Daarwee

de Volkskrant, 15 augustus 2011

Het dagelijks leven begint vandaag. Althans in het deel van het land waar ik woon. En daarom worden we deze dag geplaagd door vukkunnuvuddu, verdriet om de vakantie die godsamme alweer voorbij is. Een ander woord is ‘daarwee’: het bijna fysieke gemis van niet meer dáár te zijn waar we de afgelopen weken in een zoete roes van lome vrijheid leefden, verlost van school, werk, praatprogramma’s, polariserende politici en de dagelijkse stroom internetleut. De overheersende vraag bij terugkomst: waarom zijn we in godsnaam niet dáár gebleven? (Het moge duidelijk zijn: ik zit vandaag in een vakanteiterugkeerzelfmedelijdengevoelsmodule.)

Het blijf een vreemde ervaring dat een paar willekeurige weken in Nederland zich in twee sluitspierbewegingen lijken te voltrekken, terwijl evenlange vakantieweken aanvoelen als een minstens drie maanden. En dit jaar lijkt het erger dan in andere seizoenen, is het alleen mijn indruk of gebeurde er afgelopen zomer in de wereld meer dan in voorgaande jaren?

Ben ik drie weken elders, blijkt bij terugkeer de honger in Afrika plotseling echt te schrijnen, heeft een zangeres zich doodgezopen, zijn de beurzen ingestort, staan er landen op omvallen, is Amerika gedegradeerd, Engeland leeggeplunderd, Noorwegen lamgeslagen door ontreddering, heeft Wesley Sneijder een tatoeage van een lachende cockerspaniël op zijn buik en lijkt de zon definitief uitgeweken naar en ander zonnestelsel.

Een onverwachte bijkomstigheid van de mogelijkheid om in het buitenland de Volkskrant op iPad binnen te halen, is dat de traditionele worstelwedstrijd met de enorme stapel kranten bij thuiskomst inboet aan plezier. Het is het jaarlijkse overgangsritueel tussen vakantie en het naderende normale bestaan: het bijlezen van het nieuws en de nieuwtjes.

Rutte’s creatieve rekenmethodes, Mariko’s hormonaal bepaalde beoordelingsvermogen, luchtpistoolschoten op de A13, prehistorische voetstappen in Nijmegen, kleuterpierwaaien in IJmuiden, aanspoelende bruinvissen, de opleving van Feyenoord: louter wetenswaardigheden die ik niet had willen missen, al zullen ze me over een jaar helemaal niets meer zeggen.

Het mafste berichtje van de afgelopen week was het vermoeden dat de Noorse moordenaar Anders Breivik – de man islamkritiek in zo’n vervelend daglicht plaatste – coördinaten in zijn internetmanifest zou hebben verborgen die verwijzen naar plekken in Europa. Een van die ‘gps-getallen’ zouden volgens de onderzoekers leiden naar theatercafé de Bastaard in Utrecht. De Bastáárd?

Zo komt het wereldnieuws wel erg dichtbij, want de Bastaard is al een jaar of twintig mijn stamcafé (zoals je kinderen altijd je kinderen blijven en je club je club, zo zal je stamcafé tot de laatste druppel je stamcafé zijn, zelfs al kom je er nog maar zes keer per jaar, waar dat vroeger zes uur per dag was).

Wat heeft Anders Breivik met mijn Bastaard? Het café aan het Jansveld is van oudsher een broedplaats van volstrekt ongevaarlijke en lievige muzikanten, dichters (Ingmar – o God, is dat een Scandinavische naam? – Heytze), schrijvers, theatermakers en andere bleekneuzige kunstsubsidie-types. Zou de Noorse lafaard er aan de toog hebben gezeten? Hebben we er ooit gediscussieerd over Middeleeuwse ridderordes? Is de Bastaard een of ander doelwit? Of gaat het om ‘ongelooflijk opgeblazen onzin’, zoals kroegbaas Arnold de kwestie typeert.

Misschien moet ik daar deze week maar aan mijn vaste toog eens een glas op nemen, al was het alleen maar om tegelijkertijd ook mijn vukkunnuvuddu en daarwee te verdrinken.