Rails Magazine Nummer 3 – maart 1998
Frans Haks – Een calculerende terriër
De Arbeiderspers, f 59,50
Qua vormgeving verschenen er de laatste tijd in Nederland erg mooie boeken, maar de kroon werd gespannen door De calculerende terriër – een dagboek over de moeizame bouw en opening van het bonbondoosje onder de vaderlandse musea: het Groninger Museum. Het dagboek werd bijgehouden door de extravagante oud-directeur Frans Haks.
Het boek is al even extravagant opgemaakt als een goudklomp met opdruk: het omslag en alle randen zijn goudkleurig (deze opdruk is overigens betaald door de Mondriaan Stichting). De pers leek eigenlijk niet goed raad te weten met dit dagboek, omdat het een fel, soms venijnig, grappig, hard, gemeen, raak, eerlijk en spannend verslag is van een mondain museum in een provinciaalse stad. Men ging nauwelijks in op de fraaie literaire kwaliteiten, maar des te meer op het relgehalte. Haks schreef namelijk zo badinerend over het dikke achterwerk van koningin Beatrix en zo kwaadaardig over het bestuur van het Groninger Museum dat enkele kranten en tijdschriften hun bespreking van het boek liever besloten te gieten in de vorm van een spraakmakend interview. Haks zou ‘een egotripper’ zijn ‘die heerste als een verlicht despoot’. ‘Een vervelend mannetje,’ noemt de critica van het Algemeen Dagblad Haks. Toch geeft zij toe dat Haks op veel punten gelijk moet hebben gehad.
Hugo Claus – Onvoltooid verleden
De Bezige Bij, f 29,50
Een nieuwe roman van een toekomstig Nobelprijswinnaar (het is namelijk niet ondenkbaar dat Hugo Claus dit jaar de Zweedse genotsbokaal in de wacht zal slepen) is onvoorwaardelijk een hoogtepunt van het literaire aanbod. Onvoltooid verleden, dat eerder als feuilleton in De Morgen verscheen, is de opvolger van Claus’ gelauwerde roman De geruchten (Libris Literatuurprijs 1997).
De hoofdpersoon van de nieuwe roman is de ‘zotte’ broer van de hoofdpersoon uit de oude roman. In een spannend en opzwepend verhaal wordt langzaamaan duidelijk dat deze broer gewelddadiger is dan hij zich voordoet. Gruwelijke moorden en vermeend seksueel kindermolest zijn het gevolg. Deze thematiek doet de criticus van NRC Handelsblad uitroepen: ‘Als België niet al bestond, had Hugo Claus het uitgevonden. De corruptie en de machtswellust, de kindermoorden en de doofpotten, die hele broeierige sfeer van rottenis die de laatste jaren uit de Vlaamse kranten dampt, die zit ook in zijn werk (…). Zijn land is zich naar hem [Claus] gaan voegen.’ Hoezeer deze criticus ook onder de indruk is van het boek, toch stelt hij vast: ‘Wat Onvoltooid verleden wint aan duidelijkheid en actualiteit, verliest het op den duur aan literatuur. (Het) is een volvet en wellustig en wellicht profetisch boek dat je in één keer uitleest, maar als ik moet kiezen, dan toch De geruchten.’ De recensent van Het Parool sluit zich hierbij aan. ‘De geruchten heb ik regelmatig in flarden herlezen, puur vanwege de lustbeleving aan de· muzikale taal,’ schrijft hij zelf nogal krom, en voegt toe: ‘Ook in Onvoltooid verleden strooit Claus weer met prachtige zinnetjes.’ Maar: ‘Het meerstemmige maakte De geruchten voor mij tot een rijker boek dan z’n opvolger.’
Claudia Roden – De joodse keuken
Bzztôh, f 69,50
Vijftien jaar werkte de Egyptisch-joodse kookboekenschrijfster Claudia Roden aan een beschrijving van de internationale joodse kookkunst vanuit een persoonlijk perspectief. De pers was zeer onder de indruk van het eindproduct: De joodse keuken. In de VS en Engeland noemde men dit het definitieve boek over de grote stromingen binnen het joodse koken (te weten de noordelijke asjkenazische en de zuidelijke sefardische keuken). Ook Nederlandse culinaire critici waren zeer te spreken over Rodens werk. Het is vrij uitzonderlijk dat een kookboek door de serieuze pers in grote, lovende artikelen wordt binnengehaald. Hier en daar werden sommige gerechten zelfs nagekookt. Marjoleine de Vos van NRC Handelsblad schreef bijvoorbeeld over het gerecht ‘Brinjal Kasuandi’: ‘Ik moet bekennen dat mijn hart sneller gaat slaan bij zoiets en dat ik niet weet hoe snel ik naar de markt moet om aubergine en fenegriek aan te schaffen.’ Alle recensenten noemden de uiteenlopende verschillen in receptuur van de joodse keuken. Zo stelt het gereformeerde Nederlands Dagblad vast dat de joodse keuken een mengelmoes is ‘van overlevering-en-aanpassing, van oud-en-nieuw, van traditie-en-ontdekking en: van rekkelijken-en-preciezen!’ (die laatste twee termen komen uit het denkkader van iemand die voor het Nederlands Dagblad werkt). De recensent van deze krant raadt de Israëlische overheid aan een Hebreeuwse pocketuitgave te subsidiëren.
Koos van Zomeren – Sneeuw van Hem
De Arbeiderspers, f 39,90
Hoofdpersoon van de nieuwe dikke roman van Koos van Zomeren is de schrijver Thomas Hem, die zich terugtrekt op een berg om een boek te schrijven en de zelfmoord van de echtgenoot van zijn minnares te vergeten. De Van Zomeren-aholics zullen van deze nieuwe roman weer helemaal literair stoned en high raken. ‘Aan de orde komen de verschillen in bontheid van koeien, de “figuratie van steenbreek”, zinnen die buitelen als een stel staartmezen, “groenlingen, tapuiten, waterpiepers, enzovoort” – het is allemaal onmiskenbaar Van Zomeren: jubelt de criticus van Trouw, al voegt hij eraan toe: ‘Het enige wat daar af en toe aan stoort is het gezeur waarin Thomas Hem zich graag verliest.’ Ondanks dit gezeur noemt hij Sneeuw van Hem over het geheel genomen een geduldige, vasthoudende en fijnzinnige roman. Het Algemeen Dagblad is het hier mee eens (‘een rijke ideeënroman’), maar de recensent van Het Parool is behoorlijk kritischer. Dat de roman maar geen roman wil worden, luidt zijn kritiek, en dat het boek misschien nog het best beschouwd kan worden ‘als één lange column in de onderhoudende, echte vertellersstijl van Van Zomeren’.