Ronald Giphart de Volkskrant columns feuilleton

de Volkskrant – Giphart Feuilleton

Met inbreng van lezers schrijft Ronald Giphart een feuilleton voor het dagelijkse katern V van de Volkskrant, de afleveringen verschijnen daarna ook op Volkskrant.nl.

Feuilleton aflevering 1: Studentikoze inwijdingsrituelen

Door: Ronald Giphart −15/09/12, 20:59

Vandaag de eerste aflevering: Sapere Aude

Het bepalende moment in hun vriendschap vond plaats op donderdag 7 september 1995, om half zes ’s middags, ergens op een veld in een Veluws bos. Metterjaren is de gebeurtenis weggezakt in de nevelen van de tijd en het verhaal is door de betrokkenen groter, belangrijker en vooral nostalgischer gemaakt, maar feit is dat zich op dat tijdstip op die plek iets afspeelde dat hun levens blijvend heeft beïnvloed.

Bijna honderd studentes zaten in hun ontgroening van V.S.V.P., de Vrouwelijke Studenten Vereniging Phaedra. In de jaren dertig had dit meisjesdispuut zich losgemaakt van een gemengde corporale moedervereniging, om zelfstandig en zonder mannelijke bemoeizucht verder te gaan. De zinspreuk luidde sindsdien ‘Sapere Aude’, oftewel ‘heb de moed wijs te zijn’.*

Ooit waren studentikoze inwijdingsrituelen bedoeld om nieuwelingen in een groep een gevoel van esprit de corps bij te brengen. In 1995 kwam het er voor de novieten van Phaedra op neer dat zij door de ontgroeningscommissie tijdens de zogenaamde ‘buitenweek’ dagenlang werden afgezeken, gepest en op de proef gesteld.

Op het plein voor het sociëteitsgebouw Circe – vernoemd naar de mythische tovenares die mannen in varkens kon veranderen – hadden alle aankomende Phaedrieten hun sigaretten en zelfgemaakte lunchpakketten voor de komende week moeten inleveren. Lijdzaam hadden de onschuldige meisjes toegezien hoe honderden ouderejaars kwamen langsfietsen om er met hun boterhammen en sigaretten vandoor te gaan. Een ritueel dat al vijftig jaar bestond.

Traditioneel was ook de uitsluitend donkerblauwe of zwarte kledij. BH’s waren verboden en op het gebruik van make-up stond een publieke straf. Meteen na aankomst in de Veluwse bossen hadden de meisjes van hun ontgroensters een halve voetbal met een nummer erop gekregen. Hoofddeksels die ze de rest van de week te allen tijde moesten dragen, ook tijdens hun slaap.

Hun eigen namen mochten de meisjes gedurende de hele ontgroening niet meer gebruiken: ze moesten elkaar aanspreken met onzinnige spotnamen, die slechts vaag met hun eigen naam hadden te maken. Sanne Moens werd Vette Oen. Bibi Roskam werd Pisemmer. Frederique Severijn Vreetzwijn. Klaasje Binninga werd Kutje Binnengaan en Rosalie van Lokeren Ruftje Knoflook.

Dit laatste meisje moest als extra vernedering de hele kamptijd een touw met een knoflookstronk eraan dragen, een stankketting die zij niet af mocht doen. Haar troost was dat er ook meisjes rondliepen met een prei of een salami om hun hals.

Op het terrein stond een grote legertent, waar de aankomende Phaedrieten moesten slapen, eten en werken. Slapen zo kort mogelijk: ze werden opgehouden tot een uur of drie ’s nachts, om de volgende ochtend alweer om half zeven te worden gewekt met keiharde muziek.

Na een ontbijt van één boterham belegd met culinaire gruwelijkheden als marmite of tonijnsandwichspread moesten de meisjes in de tent ruggelings en zij aan zij zwijgend zwachtels breien voor het Rode Kruis. Hoewel er dus bijna niet gepraat mocht worden, waren er tijdens de eerste dagen wel groepjes meisjes die voorzichtig naar elkaar trokken. Vette Oen en Pisemmer zaten vaak met hun ruggen tegen elkaar, Kutje Binnengaan gaf in het geheim haar boterham met reuzel aan Vreetzwijn.

Vervelend vonden de aankomende Phaedrieten vooral het zogenaamde lullepotten. Terwijl de meisjes moesten breien in de centrale tent, gaf iemand van de leiding een draai aan een bingomachine. Wanneer het nummer van een balletje correspondeerde met het nummer op een van de halve voetballen, moest het betreffende meisje naar voren komen om zonder voorbereiding vijf minuten onafgebroken steekhoudend over een bepaald onderwerp te ouwehoeren. Dat lukte niemand, omdat alle meisjes voortdurend onderbroken werden door geschreeuw van de commissieleden. De druk werd soms zo ondraaglijk dat meisjes tijdens hun praatje overgaven of zelfs flauwvielen.

Nog ondraaglijker was de toiletgang. Er waren wel wc’s op het terrein, alleen mochten die slechts door de leiding worden gebruikt. De nuldejaars moesten hun gevoeg doen in greppels achter de tent, altijd gezamenlijk en altijd op een vaste tijd. Dat ging er niet zachtzinnig of intellectueel aan toe, ondanks het feit dat Phaedra de Godin is van de Goede Boodschap, aldus een grapje van de ontgroeningscommissie.

‘Het is schijttijd’, werd er omgeroepen. ‘Nu naar de strontgreppel, want straks mag je niet meer.’

Er was nog een bizarre regel die de meisjes parten speelde. De meisjes probeerden krampachtig niet naar elkaar te kijken, maar ook dit werd hen verboden.

‘Niet náást je kijken’, riepen de vrouwen van de kampleiding. ‘Vóór je kijken. Naar de poepende reet van dat stinkwijf voor je. Denk er eens aan als je binnenkort oud-Phaedrieten ontmoet: die hebben elkaar allemaal zien kakken.’

Op 7 september 1995 aan het eind van de middag ging het mis, uitgerekend na afloop van een gezamenlijk bezoek aan de greppel. Bij het verlaten van het latrineveld struikelde het meisje dat Ruftje Knoflook werd genoemd. Zij maakte een beweging waardoor ze de knoflook aan haar ketting per ongeluk los trok. Een lid van de ontgroeningscommissie gebood haar het bolgewas direct op te rapen en weer om haar hals te hangen. De knoflook had echter in viezigheid gelegen. Ruftje weigerde de opdracht.

Onmiddellijk werd ze amechtig uitgescholden, waarna ze van een van de ontgroensters een stevige duw kreeg. Ze ging onderuit midden in de volgescheten greppel. Prompt kwam er een ander commissielid aangerend. De twee ouderejaars met hun chique jasjes zorgden er samen voor dat Ruftje Knoflook niet kon opstaan. Ruftje verloor hierbij de halve voetbal op haar hoofd, een doodzonde.

‘Zie je nu wat je doet, kuthoer?’, zei een van de vrouwen. Dat was een verwensing die werkelijk nergens op sloeg. Wat had het meisje in haar leven gedaan om door haar onbekende leeftijdgenoten op een vreemd veld in een vreemde provincie te worden uitgemaakt voor iets dat ze pertinent niet was?

Even leek Ruftje roerloos in de greppel te liggen, hongerig, uitgedroogd, ongewassen, stinkend, zonder make-up, vermoeid en besmeurd met menselijke excrementen. Overgeefsel zat op haar zij, blubber op haar knieën, poep aan haar broek, de mouw van haar overhemd was doorweekt met pies.

‘En nu opstaan, godverdomme.’

Ze hoorde de ouderejaars tegen haar schreeuwen.

En ze schreeuwde iets terug. Een oerschreeuw.

‘Jullie zijn zelf kuthoeren.’

De uitroep bleef hangen als de geur van de aangebrande aardappels eerder die week (aardappels die de meisjes wel hadden moeten opeten). Ruftje had nog nooit zoiets geroepen en ze schrok ervan. De twee studentes van de noviciaatscommissie waren een paar seconden te verbouwereerd om te reageren.

‘Wat zei ze?’, zei de een uiteindelijk. De ander deed een paar stappen in de richting van het meisje. Ruftje kreeg een trap in haar zij, waardoor ze opnieuw onderuitging in de uitwerpselen. Toen ze weer omhoog wilde krabbelen, kreeg ze een tweede trap, tegen de achterkant van haar hoofd.

Vijf nuldejaars stonden vanaf een afstand toe te kijken.

‘Wat staan jullie daar? Doorlopen!’, riep een van de ontgroensters. En ze voegde eraan toe: ‘Hoeren!’

De meisjes keken elkaar aan. Een bepalend moment. Dus dit was het kweken van esprit de corps? Dus dit was teambuilding? Hier was het allemaal om te doen? Dus dit was de moed om wijs te zijn? Dit was het intellectuele sausje voor aperte onbeschaafdheid?

Onafgesproken renden ze plotseling met z’n allen op hun wreedaards toe. Zes wanhopige meisjes tegen twee volgevreten beulen. Het was geen partij. Er vielen klappen en de twee commissieleden werden zelf in de poepgreppel geduwd. Pisemmer hield een van de vrouwen vast, terwijl Vette Oen haar bij haar hoofd greep, om deze met volle kracht in een paar bij elkaar gespoelde drollen te drukken. Als een varken.

En met die wraakactie was het onvermijdelijk dat de ontgroening voor deze kleine groep eerstejaars voorbij was. 7 september 1995, half zes ’s middags. Een vriendschap voor het leven was geboren.

Feuilleton Giphart aflevering 2: De Joris van Spilbergen

Door: Ronald Giphart −29/09/12, 09:01

Met inbreng van lezers schrijft Ronald Giphart een feuilleton voor het dagelijkse katern V van de Volkskrant, de afleveringen verschijnen daarna ook op Volkskrant.nl. Vandaag aflevering 2: De jaren aan de ‘Jee van Es’ hebben de vijf studentes gevormd. Huishond Timmy werd er overreden.

In de zeventien jaar dat hun vriendschap bestaat, is er van de aanvankelijke groep van zes studentes maar één afgevallen, een wicht dat er schielijk voor koos zich in te schrijven voor een andere studentenvereniging, met een zo mogelijk nog zwaarder noviciaat. De rest van de meisjes is elkaar al die jaren blijven zien, al dekt dat woord hun omgang niet. Hun vriendschap was een zelfgekozen en nogal doorleefd zusterschap.

Wie er wanneer mee kwam, is niet meer te achterhalen, maar al snel na hun afgebroken ontgroening begonnen ze zichzelf ‘De Vijf’ te noemen, naar de jeugdboeken van Enid Blyton. The Famous Five. Ze vormden hun eigen kleine studentenvereniging, en dat deze groep soms tijdelijk uit meer of minder dan vijf vrouwen bestond, deed er niet toe. De Vijf werd een begrip bij de kringen waarin de meisjes cirkelden, kringen die – zonder dat de vrouwen zich hiervan overbewust waren – voor een groot deel werden bevolkt door elkaar beconcurrerende roedels jongens, later mannen.

In wisselende samenstellingen woonden de meisjes bij elkaar in huis of in elkaars buurt, ze kookten en aten samen, lazen dezelfde boeken, studeerden in de zelfde ruimte (al werden ze alle vijf voor iets anders opgeleid), deelden liefjes en leed, gingen samen naar kroegen en clubs (De Vijf maken het bont), vierden jaren achter elkaar gezamenlijk vakantie (De Vijf in een kampeerwagen) en voortdurend waren er momenten die het hadden verdiend nooit te worden vergeten (De Vijf en de vernevelde tijd).

Een paar jaar lang was er een stamhuis, gelegen in de Joris van Spilbergenstraat, door hun kliek vaak voor het gemak afgekort tot ‘Joris van Spilbergen’ en later tot ‘de Joris van Spilbergen’ of ‘de Jee van Es’. De jaren rond de Joris van Spilbergen hebben hen gevormd, al was het alleen maar door de gedeelde verantwoordelijkheid voor hun huishond Timmy, vernoemd naar een van de personages van Enid Blyton. Timmy was, net als het hondje uit de boeken, een lieve, dappere en trouwe bastaard die door de meisjes werd gekoesterd.

De Joris van Spilbergen werd een verzamelplaats, hostel, studiezaal, bibliotheek en vervangcafé. De Vijf gaven er huisfeesten, leesclubavonden en etentjes (De Vijf en het onverklaarbare mysterie van de veertien dagen durende allesvernietigende voedselvergiftiging) en ze vierden er Sinterklaas, Kerst en altijd Oud en Nieuw.

