wel gewend is een veldslag te leiden, riep alle sterke jongens en meisjes bijeen en sprak ze fier toe:

“Jongens van Johan de Witt, en meisjes natuurlijk wrawrawr, zoals jullie weten heb ik altijd al gevonden dat alles eerlijk verdeeld moet worden, – en die mening ben ik nu nog steeds toegendaan!” Er steeg gejuich op bij de N.V.-menigte.

“Vandaar” ging dhr. Roos onverstoorbaar verder, “Dat wij ons even een paar zakken friet gaan toeëigenen, – en als die Amicitia’s het niet willen geven dan zullen wij die frietjes even een paar schoppen hier geven!” en hij wees op het uiteinde van zijn rug. (Wat bij hem nog moeilijk was natuurlijk).

En zo gebeurde het dat alle Nooit Volmaekters, incluis dhr. Hekking en dhr. Roos (die het bevel voerde), over de reling van het thuisschip op het dek van de Amicitia sprongen om zich daar, al enterende, op de niets vermoedende Amicitia’s te storten en zich te goed te doen aan de rijkelijk aanwezige ‘zakken friet’. Dit lieten de Amicitia’s natuurlijk niet vervaard. Er ontstond een gevecht waar het conflictje van de twee jonge honden een ordinaire vrijage bij was.

Deden alle mensen mee aan dit kinderachtige gevechtje om een paar honderd kilo friet? Nee, niet allemaal. Gelukkig waren er die werkweek ook nog beschaafde mensen: de leraren Nicolaas en ter Haar.

“Kijk nou toch eens hoe ze zich druk maken om die paar zakjes friet…” zei dhr. Nicolaas.

“…En dan te bedenken dat er hier beneden in het provicierek van de Nooit Volmaekt nog een hele kist Hors d’ Oeuvre, Huzaren Salade en Moermansk-kaviaar ligt te wachten” vulden dhr. ter Haar hem aan, terwijl zij zich in een haast naar beneden snelden om van dit buitenkansje gebruik te maken. Toen zij vijf uur later moe maar met een volle buik door het kleine luikje van de Nooit Volmaekt (waar zij dus geen leraren van waren – overigens het zelfde kleine luikje waar dhr. Roos nèt niet doorheen paste) weer naar buiten klommen, vonden zij de rest van de werkweek IJsselmeer nog steeds vechtende aan.

“Schande, zo op de vroege morgen!” sprak dhr. Nicolaas verontwaardigd, het was inmiddels al 4 uur A.M.

“Hé” begon dhr. ter Haar, “zouden jullie a.u.b. naar bed wullen gaan?” Er reageerde niemand.

“Hé” riep nu ook dhr. Nicolaas, “als jullie G.V.D. niet binnen drie tellen in jullie kooi liggen dan zal ik jullie persoonlijk onder handen nemen!”

“Ja, ik ook!” riep ter Haar. Binnen drie minuten lag iedereen in zijn hangmat behalve dhr. Roos, die weer eens was blijven steken in het luikje bij de trap.

“Hoe deden we dat hè” vleide dhr. ter Haar, terwijl hij naar de rand van het schip liep om zich met een emmer fris ochtend water te gaan wassen. Het spiegelde ook altijd zo mooi. Zilverachtig.

“Hé, kijk nou, er blinkt hier iets” zei hij dhr. Nicolaas, terwijl hij zich boog over de reling en keek naar het dropsmiles-gekleurde Adeko-ruikende water. Op de door de ochtendzon verlichte bodem blonk iets. Hij zette zijn Polaroidbril via de uit de TV-reclame bekende wijze op, … zodat deze met een mooie parabolische baan te water ging. Dhr. Nicolaas stelde honend vast dat er nu nog iets zou blinken.

“Nee, echt: er blinkt hier echt iets.”

“Verdraaid, je hebt ..g.. gelijk!” zei dhr. Nicolaas.

“Het lijkt wel edelmetaal.” Die durft!

“EDELMETAAL?” schrok dhr. Nicolaas, die nu een gelaatsuitdrukking had alsof er een gloeiend hete kroket overdwars in zijn keel bleef steken.

“Goud zal je bedoelen: Puur Goud!”

