De informateurs – Deel 4

In 2006 schreef ik samen met Dylan van Eijkeren voor Esquire vier afleveringen van wat uiteindelijk een boek moest worden over de Tweede Kamer-verkiezingen. Maar toen kreeg ik een ziek kind en viel het kabinet. Het boek werd uitgesteld en later afbesteld. Die vier afleveringen staan nog altijd verlaten op onze computers. Voor de liefhebbers van politiek de komende tijd een tweede kans. Hier deel 4.

De informateurs – Deel 4

Den Haag, Perscentrum Nieuwspoort, dinsdag 4 juli 2006
Kwart voor elf ’s morgens. We zitten achter een kop koffie te wachten op Joost Eerdmans (LPF), het laatste Kamerlid dat we spreken voordat het gehele Binnenhof aftaait naar betere oorden. Eerdmans, aanhanger van de ‘regels zijn regels’ -kerk, is reeds een kwartuur te laat. De regel dat je op tijd
komt bij een afspraak geldt blijkbaar niet.

In de journalistensociëteit van het nieuwscentrum is het onwezenlijk rustig. Officieel is afgelopen donderdag het zomerreces ingegaan, maar door de val van Balkenende II en de reanimatie van Ruud Lubbers (die op zijn beurt het kabinet mag reanimeren) is er elders in het Binnenhof nog een beetje bedrijvigheid. De journalisten lijken allemaal al gevlogen (om eens een uitdrukking uit de jaren van Willem Drees senior (SDAP) te gebruiken).

Boze geesten beweren dat het twee maanden durende zomerreces van de Tweede Kamer één lange vakantie is. Men heeft ons vooralsnog niet kunnen overtuigen van het tegendeel. De etymologie van het woord ‘reces’ – toevluchtsoord, terugwijken, terugtrekken, wijken – doet vermoeden dat het ook helemaal niet om een vakantie gaat, maar om een (even de gordels vast): ‘heroriëntatie op de samenleving’. In vroeger tijden, toen parlementariërs nog met de postkoets en de trekschuit terug naar hun wingewesten en verre districten trokken, was het misschien verklaarbaar om twee maanden lang in afgelegen gebieden op de lauweren te rusten en de zinnen te laven; heden ten dage lijkt zulks achterhaald. De dagelijkse files bij het Prins Clausplein en eeuwigdurende vertragingen bij de Nederlandse Spoorwegen maken een tocht naar Den Haag er weliswaar niet soepeler op, maar dat kan toch geen excuus zijn? Twee lange maanden dobbert het land controleloos in een poel van ondemocratische besluitvorming, terwijl de Kamerleden in hun zwembaden poedelen.

O ja? En gebruiken de parlementariërs hun vakantie dan niet voor ‘maatschappelijke stages’ en contacten ‘in het veld’? Zeker wel, er zijn erbij die zich eens een middagje laten opsluiten in een cel, een broodje eten in een ziekenhuiskantine of een eindje meerijden met de bibliobus, wat hen weer een paar nuttige stukjes in de regionale krant (voor zover die nog bestaat) oplevert, zodat de Kamerleden bij hun herkandidering voor hun partijlijst kunnen schermen met ‘visualiteit in de pers’.

Voor ons, informateurs, is het reces echter een geschenk. Toen we ons in de afgelopen meimaand goedgemutst (om wederom eens een van de meest stupide woorden uit de Nederlandse taal te gebruiken) meldden in Den Haag met het onzalige plan om een jaar lang de aanloop naar de Tweede- Kamerverkiezingen in mei 2007 te volgen met als doel door koningin Beatrix te worden aangesteld als burgerinformateurs, konden we niet vermoeden dat het Kabinet zo snel naar z’n ratsmodee zou gaan.

Het gevolg van de schermutselingen rondom Rita Verdonk (VVD) is dat het zomerreces dit jaar anders zal zijn dan normale jaren: alle politieke partijen gaan zich in allerijl voorbereiden op de naderende verkiezingen van 22 november. Waar in Engeland verkiezingen binnen vier weken worden uitgeschreven en uitgevochten, heeft Nederland een halfjaar nodig om verkiezingsprogramma’s te schrijven, kandidaten te toetsen en andere, heel belangrijke dingen te doen. Wat komt zo’n zomerreces dan goed uit! Ongehinderd door de dagelijkse politieke beslommeringen kunnen campagneteams zich storten op de voorbereidingen, dobberend op een luchtbed in het zwembad, cocktails binnen handbereik.