De jongens die in het huis bleven slapen en die ook vaker dan één keer mochten overnachten, begonnen met elkaar op te trekken, al kenden de meesten elkaar niet. Deze groep veranderde aanvankelijk regelmatig van samenstelling, dankzij de gemoedelijke vrijblijvendheden van het studentenleven in die jaren. Henry kwam. Henry ging. Karel kwam. Karel ging. Bram kwam. Bram bleef. En allemaal mee-eten. Er is wat voedsel verstrekt aan die knapen.

Toen aan het eind van hun studies Sanne, Bibi, Frederique, Klaasje en Rosalie allen waren bemand, zoals ze dat in hun groepsidiolect noemden, vormden hun grote liefdes na verloop van tijd een schaduw-Vijf. Deze groep was minder hecht, maar er ontstond na al die jaren ook onder de Vijfmannen doorleefde vriendschap. De jongens begonnen met elkaar op te trekken buiten hun beminden om.

De gesprekken in die tijd gingen over stages, banen, huizen, carrières, de wereld waarin hun kinderen zouden wonen. Het waren jaren dat de voorspoed gloorde en niemand angstig was voor crisis of wanbof. Na hun studies bleven de meesten aanvankelijk hangen in de stad, wachtend op de glorieuze toekomst die ze zichzelf hadden geschetst.

In 2000 overkwam de groep een tegenslag die de schaal van Richter niet deed uitslaan, maar vooral de meisjes droevig stemde: Timmy overleed na een aanrijding in de Joris van Spilbergenstraat. Een paar jongens van De Vijf had gevoetbald in de straat, waarbij Timmy de bal voortdurend wild blaffend achterna was gerend. Toen een geparkeerde auto plotseling optrok, kwam hij onder het plaatwerk. Na een minuut of tien zachtjes te hebben gekermd, overleed hij, omringd door al zijn bazinnen. Wat een liefde moet het hondje op het eind van zijn leven hebben gevoeld. Die avond heeft De Vijf plus aanhang het beest gezamenlijk begraven in de tuin van hun studentenhuis.

Deze gebeurtenis zou de aankondiging hebben kunnen zijn van het uiteenvallen van de groep, een naderende tijd van brouilles, bonjes en verbroken relaties. Zoals het meestal gaat met groepen: ze vallen uiteen. Men vertrekt naar elders, contacten nemen in aantal en hevigheid af en na verloop van jaren is er van het eens zo intense samenzijn niet meer over dan wat herinneringen, foto’s en schokkerige beelden van mensen met gedateerde kapsels.

Dit lot overkwam De Vijf niet, al waaiden ze inderdaad uit over het land. Twee jaar na de dood van hun huishond woonde alleen Sanne nog in hun voormalige universiteitsstad. Goddank voor het groepsgevoel was Sanne, na een korte omzwerving door wijken waar ze niet wilde wonen, weer terug in de Joris van Spilbergenstraat, niet in een studentenkamer, maar in een heel pand dit keer. Het huis, dat aan de andere kant van de straat lag, had ze gekocht met Bram, de aankomende kinderarts met wie ze inmiddels was getrouwd.

Samenwonen. Trouwen. In de hoogtijdagen van hun vriendschap hadden de meisjes er altijd lacherig over gedaan. Het zou zo’n vaart allemaal niet lopen. Maar zo’n vaart liep het allemaal wel. Sanne was niet eens de eerste die in het huwelijk was gestapt, al had zij wel een goede aanleiding: ze zou als eerste van de groep moeder worden.

Zou. De kinderkamer in de Joris van Spilbergenstraat was al ingericht en ze hadden al een naam voor de bewoner: Joep. Bij de bevalling bleek dat er iets niet goed was, een eufemisme voor een in de buik overleden kind. Misschien is de misgeboorte van Joep de uiteindelijke test voor De Vijf geweest. Hun vriendschap was al voor het leven, hun vriendschap bleek ook voor de dood. Uren, dagen, weken, maanden: de tijd dat Bibi, Frederique, Klaasje, Rosalie – en hun mannen – Sanne en Bram samen en ieder afzonderlijk hebben bijgestaan, valt niet op te tellen. De vrouwen hebben Sanne tot twee keer toe weggeplukt uit een café, waar ze bezopen en huilend aan de toog hing. Sanne schreef onlangs op een blog dat ze al een paar jaar bijhoudt, dat ze de dood van haar kind had overleefd dankzij de hulp van haar vriendinnen. ‘Er was op dat moment voor mij geen reden om niet op de grond te gaan liggen en nooit meer op te staan.’

We zijn ondertussen tien jaar na de dood van Joep. Sanne en Bram hebben nog twee kinderen gekregen, beide levend geboren, kinderen die hun ouders al jaren teisteren met een onvermoeibare levenslust. Ook de rest van De Vijf bleek vruchtbaar. Samen hebben de vriendinnen nu dertien kinderen en het einde lijkt vooralsnog niet in zicht.

Vergeleken met de dood van Joep zijn er, op wat zieke ouders na, voor de groep geen grote tegenslagen meer geweest, al is Rosalie onlangs gescheiden van haar man Pjotr – een gegeven dat ze zelf overigens niet als tegenslag beschouwt. Haar twee kinderen wonen bij haar, want Pjotr is sinds kort met zijn nieuwe, jongere, vriendin naar het Nieuw-Zeelandse Christchurch vertrokken (‘een stad die mij niet vaak genoeg door aardbevingen kan worden getroffen’, aldus Rosalie).

Inmiddels is het 30 december, ’s ochtends om kwart over acht. Op vijf plaatsen in het land maken vijf vrouwen en vier niet geheel uitgeslapen mannen zich op voor hun traditionele oudejaarsviering. De Vijf en het vuurwerk.

Feuilleton Giphart aflevering 3: De boot gemist

Door: Ronald Giphart −06/10/12, 07:48

Met inbreng van lezers schrijft Ronald Giphart een feuilleton voor het dagelijkse katern V van de Volkskrant, de afleveringen verschijnen daarna ook op Volkskrant.nl. Vandaag aflevering 3: Het zou een paar duizend euro hebben gekost, deze opname, maar wat een visueel spektakel.

Voor een prachtig shot zou een helikopter vanaf vliegveld Leeuwarden moeten opstijgen, om de vijf auto’s die Harlingen naderden in één panorama te vangen. De waterige winterzon over de polders met de ochtendnevel. Een zoom van het eiland Vlieland in de verte en dan een track over de drooggevallen Wadden naar het vasteland, waar vier families de Noord-Hollandse route naar de Friese havenplaats hadden gekozen, om vervolgens langs de Afsluitdijk richting Bolsward te gaan en de Espace van het gezin uit Zwolle te zoeken. Het zou een paar duizend euro hebben gekost, deze opname, maar wat een visueel spektakel.

In films is de zogenaamde parallelle montage een beproefde techniek om meerdere personages te introduceren. Four Weddings And A Funeral begon met de door elkaar gesneden ochtendrituelen van verschillende leden van een vriendenclub op de dag van het huwelijk van een van hen.

Eigenlijk een koud kunstje. Bij dit verhaal over gezinnen die Oudjaar gingen vieren op Vlieland had er makkelijk kunnen worden geschakeld tussen de vijf verschillende auto’s en de sfeer onder de inzittenden. In een van de cabines (die van een hilarisch grote Chevrolet Caprice) werd gezongen, in een andere (van een degelijke Volvo V70) keken de inzittenden daas naar het voorbijtrekkende landschap, in een derde (een maatschappelijk verantwoorde maar oerlelijke Toyota Prius) kibbelden de kinderen almaar over onzinnige onderwerpen, en in de mooi gerestaureerde Dodge A100 uit 1973 legde Frederique haar stiefzoon Hidde de beginselen van beeldmontage uit.

‘Maar Freek’, vroeg Hidde, ‘zou je vanuit die helikopter ook in onze auto kunnen filmen?’

‘Makkelijk’, zei Frederique.

‘Maar het geluid dan?’

‘Dat zouden we gewoon opnemen en er later onder monteren.’

Frederiques vader was cameraman. Toen zij tijdens haar studie Theaterwetenschappen stage bij een cultuurprogramma van de publieke omroep liep, liet de cameraman van een item-ploeg op een dag haar voor de lol zijn loodzware Sony vasthouden. Het shot dat Frederique, ook voor de lol, maakte was mooier en technisch beter dan de beelden van de man die haar zijn toestel had afgestaan. Een week na haar afstuderen nam het facilitaire bedrijf van haar vader Freek in dienst als cameraman of -vrouw of -mens of -dochter, of hoe men haar wilde noemen. Inmiddels is ze al jaren zelfstandig.

Ooit werkte ze samen met de tien jaar oudere tv-regisseur Pim aan het toenmalige programma Teruggevonden, over mensen die elkaar uit het oog zijn verloren. In Manilla zochten ze naar een geëmigreerde voormalige geliefde van een vrouw uit Barneveld. De ploeg bestond naast hen uit een presentator, een geluidsman, een productievrouw en een researcher.

Na een afmattende reis kwam het gezelschap tegen middernacht aan bij een hotel. Er bleken maar vijf kamers te zijn voor zes personen en er waren geen andere bedden meer beschikbaar. Het handigst zou het zijn geweest als Freek die nacht bij de productievrouw in bed was gestapt, maar die ging al vroeg slapen, terwijl de rest van de ontheemde crew nog de vertroosting van een pub zocht. De lokroep van de alcoholische roes won het bij Freek. Om drie uur ’s nachts stelde Pim haar voor dat ze bij hem de nacht zou doorbrengen, zodat ze de productievrouw niet wakker hoefde te kloppen.

Pim, een getrouwde man en vader van Hidde, zei dat hij zich galant zou gedragen. En dat deed hij, al legde hij tegen een uur of vijf slaperig – maar klaarwakker – zijn arm over Freeks middel. Frederique reageerde door haar arm op zijn zij te leggen.

De volgende ochtend maakten ze aan de ontbijttafel grapjes met de rest van de crew. Tv-business as usual. What happens in Manilla stays in Manilla. Een week later, op Schiphol, zei Pim bij het afscheid dat hij de nacht met haar zeer bijzonder had gevonden. Schertsend voegde hij eraan toe dat hij wel vaker naast haar wilde liggen.

‘Ik ook naast jou’, zei Frederique, in het geheel niet schertsend. ‘Maar dan moet eerst die trouwring af.’

Toen Pim haar aankeek, zei ze: ‘En dat bedoel ik niet alleen letterlijk.’

Vijf maanden later schoof Pim zijn trouwring definitief van zijn vinger en nog dezelfde week sliep hij naast Frederique. Inmiddels hebben ze samen twee kinderen, IJsbrand en Robine. Ze maakten met elkaar en ieder afzonderlijk nog vele buitenlandse tv-reizen.

Hidde was als 15-jarige de oudste van de twaalf kinderen die op Vlieland Oud & Nieuw gingen vieren. Hij wilde ook cameraman worden, althans dat was het voornemen van die week. De week ervoor was het nog deejay. De week daarvoor duikinstructeur, al zei hij eerst pornoacteur, maar zo snel dat niemand hem kon verstaan (wat? wàt?).

Onderweg naar Harlingen werd Hidde door Frederique ingewijd in de wereld van jumpcuts, scherptediepte, over-de-as-gaan en beauty shots. Toen de Dodge van Pim de haven van Harlingen naderde, zette Frederique de autoradio harder.

‘Dat is een oude montagewet’, zei ze. ‘Muziek komt altijd eerder dan beeld. Met muziek kondig je alvast een bepaalde emotie aan en breng je de kijkers in een stemming, en pas dan komen de beelden om het gevoel aan te vullen.’

En zo klonk Don’t You Forget About Me van de Simple Minds door de speakers van de Dodge, terwijl de auto de afgeladen parkeerplaats van de Harlingse haven naderde. De veerboot van Rederij Doeksen had op dat moment de kade al verlaten.

‘Dertien sms’jes, zeven whatsappjes, acht telefoontjes en vijf voicemails’, zei Pim, toen hij zijn telefoon checkte.

‘Zijn we te laat?’, vroeg IJsbrand in halve paniek. Het MS Tiger van rederij Doeksen schalde een zware hoorn.