HOOFDSTUK 2

Romantische doch iewat pompeuze pianomuziek klonk het door de met rook gevulde lerarenkamer. Robert Rook, die door de schoolleiding was aangesteld in de pauzes de lerarenkamer te verblijden met zijn virtuoze pianoklanken ging helemaal op in zijn spel. In die zelfde lerarenkamer zaten onder het genot van een kopje thee.en een vrij uur Mw. Witsenburg, dhr. Uttien en dhr. van Duin te praten.

“Weet je wat wij hier op school zouden moeten hebben?” vertrouwde mw. Witsenburg dhr. Uttien toe, “een Biljarttafel. Dhr. Uttien, die haar onwetend (om niet te hoeven zeggen dom) aankeek, stamelde: “een biljarttafel?”

“Jop, een biljarttafel.” antwoordde mw. Witsenburg, die (zoals algemeen bekend is) lid is van het Koninklijk Nederlands Verbond van Biljartende Leraren, “dan kan ik al wat oefenen voor het Bondskampioenschap, overigens vind ik, Sammie, dat je er een beetje vreemd bijzit in dat duikerspak van je…” Drs. van Duin mompelde iets van: “Huww, gisteren laat geweest.” en zette zijn duikbril af, daarna zijn bril, maakte deze schoon, zette hem weer op zijn neus en plaatste de duikbril er weer boven. Mw. Witsenburg keek hem verbijsterd aan en vroeg zich af of ze nu moest lachen of medelijden hebben.

Op dat moment kwam dhr. Cleij binnen en zei: “Oe, heb ik ier misschien mien thélélens lat’n ligg’n?

“Ha! Daar hebben we Piet statief” vuurde dhr. Uttien, “en, Pentax Pietje, stel je vraag eens in normaal Nederlands joh, Kodak Cleij!” (enkele bijnamen geja… overgenomen van de ‘Enzymen Führer’) Mw. Witsenburg lachte beleefd, maar zij kon zich nog goed herrinderen hoe zijzelf gisteren door Piet ‘Bijnaam’ Uttien was uitgemaakt voor: Woelige Wits, Witsie het Warhoofd, Cadnium Carola en Wajang Wits.

“My humble man” begon Cleij rustig, “I assume that you, United Uttien, will not be able to concist in your shaming behavior, Piet the Ploert! Dhr. Uttien zat verbijsterd achter zijn lauw geworden kopje thee. Dhr. Cleij vertrok en riep dhr. Uttien nog toe: “Soe, daar hak oe toch ev’n goed te pak’n hè?

“Nu niet boos worden” sprak dhr. Uttien zichzelf in.

“Tel vlug tot tien” raadde mw. Witsenburg aan.

“Ut-een, Ut-twee, Ut-drie, Ut-vier, Ut-v…”

“Meneer van Duin, telefoon voor u” interrumpeerde dhr. Smit de Sesamstraat-achtige monoloog van dhr Ut-tien.

“Huww, laat eens wat van je van Je horen” antwoorde drs. van Duin en flopte op z’n zwemvliezen naar de telefoon.

“Sammie?” klonk het het aan de andere kant van de lijn.

“Huww, spreekt u mee!”

“Hoi, met Jan… Jan ter Haar”

“Huww Jan”

“Juist, zeg, ik sta in Enkhuizen, met de werkweek, moet je luisteren: in het water naast onze boot ligt iets kostbaars te blinkeren, zo’n tien meter diep. Alleen Ed en ik weten dat. En aangezien wij jou wel eens in eens in een kikvorspak op school hebben zien lopen, dachten we dat jij de buit wel kon opvissen zodat we het met z’n drieën kunnen verdelen…”

Drs. van Duin, die helemaal niet dom was, antwoordde: “Dat is prima, maar…”

“Je wilt natuurlijk weten hoe we dat voor de rest van de werkweekgangers verbergen? Nou die sturen we gewoon met een kratje pils Enkhuizen in!” Dhr. ter Haar lachte stuipachtig en zij dat hij drs. van Duin binnen twee uur in Enkhuizen verwachtte.

Vrolijk fluitend verdween drs. van Duin naar het parkeer terrein, alwaar hij drie keer over zijn zwemvliezen struikelde alvorens hij in zijn auto kon stappen en op weg kon gaan naar Enkhuizen.

