Arno Vermeulen

Vara Gids 39, 17-23 september 2022

Foto’s: Rob Voss

Een ‘vernietigend stageverslag’ Arno Vermeulen over de NOS stond een carrière in de sportjournalistiek niet in de weg.

Het viel me op dat interviews met jou altijd alleen maar over sport gaan, vrijwel nooit over ‘de mens achter de commentator’. Laten we het daar eens over hebben. Zoals Tante Es vroeger zei: waar woonde je huis? Oorspronkelijk kom ik uit Alkmaar, waar mijn vader bij de Grontmij werkte en mijn moeder bij een modehuis. Ze waren beiden actief bij de operettevereniging, toen ik tien jaar was heb ik zelf ook een keer op het podium mogen staan bij een voorstelling in het roemruchte Gulden Vlies Theater. Om een of andere reden moest ik een paprika vasthouden en daarover iets zeggen.

Werd je gegrepen door operette? Nou, niet per se door operette, maar artiest leek me wel een erg leuk beroep, ja. Het podium vond ik geweldig. Het Gulden Vlies was een heel oud theater, waar ik vaak naartoe ging als mijn ouders er moesten optreden: mijn moeder in de spotlights, mijn vader in het souffieurshok. Ik herinner me nog de coulissen, de brandweermannen, de geur die er hing. Toen het gebouw werd afgebroken heb ik er de as van mijn ouders verstrooid.

Was het een sportief milieu? Mijn vader was niet echt sport minded, maar mijn moeder wel. Met haar keek ik ’s nachts naar bokswedstrijden van Mohammed Ali tegen Joe Frazier. Daar was ik echt knettergek van, mijn moeder zat er in haar peignoir bij met een grote pot thee. Ik was destijds voor Frazier, want ik had een beetje een hekel aan de branie van Mohammed Ali. Nu helemaal niet meer hoor, in mijn werkkamer heb ik zelfs een poster van hem hangen. Toen ik in Las Vegas eens bokscommentaar moest geven heb ik Ali gezien, maar ik was te schijterig om hem aan te spreken. Misschien maar beter, want je moet als journalist natuurlijk in de eerste plaats onafhankelijk blijven.

Wanneer kwam voetbal in je leven? Als kind voetbalde ik bij de Alkmaarse Boys, ik was linksbenig al kon ik er weinig van. Ik ben rechtshandig, dus misschien was ik ook wel rechtsbenig, maar schieten was sowieso een probleem. Dat had met mijn voetbalschoenen te maken. Wij woonden destijds in zo’n wederopbouwflatje, boven ons zat familie De Koning. Toen ik een jaar of zes was regelde mijn moeder de voetbalschoenen van mijn bovenbuurjongen Frank, die zeker vijf jaar ouder was. Er werden letterlijk kranten in de schoenen geduwd om de maat kleiner te krijgen. Zo ben ik begonnen. Later nam mijn vader mij eens mee naar AZ ’67, want hij vond dat een vader dat moest doen. Na twee bezoeken hield hij het voor gezien, maar ik ben altijd naar de jongenstribune blijven gaan omdat ik enorm door het spelletje was gegrepen. De hele zondag stond bij mij in het teken van AZ. Ik kon wel janken als ze verloren. Ik weet nog dat ze voor de beker thuis tegen IJsselmeervogels moesten. Na de verloren wedstrijd verscheurde ik thuis mijn programmablad en toegangskaartje in vele stukjes.

Je vader verhuisde op jouw veertiende naar Utrecht en het gezin ging mee. Werd je toen ook fan van de lokale FC? Nee, ik ging weleens naar de Galgenwaard, maar bleef de Alkmaarderhout trouw. In die tijd ging ik in de weekenden vaak terug naar familie in Alkmaar om op zaterdagavond te stappen met mijn neven en op zondag naar het stadion te gaan.

Waarom besloot je om journalist te worden? Toen ik jonger was zei ik tegen mijn moeder dat ik “voetbalverzorger” wilde worden, ik denk dat ik wel aanvoelde dat ik nooit prof zou worden. Op mijn middelbare school schreef ik me in voor een excursie naar het Utrechts Nieuwsblad, toen nog op de Drift, waar de drukpersen stonden. De rondleiding over de redactie maakte dusdanig diepe indruk dat ik besloot om me in te schrijven voor de School voor Journalistiek. Bij die opleiding werd eigenlijk niets met sport gedaan, er werd zelfs een beetje op neergekeken. Samen met Tom Egbers kreeg ik les van de illustere parlementairverslaggever Bob de Ronde. Voor een stageplek lobbyde hij voor mij bij Den Haag Vandaag, maar dat lukte helaas niet. Vervolgens vroeg Bob of ik iets met sport had, want hij had ook een lijntje met Studio sport. Zo ben ik erin gerold.