En wat doen wij? Ook burgerinformateurs moeten recupereren. De rolverdeling is als volgt: Giphart – met twee kinderen, een hoogzwangere vrouwen honderdvijftig (150) kilo bagage – verlaat deze zomer het land niet. Als de ware familieman die hij is, neemt hij zijn gezin mee naar het Waddeneiland Schiermonnikoog, waar hij zijn vrouw zal vermaken door haar de hele dag door te vragen hoe het met haar buik is gesteld. Van Eijkeren, onbedoeld eeuwig als vrijgezel opererend, veracht zomervakanties – vakanties tout court – maar reist achtereenvolgens voor zijn werk naar de Franse hoofdstad Parijs, waar ook hij zijn buikje vol (sommigen zullen zeggen: nog voller) zal eten. Hierna verkast hij naar het verre Barcelona, waar hij een racecursus op het Circuit de Catalunya zal volgen, in verband met een ‘heroriëntatie op zijn slipvermogen.’ In geval van spoeddebat of constitutionele crisis kunnen de informateurs zodoende altijd binnen een halve dag terug zijn in Den Haag.

Ons plan is deze zomer eens lang, heel lang na te denken over de tyfoon die over Den Haag is getrokken, maar niet nadat we hebben gesproken met Joost Eerdmans, al wordt het het laatste wat we doen.

Perscentrum Nieuwspoort. 11.02 uur
‘Excuses dat ik te laat ben: roept Eerdmans, die – zwaaiend met een vel papier – op ons af komt gesneld. ‘Hier, het laatste nieuws!’

Giphart zucht. Van nieuws houdt hij niet, hij is de achtergrondenman. Van Eijkeren vraagt aan Eerdmans: ‘Het kabinet is gevallen?’

‘Nee: zegt Eerdmans fris van de lever, ‘Margot Kranenveldt is overgestapt naar de PvdA. Echt iets voor Wouter Bos, een beetje onze mensen losweken.’

Maar Eerdmans zelf zit ook niet erg vast, geeft hij toe. Elke dag kan hij uit de LPF stappen omdat hij samen met de Rotterdamse volksherder Marco Pastors een eigen partij zal beginnen.

Het is nog steeds drukkend leeg in Nieuwspoort. De enige andere aanwezige is Kai van der Linden, de man die maar liefst vier verkiezingen op rij verloor. Hij is nog steeds adviseur van Rita Verdonk, al is niet duidelijk waarom een nummer twee op een kieslijst een eigen, onafhankelijke adviseur nodig zou moeten hebben. Wij inviteren hem aan ons tafeltje, in de hoop dat hij en Eerdmans ter plekke regelen dat Verdonk zich bij de nieuwe partij van Pastors en Eerdmans zal aansluiten – en Nederland wederom onder een fortunistische revolte zal zuchten (niet voor niets heeft hun partij de omineuze werktitel N.L.M.P., wat staat voor Niet Lullen Maar Poetsen, kortom een club waar weer een hoop electorale ongein van valt te verwachten). Van der Linden bestelt een uitsmijter en in gedachten dopen we dit gesprek al ‘de uitsmijtertoenadering’.

We praten wat over hunnies en hennies, en de onmogelijkheid dat twee willekeurige, eerzame burgers als Giphart & Van Eijkeren ooit informateur kunnen worden (nee, dan liever een afgeserveerde katholieke retengraaier).

‘Waarom kom je niet bij de VVD?’ vraagt Van der Linden aan Eerdmans, als de ober hem zijn uitsmijter heeft gebracht. Op zich een opmerkelijke vraag, omdat Van der Linden geen VVD-lid is en ‘onafhankelijk’ voor Verdonk werkt. Zou de macht van Verdonk wellicht zo groot zijn dat zij de kieslijst van de VVD kan bepalen?

‘Waarom komt Verdonk niet bij ons?’ riposteert Eerdmans, alert als een Pim. Kai van der Linden kauwt minzaam op een stuk halfzachtgebakken eidooier (in de verfilming van deze scène horen we een succulent, plakkerig geluid). ‘Dat gaat zeker niet gebeuren: zegt hij, enigmatisch glimlachend.