Bij het veergebouw in de verte zagen ze de vier andere gezinnen, wachtend bij hun koffers. Een deel van de andere kinderen van de groep kwam uitgelaten hun richting uitrennen. Ze riepen van grote afstand dat het gezelschap dankzij hun de boot had gemist. Wat een avontuur.

Toen het gezin van Pim en Frederique de rest van De Vijf bereikte, werd er door de volwassenen voornamelijk gelachen om de toestand. Het missen van de veerboot zou later ongetwijfeld een mooi verhaal opleveren.

‘We stonden in de file, sorry’, riep Pim, die om de beurt de vrouwen zoende en de mannen een hand gaf. Hun uitje beleefde een slechte start, maar dat was geen reden om elkaar niet uitbundig te begroeten.

‘Waar dan?’, vroeg Bibi, die Frederique omhelsde.

‘Bij Utrecht’, zei Frederique.

Rosalie riep verbaasd dat zij ook langs Utrecht was gekomen en dat ze geen file had gezien.

‘Sorry jongens’, zei Pim nogmaals. ‘Maar waarom hebben jullie de boot niet genomen? Dan hadden wij wel een latere boot gepakt.’

Dit ontlokte ontzetting.

‘Omdat jij de tickets had!’, riep Klaasje, die het sowieso al onzinnig had gevonden dat Pim de toegangsbewijzen van te voren niet had rondgestuurd.

Pim knikte schuldbewust.

‘Er zit maar één ding op’, riep hij. ‘Volg mij.’

Kordaat zette hij een paar stevige passen in de richting van de vloothaven. De andere ouderparen keken hem verbaasd na, maar hun kinderen renden enthousiast naar hun reistassen om de achtervolging op Pim in te zetten. Schoorvoetend volgden ook de ouders.

Pim en Frederique liepen voorop en leidden hun gezelschap naar de historische bruine boten aan de kade.

Na vijf minuten stonden ze voor een oude klipper genaamd De Progressie. Een schippersvrouw wachtte het gezelschap op. De huid van haar gezicht was minder getaand dan de zeilen van haar schip, maar toch nog erg bruin voor de tijd van het jaar.

‘Groep Pim Staal?’, vroeg ze, terwijl ze Pim een hand gaf. Inmiddels was het bij de anderen van de groep doorgedrongen dat de dingen anders waren dan ze leken.

‘Jij hebt nooit tickets voor Doeksen gekocht?’, zei Kick. Pim keek hem en de anderen glimlachend aan. De eerste practical joke was geslaagd.

Wat eraan voorafging
Een groep van vijf vrouwen (‘De Vijf’) deelde tijdens hun studie lief en leed, nadat ze gezamenlijk waren weggelopen van de ontgroening van hun toekomstige studentenvereniging. Ze woonden jarenlang bij elkaar in een huis genaamd De Joris van Spilbergen, en bleven elkaar ook na hun studie zien. De misgeboorte van een kindje van een van hen, Sanne, versterkte hun band. Zestien jaar na het begin van hun vriendschap willen ze gezamenlijk Oud en Nieuw vieren op Vlieland, in het bijzijn van mannen en kinderen.

1.1 Auto’s
Ik kreeg het idee de gezinnen en vooral de mannelijke personages te tekenen aan de hand van hun auto. Daarom zocht ik bijzondere Amerikaanse modellen, waarmee sommigen hun sprankelende persoonlijkheid etaleren. De vraag aan Twitter en Facebook leverde veel modellen op. Buick werd vaak genoemd. De Chevrolet Corvair. De Dodge A100 (een van de twee typen die ik koos). De Chevy Tahoe. Of de Impale 1967. Fraai was ook de Jeep Wagoneer, met houten zijkant. Zanger Eric Corton stelde de Chevrolet Caprice Classic voor (die ik ook koos).

1.2 Beroepen
Het kiezen van beroepen voor de hoofdfiguren is geen kattepis. W.F. Hermans schreef in Het Sadistische Universum dat het beroep voor een personage een stijlfiguur is. Een beroep kan te lullig, te gezocht of te hip zijn. Vandaar dat ik via drie kanalen (Facebook, Twitter en de site van de Volkskrant) lezers om advies vroeg. En dat heb ik geweten.

Een kleine greep: beleidsmedewerker van het ministerie van Landbouw, yogalerares, piloot, kinderrechter die Libelleredactrice is geworden, fotografe, projectmanager bij een grote aannemer, rector van een categoraal gymnasium, kunstenares, cameravrouw (die had ik zelf bedacht), brugwachtster, arts, meubelmaakster, politieman (voorgesteld door een 5-jarige jongen genaamd Jannes), boerin die pootaardappels verbouwt, lifestylecoach, tolk, politica, griffier, bedrijfsleider van de HEMA, communicatie-adviseur van een ziekenhuis, brandmanager in de FMCG, strategisch consultant, lingerieontwerpster,

De overweldigende hoeveelheid maakte mijn keuze een stuk makkelijker.

1.3 Stoere jongensnaam
Omdat ik behoefte had aan een krachtige jongensnaam vroeg ik Facebook om voorbeelden. Op het moment dat ik dit schrijf, staan er 153 reacties onder mijn vraag. Een mooie staalkaart van stoere mannennamen anno 2012. Een zeer beknopte greep: Ruwaard, Fedde, Rijk, IJsbrand, Mink, Tjibbe, Kiet, Dim, Dingeman, Gosse, Tjitte, Rembrandt, Ayolt…

1.4 Simple Minds
Het is een misvatting te denken dat schrijvers alles zelf bedenken. Ik heb een vaste groep meelezers die ik met enige terughoudendheid om adviezen vraag. Zo teer ik bijvoorbeeld graag op de muzikale kennis van collega Jerry Goossens (men leze Vrijland, uitgeverij De Arbeiderspers). Ik vroeg hem een nummer te bedenken dat Frederique kon draaien als het gezin Harlingen naderde. Goossens, per sms: ‘Ik dacht aan Don’t You Fotget About Me van de Simple Minds. Vanwege de titel natuurlijk, maar ook omdat het zo’n jarentachtigmeegalmer is. En het is een fijn staaltje intertekstualiteit: het nummer werd een hit dankzij de film The Breakfast Club, waarin het ook om een vriendenclub ging.’

Tijd
Ik heb er voorlopig voor gekozen het verhaal in de verleden tijd te vertellen, maar dat is niet definitief. Van de versie hiernaast heb ik een variant in de tegenwoordige tijd. De uiteindelijke keuze zal ik komende week op Facebook toelichten.

‘MOOIE BOTE’
‘Voor inspirerende anekdotes over Harlingen houd ik mij aanbevolen’, schreef ik op Facebook. Arbeidsdeskundige Marjan Kloosterman reageerde: ‘Geen anekdote, wel mooie bote. Er liggen heel veel mooie schepen van de bruine vloot in de haven pal naast NS-station Harlingen Haven. Varen op windkracht met een mooie ouwe klipper is zoveel mooier dan de reguliere overtocht met diesel. Schippers van diverse pluimage. Op de Wilhelmina een vrouwlijke schipper. Je springt zo van de trein in de boot. Zit vast een mooi verhaal in.’

Feuilleton Giphart aflevering 4: de overtocht

Door: Ronald Giphart −13/10/12, 08:03

Met inbreng van lezers schrijft Ronald Giphart een feuilleton voor het dagelijkse katern V van de Volkskrant, de afleveringen verschijnen daarna ook op Volkskrant.nl. Vandaag aflevering 4: Meteen het verschil met de veerboot van rederij Doeksen: er moest hier gewoon worden gewerkt tijdens de overtocht naar Vlieland.

Voordat de klipper vertrok, werd het gezelschap op het dek toegesproken door schippersvrouw Maria en Beerd, een oudere matroos die door de kinderen vanwege zijn witte baard direct Kapitein Iglo werd gedoopt. De jongste vier kregen de opdracht om zolang ze zich op het dek van de boot bevonden een zwemvest aan te trekken. Toen hen dit was meegedeeld, leek het even of de vier genomineerd wilden worden voor een Louis d’Or in de categorie ‘overdreven geacteerde zwemvestweerzin’ – maar Maria was onverzettelijk.

De vaders van de groep kregen te horen dat zij – zodra het schip de havenmond was gepasseerd – moesten klaarstaan om te helpen met het hijsen van de bezaan, de fok en de kluiver. Meteen het verschil met de veerboot van rederij Doeksen: er moest hier gewoon worden gewerkt tijdens de overtocht naar Vlieland. Na het doornemen van de regels aan boord gooide Beerd de trossen los, terwijl Maria achter het grote hoge roer plaatsnam en de boot liet afmeren.

Toen De Progressie zich onder gejuich van de kinderen losmaakte van de kade werd het een van de vrouwen, Klaasje Binninga, te machtig. Zij stond in de kuip bij de fokkemast, op afstand van de rest van de groep. Haar man Korneel hield zich met twee andere vaders op bij de lier van het grootzeil, klaar om in actie te komen.

Klaasje en Korneel waren het enige stel dat hun kind elders had ondergebracht. Hun dochter Frances was net vier maanden oud en daarmee in hun ogen te jong voor een winterse vakantie aan zee. Op aandringen van Korneel had Klaasje erin toegestemd het meisje onder te brengen bij Korneels ouders, die de jaarwisseling in alle rust vierden. Het zou de eerste keer worden dat Klaasje haar dochter voor langere tijd zou missen.

Bibi merkte dat Klaasje overmand werd door kort-stondig bubbuvuddu, het verdriet van een moeder die het gemis van haar pasgeboren baby voelt, terwijl ze weet dat het kind in goede handen is.

‘Ik voel me schuldig’, zei Klaasje zacht. Bibi, moeder van vier kinderen, legde haar arm om haar beste vriendin.

‘Er zullen de komende dagen nog zoveel momenten komen dat je verschrikkelijk blij bent met jullie vrijheid’, zei ze. ‘Godsamme, ik ben zo jaloers op jullie.’

Buiten de haven van Harlingen zette de schippers-vrouw de motor van haar klipper uit. Het dreunende gebrom verwaaide over het water van de Waddenzee, totdat de stilte over het schip viel. Alleen het geluid van krakend hout, spannend touw en klotsende golven. En opgewonden kinderen.

Pim en Kick takelden het grote hoofdzeil langs de mast. Het karakteristieke bruin van het met cachou getaande zeil werd langzaam zichtbaar. Bram en Korneel hielpen de bebaarde matroos met het hijsen van de kleinere zeilen. Binnen een paar minuten werd het schip ferm voortgeblazen, een machtig gevoel.

Gemiddeld brengen mensen, zonder dat zij zich daarvan bewust zijn, zeventig procent van hun tijd door in het gezelschap van lieden van hun eigen sekse. De vier mannen trokken bovendeks naar elkaar in de middenkuip van het schip, onder het winterse wolkendek, met hun haren in de wind, hun blikken turend over het water.

De vijf vrouwen zochten ondertussen gezamenlijk de warmte van de kombuis, waar Maria pannen glühwein en chocolademelk op het vuur had gezet.

Niets weerhield de vriendinnen ervan om al om half twaalf ’s ochtends aan de dampende drank te gaan. Het was vakantie, later die middag zouden ze op Vlieland alle tijd hebben om nieuwe krachten op te doen. De glühwein zou hun kelen strelen en hun harten verwarmen. Sanne schonk vijf koffiemokken uit, ze stak haar beker omhoog en vroeg waarop ze zouden proosten.

‘Op ons’, zei Frederique resoluut.

‘Op het weldadige leven’, riep Bibi.

Sanne opperde de naderende vakantie.

‘Op nieuwe liefde’, schalde Rosalie, net gescheiden. Er werden hoofden geschud: daar wilden de anderen niet op toosten.

‘Op het huwelijk’, zei Klaasje.

Sanne liet haar mok weer zakken.

Yegh. In al die jaren en bij alle gelegenheden dat zij hun glazen in de lucht hadden gehouden hadden De Vijf nog nooit geproost op het huwelijk. Natuurlijk, misschien op hun afzonderlijke huwelijken, destijds bij hun trouwerijen, maar dat was anders. Proosten op het huwelijk als instituut was in hun ogen benepen en burgerlijk.

‘Daar word ik echt even niet goed van’, zei Frederique.

‘Waarom in godsnaam, Klaasje?’, vroeg Bibi.

‘Ik las gisteren een regel die W.H. Auden heeft geschreven’, zei Klaasje. ‘Dat elk huwelijk, gelukkig dan wel ongelukkig, oneindig veel interessanter is dan om het even welke romance, hoe hartstochtelijk ook. Vond ik een mooie gedachte.’