HOOFDSTUK 3

“Je hebt hem toch opgebeld hè? O nee, daar zie ik hem al aankomen.” Op een afstand van drie kilometer zag het zuivere tekenaarsoog van dhr. Nicolaas de auto van drs. van Duin al aankomen. Toen deze drie kwartier later gearriveerd was wurmde de bestuurder zich uit de achterklep van zijn auto.

“Waarom stap je niet gewoon via de zijdeur uit?” vroeg een verwonderde Nicolaas hem bij wijze van groet.

“Huww… zijdeur?” stamelde drs. van Duin, liep naar het zijportier, deed hem open en borrelde toen enkele primitieve klanken.

“Nou ja, never mind” zei dhr. Nicolaas

“Huww?”

“Laat maar zitten!”

Gedrieën flapten ze naar een klaarliggende roeiboot, gooiden de trossen los en voeren uit naar de blinkende plek tussen de twee oeroude Hollandse Platbodems. “Kijk, daar ligt het: met een edelmetale glans” riep dhr. ter Haar triomfantelijk, – en zijn gezonde Hollandse boerenjongens gezicht begon van opwinding te glimmen.

“Edelmetaal???” vloekte dhr. Nicolaas met een gelaatsuitdrukking alsof er een liter bruine bonensoep in zijn verkeerde keelgat schoot, “GOUD zal je bedoelen, Puur Goud!”

Drs. van Duin maakte zich klaar om te gaan duiken. Fier stond hij met zijn rug naar het water gekeerd, daarna liet hij zich. zoals het een echte Goustaux betaamd, achterover in het water vallen. En alsof hij het had uitgerekend knalde zijn achterhoofd met een donderende slag tegen de zijkant van die oeroude Hollandse platbodem ‘de Amictia’.

“Nou” sprak dhr. Nicolaas, toen hij weer was bijgekomen, “Dat deed je leuk joh!”

“Ghopberdomme” blubberde drs. van Duin vanachter zijn duikbril waarna hij echter toch weer naar beneden dook. Nog geen minuut later kwam drs. van Duin weer boven en liet de beide expressie-leraren als-een-kind-zo-blij glunderend een nog bijna nieuwe Polaroidbril zien. Met het uit de TV-reclame nu wel overbekende gebaar ‘nam’ dhr. ter Haar zijn bril over die dien ten gevolge driemaal op het dek van de ‘Nooit Volmaekt’ stuiterde, alvorens hij in duizend stukjes uiteen vloog.

“Nou” sprak dhr. Nicolaas, toen hij weer een beetje bijgekomen was, “Dat deed je leuk joh!” Huilend zei dhr. ter Haar dat drs. van Duin weer naar beneden moest gaan en onderwijl mompelde hij nog iets over 265 gulden excl. BTW.

Enkele ogenblikken later kwam drs. van Duin boven met in zijn hand hetgeen wat de oorzaak is geweest voor het schrijven van dit verhaal.

“Hé” riep dhr. ter Haar verwonderd, “Drie edelmetalen biljartballen!”

“Edelmetaal?” vloekte dhr. Nicolaas met een gezicht alsof hij een bekertje hot Sambal Oelek had aangezien voor een verfrissend glaasje tomatensap, “GOUD zal je bedoelen, DRIE GOUDEN BILJARTBALLEN!”

“Stond er misschien ook een tafel bij?” vroeg dhr. ter H. Drs van Duin die hem aankeek alsof hijzelf door een plotselinge vlaag van ‘caison-ziekte’ was bevangen negeerde, nerveus knipperend met zijn ogen, deze vraag. Gefascineerd bekeek dhr. Nicolaas de drie gouden biljartballen.

“Drie gouden biljartballen” sprak hij, alsof hij zojuist het wiel had uitgevonden.

“Wat kunnen we daar allemaal niet meedoen?” schalde de stem van dhr. ter Haar kilometers over het IJsselmeer.

“Wat is dat nu weer voor loze opmerking? Bedenk liever wat je er wél mee kunt doen!” zei dhr. Nicolaas. Alle drie dachten ze even na, behalve drs. van Duin, die deed alsof. Dhr. Nicolaas stelde voor: “We zouden er bijv. een heleb…”

“Polaroid-zonnebrillen voor kunnen kopen vulde drs. van Duin aan, “AU, Jan, je doet me pijn!”