Journalistenkantine, een half uur later
‘Dat gaat zeker wél gebeuren: zegt Rutger van Santen, de pater politicas van de Nederlandse parlementaire journalistiek (hij werkt voor de Wereldomroep en is voorzitter van de Parlementaire Persvereniging, een
eerbiedwaardig instituut waarvan Giphart & Van Eijkeren direct na hun Haags aantreden lid zijn geworden – à slechts 16 euro, maar dan heb je ook helemaal niets). Buiten is het 31 graden Celsius, in de journalistenkantine

houdt een eenzame airco moedig stand tegen de aanzwellende hitte. Terwijl Giphart belt met zijn hoogzwangere eega, praat Van Eijkeren met routinier Van Santen over onze ontmoeting met Eerdmans en Van der Linden (al omgedoopt tot ‘het mislukte uitsmijteroverleg’). Met de meewarigheid van een oudgediende haalt Van Santen zijn schouders op.

‘Dylan,’ zegt hij vaderlijk tegen Van Eijkeren, ‘natuurlijk stapt Rita uit de VVD. Ze wacht op het juiste moment. Ze wordt voortdurend aangevallen door de kopstukken binnen haar eigen partij, en er is onenigheid over de kieslijst. En dat terwijl Eerdmans en Pastors op haar zitten te wachten. Ze heeft een enorm electoraal potentieel en die troef zal ze zeker willen uitspelen. Mijn inschatting is dat het binnen twee maanden duidelijk wordt.’

Als Giphart heeft opgehangen vraagt hij aan Van Santen of hij het een spannende situatie vindt.

‘Mwah,’ zegt Van Santen, ‘ik durf er wel een goede fles wijn onder te verwedden.’

Giphart, die bij een optreden wel eens een goede fles wijn cadeau krijgt, gaat prompt op het voorstel in.

‘Win jij vaak weddenschappen?’ vraagt Van Eijkeren ongerust aan Van Santen. Gipharts goede flessen wijn gaan meestal linea recta naar Van Eijkeren.

‘Nou, mijn moyenne is fifty-fifty,’ antwoordt Van Santen.

(‘Fifty-fifty!’ schampert even later een anonieme bron – we hebben beloofd dat we geen anonieme bronnen meer zouden opvoeren, maar voor Frits Wester maken we graag een uitzondering: ‘Noemde hij dát zijn gemiddelde? Luister, wedden met Rutger is kat in het bakkie. Rutger heeft nog nooit een weddenschap gewonnen, maar wel de halve Languedoc al verloren.’)

En zo vertrekken Giphart & Van Eijkeren met een droef gemoed uit een demissionair Den Haag, om er twee lange maanden niet terug te keren. Wat zal de toekomst bieden?

Maakt Verdonk de overstap, zoals Eerdmans suggereert? Werkt Wouter Bos met het oog op de verkiezingen aan het belangrijkste inhoudelijke punt van de PvdA (zijn ‘lekkere kontje’)? Raken we eindelijkeindelijkeindelijk verlost van Laurens-Jan Brinkhorst?

Gaat Balkenende doorregeren met wat-er-nog-over-is-van-de-LPF?

In een gloeiend hete auto bij de file op het Prins Clausplein horen we op de radio dat informateur Lubbers bekend heeft gemaakt dat Jan Peter Balkenende formateur wordt van Balkenende III.

‘Balkenende! Godsamme, waarom hebben wij dat niet bedacht?’ zegt Van Eijkeren.

Lauwersoog, vrijdag 7 juli
Giphart zit nog niet op Schiermonnikoog of VVD’er Atzo Nicolaï (de man die op vernuftige wijze als staatssecretaris van Europese zaken heel Europa in het verderf wist te storten door een simpel referendum als het directe vervolg op de Tweede Wereldoorlog te presenteren – ‘de grondwet beschermt ons tegen de volgende holocaust’) wordt benoemd tot minister voor Bestuurlijke vernieuwing en Koninkrijksrelaties. Haags adagium: hoe slechter je presteert, hoe hoger je beloning.

