De serverende Aap

MH Misset Horeca, 4 september 2015, Nummer 15

Sta me toe in mijn eerste bijdrage aan hét horecavakblad van Nederland een ode te brengen aan de ware Homo Horecavus. Ik denk namelijk dat het echt een aparte menssoort is. In mijn leven ben ik vele exemplaren tegengekomen van deze bijzondere species. Je herkent ‘De Serverende Aap’ als je er een tegenkomt, en ik weet ook dat ze elkaar direct herkennen. Zonder gekheid: evolutiebiologen hebben regelmatige kleine stukjes DNA gevonden die sommige mensen wel bezitten en anderen niet. Het zogenaamde ‘avonturiersgen’ is bijvoorbeeld zo’n stukje genetisch erfmateriaal dat wordt gevonden bij mensen die zonder scrupules de wereld in trekken. Wetenschappers ontdekten dat thuiszitters en angsthazen dit stukje DNA niet blijken te hebben.

Het zou een mooi wetenschappelijk onderzoek zijn om typische horecamensen eens te vergelijken met honderd willekeurige andere burgers, en te zien of er iets in de genen zit dat letterlijk voor horecaeigenschappen zorgt. En dan heb ik het over keihard werken, weinig verdienen, altijd denken vanuit de gast, een sociaal leven dat voor het overgrote deel bestaat uit collega’s en de grote moeite die koks, obers en anderen in de horeca hebben met het onderhouden van (liefdes-)relaties buiten het vak.

Zelf denk ik, als ik mijn eigen evolutiebioloog mag spelen, dat ik in aanleg het horecagen ook heb. Zes jaar heb ik als afwasser, ober, barman en kok gewerkt in verschillende zaken. Ooit stond ik voor de keuze of ik in de horeca zou blijven of schrijver zou worden. Een bevriende restaurantbaas (wat hij nog steeds is) bood me een vaste baan aan en stelde voor om op termijn samen een zaak te beginnen. Was ik op zijn aanbod ingegaan, dan was ik waarschijnlijk geen schrijver geworden en misschien ook nooit gevraagd voor deze column. Maar dan had ik mezelf wel een Homo Horecavus kunnen noemen.