Broekpersers

De Volkskrant, 31 januari 2012

Mijn werk heeft me gebracht naar een nieuwbouwhotel aan het centrum van een grote stad: een gebouw langs een bedrijventerrein, met uitzicht op grote uitvalswegen. Typisch een slaapplaats voor vertegenwoordigers, commerçanten en mensen op doortocht naar elders. Hoewel er aan dit hotel niets mankeert, zal het nooit een reisdoel op zich zijn. De mooiste hotels zijn een bestemming en geen tussenstop.

De kamer is strak en schoon, maar zielloos. Gele muren, witte lamellen, een designstoel, grijze vloerbedekking met een motief van zwarte streepjes. Her en der staan papieren displays. De vouchers van de ‘free wifi’ liggen bij de receptie. Er staat een A4-grote uitleg van het tv-systeem. Bij de receptie kunnen bezoekers – Iees ik – voor 21 euro een ‘mini bar-box’ bestellen met daarin een waterflacon, een flesje prosecco, een miniflesje wodka, cranberry juice en een biertje. Ik stel me de handelsreiziger voor die alles uit deze box opdrinkt. Uit professionele verveling inspecteer ik alle hoeken van de kamer. Er staat een Corby 3300, een apparaat dat mij niets zegt. Het ziet eruit als een staande plank met een klerenhanger. Met mijn free wifi google ik wat dit mag zijn. Het blijkt te gaan om een broekpers, eentje met een black ash effect finish. Geen idee wat een black ash effect finish is, noch wat de bedoeling mag zijn van een broekpers, behalve dat je er blijkbaar je broek in kan persen. Ik vraag me af of ik iemand ken die in hotelkamers zijn broeken perst.

Als experiment probeer ik mijn eigen broek tussen de twee planken te klemmen, maar op het moment dat het apparaat vreemde geluiden begint te maken druk ik toch maar op de uitknop (‘Hotel afgebrand wegens ondeugdelijk gebruikte broekpers’).

Ik kijk naar de twee eenpersoonsbedden die een halve meter van elkaar staan. De hamvraag voor iedere alleenreiziger die deze kamer betreedt: schuif ik de bedden aan elkaar, of ga ik slapen in een veredeld jongensbed?

Altijd wanneer ik in mijn eentje in een hotelkamer ben, denk ik aan een puberfilm die ik zag toen ik een jaar of 12 was. Titel en verhaal ben ik vergeten, het enige dat ik me herinner is een gesprek tussen de twee hoofdrolspelers die samen in het hotel werkten, zij als kamer-meisje, hij als bell boy.

In een scène raakten zij verzeild op dezelfde hotelkamer. De jongen vroeg zich af hoe vaak er daar ooit de liefde zou zijn bedreven, waarop het meisje voorstelde een logboek neer te leggen, zodat iedere gast kon opschrijven wat ze in de kamer hadden gedaan en zo de nieuwsgierigheid van latere gasten te bevredigen. Of althans, dat zei het meisje in mijn versie van de herinnering aan deze scène. Na hun fantasie vergrepen de jongen en het meisje zich uiteraard aan elkaar (off screen, het was een jongerenfilm).

De geschiedenis van de hotelkamer waar ik nu lig zal niet groots en meeslepend zijn, stel ik me voor. De kamer lijkt me te zakelijk voor liefdesparen, te klein voor call girls, te benepen voor buitenechtelijke rendez-voussen, zeker niet romantisch genoeg voor een huwelijksnacht. Deze kamer is voor broekpersers op doortocht, eenzaam in een jongensbed.