Giphart, die zijn GroenLinks-proof gezinsauto parkeert bij de veerboot in Lauwersoog, ziet op het schermpje van zijn VVD-proof Nokia 9300i dat informateur Van Eijkeren belt. De afgelopen maanden was het steeds Van Eijkeren die in politieke noodsituaties werd teruggeroepen van studiereizen in landen als Griekenland en Polen; nu is Giphart aan de beurt.

‘Kom direct terug!’ begint Van Eijkeren gehaast, nadat Giphart heeft opgenomen.

‘Er begint zo dadelijk een debat over de regeringsverklaring van Balkenende III en mijn informanten zeggen dat er subiet een motie van afkeuring volgt. Daar moeten we bij zijn.

Ik zie je over twee uur op de perstribune!

Balkenende III gaat vallen voordat het überhaupt begon! Há!’

Abrupt hangt hij op, Giphart in stupefactie achterlatend. Tien seconden later verschijnt er op Gipharts mobieltje een sms met de tekst: ‘Geintje. Er gebeurt natuurlijk geen moer. Prettige vakantie.’

Schiermonnikoog, Hotel Graaf Bernstorff, zondag 9 juli
Hittegolf. Heel Nederland ligt op een strand te wapperen in Kluun en Noort, maar Giphart zit op een terras het via www.tweedekamer.nl gedownloade stenogram van de regeringsverklaringsvergadering te lezen.

Oók vermakelijke lectuur. Laten we een spelletje doen: een citaat selecteren en dan raden van wie het komt. Welk lekkere kontje zei bijvoorbeeld: ‘Het was niet de vertienvoudiging van het aantal voedselbanken waar het kabinet over viel, het was niet de desinformatie over de oorlog in Irak waar dit kabinet over viel, het waren niet de 26.000 gezichten of de 370.000 kinderen die in armoede opgroeien of de 430.000 werklozen of de miljoen huishoudens die er bij de introductie van de nieuwe zorgverzekering toch op achteruitgingen. Was het wel een van die redenen geweest, dan was dat wel uit te leggen. Maar nee, het was één paspoort, van een van de eigen mensen, dat zoveel consternatie veroorzaakte dat een web van leugens gesponnen moest worden om maar op het pluche te kunnen blijven zitten’?

Parijs, diezelfde namiddag
Van Eijkeren wandelt naar brasserie Bofinger, bij de Bastille, en juist wanneer hij over wil steken, denkt hij Jelleke Veendendaal ook naar het beroemde restaurant te zien lopen. Allemachtig, achtervolgt het VVD-kanon hem soms?

Op het VVD-congres in Noordwijkerhout, twee maanden eerder, spraken Giphart & Van Eijkeren Jelleke Veenendaal voor het eerst. Het nijvere Kamerlid kandideerde zich als lijsttrekker, verloor volstrekt kansloos, maar hield de moed er in. In de Amsterdamse brasserie Dauphine, waarboven de redacties van Business News Radio en Het Financieele Dagblad huizen, liep Van Eijkeren eerst eenmaal, dan ten tweede male Veenendaal tegen haar steevast in guitige bungalowtentachtige gewaden gehulde lijf. Toeval?

Welnee. Veenendaal weet dat ze moet worden gezien op locaties waar plaats is voor een ontspannen praatje – en amateur Van Eijkeren belde na iedere ontmoeting met het VVD-coryfee opgewonden naar Giphart: ‘Ze zei dat ze misschien wel een hoge post buiten de politiek wil!’

Waarop Giphart wat korzelig reageerde: ‘Pas als ze jou wil tongen, wil ik de naam Veenendaal nog horen.’

Ook Ben Verwaaijen is een locatietalent.

De bestuursvoorzitter van British Telecom en opsteller van het VVD-verkiezingsprogramma was op het VVD-congres in Noordwijkerhout aanwezig, en we zagen hem daarna her en der als een eend uit het water opduiken. Zaten de informateurs op een terrasje in de Amsterdamse Eerste Van der Helststraat, zat Verwaaijen daar ook, gezellig aan een pilsje. Aten we een kroket in het Kamerrestaurant, genoot Verwaaijen naast ons van een bruine boterham met kaas en een flesje Vifit. We kenden Verwaaijen niet, maar raakten ons ondanks in zijn ban: deze man was overal! We zien hem nu al als de leider van het zakenkabinet Verwaaijen I dat medio 2009 met straffe doch rechtvaardige hand ons land zal regeren.