Een droom kwam uit? Helemaal niet, ik liep er drie maanden rond en zag alleen maar frictie, ruzie en achterklap. Er was een vacuüm in de leiding, want Kees Jansma was net vertrokken en de NOS zette er iemand van een heel andere afdeling op. Regisseur Martijn Lindenberg en presentator Mart Smeets vonden dat maar niets, overal waren kampen en clubjes. In mijn stagerapport heb ik daarover een vernietigend verslag geschreven. Bob vond dat prima, maar de NOS was not amused. Later heb ik het nog wel eens teruggelezen, het was inderdaad niet aardig. Maar het stond een carrière in de sportjournalistiek niet in de weg, meteen na mijn stage ging ik aan de slag als freelancer bij Sportpanorama en ook werd ik aangenomen als commentator bij Langs de lijn. Mijn eerste job was commentaar bij honkbal, ik had gebluft dat ik daar wel verstand van had. Later mocht ik voetbal doen, mijn eerste wedstrijd was AZ-MVV. Het voelde krankzinnig om in de Alkmaarderhout plotseling aan de andere kant te zitten.

Na veel tussenstops werd je in 2003 aangenomen bij Studio sport als chef commentatoren. Je bent wat in het voetbal een speler-coach wordt genoemd: je geeft leiding, maar staat ook nog op het veld. Daar hebben we bewust voor gekozen, want op die manier blijf ik up-to-date in het vak. Het nadeel is dat ik natuurlijk geen belangrijke finales kan doen, toch de krenten in de pap, maar daar kan ik mee leven.

Als buitenstaander lijkt de voetbaljournalistiek me een harde wereld. Ik vind het juist super-collegiaal, als ik optrek met collega’s van kranten is het altijd een leuke, hechte groep. Vroeger zat er wel een enorm gat tussen kranten, radio en tv, die destijds allemaal in verschillende gebouwen zaten. Die zuilen zijn er nu niet meer, veel krantenjongens en -meisjes zitten nu ook op tv en maken ook podcasts. Het vak is veel vriendelijker geworden.

Bij mijn vooroordeel baseerde ik me een beetje op de moddergevechten die vanuit het kamp van Vandaag inside worden gevoerd: jij wordt daar bijvoorbeeld regelmatig bespot, soms nogal venijnig. Tja, en daar reageren we dan nooit op. Bij de NOS kunnen we overigens ook soms best pittig uithalen naar spelers of coaches, dat is de aard van het journalistenbeestje. Ik ben ook niet van het midden, sportjournalistiek is niet voor de weekhartigen, we zijn niet van de nuances achter de komma. Het mag wel een beetje van dik hout, maar bij een programma als Studio voetbal spelen we per definitie niet op de persoon.

Op SBS 6 ben jij regelmatig de sjaak. Je wordt ‘de witte Chinees’ genoemd omdat je tafeltennis zou verslaan. Ah, dat is een jaar of zeven geleden begonnen, een grapje van Johan Derksen. Ik til er niet zo zwaar aan. Ik had altijd best goed contact met hem, ben ook wel eens bij Voetbal international op de redactie geweest. Misschien vond hij het vervelend dat ik als journalist bij een voetbaltalkshow zo’n beetje dezelfde rol ben gaan spelen als hij. Ik lig er niet wakker van, Derksen maakt ook over Jack van Gelder verschrikkelijke opmerkingen, of over Tom Egbers. Uiteindelijk komt iedereen een keer aan de beurt.

Zou je bij hem aan tafel gaan zitten? Nooit, want dan zou ik me zeer ongemakkelijk voelen. Ik kijk er eerlijk gezegd ook echt niet naar. Ik denk dat ik een heel leuke middag met Derksen zou kunnen hebben hoor, maar ik hoef niet in zijn programma.

Jij ziet ook veel buitenlandse praatprogramma’s over voetbal, wat vind je van het niveau in Nederland? Er is een aantal heel goede ontwikkelingen, collega’s van ESPN hebben bijvoorbeeld een talkshow over voetbal tactiek, met een paar angry young men die heel analytisch kijken. Dat gaat steeds belangrijker worden. Als NOS-commentatoren hebben wij een abonnement op Wyscout, een grote database met beelden van alle voetballers ter wereld. Dat is heel handig, want als er bijvoorbeeld een nieuwe speler uit Argentinië komt, kunnen we hem alvast beoordelen. Ook belangrijk voor het WK dat eraan komt.