“Ik weet het al” riep dhr. Nicolaas, “WE…”

De drie praatten nog tot diep in de nacht en besloten allereerst het goud te verpanden bij Bertus, die naast zijn baan als sympathieke schoonmaker ook nog handelaar was in goud en sieraden. Hij werd daarbij geruggesteund door de leden van de Neeb-penoze, die ook wel eens wat sieraden ‘vonden’.

HOOFDSTUK 4

Gedeelten van de Notulen van de lerarenvergadering gehouden op 6 sep. ’84. Aanwezig oa ter Haar die zich zeeziek gemeld heeft bij de ww IJsselmeer. Dhr. Bakker, de Dolman van het BL, leidde de vergadering)

(…)

“Fijn, dank je wel, Piet (Uttien -red-) dat je ons even de voordelen van zo’n biljarttafel hebt willen uitleggen is er misschien nog iemand tegen?”

“Nou…” probeerde mw. van der Loo dapper, “Ik vind het nou echt zo’n typisch mannelijke ballensport!”

“Luister nou es eens effies Evelien” begon dhr. Borst, “Het kost hardstikke goedkoop en je kun er veel plezier aan mee beleven!”

“En trouwens, Eef Theezeef, als je geen zin hebt kom je maar niet!” riep dhr. Uttien bruut, waarna iedereen begon te lachen.

“Zijn er nog andere argumenten voor of tegen het plaatsen van een biljarttafel in de lerarenkamer” zei Dolman ..eh Bakker. Iedereen dacht even na op mw. van der Loo na die snikkend in een hoekje stond.

“Meneer, kunnen we geen dartbord ophangen?” vroeg Fennis.

“EEN DARTBORD???” brulde dhr. Visser (de lange), “BEN JE NU HELEMAAL VAN GOD LOS?? KAFFER!”

“M..m…maar..maar… IK zei het niet” opperde Fennis vlug, “HIJ zei het.” En hij wees op dhr. Weggemans, die dhr. Visser beleeft en begrijpend toeknikte.

“Maar misschien willen de leerlingen ook wel eens biljarten”. Dit was dhr. Meyer. Zielig hè, zoals iedereen om hem begon te lachen.

“JE KAN WEL MERKEN DAT HIJ NOG ZO HEEL ERG JONG IS HE?” fluisterde dhr. Visser tegen dhr. van de Stadt, terwijl buiten een boer het gefluister opving en dacht dat er onweer op komst was. Er werd gestemd en met ruime meerderheid werd besloten dat de biljarttafel er zou komen. Toen stond dhr. van der Mark op en bood zich aan.

“Zoals jullie misschien niet weten ben ik in mijn vrije tijd groothandelaar in Biljartballen – ik zou nu aan goedkope spullen kunnen komen en wel zo snel dat de tafel er morgen al staat! Applaus steeg op.

En zo werd er besloten dat er door de leraren bij dhr. van der Mark één wedstrijdtafel, drie massief eikenhouten keuën, een doos krijtjes en drie ivoren ballen zouden worden aangeschaft voor de somma van f 15.275,–. Tevreden verliet iedereen de leraren kamer behalve mw. van der Loo die op een tafel stond en hysterisch schreeuwde: Die biljartballen komen er niet!”

“DIE VERDOMDE SPOORBOMEN OOK ALTIJD” vloekte dhr. Visser (de lange), zodat nu ook de laatste vogels wakker werden “HET WORDT TIJD DAT IK DIE VERDOMDE FIETS DE DEUR EENS UIT DOE.” De bomen gingen open en hij fietste verder.

“DIE VERDOMDE KLAAROVERS OOK ALTIJD” vloekte hij verder, zodat nu ook de uil wakker werd van dit verbaal geluid.

“HE STOMME KAF, IDIOOT, WAANZINNIGE, JE KAN AL LANG OVER HOOR!” Verschrikt deed de klaarover zijn ogen open.

“Goeiernorgen, …eh… JEEZ… waar ben ik?”