We willen maar zeggen: mensen met een goed gevoel voor locatie komen vanzelf in de aandacht en hebben een fikse streep voor op lijsttrekkers die het meest onaangename café van Noord-Holland verkiezen om zichzelf middenin een onverstaanbare herriebrij tot lijsttrekkerkandidaat te bombarderen (zoals Losseblouse van der Laan).

Schiermonnikoog, woensdag 12 juli
Een reces is bedoeld voor contemplatie, bezinning en introspectie. Wij gebruiken de tijd om orde te scheppen in de chaos van de afgelopen maanden. De ontwikkelingen gingen zo snel en het politieke bedrijf bleek zo verslavend, dat we nu rust moeten nemen om terug te kijken. Goethe zei ooit dat de waan van de dag de vergetelheid van de toekomst is (geen flauw idee of dit waar is, maar het is altijd goed om een zin te beginnen met ‘Goethe zei ooit dat.’), Goethe zei ooit dat geen gebouw dit zo goed demonstreert als het Binnenhof. Om ons voor te bereiden op onze moeilijke taak als burgerinformateur kregen wij twee weken voor de val van Balkenende II een rondleiding door de parlementsgebouwen.

De gids, Peter Meurs van de Dienst Communicatie, maakte er een stand up guide-tour van die een volle ochtend duurde. Van iedere denkbare gang, zaal en bezemkast kregen we de historische achtergrond te horen, die waren doordrenkt met anekdotes. Dat in het Torentje van Balkenende ooit de secretaris-generaal van de Inwendige Politie was gehuisvest (een voorloper van Rijkswaterstaat). Dat achter het oudste gedeelte van de Ridderzaal tussen circa 1500 en 1654 ’s lands eerste tennisbaan was gelegen (genoemd ‘De caetsbaan van de Prinsen van Oranje’, omdat prins Willem II en zijn zoon koning-stadhouder Willem III fervente tennisspelers waren). Dat raadspensionaris Johan de Witt en zijn broer Cornelis in de zomer van 1672 door het gepeupel – onder leiding van enkele predikanten uit naam van Jezus – werden gelyncht waarna hun lichamen uit elkaar werden gescheurd, een lot dat overigens ook griezelig dichtbij dat van Ad Melkert lag, op 6 mei 2003. Dat het huidige Nederland is ontstaan als voetnoot in een addendum van een besluit van een of ander congres in Wenen, anno 1815. Dat Koningin Wilhelmina stadhouder Prins Willem V ‘zoo’n misselijke vent’ vond.

Enzovoort. Het kan geen kwaad stil te staan bij het roemruchte verleden, want wat zal er over honderd jaar nog over deze periode in de vaderlandsche politiek bekend zijn?

Het falende bingobeleid? De wetgeving rondom fietszadels? De moord op Fortuyn?

De perikelen rondom Ayaan Hirsi Ali, de latere secretaris-generaal van de Verenigde Naties? De val van het kabinet Balkenende III? Het ministerschap van Atzo Nicolaï?

Parijs, donderdag 13 juli
Van Eijkeren zit onder een boom, in de schaduw, op het terras van het legendarische Café de la Mairie, naast de zowat even legendarische kerk Saint Sulpice. Drommen toeristen komen elke dag op de kerk af, zo weet Van Eijkeren, omdat de Saint Sulpice een hoofdrol speelt in De Da Vinci Code, de thriller van Dan Brown. Van Eijkeren drinkt een kop koffie (met een minibodempje Calvados van Père Magloire ernaast), en denkt terug aan de ontmoeting die de informateurs hadden met André Rouvoet. Die vond plaats in de Singelkerk, een schuilkerk aan de Amsterdamse Singel.

Giphart en Van Eijkeren zijn even godsdienstig als Barbapapa, maar André Rouvoet (ChristenUnie) is onze lievelingspoliticus.

Zijn redeneringen bevatten een onwrikbare logica, zijn gestalte is die van een ware Woerdenaar, zijn roeping zonneklaar. Maar praten met ons wilde hij niet, zo liet hij ons vorige maand per kortaffe e-mail weten, zodat we ons voornemen hem achterna te reizen door het land – om hem toch te kunnen zien, ruiken, voelen.

