Column stond in TRiV’ nummer 1, Augustus 2006
Mijn vriendin en ik zijn nu tien jaar bij elkaar. Volgens sommige wetenschappers is dat niet ongunstig, als het tenminste ons doel is om de rest van ons leven bij elkaar te blijven. Er is namelijk een kritische chemische fase in een relatie en die ligt op ongeveer vier jaar.
We hebben in onze hersens een natuurlijke apotheek, die al onze gedragingen en de invloeden van de buitenwereld begeleidt met passende stofjes, medicijnen, opkikkers en rustgevers. We zijn onze eigen dealers van de drugs uit ons eigen laboratorium, en dit is niet eens verboden! Soms maken we zelfs verdovende middelen voor anderen. Moeders voegen bijvoorbeeld lekkere stofjes aan de borstvoeding toe, om het kind te laten verlangen naar nog meer moederdope (een echt dealertrucje). Tegelijkertijd zijn deze stofjes ook bij de moeder zélf verantwoordelijk voor een staat van euforie en aanhankelijkheid; moeders maken zichzelf verslaafd aan de geur en het lichaampje van hun kind. Chemisch gezien is deze verslaving te vergelijken met de kick die cocaïne of heroïne geeft. De Engelse term hiervoor is ‘neural reward system’: de zelf aangemaakte drugs zorgen bij de moeders voor een krachtige schakel tussen ‘een plezierig gevoel’ en ‘de aanwezigheid van mijn baby’ (de zogenaamde ‘dopamine reward’). De aanblik van hun krijsende poepfabriekjes werkt als een xtc-pil, moeders zijn bereid de oorzaak van hun genot met hand en tand te beschermen en verdedigen. Het woord hiervoor is: moederliefde.
Volgens sommige wetenschappers is dit biochemische hersenfoefje om moeder en baby aan elkaar te binden door de evolutie geleend om ook man en vrouw aan elkaar te binden, althans bij sommige diersoorten. Bij erotische gevoelens en seksuele activiteit worden er in de hersens bepaalde stoffen aangemaakt, met erg on-sexy namen als vasopressine en fenylethylamine. Nu is er een groot verschil tussen in aanleg overwegend promiscue diersoorten en in aanleg overwegend monogame (waartoe ook de mens behoort). Vrolijk rond hopsende dieren hebben in de ‘dopamine reward region’ van hun hersens (zeg maar een gebruikersruimte) weinig plekken (receptoren) waar ze een shot vasopressine kunnen zetten, terwijl diersoorten die langdurig met één partner verkeren in dat hersengebied juist veel mogelijkheden hebben om high te worden. En deze high zorgt voor een wederom erg krachtige schakel tussen ‘een plezierig gevoel’ en ‘de aanwezigheid van een ander’. Oftewel: monogame dieren raken door erotische gevoelens en seksuele activiteit verslaafd aan degene voor wie ze deze gevoelens koesteren en met wie ze seks hebben. En zoals het ook met een harddrugsverslaving gaat: euforie, extase, obsessie en wanhoop wisselen elkaar in snel tempo af. Het woord hiervoor is: verliefdheid.
Je hebt steeds meer drugs nodig om eenzelfde kick te verkrijgen en op een gegeven moment kan de kick zijn uitgewerkt. Zo gaat dat nou eenmaal met verslavingen. In de liefde gebeurt dit na ongeveer vier jaar, als de dagelijkse behoefte fenylethylamine niet meer voldoet. Bij paren met een hechte band hebben de hersens dan – in veel gevallen – gezorgd voor vervangdrugs (onder andere oxytoxine), stoffen die zorgen voor een gevoel van rust en tederheid. Als de hersendealer deze afkickdrugs echter niet kan leveren, kunnen relaties uit elkaar spatten, en dat is precies wat geschiedt: de meeste scheidingen vinden plaats na vier jaar. Wie dus tien jaar bij elkaar is, heeft een gerede kans het nog langer vol te houden. Volgende maand wetenschappelijke recepten voor ‘eeuwige liefde’.