Beliebers

de Volkskrant, 29 maart 2011

Een paar maanden geleden hing de kamer van mijn 11-jarige dochter plotseling vol posters van een jongetje met een opvallend bleek snuitje en een langharige marmot op zijn hoofd. ‘Wie is die koleirelijer?’ vroeg ik, als een echo van de guitige vraag die mijn vader ooit stelde toen hij op mijn jongenskamer posters zag hangen van KISS, Queen en ELO.

‘Pappa! Dat is Justin Bieber,’ zei mijn dochter verontwaardigd, geschokt door mijn wereldvreerndheid. Mijn vrouw vulde aan: ‘De zanger aan wie ze vorig jaar nog een hekel had, maar op wie ze inmiddels verliefd is.’

‘Helemaal niet verliefd,’ riep mij dochter, ‘maar ik vind hem wel heel schattig. Al mijn vriendinnen vinden hem ook schattig.’

Mijn dochter is een zogenaamde belieber, ze heeft Justin op haar Hyves, volgt Justin op internet, spaart Justins foto’s, volgt Justins privéleven, en – o ja – Iuistert naar Justins muziek.

Ik keek naar het teerhartige zangertje, zijn bambi-huidje en kontjongerige oogopslag. Gods eigen knaapje. Om de gevoelens van mijn dochter te sparen slikte ik al mijn grappen over de fysieke manifestatie van het homogen maar in. Justin Bieber lijkt me verre van het type dat jonge meisjes in het verderf stuurt.

Iedere tijd zijn eigen meisjesidolen. Ik herinner me een concert dat het jongensbandje Take That (vijf Justin Biebers on coke) halverwege de jaren negentig in Nederland gaf. De Volkskrant plaatste een destijds schokkende foto van de uitzinnige meisjesmenigte die hun idolen kwamen toegillen ‘Robbie, l wanna suck your dick’ stond er op een bord dat een van de tienermeisjes omhoog hield. Nou ja, met haar Engels was in ieder geval niets mis..

In Bieber land worden geen dicks gesuckt, het is er lieflijk en schattig. Afgelopen vrijdag ging mijn dochter met haar vriendinnen naar Never Say Never, een 3D-film over het leven van de puistloze 17-jarige. Bijna astmatisch kwam ze terug uit de stad. Er waren alleen maar meisjes in de bioscoop (‘als een jongen Justin goed vindt moet het wel een homo zijn,’ had een van haar vriendinnen wereldwijs gezegd) en ze hadden als verrassing allemaal een doggybag gekregen met bieberiosa, hebbefoto’s en voordeelbonnen, een kleinood dat mijn dochter met haar leven zou verdedigen.

Tot haar grote verdriet kon ze niet mee naar het concert dat Bieber zondag gaf in Ahoy, omdat we dit weekend een familiefeest hadden in Groningen. Al haar vriendinnen gingen wel, waarover ze met Biebersiaanse vroomheid zei: ‘Ik ben echt heel erg blij voor hen.’

Gisterochtend liet mijn vrouw aan de ontbijttafel de recensie van het concert in de Volkskrant zien. Opgewekt begon mijn dochter aan het artikel, tot ze doorhad hoe negatief het was. Menno Pot schreef dat Bieber geen blijvertje is en hij gaf het optreden maar twee sterren.

‘Wat een ongelooflijke kutkrant!’ riep ze, waarna ze het V-katern boos van zich vandaan wierp.

‘Denk je dat Justin Bieber dat soort taal zou waarderen?’ deed ik een zwakke poging de zanger te transformeren tot educatieve boeman. Minachtend keek mijn dochter mij aan, en met een pittigheid die mij als vader het vertrouwen geeft dat ze die schattige christelijke cavia ooit heus zal ontgroeien, zei ze: ‘Ik denk dat Justin dat geen reet interesseert.’