In de Singelkerk zagen we Rouvoet op 30 mei voor de eerste keer buiten het Kamergebouw, en het moet gezegd: hij maakt in een kerk minstens zo’n ferme indruk als in de Kamer. De Singelkerk is van origine een schuilkerk en bij Rouvoet zouden de burgerinformateurs wel durven onderduiken, stelden ze vast toen Rouvoet zijn verhaal vertelde, en zei: ‘Ik houd niet van het citeren van Bijbelteksten, maar zou ik een goed Christenpoliticus zijn als ik mij nooit door mijn inspiratie zou laten leiden?’ Giphart en Van Eijkeren keken elkaar onwetend aan. Rouvoet, vanaf het spreekgestoelte: ‘Ik ben vrolijk-orthodox.’

Van Eijkeren mopperde na een uurtje iets over ‘pijnlijke billen’, en ‘oudtestamentische kutstoeltjes’ en ‘leegloop van de kerk’, waar Giphart noteerde dat Rouvoet ‘met iedereen in debat’ zei te willen gaan. Behalve dan met ons.

We dronken na afloop en pétit comité een glas van het bloed Gods, waarna Rouvoet ons aanschoot, en in aanvulling op zijn e-mail zei: ‘Jullie snappen toch wel dat ik niet met jullie kán afspreken?’ Nee, bedachten we nadien, dat snappen wij eigenlijk niet. Ons lijkt het dat een democratische volksvertegenwoordiger zijn grootste fans best een interview kan gunnen.

Schiermonnikoog, donderdag 20 juli
Giphart zit op het terras van Graaf Bernstorff, achter een glas Pouilly- Fumé. De zon gaat onder, zachte wind ritselt door de bomen. Nederland wordt geteisterd door een hittegolf, maar op de Wadden is het aangenaam. Het reces begint eindelijk vruchten af te werpen: de wallen onder Gipharts ogen zijn geslonken en hij heeft zowaar een beetje kleur op zijn konen.

Maar dan. Er klinkt een succulent, plakkerig geluid. Waarom komt Giphart dat geluid zo bekend voor? Hij draait zijn hoofd in de richting van het geluid, en zit plotseling oog in oog met… Kai van der Linden. En direct komt alles terug. Balkenende III. Ayaan. Verdonk. Losseblouse. Het ministerschap van Atzo Nicolaï. Niet Lullen Maar Poetsen.

‘Hoe zit het nu met de overstap van Verdonk naar Pastors en Eerdmans?’ vraagt Giphart aan Van der Linden, in de hoop dat deze buiten Den Haag toeschietelijker zal blijken in het lekken van informatie.

‘Zeg jij het maar,’ zegt Van der Linden leep.

‘Nou, ik zal niet vertellen van wie het komt, maar Rutger van Santen beweert dat Verdonk overhoop ligt met de VVD-leidingen dat er gezeur is over de kieslijst. Zij gaat de overstap maken, daar durven mensen om te wedden.’

Van der Linden knikt. ‘Ik heb het haar ten sterkste afgeraden,’ zegt hij. Ten sterkste afgeraden. Dat klinkt toch een stuk wankeler dan ‘dat gaat zeker niet gebeuren’. Zou Van Santen zijn eerste weddenschap gaan winnen?

Kan de internationale politiek er dan niet even rekening mee houden dat Den Haag en Schiermonnikoog met reces zijn? Zo komen politici, onafhankelijke spindoktoren en informateurs toch nooit uitgerust thuis?

In Libanon heeft Hezbollah twee Israëlische soldaten ontvoerd, waarna het Israëlische leger Libanese stellingen heeft bestookt en het zuiden van Libanon binnen is getrokken met grondsoldaten. Er zijn veel burgerslachtoffers gevallen. Hezbollah stuurt honderden Fajr5-raketten naar Israël en Israël bombardeert woonwijken in Beiroet.

De Nederlandse politiek laat zich ondanks het reces niet onbetuigd en komt met een verbazingwekkend snelle stellingname.