“KAFFER” riep dhr. Visser hem nog bemoedigend toe terwijl hij zelf overstak. Na zijn fiets te hebben geparkeerd, kwam hij vrolijk fluitend met zijn bekertje Olvarit groente moes in de hand de overvolle lerarenkamer binnen en dat terwijl het pas tien voor half acht was.

“GODDOMME” zei hij bij zich zelf, waarna de hele lerarenkamer stil viel om te zien wat de oorzaak was van deze Jobstijding, “KOM IK HIER POTDOMME EXTRA VROEG OP SCHOOL OM NOG EVEN EEN SERIE TE MAKEN, VIND IK ALLE LER..” Hij stopte zijn betoog omdat hij dhr. Borst in het oog kreeg.

“W..WA..BB..rR… WAT HEB JIJ NOU AAN???” schaterde Visser een verwonderende Borst toe, “EEN STROPDAS, WHHAHAHAHAHAAA” Het was inderdaad een lullig gezicht.

“Ja” zei dhr. Borst laconiek, verlegen, beschroomd, beschaamd, onwetend onbedachtzaam, “Ik doch bij mezelluf, waarom niet bij zo een gelegenheid als dat dan deze toch wel niet is, knoop ik niet gewoon een stropdas aan…” Dhr. van de Stadt vluchtte uit de lerarenkamer om wat lucht te happen.

“Maar, Jan, een stropdas van twintig centimeter breed, met een bloemetjes-motief is al tien jaar uit de mode hoor” ‘zei mw. Witsenburg een teleurgestelde Borst, die de stropdas afknoopte en deze in een van de zakken van z’n houtje-touwtje jas stopte.

“Dan toch gewoon wel niet?” zei hij met de dood in zijn ogen. De bel ging en alle leraren stormden, zoals gewoonlijk, op hun lokalen af.

“Dus ik zeg tegen mijn zoontje: zo’n biljarttafel, dat is het he” zei dhr. Bökenkamp en hij nam een slokje pauzethee om zijn betoog even te onderbreken.

“Hmmm, lekkere thee” stelde hij vast, “Wist je overigens dat thee het product is van ‘Thea Sinensis L.’, afkomstig uit het grensgebied van India, Birma en China? Het Chineese type kan opgroeien tot een 3-5 meter hoge heester. Dus ik zeg tegen m’n zoontje…” Toen merkte dhr. Bökenkamp dat hij tegen het koffiezetapparaat aan het praten was. Even aarzelde hij. Maar toen sprong hij behendig tussen een groepje pratende leraren.

“Dus ik zeg tegen m’n zoontje…”

Intussen stond men bij de biljarttafel ook niet stil. Mw. Witsenburg had net een serie van twee gemaakt en nu was het de beurt aan dhr. Fennis.

“Nou joh dat was een aardige carambole” stelde mw Wits. vast en haar stem trilde van bewondering.

“EEN AARDIGE STOOT???” brulde dhr. Visser, “DIE KAFFER TOUCHEERDE DE STIP. ONGEMANIERDE BOER!, WAANZINNIGE!, IDIOOT!’ STOMME KAF!”

“Dus ik zeg tegen m’n zoontje: wist je dat kaf het omhulsel is van graanvruchten; droge, dorre…”

Omdat Fennis zijn tweede bal miste was het nu de beurt aan dhr. Dijxhoorn. Behoedzaam pakte deze het krijt, krijtte de keu, koos de bal met stip, gaf de bal linksonder effect, stootte… maar de bal schampte waardoor al het krijt van de keu op zijn vingers kwam. Dit maakte het beest in hem los. Hij bracht zijn hand naar zijn mond, likte het krijt van zijn vingers en brabbelde daarna tevreden de primitieve oerklanken “Tjop, tjp, tjop, Ffwwieww, tuttutut”

“Dus ik zeg tegen m’n zoontje: dat is natuurlijk gigantisch, formidabel, enorm, fantastisch zo’n oude filmcamera, awel toen zijn we meteen ma…..”

Toen dhr. Uttien eindelijk aan de beurt was kwam de rector binnen.

“Hé, wat leuk” zei hij en je kon zien dat hij het niet meende. Er ontstond zich om hem heen een groepje leraren.

“Aaah?” zei dhr. Meyer “wilt u echt niet een stootje wagen?”