Er werd geknikt en geweifeld.

‘Nou vooruit, op het interessante huwelijk’, zei Sanne, en ze stak haar glühwein opnieuw omhoog. De andere vrouwen tikten hun mokken er tegenaan.

‘Zitten we verdomme op het huwelijk te proosten?’, zei Rosalie, die desalniettemin haar beker naar het midden van de tafel bracht.

Het duurde drieënhalf uur voordat de bodem van de pan glühwein was bereikt. Ondertussen waren er door Maria gesmeerde broodjes rondgegaan en bevangen door de kou was een deel van de kinderen in de kajuit gaan zitten. Drie van de dertien kinderen waren in slaap gevallen. De vrouwen hadden gepraat waarover ze altijd praatten: kleren, collega’s, schoenen, Scandinavische tv-detectives, politiek, andere vriendinnen, de boeken van Karl Ove Knausgård, familieleden, tentoonstellingen, luizen, nog meer kleren, ouders, seks, géén seks, vreemdgaan van anderen, mannen.

Af en toe hadden sommige vriendinnen zich even bovendeks gewaagd, maar de kou en de rozigheid van de glühwein hadden hen prompt weer naar binnen gejaagd.

Plotseling kwam Hidde, het oudste kind van de groep en stiefzoon van Frederique, met zijn camera in zijn hand de trap afgesneld.

‘Iedereen! Iedereen!’, riep hij. ‘Er zijn zeehonden. We varen langs een plaat met zeehonden. Je kunt ze zien liggen!’

Hij had dit zo hard geroepen dat de slapende kinderen ervan wakker werden. Hidde rende meteen weer terug naar het dek. Twee minuten later stond het voltallige gezelschap uit te kijken over een zandplaat genaamd De Richel, aan de noordzijde van een inham tussen Vlieland en Terschelling, bij het Fransche Gaatje. De zeehonden waren zo dichtbij dat de spiegeling van de boot op het water bijna zichtbaar was in het glanzende zwart van hun enorme ogen. Ach gut, zeehonden.

Amerikaanse scenarioschrijvers stellen steevast de vraag: what is the worst thing that could happen? Deze reis naar Vlieland was geen Amerikaanse film, dus het ergste hoefde niet te gebeuren, al zou een beetje drama sjeu geven aan de overtocht.

En dat kwam er. Varend langs De Richel hoorden de reizigers plotseling een vreemd geschuur van onder de romp. Er trok een trilling door de klipper en de boot verminderde in snel tempo vaart. Geschrokken keken de vakantiegangers heen en weer van het water, via de zandplaat en de zeehonden, naar Maria, die onbewogen aan het roer stond. Na een minuut gebood zij de vaders de zeilen te strijken.

‘Waarom?’, vroeg Kick.

‘Omdat we drooglopen en niets meer hebben aan de wind’, zei Maria.

‘Drooglopen?’, klonk het uit meerdere hoeken.

In gestaag tempo kwam het schip ondertussen tot stilstand. Beerd begon de bruine zeilen binnen te halen. Toen dit was gedaan vroeg Kick aan Maria hoe het kon dat de klipper was vastgelopen in het Wad.

Maria glimlachte en wees op Pim.

‘Dat heb ik laten gebeuren op verzoek van meneer Staal’, zei ze.

Het gezelschap draaide zich naar Pim, die hen met een brede glimlach aankeek. ‘Maria heeft een zak met kaplaarzen aan boord’, zei hij. ‘We gaan zo die zeehonden van dichtbij bekijken, terwijl Beerd voor ons kookt. Geen paniek, over vijf uur is het water weer terug. Zeg nou zelf, jongens, wat is romantischer dan met je boot vast te lopen op een wad?’

‘Niets!’, riep Maria, die haar kluiver aan het oprollen was.

Wat eraan voorafging
Een groep van vijf vrouwen (‘De Vijf’) deelde tijdens hun studie lief en leed, nadat ze gezamenlijk waren weggelopen van de ontgroening van hun toekomstige studentenvereniging. Ze woonden jarenlang bij elkaar in een huis en bleven elkaar na hun studie zien. De misgeboorte van een kindje van een van hen, Sanne, versterkte hun band. Zestien jaar na het begin van hun vriendschap is het voornemen gezamenlijk Oud en Nieuw te vieren op Vlieland, met mannen en kinderen. Bij aankomst in Harlingen misten ze echter de boot. Dit bleek een practical joke van een van mannen, die een oude klipper had gecharterd.

Oeps…

Naar aanleiding van de bijdrage van vorige week kreeg ik een mail van Theo Stepper: ‘Omdat ik de Dodge A100 niet kende, heb ik via Google een plaatje en wat gegevens opgezocht. Jij schrijft ‘en in de mooi gerestaureerde Dodge A100 uit 1973′, maar het model blijkt te zijn gemaakt tussen 1964 en 1970. Mogelijk kan je hier wat mee.’

1.1 Klipper
Een klipper is een platbodem met een of meerdere zeilmasten. Klippers werden van eind 19de eeuw tot begin 20ste eeuw gebouwd.

1.2 Bruine vloot
De Progressie zou, als ze zou bestaan, onderdeel zijn van de vloot van vijfhonderd traditionele Nederlandse zeilschepen. De bruine vloot is zo genoemd omdat de boten vroeger bruine zeilen en bruine teer op de luiken hadden. De zeilen en netten werden ooit geconserveerd in bruine teer. Dit gebeurde in een grote teerton, die midden op een dorpsplein werd opgesteld. Soms had zo’n ton een doorsnee van wel drie meter. Ieder dorp had zijn eigen recept voor de bruine teer en daarom waren de vloten van de verschillende vissersplaatsjes herkenbaar aan de eigen tint van het dorp.

bruinevloot.net

1.3 Cachou
De bruine kleur onstond door de bewerking met het bruin-gele looistofhoudende kleurstof cachou, afkomstig uit de bast van tropische bomen als acacia, betelpalm en mimosa. Het hoofdbestanddeel van deze stof is taan, vandaar dat de bewerking van de zeilen cachouën of tanen heet. Voor kleurfetisjisten: de bruin-gele kleur van cachou wordt ook wel taneet genoemd. Cachou wordt gebruikt als smaak- en kleurstof in alcoholische dranken en drop.

1.4 Bubbuvuddu
Neologisme, geïnspireerd door het woord ‘ludduvuddu’, volgens Van Dale een informeel eufemisme voor liefdesverdriet. Als Van Dale per se wil mag ‘bubbuvuddu’ ook worden opgenomen in de woordenlijst.

1.5 De Richel
Via Twitter kwam de tip te bellen met Joost Martijn, schipper van de Harlingse tjalk De Overwinning. Joost gaf mij een spoedcursus zeiltermen. Hij kwam ook met het voorstel De Richel te nemen als plek waar De Progressie zou vastlopen. De Richel is een zandbank ten oosten van Vlieland, waar het goed droogvallen is.

Schipper of schipster
Mijn fictieve klipper, De Progressie, wordt bestuurd door een schippersvrouw genaamd Maria. Tijdens het schrijven vroeg ik via Twitter en Facebook wat de aanspreektitel zou zijn van een vrouwelijke schipper. Gewoon schipper? Schipperin, zoals Jasper Plaisier voorstelde. Schipster? Dat laatste klonk volgens Therèse Bouwman erg slecht: ‘Je bent toch ook gewoon kapitein en niet kapitane?’

Dit is overigens hoe Van Dale erover denkt, een lemma dat niet door iedereen werd onderschreven: ‘schip per (dem; meervoud: schippers; ¿: schipperse).’ Schipperse?

Feuileton aflevering 5: You don’t want to be alone!

Door: Ronald Giphart −20/10/12, 07:46

Met inbreng van lezers schrijft Ronald Giphart een feuilleton voor het dagelijkse katern V van de Volkskrant, de afleveringen verschijnen daarna ook op Volkskrant.nl. Vandaag aflevering 5: De mannen in de klipper hebben nog last van hun bezoek aan een poptempel.

Vier uur voordat de Progressie droogliep op de zanden rond De Richel stonden de vaders bij elkaar. De zeilen waren net gehesen, de boot voer op volle kracht richting de overkant van de Waddenzee. Een frisse wind had de mannen bij elkaar in de kuip rond de fokkemast geblazen. Zwijgend, zo nu en dan zuchtend, keken ze beurtelings over het water en naar de kinderen, die onafgebroken rondrenden over het dek. Na een tijd vroeg Pim of de andere mannen behoefte hadden aan glühwein, net als de vrouwen beneden in de kombuis. Niemand stak zijn hand op.

‘Misschien heb ik nog te veel alcohol in mijn bloed’, zei Korneel, die als duikinstructeur bij de brandweer meestal de stoerste van de vier is. Nadat hij dit had gezegd trok hij bleek weg. Een paar seconden later snelde hij naar de reling, om bijna hartstochtelijk over te geven in het zeewater. Gelukkig voor hem waren de kinderen op dat moment aan de andere kant van de boot, want ze hadden zijn antiperistaltische eruptie zeker triomfantelijk aan Klaasje en de rest van de vrouwen gemeld.

Twee dagen voor de overtocht naar Vlieland waren de mannen gezamenlijk op pad geweest, een reisje dat was georganiseerd door Kick. Zijn platenmaatschappij begeleidt buitenlandse artiesten die in de Benelux zijn geboekt. Meestal gebeurt dit door een van zijn medewerkers, maar in de kerstvakantie hadden die allemaal vrij. Daarom moest Kick zelf zijn gezicht laten zien bij een optreden van een groepje 7-jarige Noord-Ierse jongens. Nou ja, misschien waren ze 15.

De uitgelaten energiebommen genaamd de Two Door Cinema Club hadden een verlate kerst-gig in de Brusselse poptempel de Ancienne Belgique. Omdat Kick geen zin had om alleen naar België af te reizen had hij de mannen van De Vijf gevraagd met hem mee te gaan, als opmaat van de naderende vakantie op Vlieland.

Kick vroeg hen vaker mee, en zo gebeurde het dat de vrienden – als notoire 40-ontkenners – concerten bezochten waar de gemiddelde leeftijd van het publiek rond de 20 lag. De vaders waren bij deze optredens geen gewoon publiek, want dankzij Kicks connecties hoefden ze nooit in wachtrijen te staan, hadden ze immer een onuitputtelijke voorraad consumptiemunten en ontmoetten ze na afloop van het optreden steevast de leden van de band in de kleedkamer.

Deze keer hadden de mannen een bijzondere gast: Kick sr., de vader van Kick, door iedereen ‘Opa Kick’ genoemd omdat hij al 82 was. Opa ging mee als gevolg van een uit de hand gelopen weddenschap tijdens het kerstdiner, twee dagen ervoor. Kick sr. was in 1954 zijn eigen kleine onafhankelijke platenlabel begonnen. Hij bestierde zijn steeds uitdijende bedrijf tot hij het in 1995 verkocht aan zijn zoon, een destijds 25-jarige gesjeesde student letteren. Kick jr. had het label en alle sublabels op zijn beurt vijftien jaar later met winst doorverkocht aan een Amerikaanse entertainmentmoloch, waarmee hij zich in een klap financieel nooit meer zorgen hoefde te maken, al moest hij contractueel nog wel vijf jaar lang de directeur uithangen (een constructie die hij aan zijn vrienden uitlegde als een golden handcuffs agreement).

Tijdens Kerst hadden sr. en jr. een van hun gebruikelijke discussies gevoerd over decibellen en gehoorbeschadiging. Sr. had geroepen dat hedendaagse popconcerten van een bijna serene stilte waren, vergeleken met de lawaailawines uit de jaren ’70 en ’80. Hierop had jr. geantwoord dat zijn vader in dat geval maar eens mee moest naar een uitvoering van een hedendaags populair herrie-ensemble, een uitdaging die sr. zonder oogknipperen was aangegaan.

De dag voor het concert van het Noord-Ierse indiebandje had Kick er alles aan gedaan om zijn vader ervan te weerhouden mee te gaan, maar de ouwe had steeds geërgerd gevraagd waar zijn zoon zich druk over maakte.

‘Ik ben 82, wat kan mij gebeuren?’, zei hij. ‘Als het echt te luidruchtig wordt, ga ik even een peuk roken.’