Wat knap dat mensen zo snel hun hardvochtige mening klaar hebben. Hans van Baalen (VVD) kiest onvoorwaardelijk partij voor Israël. Het land moet zich kunnen verdedigen tegen terreur van Hamas en Hezbollah, meldt hij op zijn site. Bij een demonstratie van joodse organisaties (waar PvdA-europarlementariër Edith Mastenbroek werd weggefloten) houdt Van Baaien een vlammend betoog en kondigt hij aan zelf naar Israël te gaan om duidelijk te maken dat Nederland vierkant achter het land staat (hij schuimbekt er nog net niet bij dat Libanon wat hem betreft van de wereld kan worden gebombardeerd).

Diametraal hiertegenover staat Harry van Bommel (SP) die Israël juist de les leest.

‘Het land drijft de goeden en de kwaden in Libanon in elkaars armen,’ zegt hij in een interview. ‘Daar zou Israël toch rekening mee moeten houden. Ik zou zeggen: kijk uit.’

Nou, en réken maar dat de Knesset zich deze waarschuwende woorden aantrekt.

Een dag later
Giphart belt Van Eijkeren: ‘Je moet terugkomen. Er is een spoeddebat over Israël. Het is echt heelheelheel erg belangrijk dat Ben Bot, Hans van Baaien en Harry van Bommel daar hun mening over geven!’

Van Eijkeren, die nogal mat klinkt, vraagt zijn collega: ‘Waarom ga jij niet’?’

Giphart: ‘Ik zit vast op Schiermonnikoog. Vrouw, kinderen. Kai van der Linden.’

Van Eijkeren: ‘Nou, ik zit vast in Hötel de Crillon, in een hele leuke Française die haar Charles Jourdan-pumps overal bij aanhoudt.’ En zo komt het dat de informateurs het op twee na belangrijkste spoeddebat dat de Nederlandse parlementaire geschiedenis tijdens het zomerreces van 2006 zou kenmerken, zullen missen.

Parijs, dinsdag 1 augustus (of daaromtrent)
Toch blijft Van Eijkeren ook in het tropisch warme Parijs aan het werk. Want zo is hij.

Zijn motto luidt niet voor niks: ontspannen doe ik na mijn overlijden wel. Terwijl hij op een namiddag een glaasje rosé van Domaines Ott drinkt (stukje harde worst erbij) aan de rue Saint Antoine in de lanterfantbuurt Marais, denkt hij verder na over SP’er Harry van Bommel. Hij bleek een wonderlijke vent, die Van Bommel.

De informateurs aten met de SP’er bij Le Cirque, het met een Michelinster gedoteerde restaurant van Robert Kranenborg in Scheveningen. De kok schotelde die avond een speciaal voor de gelegenheid samengesteld
‘socialistisch menu’ voor. Dat impliceerde:

  1. als amuses drie seizoenprimeurs – soepje van ui, sushi van Hollandse nieuwe met haringkuit, nieuwe aardappel met spekpoeder,
  2. als voorgerecht een zeebaars sashimi gebakken met vadouvanolie waarbij krokante bloemkool met amandel,
  3. als tussengerecht gepocheerde schorpioenvis met wortelsaus, waarbij couscous, tuinboontjes en muntolie,
  4. als hoofdgerecht Baambrugs speenvarkenschouder gelakt waarbij aardappelpuree met citroen en gember,
  5. als toetje gekonfijte kersen met romige vanillerijst waarbij ijs van bittere amandelen.

Waarom bleek Van Bommel zo een wonderlijke kerel’? Nee, niet vanwege zijn Midden-Oostenstandpunten. Wel omdat hij geen druppel wijn bij zijn eten dronk. iets! O ja, natuurlijk waren er wijnen, want drankorgeltje tingelingeling zat ook aan tafel:

  1. eerstens was er een glas Veuve Cliquot Ponsardin, dan een
  2. Gewürtztraminer Südtirol 2003, St. Michael-Eppan, en dan wat
  3. Viognier de Pennautier 2005 uit de Vin de Pays d’Oc, waarna een
  4. Pinot Noir Main Divide 2003 uit Canterbury volgde, en tenslotte kwam er een fles
  5. Rivesaltes van Gérard Bertrand uit 1983op tafel.