“Nou, vooruit dan maar weer” zei dhr. ’t Hooft.

“HOI HOI HOI” juichden de heren Meyer, Fennis, Bus en Boss in koor. “DOE NIET ZO STOM IDIOTEN” beet dhr. Visser hen toe, waardoor de kalk van de muren afbrokkelde en er dus niet meer gekrijt hoefde te worden.

“Dus ik zeg tegen m’n zoontje…”

De rector stootte de bal zoals zich dat een ware schoolleider betaamd. De bal ging keihard op de korte band af, werd daar gewipt, vloog door een ruit naar de gymzalen, week toen af naar een vuilnisbak, stuiterde driemaal op het hoofd van dhr. Zoer, die net bezig was het onkruid in de vijver te dumpen, ramde toen de letter ‘H’ van de aula af en ketste via de fontijn terug naar de lerarenkamer alwaar hij precies op de biljarttafel terecht kwam.

“Gelukkig heb ik van schoolzaken meer verstand!” opperde de rector monter – en hij baande weg.

“Dus ik zeg tegen mijn zoontje…”

“STOMME KAF!, IDIOOT!. WAANZINNIGE!”

WORDT VERVOLGD

Bert Natter Ronald Giphart

Interview DHR VAN ROOIJEN

Met het verdwijnen van mw. Wigman kreeg het Baarnsch lyceum een nieuwe conrector Onderbouw: Dhr. H.J. van Rooijen. ANIMO zocht hem op in zijn nieuwe lokaal achterin de B-vleugel. Het gesprek ontplooide zich niet als een diepgravend interview, doch meer als een informatieve babbel.

ANIMO: Wij weten (bijna) helemaal niets van u. Vertelt u eens iets over u zelf.

Dhr. van Rooijen: Ik kom uit Amsterdam, waar ik les gegeven heb op het Ignatius-College – een scholengemeenschap die zo’n jaar of zeven geleden is omgezet tot gymnasium met ong. 300 leerlingen – en ook nog op een paar andere scholen. Mijn vak is Nederlands en de laatste paar jaren op het Ignatius heb ik ook in de schooleiding gezeten als brugklascoördinator. Ik heb twee kinderen, een van vier en een van vijf.

ANIMO: Hoe komt u hier op school verzeild geraakt?

Dhr. v. R.: …euh, ik denk dat dat iets te maken heeft met menselijke nieuwsgierigheid èn het eens een keer wat anders willen. Na acht jaar op die hele gezellige kleine Ignatius les gegeven te hebben, kreeg ik toch de neiging om eens een keer wat nieuws te proberen. Zo vind ik het bijvoorbeeld ook heerlijk om weer buiten te gaan wonen; ik heb sinds m’n studietijd in Amsterdam gewoond en ik vind het nog steeds een heerlijke stad maar ik vind het nu ook wel weer eens lekker om buiten te gaan wonen – en vroeger woonde ik ook altijd buiten. Ik ben van plan om hier direct in de buurt of in de iets weidere omgeving te gaan wonen.

ANIMO: Hoe vindt u het Baarnsch Lyceum?

Dhr. v. R.: Ik vind het gebouw echt schitterend gelegen, ik heb nog nooit een school gezien die zo prachtig gesitueerd is als deze, met tuinen, fonteinen, een schitterend sportveld… ik kom zelf van ven school die midden in een stad zat. En… ja… (Hij denkt even na) ik vind dat hier veel vriendelijke mensen zijn, men is erg bereid om elkaar te helpen. Dat is overigens iets wat ik wel graag wilde hebben; een goede sfeer, anders zou ik het absoluut niet gedaan hebben. Ook zou ik natuurlijk niet naar een zelfde school als het Ignatius zijn overgestapt maar de negenhonderd leerlingen van het Baarns in vergelijking met de driehonderd van het Ignatius vind ik wel een uitdaging.

ANIMO: Typeert u eens een ideale leerling.

Dhr. v. R.: Een ideale leerling is kritisch, ik bedoel dat hij/zij niet klakkeloos aanneemt wat er verteld wordt, een ideale leerling is in staat zin te maken, ook als hij een vak bijvoorbeeld vervelend vindt, – en een ideale leerling moet buitenschoolse activiteiten moeten weten te waarderen en er zo mogelijk zelf aan meedoen.