Opa Kick had zich niet laten ompraten, en dus haalde het gezelschap hem twee dagen na Kerst op. Kick jr. had een studentchauffeur geregeld die de Dodge A100 van Pim zou besturen. Het gezelschap reed regelmatig in de Dodge naar concerten, onder Pims voorwaarde dat er op de terugweg niet werd overgegeven op een van de achterbanken, althans niet door iemand anders dan hemzelf.

Toen Opa Kick hoorde dat de jonge chauffeur – een student medicijnen genaamd Luigi – groot fan was van de Two Door Cinema Club, nodigde hij hem uit mee naar binnen te gaan en niet, zoals gebruikelijk, te blijven wachten in de auto met een studieboek. Kick jr. sputterde tegen en zei dat hij maar vijf vrijkaarten had geregeld.

‘Lul toch niet zo’, zei Opa Kick tegen zijn zoon. ‘Stel je voor dat mij daarbinnen iets overkomt, dan is het goed om een student geneeskunde bij de hand te hebben.’

Het kostte Kick inderdaad geen moeite Luigi de Ancienne Belgique binnen te loodsen. De gemiddelde leeftijd van de vriendenclub werd door Luigi’s aanwezigheid naar beneden gehaald, maar niet zodanig dat het gezelschap geen bekijks meer trok. De jongere bezoekers van de popzaal bekeken vooral Opa Kick, maar ook Bram en Korneel met een aan wezenloosheid grenzende verbazing.

‘Volgende keer moeten jullie niet vergeten jullie rollators mee te nemen’, zei Kick, die zich opmaakte om de leden van het bandje in de artiestenruimte te begroeten.

‘Hou toch op, idioot’, riep zijn vader hem na. ‘Wijs ons liever waar de rookruimte is en waar we bier kunnen halen. En waar of ik even mijn kunstgebit in een glaasje kan doen.’

Terwijl het voorprogramma speelde, dronken de vrienden bier en bekeken ze het publiek, zoals het publiek hen bekeek. Er liepen jongens met kapsels als dode vogels, en de meisjes droegen mini-minibroekjes en wapperende lappen om hun schouders.

Toen het optreden van de Two Door Cinema Club op het punt stond te beginnen, stelde het geriatrische gezelschap zich op aan de rand van de zaal. De meeste Belgische jongeren wrongen zich naar voren, het liefst zo dicht mogelijk bij het podium.

Vanaf het begin van hun optreden goot het Noord-Ierse bandje een bak upbeat-energie uit over de zwampende mensenmenigte. Het geluid was overdonderend, de lichtshow hallucinerend, de atmosfeer bijna vloeibaar. Er werd gedanst, gesprongen en meegeschreeuwd met de nummers, die de jongeren blijkbaar allen uit hun hoofd kenden.

En na een paar liedjes gebeurde het. Aanvankelijk had de groep Nederlandse bezoekers geïnteresseerd biernippend gekeken hoe de middelpuntvliedende massa voor het podium begon te kolken, maar na verloop van tijd bewoog een van de mannen een arm en zette een ander een voet opzij, alsof hun lichamen langzaamaan werden aangesloten op de neurologische cycloon in de zaal. Plotseling genezen van reuma en ouderdomskwaaltjes begonnen vijf van de zes steeds ritmischer te schokschouderen.

Weer een paar nummers verder hadden Korneel en Bram zich in de deinende lichamenbuidel geworpen en zij waren springend, duwend en pogoënd opgegaan in het achthonderdkoppig organisme. Verderop werd gestagedived en gecrowdsurft. Er waren jongeren die dankzij de handen van Korneel en Bram werd voortgestuwd over de golven van het publiek.

‘And I can tell just what you want!’, schreeuwden de jeugdige leden van de Two Door Cinema Club in hun microfoons. ‘You don’t want to be alone! You don’t want to be alone!’, antwoordden de toeschouwers uit volle borst.

Op een van die momenten draaide Kick, die inmiddels ook door de dansende menigte verzwolgen dreigde te worden, zich om naar zijn vader. Hij deed een paar stappen in diens richting.

‘Vind je het wat?’, schreeuwde hij de 82-jarige baas in het oor. Zijn vader keek hem glimlachend aan.

‘Ik heb mijn gehoorapparaat uitstaan’, riep hij terug. ‘Maar ik vind het geweldig, als je dat bedoelt.’

Kick sr. stak zijn plastic bierglas omhoog en Kick jr. proostte met hem mee, terwijl de rest van de zaal onverstoorbaar verder zong. You don’t want to be alone! You don’t want to be alone!

Wat eraan voorafging
Een groep van vijf vrouwen (‘De Vijf’) deelde tijdens hun studie lief en leed, nadat ze gezamenlijk waren weggelopen van de ontgroening van hun studentenvereniging. Ze woonden jarenlang bij elkaar in een huis en bleven elkaar na hun studie zien. Hun mannen raakten ook met elkaar bevriend. Het gezelschap bijna-veertigers besloot gezamenlijk Oud en Nieuw te vieren op Vlieland. Pim, een van de mannen, had een oude klipper gecharterd. Vijf uur na vertrek liep de boot vast op een zandplaat.

1.2 Afmeren en andere foutief gebruikte zeiltermen
Na mijn bijdrage van vorige week kreeg ik een mail van zeiler Jan Willem Korthals: ‘Je had wat meer door moeten vragen aan je schipper. Afmeren betekent aanleggen, een boot aan de kade vastmaken. De klipper in je verhaal vaart van de kade weg. Ontmeren is het woord, maar wel heel lelijk.’ Er klopte meer niet. ‘Een platbodem die vastloopt op zand is een onplezierig gedoe. Bonken, dreunen, et cetera. Helemaal als de zeilen nog opstaan.’ En: ‘Een dame die haar kluiver oprolt, klinkt meer erotisch dan realistisch. Die kluiver is een zwaar en onhandelbaar monster dat zeker niet door één vrouw of man kan worden opgerold.’

Dichterlijke vrijheid
Overigens reageerde Harriët Stalman van zeilvaartschool Enkhuizen op Facebook: ‘Nu dacht ik toch echt eens met een beetje literatuur c.q. schrijverij bezig te zijn, verdorie, is het toch een cursus zeilen geworden. De dichterlijke vrijheid hangt bij mij boven in de (bezaan) mast.’

Oeps…
Lezer Theo Stepper houdt op zijn zeer leesbare blog (de warmloper.wordpress.com) zijn bevindingen bij. Hij wees mij op een fout: ‘In aflevering 3 schreef je: ‘Hidde was als 15-jarige de oudste van de twaalf kinderen die op Vlieland Oud & Nieuw gingen vieren.’ In aflevering 4 schrijf je echter: ‘Drie van de dertien kinderen waren in slaap gevallen.’ Wat mij betreft illustreert dit hoe lastig het is om een consequent verhaal te schrijven.’

1.2 Bandje
Halverwege de week besloot ik deze aflevering niet op de klipper te blijven, maar een deel van de introductie van de mannelijke personages te verplaatsen naar een gebeurtenis vlak voor het vertrek: een bezoek aan een concert van een energierijk en voor hen wellicht iets te jeugdig britpopperig bandje. Zelf dacht ik aan The Wombats of The Magic Numbers, maar wat weet ik van dat soort muziek? Op Facebook en Twitter kwam een stroom aan suggesties. Een kleine greep: The Howling Hurricanes. The Kooks. Mumford & Sons. Franz Ferdinand (laatst nog op Vlieland). Two Door Cinema Club. Kasabian. Bombay Bicycle Club. Jochem Myjer (niet echt een bandje, wel veel energie). Arctic Monkeys. Beirut. Kakkmaddafakka. Pete and the Pirates. The Five O’ Clock Heroes. The Maccabees. Burzum.

1.3 De Ancienne Belgique
Mijn kennis van poptempels in Brussel was niet zo groot, vandaar dat ik het publiek vroeg om raad. Eensluidend adviseerde men de Ancienne Belgique als decor te kiezen. De popzaal, vaak ‘de AB’ genoemd, werd gebouwd in 1857 als ‘spektakelzaal’. Begin jaren ’70 werd dit icoon van het Brusselse nachtleven gesloten, om pas in 1980 weer te openen. Na een grote renovatie is de zaal een toonaangevende poptempel die jaarlijks door 300.000 mensen wordt bezocht.

1.4 Golden handcuffs
Dit is een term uit de zakenwereld. Een golden hello is startgeld voor een nieuwe werknemer, een golden handshake een bedrag dat iemand meekrijgt bij zijn afscheid. Met golden handcuffs wordt iemand aan een bedrijf gebonden.

Feuilleton aflevering 6: een golf van uitgestrekte armen

Door: Ronald Giphart −27/10/12, 08:01

Met inbreng van lezers schrijft Ronald Giphart een feuilleton voor het dagelijkse katern V van de Volkskrant, de afleveringen verschijnen daarna ook op Volkskrant.nl. Vandaag aflevering 6: Heftige discussies voeren de mannen in de Brusselse poptempel voordat ze kleumend een frituursel eten.

Op het podium van de Ancienne Belgique speelde de Two Door Cinema Club het Brusselse publiek aan gort. Er waaide een golf van energie door de poptempel, steeds beklommen jongeren de bühne, om schreeuwend terug te duiken in het kolkende publiek. Het gezelschap vaders keek bier drinkend toe. Achterin de zaal, aan de rand bij de bar, legde Kick sr. aan Luigi, chauffeur annex student medicijnen, uit dat hij dit fenomeen eind jaren zeventig voor het eerst had gezien, toen Peter Gabriel van Genesis de Rotterdamse Doelen op zijn kop had gezet door te stagediven.

‘Dat was uniek, de zaal werd helemaal wild. Er werd schande van gesproken, men noemde de stunt extreem gevaarlijk. Tegenwoordig doet iedere puber het.’

Luigi vroeg of Opa Kick zelf ook eens op een menigte was gedoken, een vraag die hilariteit bij de mannen ontlokte. Pim en de andere mannen probeerden de oude Kick uit te dagen zich te laten crowdsurfen.

‘Nu het nog kan, Kick’, zei Pim.

‘Kom, we gaan naar voren. Helpen wij je met een knietje en een opkontje het podium op,’ zei Korneel.

‘Moet je toch eens hebben meegemaakt’, zei Bram.

‘Ja, zal ik?’, zei Opa Kick.

Verheugd zette hij zijn plastic bierglas op de richel bij een pilaar en hij deed een stap in de richting van het podium. Voor een viral op YouTube of een advertentiecampagne van een hip modemerk zou het een mooi beeld zijn geweest: een 83-jarige gedistingeerde heer die vanaf een podium springt op een golf van jonge uitgestrekte armen. Glimlachend zou hij zich over het jeugdige hoi polloi laten ronddragen.

‘Meneer’, riep Luigi hem na. ‘Ik wil het u ten strengste afraden.’

Direct hield Opa Kick zijn pas in, en in één beweging draaide hij zich weer om naar zijn bierglas.

‘Jullie horen het’, zei hij tegen de ander mannen. ‘Ik wil wel, maar ik mag niet van mijn behandelend arts.’

Hierna gaven de vaders zich weer over aan een eeuwenoud gedrag: het bekijken van andere mensen. Al twee miljoen jaar dwalen menssoortigen in groepen over de savanne op zoek naar prooien, lekkernijen en soortgenoten. Ook in de Ancienne Belgique werd er op los gekuierd.

Troepen jongens bekeken zwermen meisjes, de ene clan nam de andere kliek aandachtig in zich op. Door al die honderdduizenden jaren dat onze voorouders over de Afrikaanse velden zwierven, hebben wij het vermogen ontwikkeld om binnen luttele seconden de verbanden in een groep te bepalen. Er zijn zelfs biologen die beweren dat de spectaculaire groei van de menselijke hersens te maken heeft met onze noodzakelijke capaciteit snel sociale structuren te doorzien.

De groep Nederlandse vaders deed wat zij bij concerten altijd doen, al verzamelden zij geen kleine knaagdieren, hazelnoten of gnoes, maar mensen: mooie meisjes, excentriekelingen, idiote T-shirts. De tekst of afbeelding die iemand op zijn borst draagt zegt iets over iemands persoonlijkheid en vergemakkelijkt daarmee wat sommige ethologen de sociale identificatie noemen.