Na afloop zei topkok Kranenborgtegen aanstaand informateur Van Eijkeren: ‘Als je naar Parijs gaat moetje in l’Atelier de Joël Robuchon gaan eten. Niet erg socialistisch, maar wel hét restaurant van de toekomst.’ En daarheen ging Van Eijkeren. Hij at er twaalf gangen, waarvan gang zeven een ei bleek. Dat ei – ‘oeuf cocotte et sa crème légère de girolIes’ – tja, dat was een ei dat zelfs zonder een succulent, plakkerig geluid de grootste misantroop even van de recessores zou verlossen.

Barcelona, zondag 6 augustus
Het Ritz-Carlton Arts ligt aan de Barcelonese haven en het belendende strand. Vanuit zijn suite op de 32ste verdieping staart Van Eijkeren, hangend in een loungestoel, over de Middellandse Zee terwijl hij rustig een San Miguelletje drinkt. De lucht trilt, en als Van Eijkeren beter kijkt, begint het hele beeld te golven. Is het de warmte’? Is het de optrekkende stress’? Welnee, het is de camera die de avonturen van de informateurs filmt.

Het beeld gaat de lucht in, maakt een reis van 1485 kilometer noordwestwaarts en landt in de haven van Rotterdam. Dat is Ineke Dezentjé Hamming- Blueminks vroegere werkterrein, waar de VVD’ster haar strijd tegen de piraten in de Golf van Malakka en voor de kust van Somalië aanvankelijk aanbond.

Toen we een maand eerder met Dezentjé – die we inmiddels onze vriendin Ineke mogen noemen – bij Kranenborg aten, vroegen we aan haar in oprechte verbazing of zeepiraterij wellicht niet wat ver van het Binnenhofbed was. ‘Ja,’ zei ze, om ons meteen ongelijk te geven: ‘Dat lijkt zo. Maar het zijn voor Nederland belangrijke handelsroutes. Ik kan het niet uitstaan dat de bemanning van Smitschepen daar met kogelvrije vesten moet rondvaren. Het is een serieus probleem.

In het najaar ga ik een conferentie over veiligheid op zee organiseren.’ Giphart & Van Eijkeren kregen van narigheid bijna geen hap meer door hun keel, die avond.

Scheveningen, maandag 7 augustus
En weer krijgt het beeld een zwieper, en daalt pas 31 kilometer noordwaarts in Scheveningen en landt bij een ander soort veiligheid op zee, in de belichaming van een niet-onaantrekkelijke badmeesteres hoog gezeten in een badmeesterstoel. De informateurs have landed; we zijn terug in Scheveningen. We spreken er met een staatssecretaris die zwanger is, al is ze bij lange na niet zo zwanger als de vrouw van Giphart, die dezer dagen ontstellend zwanger is.

Melanie Schultz van Haegen- Maas Geesteranus (VVD) wil ons gedurende anderhalf uur niet vertellen of ze al dan niet in de politiek blijft, en dat terwijl niemand meer terug lijkt te willen komen van reces: de zo immens verachte Kamervoorzitter Frans Weisglas (VVD) vertrekt uit Den Haag, staatssecretaris Clémence Ross (CDA) gaat (maar ze heeft een onuitwisbare indruk achtergelaten), de ministers Veerman (CDA), Dekker (VVD), De Geus (CDA), Hoogervorst (VVD) en Peijs (VVD) gaan, staatssecretaris Van Hoof (VVD) gaat, Medy en Losseblouse van der Laan (D66) gaan, Boris Dittrich
(D66) gaat, en de aanstaande informateurs denken: nu zullen wij toch onderhand wel eens worden gevraagd voor een topbaan in Den Haag’?

Zo te horen is er één die blijft: Melanie Schultz van Haegen -Maas Geesteranus, en met haar willen we best een rompkabinet je vormen. Ze lacht zo leuk!

De volgende dag slaat Van Eijkeren nietsvermoedend De Telegraaf op. Blijkt Melanie Schultz van Haegen- Maas Geesteranus ons voor te hebben gelogen. Ze stapt wél uit de politiek. Giphart & Van Eijkeren beseffen: we zijn weer thuis, thuis in het land waar iedereen in de politiek zich een bult liegt en waar wij, blije strijders, nog een hoop moeten leren.