Black Butterflies

De Volkskrant, 31 maart 2011

Vandaag gaat in 38 bioscopen Black Butterflies draaien, een Engelstalige film over het korte leven van de Afrikaanse dichteres Ingrid Jonker (1933-1965). In deze geheel in Zuid-Afrika opgenomen Nederlandse productie speelt Carice van Houten de hoofdrol en Rutger Hauer haar aartsconservatieve vader, de apartheidspoliticus Abraham Jonker.

Afgelopen dinsdag was er in Utrecht een voorvertoning voor ‘Vrienden van het Nederlands Filmfestival’, waar ook regisseur Paula van der Oest aanwezig was om te praten over de totstandkoming van de film en de fenomenale poëzie van Jonker. Na afloop vertelde ze dat ze het meest opziet tegen deze donderdagochtend. ‘Dan komen namelijk alle kranten met hun recensies, en dat baart me toch altijd weer zorgen.’

Een eerlijk en tegelijkertijd somber stemmend antwoord. Het is de eeuwenoude tragiek van kunstenmakers: jaren voorbereiding, liters zweet, containers geld en een lang pad met overwonnen beren… louter om op een druilerige donderdagochtend te worden gemangeld door de scherprechters van dienst, die in 500 woorden hun al dan niet vernietigende oordelen vellen, samengevat in 1 tot en met 5 idiote sterretjes.

Elders in dit katern staat wat de Volkskrant van Black Butterflies vindt. Ik hoop dat de angsten van Van der Oest niet zijn bewaarheid, hoewel ik een voorspelling kan doen over de bevindingen van de verzamelde beroepskijkers. Waarom is de voertaal Engels en niet Afrikaans, de taal waarin Ingrid Jonker haar gedichten schreef? Waar zijn de nuances? Waarom de inbreuken op historische feiten?

Laat me er – uit voorzorg – tegenover zetten hoe een nietprofessionele doorsneetoeschouwer als ik naar Black Butterflies heeft gekeken. Ik vond het een ontroerende, beklemmende en bij vlagen prachtige film. Niet vanwege het beeld van de Zuid-Afrikaanse literaire wereld anno de jaren 60, want dat kwam op me over als een geromantiseerde fantasievoorstelling zoals het lezerspubliek hoopt dat schrijvers en dichters met elkaar omgaan. Maar wel vanwege Carice van Houtens indrukwekkende portret van een hypergevoelige briljante opstandige weerbarstige dolende ziel.

We hebben allemaal Henk en Ingrid Jonkers in onze omgeving: onstuimige veeleisende onberekenbare onverzadigbare mensen die onze volledige aandacht en liefde verlangen, onze levens kortstondig overhoop gooien om daarna te verdwijnen als schepen in de nacht. Ingrid Jonker stond zichzelf geen aangenaam leven toe, ze had een verstoorde relatie met haar hartvochtige vader, werd verliefd op vele getrouwde mannen, raakte depressief, trok zich de politieke situatie in haar land persoonlijk aan en nam uiteindelijk een dramatische beslissing.

Black Butterflies is een film van tegenstellingen: dochter versus vader, minnares versus echtgenoot, kind versus volwassene, chaos versus regelmaat, individu versus groep, waanzin versus redelijkheid, jeugd versus ouderdom, vrijheid versus gevangenschap, zwart versus blank, liefde versus ongevoeligheid, de kracht van de taal versus de ongrijpbaarheden van het leven. En dat allemaal in één film!

Toen op het einde Nelson Mandela Ingrid Jonkers ontroerende gedicht Die kind citeerde, dat hij in 1994 voordroeg tijdens de eerste zitting van het eerste democratisch gekozen Zuid-Afrikaanse parlement, schoten de tranen mij in de ogen – iets wat ik met enige smuik aan Paula van der Oest vertelde. Waarom heb ik eigenlijk moeite om dat te vertellen, vroeg ik me later af. Vandaar hier zonder terughoudendheid: wat anderen verder over de film mogen beweren, mij raakte hij.