Binnenpretjes

Vara Gids 16, 18-24 april 2020

Coronacrisis: kijken we nu anders tv?

De hele tijd thuis. Verandert onze blik op de tv-programmering nu we noodgedwongen thuis zitten.

Televisiekijken in tijden van crisis, dat doet iets met een mens. Ronald Giphart, Robert Vuijsje en Marijn de Vries over koektv. Hans Kraay en Boer zoekt vrouw. Hieronder het stuk van Ronald Giphart.

De mythe over schrijvers is dat zij weinig televisiekijken. In vroeger tijden hoorde je als literator publiekelijk af te geven op wat Gerard Reve smalend de ‘verrekijk’ noemde, Gerrit Komrij de ’treurbuis’ en Jeroen Brouwers de ’telepipi’, Schrijvers haalden hun neus op voor het debiliserende televisieaanbod van quizzen, soaps en ander geestdodend amusement. Ik moet bekennen dat ik dit romantisch-snobistische idee zelf ook jarenlang heb aangehangen. Meer dan een decennium heb ik geen televisie in mijn woning gehad, tot mijn vrouwen ik een kindje kregen -en kinderen kijken graag tv – en we ons in alle redelijkheid niet meer hoefden te verzetten tegen de aanschaf van een toestel (eerst zo’n guitig vierkant instapmodelletje en sinds een paar jaar zo’n half sportveld aan onze muur).

Ondertussen had ik van veel jongere collega’s begrepen dat zij zich wel degelijk heerlijk konden verliezen in het tv-aanbod, iets wat ze overigens niet snel openlijk zouden toegeven. Omdat ik voor de VARAgids weleens iemand mag interviewen, word ik geacht te vragen naar kijkgedrag van al die beroemdheden. Vrijwel zonder uitzondering zeggen de geïnterviewden, vaak met een bijna trotse ondertoon, ‘eigenlijk bijna geen tv te kijken’.

Regelmatig voor de buis hangen wordt door velen blijkbaar toch nog steeds als niet erg hoogstaand gezien. En dit geldt overigens niet alleen voor artistieke types, want een paar jaar geleden werd mensen in een wetenschappelijk onderzoek de vraag gesteld of zij van zichzelf dachten meer of minder dan gemiddeld tv te kijken. De meerderheid van de mensen antwoordde ‘minder dan gemiddeld’ voor de buis te zitten. Tja, een realistisch televisiekijkzelfbeeld hebben we dan toch niet.

Want Nederlanders zitten volgens het jaarrapport 2019 van de Stichting Kijkonderzoek gemiddeld 22,4 uur voor een televisiescherm, waarmee wij volgens een in 1987 door socioloog Paulus Vierkant opgestelde typologische onderverdeling moeten worden gerekend tot de hoogste categorie van ‘zeer zware kijkers’. En in tijden van zelfquarantaine en thuisisolatie zal ons bovenmatige tv-kijkgedrag nog meer toenemen, zeker als kabelbedrijven en televisieaanbieders hun klanten gratis extra zenderpakketten aanbieden om deze moeilijke maanden makkelijker door te komen. Als schrijver hoop ik natuurlijk dat mensen zich niet alleen nestelen voor de buis, maar zich er ook toe kunnen zetten om af en toe met een boek in een hoek te kruipen – hoewel ik daar niet al te hypocriet over wil zijn, want zelf lukt het me ook niet altijd om langdurig bladzijden om te blijven slaan.

Ik ben – moet ik toegeven – door de crisis meer gaan tv-kijken dan lezen, wat te maken zal hebben met de ook bij mij knorrende honger naar nieuws en actualiteit, een behoefte die televisie nu eenmaal sneller bevredigt dan een vuistdik boek van een Japanse schrijver. Het is simpelweg lastig om in dit coronatijdperk geconcentreerd romans te verslinden, zonder niet regelmatig aandrang te voelen apps te checken of een tv-bulletin mee te pikken met de jongste cijfers over ic-opnamen en nieuwe besmettingen.

Zelf voor het binge-watchen van een gemiddelde Netflix-original kan ik in deze tijden weinig doorzettingsvermogen opbrengen, hoewel – om toch een tip te geven – het nieuwe seizoen van Ozark (een serie over een gezin dat noodgedwongen met financiële malversaties en maffiazaken te maken krijgt) weer erg meeslepend is.

Waarbij ik wel vaak blijf hangen zijn programma’s waarvan ik het bestaan eigenlijk niet kende. Mijn digitale aanbieder blijkt – pal naast de nieuwsvoorziening van BBC World – een Vlaamse kookzender in het pakker te hebben genaamd Njam! waar Gert VerhuIst van het voormalige kinderprogramma Samson & Gert samen met een kok iedere dag in een aangenaam stroperig tempo gerechten bereidt. Daar was ik dus zonder corona nooit achter gekomen.

Ook History Channel brengt een onnavolgbaar spelprogramma genaamd Forged in fire, waarin Amerikaanse amateur-smeden het tegen elkaar opnemen bij het maken van messen, hakbijlen en andere moordwapens. Verslavende niets-aan-de-hand-televisie, die kort genoeg duurt om daarna weer te zoeken naar coronanieuws en andere treurbuisellende.