De grote brand

De Volkskrant, 1 september 2008

Wat deed u op 13 mei 2008? Die dag verwoestte een felle brand een gebouw van de faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit in Delft. Het was de tweede keer sinds 10 juli 1584 dat er weer eens wat groots gebeurde in de Zuid-Hollandse stad. Dit keer was het geen Franse fanaticus die een geïmporteerde carrièreprins elimineerde, of een autodidactische onderzoeker die als eerste mens op aarde rare visjes met staartjes zag in menselijk ejaculaat, maar een koffiezetapparaat dat kortsluiting veroorzaakte dankzij een geknapte waterleiding. Het toeval wilde dat Martin Bril, Bart Chabot en ik die dag moesten optreden in theater de Veste, aan de rand van de historische binnenstad.

13 mei jongstleden was een heerlijk warme dag (de voorzomers zijn tegenwoordig aangenamer dan de herfstbuien in augustus, misschien dat de vakantiespreidingscommissie daar eens rekening mee kan houden). Om de dagelijkse files voor te zijn, vertrok ik vroeg in de middag richting het theater. In de buurt van Bodegraven was vanaf de A12 een zwarte rookpluim aan de einder zichtbaar. Dit gaf me vreemd genoeg een ouderwets Hollandsch gevoel. Daar, in de verte, stond Delft in brand, net als bijvoorbeeld was gebeurd in 1536, toen een groot deel van de stad werd verwoest. Hoe lang zou het in die jaren hebben geduurd voor ze in Gouda hoorden dat het om Delft ging en niet om Vlaardingen of Rotterdam? In onze huidige tijd kon ik de brand live volgen op twee radiostations. Er was niemand gewond geraakt. Veel studenten waren bouwkundige werkstukken kwijtgeraakt in de vuurzee. Een studentenflat werd ontruimd. Er was instortingsgevaar, omdat de brand het hevigst was op het punt waar de draagconstructie zat (dat laatste klonk heel Delfts).

Na aankomst in de stad maakte ik een wandeling over de grachten. Aan het einde van de Oude Delft doemde de rookpluim van de brand op, en dat gaf een behoorlijk 9/11-gevoel, al leek de jeugdige bevolking van de stad zich hier weinig van aan te trekken. De terrassen zaten vol, het bier stroomde, Delft maakte zich op voor een kolkende zomer. Later die avond keken we in de artiestenfoyer naar de nieuwsbulletins. Dit was vlak voor het laatste reguliere optreden van De Grote Liefde, ons tweede theaterprogramma (we waren nog ongewis van het feit dat de reprise vanwege Brils lichamelijke ongemak zou worden afgelast). Mijn herinnering kan me bedriegen, maar volgens mij zagen we beelden waarop het gebouw van faculteit definitief instortte. ‘Het zou verboden moeten worden dat de symboliek je zo in de schoot wordt geworpen’, riep Chabot.

Een Japans spreekwoord luidt: we ontbijten op de puinhopen van de aardbevingen van gisteren. 472 jaar na de brand die de stad grotendeels verwoestte, mogen we stellen dat Delft de gevolgen van deze klap te boven is gekomen. Ook de Oranjes hebben na de brute actie van Balthasar Gerards niet hun biezen gepakt en werpen nog steeds trouw om de zoveel jaar een nieuw soeverein staatshoofd. Het instorten van de faculteit Bouwkunde is misschien ook zo slecht nog niet geweest. Vandaag vindt in Delft de opening van het academisch jaar plaats. Dat doen ze er in tegenstelling tot andere universiteiten niet met chique toespraken voor ministeriële hotemetoten, maar met een vrolijke happening voor studenten. ‘Er waait een nieuwe energie door de gangen en iedereen die het voelt’, zei een medewerker toen ik het complex een tijdje terug bezocht. ‘Op de puinhopen van 13 mei gaat een nieuw gebouw herrijzen, als een feniks.’ Chabot had gelijk. Het zou verboden moeten worden dat symboliek zich zo opdringt.

Martin Bril keert voorlopig niet terug in de Volkskrant. Wel blijft werk van hem verschijnen op internet, zie vk.nl/bril.