Er waren veel logo’s van bandjes te zien, veel kunstzinnige vormen, veel urbanachtige plaatjes. Er liep een blond meisje dat een zwart T-shirt droeg met de tekst ‘I hate my hobbies’. Een jongen met een grote zware bril en kortgeschoren zijkanten op zijn hoofd had Schopenhauers ‘The worst has yet to come’ op zijn borst. Een man had ter hoogte van de ronding van zijn nogal dikke buik de tekst ‘Dunne mensen hebben wormen.’ Er waren humoristen (‘Lord of the drinks’), filosofen (‘Don’t believe everything you think’) en dichters (‘L’espoir voit un défaut de la cuirasse des choses’).

Tegen het einde van het concert hield een groepje Brusselse jongeren zich op naast de Nederlandse afvaardiging. Een van de jongens droeg een rood T-shirt met een afdruk van een gele hamer en sikkel. Daaronder de tekst ‘When nothing goes right, go left’. Pim stond een tijdje vriendelijk knikkend te kijken naar de jongeman, die na verloop van tijd vriendelijk terug knikte.

Hierna deed Pim een stap in zijn richting en hij vroeg hem waarom de jongen dat embleem op zijn borst droeg.

‘Que penseriez-vous si j’avais une croix gammée sur ma chemise?’, zei Pim. Wat had de jongen ervan gevonden als hij op zijn beurt een hakenkruis op zijn T-shirt had gedragen?

‘Godsamme’, zei Korneel. ‘Wat kan jou het schelen wat zo’n knul draagt? Hij heeft geen benul van de geschiedenis. Laat hem.’

‘Ik draag toch verdomme ook geen overhemd met een afbeelding van Pol Pot? Iemand moet hem iets leren over de wereldgeschiedenis.’

De naam Pol Pot herkende de jongeman wel degelijk, waarop Pim, Opa Kick en de jongen in gesprek kwamen over massamoorden, vernietigingskampen, ideologieën en persoonlijke verantwoordelijkheid.

‘Ma génération est de nouveau inspirée!’, riep de jongen die politieke wetenschappen bleek te studeren.

‘Oui? Ce logo représente la mort et la torture de dizaines de millions de personnes’, riep Pim. ‘Que faut-il être enthousiaste?’

Het volume van de discussie laaide op. Omdat Opa Kick alleen heftig kon debatteren met een brandende sigaret in zijn hand, nodigde hij Pim en de jongen met het hamer en sikkelshirt uit met hem naar de rookruimte te gaan. Tegen Korneel en Bram zei hij: ‘Wij gaan even knokken.’

Na het concert gingen Kick jr., Bram en Korneel backstage om de aandoenlijk jonge knullen van de band te bedanken voor hun optreden. Ze vonden de muzikanten bij de kleedkamer, die uitpuilde van de Brusselse jongeren. Ook in deze ruimte wervelde een energieke storm. De koelkast werd leeggehaald, iedereen wilde aandacht van de Noord-Ierse bezoekers.

Het was niet de eerste keer dat Kick de anderen na een concert mee troonde naar de kleedkamers, maar nimmer bij zo’n jong bandje met zo’n jeugdige aanhang. Ze kregen flesjes bier en praatten even met de bandleden, tot Korneel tegen Bram en Kick zei dat hij zich voor het eerst van zijn leven echt oud voelde. ‘Technisch gezien hadden deze knullen onze zoons kunnen zijn.’

Een half uur later vonden zij Pim en Kick sr. in het rookhok, zittend op een barkruk, omringd door een stuk of vijftien jongeren, als middelpunt van een in drie talen gevoerde discussie over de toestand in de wereld, de crisis, armoe, de rol van de banken.

‘Er verandert nooit wat’, zei de oude Kick tegen de rest van de groep. ‘We zijn een wereldrevolutie aan het voorbereiden.’

En daar moest bij gedronken worden. Korneel en Bram haalden twee meter bier, om in één rondje van het stigma van zuinige Hollanders af te zijn. Er kwam nog meer bier, en nog meer, tot Kick jr. een jongen zag met de tekst ‘back to the friture’ op zijn T-shirt. In het woord ‘friture’ school een verlangend vergezicht.

Nog geen kwartier later stond het gezelschap op de stoep bij het afgifteluik van Menneken Frit, vlak achter de Ancienne Belgique. Op aanraden van de Marokkaanse medewerker bestelden zij een mitraillette, een Waalse specialiteit bestaande uit stokbrood, patat, vlees, kaas en saus.

‘Allemachtig’, zei Opa Kick tegen Luigi, ‘ik mag van jou niet stagediven en je staat me wel deze vetmitrailleur toe?’

Het was koud, laat en het miezerde licht. Omstanders haalden frituursels, om snel weer naar elders te verdwijnen. Het gezelschap Nederlandse vrienden stond dicht tegen elkaar te kleumen, eenzaam in de Brusselse nacht. In vroeger tijden hadden ze ongetwijfeld langer op de savanne rondgestruind, was er wellicht daadwerkelijk geknokt, versierd en een revolutie voorbereid – maar het was goed zo. Nog weer later zaten ze in de auto terug naar het moederland, naar de naderende afvaart richting Vlieland. Er is in de Dodge A100 van Pim niet overgegeven. De enige die, op Luigi na, niet sliep was Opa Kick.

Wat eraan voorafging
Een groep van vijf vrouwen (‘De Vijf’) deelde tijdens hun studie lief en leed, nadat ze gezamenlijk waren weggelopen van de ontgroening van hun toekomstige studentenvereniging. Hun mannen raakten ook met elkaar bevriend. Het gezelschap bijna-veertigers met hun kinderen besloot gezamenlijk Oud en Nieuw te vieren op Vlieland. Bij aankomst in Harlingen miste het gezelschap de boot, maar dit bleek een practical joke van Pim, een van mannen. Hij had een oude klipper gecharterd bij schipper Maria. Terwijl de vrouwen in de kombuis praatten over het leven stonden de mannen bij elkaar op het te dek te nakateren over een bezoek, daags ervoor, aan een popconcert in de Ancienne Belgique. Kicks vader, bijgenaamd Opa Kick, was bij dat concert nogal prominent aanwezig.

Zijpaden
Erika Houkes Zollner schreef op Facebook: ‘Jammer dat het verhaal nu onderbroken werd door deze ‘terugblik’ van de vier mannen. Het verhaal komt nu wel heel traag op gang. Komen er nu niet te veel zijpaden?’

Dat is een terechte vraag. Ik zit nog in de fase dat ik personages wil introduceren. Dat kan in het lopende verhaal of met flashbacks. In een roman kan het soms prettig zijn om de zogenoemde nu-lijn te onderbreken.

Het verhaal dat ik wil vertellen, speelt zich af in drie dagen. Dat is ongeveer 70 bladzijden per dag, als ik een roman van rond de 200 bladzijden wil schrijven. Dit komt neer op ongeveer 15 feuilletons per dag. Af en toe zal ik dus een zijpad kiezen. Dit is overigens een techniek die veel feuilletonschrijvers hanteerden. Dickens, de feuilletonschrijver der feuilletonschrijvers, speelde ook met tijdlijnen, nieuwe personages en zijlijnen.

1.1. Stagediven
Volgens Wikipedia is Peter Gabriel inderdaad een van de eerste popmuzikanten die op de handen van zijn publiek dook. De eerste gerapporteerde podiumduik dateert uit 1982.

1.2. T-shirts
De hoofdpersonen verbazen zich, net als ik mij verbaas, over de veelkleurige, veelvormige en veeltekstige T-shirts. De vraag naar guitige opdrukken legde ik voor aan lezers. Er kwamen meer dan vijftig inzendingen. Een kleine greep (naast de teksten die ik in het verhaal koos). Rudolf Vos schreef: ‘Een T-shirtopschrift dat ik nooit zal vergeten was een paar jaar geleden op een markt in Winterswijk van een Duitse vrouw: ‘Ich war es nicht.’

Jan Geuken: ‘Loop door. Hier valt niets te lezen.’ Charlotte Backx: ‘Coffee, tea or me?’ Ineke Scheffers: ‘Amateur Gynecologist.’ Anne de Rooij: ‘This T-shirt would look good on your bedroom-floor.’ Else Bahnen: ‘I am in the witness protection program.’ Joost van Hoek: ‘Ik hou van spruitjes.’ Fraai is deze van Stan Putman: ‘I listened to this band before it even existed.’ En schrijver Bert Natter: ‘Instant asshole – just add alcohol.’

1.3. Menneken Frit
De vraag luidde: ‘Heeft het Brusselse uitgaansleven ook frietkotten? Wat schranst men na een avond stappen en waar doet men dat in de buurt van de Ancienne Belgique?

Brusselaar Axel De Mil tipte op Twitter direct Frit-land aan het Beursplein, een naam die ook veel anderen noemden. Uiteindelijk koos ik voor Menneken Frit, aangedragen door Brusselaar Steven Lemmens van Studio Brussel. De correcte spelling is Menneken Frites, maar toch vind ik Frit prettiger staan.

1.4. Mitraillette
Dezelfde Axel De Mil raadde mij aan de personages een ‘mitraillette’ te laten eten (uitgesproken als ‘mitrajet’). Deze kleine mitrailleur is een typisch Brusselse snack. Op internet zijn vele varianten te vinden. Een mitraillette bestaat meestal uit een half stokbrood, vlees, friet en één of meerdere sauzen, aangevuld met kaas en salade.

Feuilleton aflevering 7: Freek verzamelde alle geheimen

Door: Ronald Giphart −04/11/12, 04:56

Met inbreng van lezers schrijft Ronald Giphart een feuilleton voor het dagelijkse katern V van de Volkskrant, de afleveringen verschijnen daarna ook op Volkskrant.nl. Vandaag aflevering 7: Geheimen.

Nadat de platbodem De Progressie kalm was drooggelopen op een grote zandbank tussen Terschelling en Vlieland, werd er door schipper Maria en matroos Beerd een touwladder bevestigd aan de zijkant van de klipper om de passagiers te laten afdalen. De families hadden een paar lange lome uren de tijd om rond te dwalen, bijzondere schelpen te zoeken en zeehonden te fotograferen. Maria riep dat het gezelschap zich wettelijk niet verder van het schip mocht begeven dan een straal van vijfhonderd meter, maar ze zei erbij dat dit niet vaak werd gecontroleerd.

‘Dan gaan wij enorm ongehoorzaam vijfhonderddertig meter van het schip vandaan’, zei Pim tegen zijn achtjarige zoon IJsbrand, die zijn vader geschrokken tot de orde riep.

‘Ik wil echt niet verdwalen’, zei het jongetje.

Frederique en Bibi gingen als laatsten van boord, geholpen door Beerd, die op het schip achterbleef om een maaltijd te bereiden. Toen de vrouwen na zenuwachtig gewaggel op de touwladder de zandbank bereikten, was de rest van de groep al richting een kolonie zeehonden gerend, een stuk verderop bij een kleine geul. Woordloos besloten de vriendinnen een andere kant op te wandelen, de Thelma en Louise van de club.

De winterzon scheen helder, de stilte op de zandplaat was overweldigend, de voetstappen van de vrouwen klonken zompig tussen het wier. Geen landschap op aarde waar de hemel zo majestueus overdondert als op het Wad.

Steeds verder liepen Freek en Bibi van de rest van de groep, zover dat ze de anderen al snel uit het zicht verloren. Alleen de klipper zagen ze, in de verte, de mast fier omhoog. Het bevreemdende beeld van een boot op het droge.

Toen Frederique vertelde over een Amerikaans onderzoek dat slechts 6 procent van de zendtijd op de televisie wordt besteed aan vrouwen samen in beeld (de rest van de tijd gaat het om mannen, of om mannen met vrouwen), kreeg Bibi een sms. De vriendinnen verbaasden zich erover dat ze bereik hadden in deze uithoek van de drooggevallen zee.

‘Leuk bericht?’, vroeg Freek, niet al te geïnteresseerd, nadat Bibi haar toestel zwijgend weer in haar zak had gestoken. Bibi vertelde dat ze al een tijdje werd lastiggevallen door een mannelijke bezoeker van een van haar yogacursussen.

‘Geen moordenaar of potentiële engerd, maar een sukkel met een burn-out,’ zei ze. ‘Hij hoopt door yoga fut te krijgen weer aan het werk te gaan.’

Een paar weken daarvoor had ze na afloop van een ochtendles uit een soort plichtsbesef een kopje koffie met de man gedronken in een hotel-restaurant vlak achter haar yogastudio. De serveerster had gevraagd of Bibi en haar cursist ook iets wilden eten, een ontbijtje bijvoorbeeld.

