De Volkskrant, 8 maart 2012
Het is bizar hoeveel vrije dagen die leerkrachten van tegenwoordig voor zichzelf weten te verzinnen. Studiedagen. Extra vakantiedagen. IJsvrij. Hittevrij. Zelfontplooiingsverlof. En van de week weer stakingsvrij. 50.000 leraren kwamen bij elkaar in de Amsterdamse Arena, niet eens voor extra salaris of nóg meer vrije dagen, maar voor het speciaal onderwijs. Het grootste probleem voor de ouders: wat in gódsnaam te doen met die kinderen? Dat kan toch nooit ónze verantwoordelijkheid zijn?
En daarom bedacht ik om mijn thuisblijvers dinsdag eens verplicht op Politiek24 naar het Tweede Kamerdebat over de onderwijsbezuinigingen te laten kijken. Dat zal ze leren. Dit alles onder het motto: ‘Politiek? Best belangrijk.’
Deze slagzin is uiteraard een verwijzing naar de meest lachwekkende overheidscampagne aller tijden. Medio vorig decennium probeerde de overheid Nederlandse burgers beter te betrekken bij de besluitvorming van de Europese Gemeenschap, door middel van spotjes en advertenties die als leuze hadden: ‘Europa? Best belangrijk’. Deze slogan kwam uit de koker van het communicatieorakel Ton Elias. De campagne, die uiteindelijk meer dan 4 miljoen euro kostte, werd stopgezet toen Nederland per referendum de Europese Grondwet afwees. Kortom, dat was dus nog eens nuttig besteed belastinggeld.
Dezelfde Ton Elias is inmiddels Kamerlid voor de VVD en sinds kort onderwijswoordvoerder. Voor wie het wetsvoorstel niet heeft gevolgd: het kabinet heeft bedacht om voor 250 miljoen euro een prestatiebeloning in te voeren, in de hoop dat meer ‘zorgleerlingen’ in het reguliere onderwijs terechtkomen in plaats van in het veel duurdere speciale onderwijs. Tegelijkertijd wil men echter ook 300 miljoen euro bezuinigen op onderwijs. Een scholier kan uitrekenen dat dit problemen geeft. Duizenden ambulante leraren moeten worden ontslagen, werkdruk neemt toe, klassen worden groter.
Elias is een van de pleitbezorgers van dit wetsvoorstel. Voor het Kamerdebat van dinsdag had hij de minister vooraf maar liefst vijftien schriftelijke vragen gesteld over de aangekondigde lerarenstaking. Vragen waarop hij de antwoorden zelf makkelijk had kunnen verzinnen, maar die voor de conservatief-liberale bühne toch even moesten worden gesteld.
Nu kost de beantwoording van een vraag aan het kabinet gemiddeld 3.750 euro, dus alleen al voor het antwoord op Elias’ eerste vraag (‘heeft de minister kennisgenomen van de situatie dat vele scholen hebben meegedeeld dat de school gesloten is tijdens de voorgenomen onderwijsstaking op dinsdag 6 maart 2012′) zou een extra leerkracht meer dan een maand lang hebben kunnen werken. Ik liet mijn kinderen uitrekenen hoeveel Elias’ Kamervragen de gemeenschap bij elkaar hadden gekost. 56.250 euro. Kortom, wederom nuttig besteed belastinggeld, waarvoor een docent een jaar lang aan het werk had gekund.
In het debat van dinsdag plengde Elias, onder zijn pak behangen met 28 rugtasjes, een bittere huilie-huilie over de stakende leerkrachten. ‘Zij vertellen tijdens de les, dus in hun klas, dat de VVD en de PVV het onderwijs kapotmaken’, zei hij met een woedende snik in zijn stem. Kinderen zouden volgens Elias ‘nerveus thuiskomen omdat hun leraren hun een ontoelaatbare kaalslag hebben voorgespiegeld’.
‘Is dat zo?’ vroeg ik mijn kinderen, maar die hadden nog niet geleerd wat een ontoelaatbare kaalslag betekent. En daarom heb ik dinsdag in arren moede de rol van docent maar eens tijdelijk op me genomen, want onderwijs is best belangrijk.