Bomb! Osama! Allah akbar!

Algemeen Dagblad, 6 december 2005

Amerikanen luisteren gesprekken af op woorden als bomb. Vanmorgen dagdroomde ik onder de douche een paar verhaallijnen bij elkaar.

Met collega Goossens heb ik het spelletje dat we tijdens onze telefoongesprekken (waarin we voor AD-lezers de toestand in de wereld diepgravend bespreken, om maar in godsnaam niet aan het werk te hoeven) af en toe lukraak woorden als ‘bomb’, ‘Osama bin Laden’ en ‘Allah akbar!‘ laten vallen. Dit omdat de Amerikanen een immens internationaal afluisternetwerk hebben, genaamd Echelon, waarmee ze met 55.000 medewerkers en 120 satellieten zo’n beetje alles op communicatiegebied controleren: e-mails, sms’jes en vooral gesprekken die met mobiele telefoons worden gevoerd. Hierbij zijn ze speciaal geïnteresseerd in mogelijke terroristische verbanden. Als Goossens en ik maar vaak genoeg allah-akbarren, gaat er in Amerika vast wel ergens een alarmbel af, fantaseren we. Ik douchedroomde hierover, en daarna dwaalden mijn gedachten naar hoe je als 26-jarige in je slaap kunt sterven. Wat nu als ik onverwacht een hartaanval zou krijgen, en dat de AIVD er – omdat Echelon me al die tijd afluisterde – achterkomt dat ik in het geheim lid blijk te zijn geweest van een of andere islamitische terreurcel? Er blijken in mijn kelder allemaal spullen te hebben gelegen waarmee ik (na toevoeging van dynamiet en een ontstekingsmechanisme) gemakkelijk bommen zou hebben kunnen maken. ‘Overdag was hij schrijver,’ zal de AIVD naar buiten brengen, ’maar ’s nachts een gevaar voor de samenleving.’