Boekenporno

de Volkskrant, 15 maart 2011

Vanavond houdt het CPNB het Boekenbal, het jaarlijkse feestje voor 63 cameraploegen, 243 journalisten, 129 actrices, 78 politici, 58 cabaretiers, 5 schrijvers, 4 dichters en 926 dolgelukkige zaalvullers. Men heeft de hemelvaart van Harry Mulisch niet aangegrepen om een einde te maken aan de traditie, sterker nog, de editie van dit jaar zal die van de voorgaande jaren ongetwijfeld naar de kroon steken wat betreft alcoholische degeneratie en wangedrag van carnavaleske provincialen (met name uit Groningen).

Het meest valt te vrezen van de dichters: alles wijst erop dat her vanavond In de Amsterdamse Stadsschouwburg mis zal gaan. De voortekenen zijn dreigend, want de afgelopen weken was het weer eens ouderwetsch hommelesch in poëzieland, schermutselingen die onterecht werden ondergesneeuwd door de gebeurtenissen in Libië en Japan.

Poëzie is balsem voor het leed van het leven, maar wie denkt dat liefhebbers van gedichten ingetogen beschaafde mensen zijn, kan zich niet ergerlijker vergissen. Zelf bezoek ik na het lezen van een prachtige contemplatieve dichtbundel vaak ter compensatie een poëziesite als www.contrabas.nl, om de overdonderende schoonheid van de regels in balans te brengen met kleinzielig gevit en afgunstige haarkloverij. Geen hartvochtiger en haatdragender lieden dan die uit de Nederlandstalige poëzie.

Vorige week werd dichtland opgeschrikt door een onbekende rijzende poëziester die in een column op Contrabas onderzocht of het uiterlijk van een nog onbekendere dichteres wel overeenkwam met haar poëtica. In haar bundel allitereert deze vrouw blijkbaar behoorlijk, waarop de onbekende rijzer op de auteursfoto van de dichteres twee ‘ietwat theatrale tepeltjes’ ontwaarde en vaststelde: ‘[Ze] heeft allitererende tietjes!’ Deze constatering riep 77 woedende reacties op, variërend van ‘ziek en misplaatst’ tot ‘als iemand zich zo tegen of over mijn vriendin of dochters uitlaat, gaat hij gestrekt’.

Frisse lieden, die versjesliefhebbers onder mekaar. Later vorige week liepen de schermutselingen helemaal uit de hand toen dichter en poëziebundelaar Gerrit Komrij over de hem onwelgevallige Vlaamse postmoderne dichter en poëziebundelaar Dirk van Bastelaere onthulde dat deze een paar jaar geleden zou hebben meegespeeld in een amateur-pornofilm.

Op zijn weblog publiceerde Komrij een link naar de vermeende opname, en ik moet zeggen: nooit meer zal ik naar porno kunnen kijken zonder aan Vlaamse dichters te denken. Op de beelden zien we twee mannen die een mevrouw in lingerie middels hun geslachtsdelen uitleggen dat poëzie ook een daad van bevestiging kan zijn.

Het was te voorspellen: de poëziewereld ontplofte. De Bastelaere werd uitgelachen, Komrij beschimpt en iedereen maakte ruzie met iedereen. Het kan niet anders dan dat Het Boekenbal hierdoor compleet uit de klauwen loopt. Dit zou her ideale scenario zijn: de kampen Komrij en De Bastelaere komen vanavond dreigend tegenover elkaar te staan om de knokkels van hun knuisten het akkefietje te laten beslechten, totdat duizend opgewonden nameloze provincialen als vredesduiven tussen hen door beginnen te cirkelen, waarna alle vechtersbazen en boekliefhebbers zich – wellustig door alcohol – aan elkaar beginnen te vergrijpen (‘make books, not war‘) en al die cameraploegen de enorme gangbang van de Nederlandse literatuur en de weemoed die des avonds komt voor altijd vastleggen.