Daarover gesproken. We gaan nu naar een WK waarover onze eigen bondscoach, volkomen terecht, zegt dat hij het belachelijk vindt dat we ernaartoe gaan. Vind je dat jullie omroep een rol zou moeten spelen in de kritiek op Qatar als organiserend land? Het is een grote schande voor het voetballen dat het WK in Qatar wordt gespeeld, daar is iedereen het over eens. Maar dan is je volgende vraag: moet de NOS het WK boycotten?

Moet de NOS het WK boycotten? Daar ben ik dus niet voor. Wij zijn ook in Zuid-Afrika en Brazilië geweest, bij twee WK’s waarover je ook kunt zeggen dat dit niet echt de landen waren waar je een WK had moeten spelen. Er was aantoonbare armoede, die stadions van destijds staan inmiddels volledig te verkrotten. Toch vind ik dat verslaggevers moeten verslaggeven en zich daar niet aan moeten onttrekken. Als het noodzakelijk is moeten we ook over het randgebeuren berichten, zodat mensen thuis zelf kunnen beslissen wat ze daarvan vinden. Dat hoeven wij niet voor hen te doen.

Hebben jullie homo’s in de crew? Eh… Tja. Ik weet dat er iemand is die naar Qatar had gekund, maar al in een vroegtijdig stadium heeft gezegd dat hij liever in Hilversum blijft. En dat is prima. Ik vind het ook wel lastig, want ik heb een zoon en een dochter die allebei homoseksueel zijn, dus ik kan er over meepraten. Maar toch komt het niet in me op om niet te gaan. Ik ben niet verantwoordelijk voor hoe de mensen in dat land denken, ik ben er om een belangrijk evenement te verslaan.

Wat doen jullie als homo’s openlijk worden gediscrimineerd of nog erger? Dat zal hoogstwaarschijnlijk niet gebeuren. Ik ben er twee dagen voor de loting geweest, het was geen feestje, maar ik ga ervan uit dat de organisatoren die fout niet zullen maken. En als het wel zo is dan doen we daar natuurlijk uitgebreid verslag van.

Maakt Oranje in jouw optiek eigenlijk kans om het WK te winnen? Nou, ik denk dat we wel een bescheiden kans maken. We hebben een unieke bondscoach die juist bij zo’n groot toernooi het groepsgevoel weet te benadrukken, dat hebben we acht jaar geleden in Brazilië ook gezien. Ik denk dat we nu een nog betere generatie hebben dan toen, op papier zijn we sterker dan veel andere landen. We hebben een vrij gemakkelijke poule, waarin we eerste zouden kunnen worden. Historisch gezien plaatst het Nederlands elftal zich of niet voor een toernooi, of we eindigen heel hoog. Mijn inschatting is dat het WK gewonnen gaat worden door een niet-Europese ploeg, als Brazilië of Argentinië – zeker omdat het ook het laatste kunstje van Messi zal zijn – maar ik denk dat Oranje in ieder geval wel bij de laatste vier zal zitten. Dat klinkt toch best hoopvol.

CV

1960 Geboren in Alkmaar op 13 mei

1973·1979 Het Nieuwe Lyceum in Bilthoven

1979·1983 School voor Journalistiek in Utrecht

1982·1986 Verslaggever TROS

1986·1993 Verslaggever AVRO

1995 Samen met Jack van Gelder radiocommentaar bij de Champions league-finale Ajax – AC Milan.

1995·2002 ‘Head of reporting’ bij WK Producties, het bedrijf van Kees Jansma

2002·2003 Chef redactie Canal+

2003·heden Chef commentatoren NOS en voetbalcommentator

2014·heden Een van de vaste commentatoren bij Langs de lijn (over Oranje) en bij Studio Voetbal (over voetbal in het algemeen)

2018·heden Voetbalpodcast voor NPO Radio1

TV

‘Natuurlijk kijk ik krankzinnig veel sport en nieuws: Achtuurjournaal en Nieuwsuur. Superjammer dat DWDD er niet meer is. Netflix kijk ik niet zo vaak, hoewel in coronatijd meer. Peaky blinders heb ik met plezier gezien bijvoorbeeld. NPO Radio 2 luister ik graag, en ook NPO Radio 1, maar wel steeds minder. Ik ben niet onder de indruk van hoe die zender wordt gerund, dat moet toch beter kunnen? Qua muziek hou ik erg van Anouk, ik ga ook vaak naar concerten.’