‘Nee, dat doen we de volgende keer, als we hier een kamer hebben gehuurd’, had de man tegen de serveerster gezegd, als een ontwapenend grapje voor Bibi. Bibi had lafjes geglimlacht en hem niet direct terechtgewezen, wat de man blijkbaar als een aanmoediging had gezien haar sms’jes te sturen, met steeds opdringeriger voorstellen en ontboezemingen.

‘Hier’, zei Bibi, waarna ze de tekstboodschap liet zien aan Frederique. Jij geeft mij nieuwe energie (die ik prompt gebruik om almaar aan jou te denken), stond er in het scherm.

‘Ach,’ zei Freek. ‘Je hebt gewoon zijn hoofd op hol gebracht.’

Bibi haalde haar schouders op.

‘Leuke vent?’ vroeg Freek.

Bibi’s ogen werden groot, ze trok een vies gezicht en even deed ze of ze moest kokhalzen. Na een korte stilte zei ze: ‘Dit is niet voor Kick, hè? Daar wordt hij alleen maar jaloers van.’

Meewarig keek Freek haar vriendin aan. Ze had nog nooit een geheim over wie dan ook aan wie dan ook doorverteld.

Wanneer het precies was begonnen, wist ze niet. En evenmin waarom of voor wie ze het deed. Freek verzamelde geheimen van haar vriendinnen. Een ander verzamelt bloemzaadjes, boeken van Couperus of schoenen, Freek onthield al een jaar of vijftien nauwgezet de dingen die haar door vriendinnen waren toevertrouwd. Vaak hadden die haar in vertrouwen genomen over zichzelf of over andere vriendinnen, collega’s en familieleden.

Freek luisterde altijd aandachtig naar onthullingen, dacht mee en oordeelde nooit. Misschien werd haar daarom regelmatig iets verteld. Kleine geheimen, grote geheimen, inmiddels allang weer verjaarde geheimen, liefdevolle weetjes, gemene roddels, levensbedreigende geheimen, Freek verzamelde ze allemaal.

Dat Rosalie eens in haar keuken heeft gespuugd in een gerecht, toen haar man Pjotr – van wie ze inmiddels is gescheiden – een vervelend stel van zijn werk had uitgenodigd.

Dat Sanne op een geheime plek in haar huis repen chocola bewaart. Haar gezin mag daar niets van weten.

Dat de moeder van Rosalie ooit aan vriendinnen heeft verteld dat ze borstkanker heeft gehad, waarvan ze was genezen. Dit was gelogen.

Dat Rosalie in 2009 aan Bibi vertelde dat er te weinig kaartjes waren voor een of andere theatershow, wat niet waar was. Rosalie had geen zin gehad in het gezelschap van van Bibi.

Dat Klaasje op haar werk van een vrouwelijke collega eens een idee had gestolen en daar alle credits voor heeft gekregen.

Dat Klaasje bij een kerstdiner met haar veeleisende schoonouders maaltijden door een traiteur had laten bezorgen, waarna ze zei dat ze die zelf had gekookt.

Dat Bibi met een man vlekken heeft gemaakt op de bank bij haar ouders, toen die in het buitenland waren.

Dat Sanne het in haar studententijd een keer heeft gedaan met Jeroen Pauw. En dat iedereen dit weet, behalve haar man Bram. En misschien ook Jeroen Pauw.

Dat Rosalie ooit een gemene roddel hoorde over de man van een collega van haar. Dat ze dit geheim aan veel vriendinnen heeft doorverteld, en dat ze hier toen pas wroeging over kreeg.

Dat Bibi, die bijzonder mooie nagels heeft, soms met haar handen duidelijk zichtbaar langs een terras met vrouwen loopt.

Dat Bibi valt op groot geschapen mannen. En dat een van haar vorige vriendjes veel minder bedeeld was, wat ze geen reden vond om hem te dumpen. Maar wat ze wel deed.

Dat Rosalie in 2004 ’s nachts met haar fiets tegen een geparkeerde auto is geknald, waarna ze doorreed.

Dat Sanne eens heeft geblowd, de dag voordat ze als persrechter een grote drugszaak moest toelichten.

Dat Bibi in 2007 vreemdging met een man in een motel. Het gebeurde vier keer. Dat de man bij een van die gelegenheden een paar foto’s maakte, die Bibi bewaart in een geheime digitale map.

Dat Bibi een vriendin heeft die zich op Twitter voordoet als een femme fatale genaamd ‘Vixen James’. Dat deze vrouw opschept over minnaars, die ze niet heeft.

Dat Klaasje op Twitter een geheim account heeft waarmee ze haar man Korneel volgt. En andere mannen die ze leuk vindt.

Dat Klaasje, brave Klaasje, nog altijd een seksblaadje genaamd TUK heeft, dat ze dertig jaar geleden stal uit de slaapkamer van haar ouders.

Dat Klaasje, toch niet zo heel erg brave Klaasje, Korneel een keer heeft opgestookt in het café te vechten met een andere man. Dat dat haar opwond.

Dat Klaasje, nogal onbrave Klaasje, vroeger Korneel soms afzoog als ze samen terugreden van een feestje. Bij voorkeur als Korneel over de snelweg scheurde.

Dat Rosalie in een ver verleden de Clio van een rivale in de liefde heeft bekrast. De rivale is nu getrouwd met de man om wie het ging.

Dat Sanne vorig jaar na een stapavond ‘per ongeluk’ heeft gezoend in een steeg met een student van 22. Ze weet niet meer hoe de jongen heette, helaas.

Dat Bibi in een sauna haar benen eens heeft gespreid voor een onbekende man.

Dat Bibi niet meer weet of ze nog van Kick houdt, tenminste dat zegt ze als ze net iets te veel heeft gedronken.

Wat eraan voorafging

Een groep van vijf vrouwen (‘De Vijf’) deelde tijdens hun studie lief en leed, nadat ze gezamenlijk waren weggelopen van de ontgroening van hun toekomstige studentenvereniging. Hun mannen raakten ook met elkaar bevriend. Het gezelschap bijna-veertigers besloot gezamenlijk Oud en Nieuw te vieren op Vlieland, met hun kinderen. Bij aankomst in Harlingen misten zij de boot, maar dit bleek een practical joke van Pim, een van de mannen. Hij had een oude klipper gecharterd bij schipper Maria. De vrouwen praatten in de kombuis over het leven en de mannen stonden bij elkaar op het dek, nakaterend van een bezoek, daags ervoor, aan een popconcert in de Ancienne Belgique te Brussel. Kicks vader, bijgenaamd Opa Kick, was bij dat concert nogal prominent aanwezig.

1.1 Drooglopen en dan?

De vraag op Facebook was hoe het eraan toegaat wanneer een platbodem droogloopt op een zandbank. Hoe gaan de passagiers van boord? Dragen zij laarzen? Et cetera.

Schipper Harriët Stalman van de tweemastklipper Wilhelmina stuurde een gedetailleerde reactie: ‘Op elk charterschip is een ladder aan boord om van en aan boord te klimmen. Laarzen moet je zelf meenemen, maar beter zijn hoge gympen (…) waterschoenen zijn ook prima om je niet te bezeren aan scherpe schelpen.’

Over de omgeving: ‘Je vindt op de zandplaat veel schelpen, rogge-eieren, verschillende soorten wier en spaghettisliertjes zand van de wadwormen.’

Over na het lopen: ‘Voor je weer aan boord stapt, moet je eerst je voeten/schoenen schoonmaken in de emmer die onder aan de ladder staat, anders heb je een chagrijnige schipper.’

Uit: De Wadloopverordening 2012

Artikel 4: Het houden van een wadlooptocht is verboden, behoudens het bepaalde in de artikelen 5 (…).

Artikel 5: Het in artikel 4 omschreven verbod geldt niet voor (…) lemma f: de opvarenden van een drooggevallen of een voor anker liggend vaartuig die zich op dezelfde plaat of kwelder als de boot bevinden en zij binnen een straal van 500 meter van de boot blijven indien zij met acht of meer personen zijn.

1.2 Prothusteron

De door Bibi gebruikte omschrijving ‘Geen moordenaar of potentiële engerd’ is een voorbeeld van een prothusteron, een stijlfiguur waarbij de chronologie van de betekenis van de woorden wordt omgedraaid om een effect te bereiken. Een ander woord hiervoor is ‘hysteron proteron’. Een bekend prothusteron is: ‘Daar werd hij vermoord en verraden’. Andere beroemde voorbeelden zijn: ‘Laten we sterven en ons midden in de strijd begeven’ (Vergillius) en ‘Uw man is dood en laat u groeten’ (Goethe).

1.3 Enumeratie

De opsomming met (een deel van de) geheimen die Frederique heeft verzameld is een voorbeeld van een enumeratie. Volgens Wikipedia: ‘Een enumeratie is een stijlfiguur waarbij een opsomming wordt gebruikt om iets te benadrukken. Meestal zit er in de opsomming een climax (een in kracht toenemende rij) of een anticlimax (een in kracht afnemende rij).’

1.4 Anafoor

Het voortdurend herhalen van het woordje ‘dat’ aan het begin van de zinnen in de enumeratie is een voorbeeld van een anafoor. Wikipedia: ‘Een stijlfiguur die bestaat uit het herhalen van hetzelfde woord of dezelfde woordgroep aan het begin van opeenvolgende zinnen of zinsdelen.’

Feuilleton aflevering 8: ‘Heb je een affaire?’

Door: Ronald Giphart −10/11/12, 09:04

Op het strand roken twee vrouwen schichtig een sigaret.

Verwijder? Ja, verwijder. Nadrukkelijk bediende Bibi de toetsen van haar toestel, waarna ze haar telefoon terugstopte in een leren hoesje. Ze sloot haar ogen en hield haar gezicht langdurig in de richting van de zon. Als er geen frisse bries over de zandplaat had gewaaid, zou het zowaar bijna een lentedag zijn geweest.

Verderop, zeker vijfhonderd meter van Frederique en Bibi vandaan, stond de rest van het gezelschap bij een groep zeehonden. Af en toe waaiden klanken uit die hoek van de plaat, maar verder waren de vrouwen alleen. In een andere windrichting lag het drooggelopen moederschip, fier uitstevenend boven de zandvlakte.

Nee, met die opgebrande sukkel die haar heimelijk sms’jes stuurde, had Bibi niets en wilde ze ook niets, zei ze, als antwoord op een eerdere vraag van Frederique. Het idee alleen al, getverdemme.

Hierna zweeg ze.

Frederique zweeg ook.

Het was de manier waarop Bibi ‘niets’ had uitgesproken. Frederique knikte en ook zij sloot haar ogen richting de zon. De zang van vogels in de lucht en de permanente achtergrondruis van de zee. Twee vrouwen, staand in het zand, hun gezichten richting het zuiden.

‘Maar met een ander wel?’

Er snirpten twee scholeksters zenuwachtig vlak bij hen. Verderop kolderde een zilvermeeuw.

‘Wat?’

‘Maar heb je met een andere man wel iets?’

Het was niet Freeks gewoonte dit soort dingen direct te vragen. Geheimen werden haar verteld, ze vroeg er nooit om, en misschien werd haar daarom wel zo veel toevertrouwd. Ze maakte doorgaans niet de indruk bovenmatig geïnteresseerd te zijn in de verborgen levens van haar vriendinnen. Daarom was het bijzonder dat ze er nu wel naar informeerde.

Bibi gaf geen antwoord. Ze genoot van de weldadige zon op haar huid. Freek vroeg: ‘Heb je een slippertje gehad?’

Op dat moment openden de vrouwen beiden hun ogen. Bibi keek Frederique quasi-geërgerd aan.

‘Jezus, Freek, het woord slippertje… Daar maak ik echt bezwaar tegen. Slippertje is wel een van de meest idiote omschrijvingen uit de Nederlandse taal.’

Ze kantelde opnieuw haar hoofd richting de zon.

‘Alsof je uitglijdt over een bananenschil. Liggen er twee ordinair te rampetampen, noemen ze dat een uitglijertje. In de verkleinvorm. Oeh, kijk mij hier eens even mijn geslachtsdeel om het geslachtsdeel van die aantrekkelijke meneer daar slipperen.’

Freek lachte, en Bibi ook. De laatste wilde duidelijk geen antwoord geven.

‘Oké, geen slippertje dus’, zei Frederique.

Bibi zweeg en knikte langzaam haar hoofd.

