Basta

De Volkskrant, 14 januari 2011

In Nederland valt seks met dieren alleen onder de noemer dierenmishandeling als er sprake is van genitale of anale penetratie van het dier. Wanneer een beest de penetrerende partij is wordt dit door de wetgever niet als mishandeling gezien, en er staat geen straf op. Ook het filmen van de handeling is niet verboden.

Het Zweedse bedrijf Private Företag gebruikt sinds kort deze maas in de Nederlandse wet voor de legale productie van dierenporno. Dat niet alleen: vanaf 1 februari aanstaande komt er vanuit Nederland een dierenpornokanaal op de satelliet Astra 3. Deze zender zal in heel West-Europa free-to-air zijn, wat wil zeggen zonder decoder te bekijken, iets wat met de huidige Brusselse regelgeving niet valt tegen te houden. De politiek heeft nog niet gereageerd, maar dierenorganisaties spreken hun bezorgdheid uit. Men vreest imagoschade voor ons land.

Tot zover dit bericht, dat overigens niet waar is. Het is een verzonnen verhaal dat schrijver Jeroen van Baaren en ik een paar jaar geleden bedachten voor een BNN-programma dat er nooit kwam. Komkommertijd zou het gaan heten: studenten van de School voor Journalistiek zouden gewapend met telefoons, computers en pseudoniemen de Nederlandse media tijdens de nieuwsluwe zomermaanden bestoken met nep berichten. Wat zou klakkeloos worden overgenomen? Hoeveel hoaxes, hypes en hysterie konden we veroorzaken, beginnend met die poema op de Veluwe?

Uiteindelijk kwam het programma er niet, omdat de zendercoördinator niet durfde of het geld van de netmanager op was. Gelukkig hebben ze in Vlaanderen meer lef en middelen. Afgelopen maandag zond de Belgische zender EEN de eerste aflevering uit van het nieuwe tv-programma Basta, waarin het vierkoppige cabaretgezelschap Neveneffecten de media en bedrijven koekjes van eigen deeg bakt.

Het veel besproken fragment waarin de jongens zich lieten opsluiten in een container voor de parkeeringang van het telecombedrijf Mobistar, was maar een onderdeel van die aflevering. Nog hilarischer waren de verzonnen persberichten van het fictieve onderzoeksbureau Data Driven, die door de Vlaamse media gretig werden overgenomen. Zogenaamde wetenschap over bijvoorbeeld het seksgedrag van kiezers, werd zonder enige controle voor waar aangenomen. Pas bij het zesde valse persbericht belde er een journalist van Het Belang van Limburg omdat hij de zaak niet vertrouwde.

Toen eenmaal bekend werd dat de nieuwsfeiten fake waren, was de verontwaardiging en de woede op de makers groot ‘Dit ondergraaft de geloofwaardigheid van alle journalisten’, schuimbekte iemand van de beroepsgroep. Dagblad De Morgen zei gisteren in een redactioneel commentaar: ‘Negeren [van dit soort ‘onderzoeksberichten’] is de beste optie, maar de drang naar kopij blijft te groot.’

En dat is het probleem. Redacties zeggen niet meer het budget te hebben om alles te kunnen verifiëren, waardoor wij als consumenten maar moeten hopen dat de berichten in de krant niet zijn verzonnen door grappenmakers.

Mijn voorstel zou zijn om redacties te dwingen hun werk goed te doen door de stroom valse persberichten enorm op te voeren. Met een laptop en een beetje fantasie kunnen lezers hun eigen al dan niet geloofwaardige onderzoeksresultaten gemakkelijk rondsturen. Ga er eens goed voor zitten! Verzin een griepepidemie. Bedenk hoe antirookbeleid goed is voor de longfunctie van baby’s. Hoe groter de stapel zogenaamde nieuwsfeiten, hoe beter er door de media moet worden gecontroleerd. Ik ben voor participerende nepjournalistiek.