ANIMO: Maar zitten die niet juist in de hogere klassen in plaats van in de onderbouw?

Dhr. v. R.: Ja, maar wat mij aanspreekt in de eerste en tweede klassen is dat er veel meer enthousiastere mensen zijn dan dat in de hogere klassen het geval is. Daarom worden ze door de hogere klassen ook wel ‘opgewonden spul’ genoemd.

ANIMO: Wat vindt u van de midden-school?

Dhr. v. R.: Het uitgangspunt vind ik erg goed, maar het gigantische probleem is dat je, om de leerlingen bij elkaar te laten blijven, veel kleinere klassen en dus ook veel meer begeleiding nodig hebt en dat is in deze tijd een bijna onmogelijke zaak.

ANIMO: U gaat de eerste klassen les geven? En zitten de eerste klassers in een wat onderdrukte posite?

Dhr. v. R.: Ik ga de eerste klassen les geven, omdat ik dat heel leuk vind en omdat ik de namen dan wat beter leer kennen. Nee, ik vind niet dat eerste klassers in een wat onderdrukte positie zitten. Vroeger misschien, toen liepen ze er wat timide bij. Maar tegenwoordig zijn ze steeds duidelijker aanwezig. Ze zijn ook veel opgewondener.

ANIMO: Uw menig graag over de Kunst, Literatuur & Muziek.

Dhr. v. R.: Kunst, vind ik, moet je het plezier geven om er naar te kijken, niet tegen heug en meug dus. Moderne kunst volg ik ook. Ik ga vaak naar het stedelijk en naar galerijen om te zien wat er gebeurt. Ik ben niet iemand die vijftien keer naar de nachtwacht gaat. Literatuur. Vanuit mijn vak heb ik me veel met literatuur bezig gehouden. Jeroen Brouwers vind ik erg goed en ook vind ik dat er de afgelopen tijd enkele goede debuten zijn verschenen. Muziek. Wat klassieke muziek betreft ben ik niet zo goed op de hoogte; ik draai wel eens een plaat terwijl ik lees ofzo. En ik ga ook wel eens naar modern ballet. Van moderne muziek ben ik niet zo goed op de hoogte want ik kijk nooit t.v. en ik luister nooit naar de radio.

ANIMO: Heeft u zelf literaire asperaties?

Dhr. v. R.: Nee

ANIMO: Doet u aan sport?

Dhr. v. R.: Ja, van 1970 tot 1976 heb ik geroeid, als wedstrijd sport. En verder tennis ik en ik doe aan hardlopen.

ANIMO: Mag een leraar een politieke mening in de klas uitdragen?

Dhr. v. R.: Kijk, als mensen duidelijk maken dat ze een bepaalde mening hebben, en als ze die mening niet opdringen dan vind ik dat van wel. Ik vind zelfs dat dat beter is dan dat je niets zegt, want onbewust draag je natuurlijk altijd je mening uit.

ANIMO: Ook als die mening uiterst recht is?

Dhr. v. R.: Als je daar die hele gevaarlijke centrumpartij meebedoelt, die vind ik dus ultra rechts, dan vind ik, als daar enige mogelijkheid voor bestaat, dat een leraar dan niet op een school mag lesgeven.

ANIMO: Over kranten gesproken; welke krant leest u?

Dhr. v. R.: de Volkskrant en de N.R.C.

ANIMO: Aahaa, … Hoe besteed u uw vrije tijd?

Dhr. v. R.: Over dag komt het erop neer dat je wat met de kinderen speelt, dat je wat karweitjes doet en wat aan sport. ’s Avonds ga ik naar het toneel, ik lees wat of ik ga naar vrienden.

ANIMO: En dan nu een afsluitende vraag, hoe lang denkt u hier te gaan lesgeven, of iets bouter geformuleerd, hoe lang denkt u het hier te kunnen uithouden?

Dhr. v. R.: Ik ben van plan om hier lang te blijven. De bedoeling is om hier een leuke baan te vinden en ik hoop dat dat lukt!

Het interview werd gehouden op maandag 13 augustus om half drie ’s middags door Jean-Marc, Bert en Ronald.