Weer de geluiden van de zandbank.

Jodelende wulpen. Raspende visdiefjes. Twee piepende jonge lepelaars die nooit was geleerd hoe ze naar Afrika moesten vliegen en de koude winter daarom maar op de Wadden doorbrachten.

‘Ik noem het liever affaire’, zei Bibi.

Freek keek naar haar vriendin en herhaalde het woord met enige nadruk. De stilte hierna duurde luttele seconden.

Nogmaals: ‘Heb je een affáire?’

‘Niemand weet ervan’, zei Bibi. ‘Tenminste, niemand van De Vijf. Tja… affaire. Dat is ook weer zo’n woord, hè? Samentreksel van het Franse à faire, oftewel: wat te doen is. Het is te doen, een affaire. Het is te doen.’

Bibi had niet gefluisterd, wat er de reden van was dat Frederique bezorgd over de zandplaat had uitgekeken om te zien of ze niet stiekem waren benaderd door kinderen of volwassenen.

‘Enigiets wat nie noukeurig benoem of beskryf kan word nie’, ging Bibi verder. ‘Dat is de betekenis van affaire in het Afrikaans.’

‘In het Afrikaans?’, riep Frederique, waarop ze geamuseerd vroeg of Bibi dat van die man uit het Krugerpark had geleerd.

‘Je bedoelt Pik? Nee, deze omschrijving kwam ik gisteren tegen op een site over het onderwerp. Ik heb me in het onderwerp verdiept, haha.’

‘Hij heette toch Tiaan?’

Bibi opende verbaasd haar ogen.

‘Hoe weet jij dat?’

‘Dat heb je me verteld.’

‘Wanneer?’

‘Destijds.’

‘Heb ik zijn naam genoemd?’

Frederique knikte.

‘Oké…’

Plotseling keek ze schichtig om naar de groep in de verte. Ze vroeg Frederique of zij ook even in de gaten kon houden of haar kinderen haar niet zagen, want anders waren de gevolgen niet te overzien. Uit haar winterjas haalde ze een pakje Marlboro Light tevoorschijn.

‘Ze worden zo boos als ik rook, dat ik voor de lieve vrede doe of ik ben gestopt’, zei ze, terwijl ze Frederique een sigaret aanbood. ‘Laten ze in godsnaam niet zien dat we hier staan te paffen.’

Met haar gekomde hand voor haar aansteker zoog ze een vlam in een sigaret. Hierna gaf ze Freek een vuurtje.

‘Tiaan’, zei ze, rook uitblazend. ‘Verdomd, zo heette hij. Was ik bijna zelf vergeten. Sinds mijn… eh… treffen met hem, noem ik hem in gedachten eigenlijk altijd Pik. Een mooie, Afrikaanse naam. Vat ook beter samen wat hij voor mij betekende.’

Ze lachte wederom hard om zichzelf.

In 2007 waren Bibi en Kick met hun kinderen naar Kaapstad met vakantie geweest om haar familie te bezoeken. Kick moest na een paar weken terug naar Nederland omdat de Rolling Stones optraden in het Goffertpark en zijn platenmaatschappij de organisatie van het voorprogramma deed. Hoe overweldigend Zuid-Afrika ook was, de kans met Mick Jagger kennis te maken, liet Kick zich niet ontzeggen. De ontmoeting had uiteindelijk niet langer dan tien seconden geduurd, maar die waren de vroegtijdige terugreis meer dan waard geweest.

Terwijl Bibi’s kinderen bij haar moeder en tante in Kaapstad achterbleven, reisde zij met haar vader naar het Krugerpark voor een safari van een paar dagen. Je bent niet in Afrika geweest, als je geen dieren in het wild hebt gezocht. Tiaan was een van de gidsen, een twintiger die ook vijftiger had kunnen zijn, of andersom.

Bibi en haar vader overnachtten in een bushlodge tussen de bananenplantages aan de rand van het park. Op de derde en laatste nacht ging haar vader vroeg slapen. Zittend bij het kampvuur dronken Bibi en Tiaan whisky. Ze luisterde naar zijn hese stem, waarmee hij verhalen vertelde over leeuwen, olifanten, zebra’s en muggen. Over de laatste soort was hij uitgesproken lyrisch; Bibi moest erg om hem lachen.

Die nacht liet ze zich door hem nemen, staande tussen de bananenplanten, waarover hij had verteld dat deze slechts eenmaal vrucht droegen, om daarna af te sterven. Zoals zijn wellust, vertelde ze een paar weken na terugkomst aan Frederique.

Bibi had tegen Freek gezegd dat zij haar geheim over de uitglijder met Tiaan alleen met haar zou delen, want van de andere vriendinnen zou ze waarschijnlijk toch alleen maar een preek krijgen. Frederique had geluisterd naar het avontuur van Bibi, zonder te oordelen.

Een paar weken later vertelde Rosalie Frederique in vertrouwen dat Bibi in Zuid-Afrika seks met een of andere gids had gehad. Frederique had gedaan of ze van niets wist, en ze vertelde ook niet aan Bibi dat Rosalie haar geheimen doorvertelde.

Zwijgend namen Frederique en Bibi een lange trek van hun sigaret. De bries verwaaide hun rook over de zandvlakte.

‘Ik heb me weer eens aardig in de nesten gewerkt’, zei Bibi uiteindelijk, maar toen ze wilde vertellen wat haar was overkomen, hoorden de vrouwen vanuit de verte een hysterisch gekrijs, gesnirp en gekolder. Dit waren geen geluiden van vogels. Woedend kwamen er vijf kinderen op hen afgerend. De geur van nicotine had blijkbaar met gemak vijfhonderd meter overbrugd.

‘Godsamme, ik ben betrapt’, zei Bibi, die snel haar peuk in het zand probeerde te trappen.

Wat er aan vooraf ging
Een groep van vijf vrouwen (‘De Vijf’) deelde tijdens hun studie lief en leed, nadat ze gezamenlijk waren weggelopen van de ontgroening van hun toekomstige studentenvereniging. Hun mannen raakten ook met elkaar bevriend. Het gezelschap bijna-veertigers besloot gezamenlijk Oud en Nieuw te vieren op Vlieland, met hun kinderen. Bij aankomst in Harlingen miste het gezelschap de boot, maar dit bleek een practical joke van Pim, een van mannen. Hij had een oude klipper gecharterd bij schipper Maria. De vrouwen praatten in de kombuis over het leven en de mannen stonden bij elkaar op het te dek, nakaterend over een bezoek, daags ervoor, aan een popconcert in de Ancienne Belgique te Brussel. Toen de boot droogliep, maakte het gezelschap een wandeling over een zandbank. Twee vrouwen, Bibi en Frederique, hebben zich afgezonderd om zaken te bespreken die verborgen moeten blijven.

1.1 Slippertje
Slippen of slipperen is een Middelnederlands woord voor uitglijden of glibberen. Rond 1720 betekende ‘een slippertje maken’ stiekem weggaan. Deze betekenis heeft de uitdrukking lang gehad. In 1924 schreef Van Dale dat ‘een slipper maken’ stond voor: ‘Zich stil uit een gezelschap verwijderen; een klein plezierreisje maken’. De specifieke betekenis van slippertje als ‘kortstondig overspel’ verschijnt pas in de tweede helft van de 20ste eeuw. In 1976 was de betekenis veranderd: een slipper(tje) maken ‘… in ’t bijz. van een getrouwde man gezegd die het aanlegt met een andere vrouw.’

1.2 Affaire
Al in het Middelnederlands was een affare of affere een zaak of aangelegenheid. Dit kwam uit het Oudfranse woord afaire dat verwant was aan het Latijnse woord facere, oftewel doen. Onder invloed van een van de Engelse betekenissen voor affaire, namelijk korte seksuele relatie, kreeg het woord in de jaren tachtig van de vorige eeuw ook in het Nederlands de betekenis van liefdesgeschiedenis.

1.3 Vogels
Mijn vraag naar vogels op de Wadden en hun geluiden leverde veel informatie en nuttige sites op, bijvoorbeeld: wadden.tv/toerisme.aspx. Monique Christiaanse kwam nog met een mooi ezelsbruggetje voor het verschil tussen een kluut en wulp: ‘Bij de wulp wijst de snavel naar zijn gulp.’

1.4 Pik
Al schrijvend doemde de naam Pik op, naar de Zuid-Afrikaanse oud-politicus Pik Botha. Via Facebook en Twitter vroeg ik of er meer informatie over deze naam was te vinden. Velen, onder wie Volkskrant-columniste Harriet Duurvoort, vertelden dat Pik een afkorting is van Pikkewyn, oftewel Afrikaans voor pinguïn (daar leek Botha ook op, aldus Duurvoort). Volgens Pieter van de Kamer komt Pik van de stam Pik, Piet, Pieter, Petrus. Vergelijk Japik en Jacob. In de 17e eeuw zou het een koosnaampje zijn geweest. Patrick Deleij denkt dat de naam komt van pikketanis, een sterke drank die op onze jenever lijkt. Karin Osinga tipte: ‘Mijn man denkt dat het komt van pikbroek, een oude benaming voor een matroos.’

Volgens de Nederlandse Voornamenbank van het Meertens Instituut kwam de voornaam Pik in 2010 in Nederland niet meer voor.

Feuilleton, aflevering 9: Een geweldig niets

03/12/12, 14:56

Bij toeslaande verliefdheid rigoureus stoppen, waarschuwde haar moeder.

Bibi probeerde terughoudend te zijn met wat ze haar vriendinnen vertelde over haar leven en de schaarse uren die ze doorbracht met andere mannen dan Kick. ‘Doorbracht’ als eufemisme voor momenten van overgave en zelfverlies. Die terughoudendheid had ze niet omdat ze bang was voor het morele oordeel of de afwijzing van haar vriendinnen, maar vanwege een van de nuchtere regels die ze zichzelf had gesteld. Een regel die voorscheef met zo min mogelijk mensen over haar amoureuze onnauwkeurigheden te praten en er al helemaal niet over op te scheppen.

Af en toe – daar kon ze niet onderuit – deelde ze wat geheimen met Frederique of de andere vrouwen van de Vijf, maar nooit met allen tegelijk, altijd abstract en zo veel mogelijk zonder een trotse of triomfantelijke ondertoon.

Een ander zelfopgelegd voorschrift was dat Kick nooit iets over haar kortstondigheden te weten mocht komen. Dat was de hoofdzaak. Voor Bibi had dat met haar ouders te maken, met haar moeder die Bibi’s vader ooit een buitenechtelijke gebeurtenis had opgebiecht.

Deze misstap was allang verjaard, maar na twee decennia was het geweten van Bibi’s moeder plotseling gaan opspelen. Haar moeder dacht dat haar bekentenis over een vervlogen moment van passie voor haar echtgenoot een teken van liefde en vertrouwen zou zijn. Alleen bleek hij er anders over te denken. Er volgden ruzies en verwijten, en een verkilling die Bibi’s ouders in de ogen van Bibi nooit te boven zijn gekomen. Haar vader vroeg zich almaar luidruchtig af met hoeveel klootzakken haar moeder nog meer had verkeerd.

Op een avond heeft Bibi’s moeder Bibi zelf ingelicht over haar affaire, haar schuldgevoel en de verkeerde inschatting het geheim na al die jaren alsnog te onthullen. Bibi ging toen al lange tijd met Kick en begreep welk gevecht haar moeder had moeten voeren. Had haar moeder Bibi jaren daarvoor over haar overspel verteld, dan zou ze haar – uit liefde voor haar vader – hebben gehaat en geminacht.

Haar moeder moest toegeven dat achteraf niet haar bedrog haar parten speelde, maar de lichtzinnigheid waarmee ze haar geweten hoopte te ontlasten. Bibi vroeg of haar moeder verliefd was geweest op die andere man.

‘Welnee’, zei haar moeder. ‘Het was geweldig, maar het stelde echt niets voor. Niets.’

‘Een geweldig niets’, herhaalde Bibi, waarna ze voorzichtig informeerde of haar moeder in al die jaren ooit diepere gevoelens voor andere mannen dan haar vader had gehad. Of er niet een passant was geweest die haar leven had ontregeld.

Haar moeder weifelde over een antwoord.

‘Er was inderdaad iemand. Maar met hem heb ik nooit iets gedaan dat ik niet aan je vader zou kunnen vertellen, of waarvoor ik me achteraf zou moeten schamen.’

‘Behalve dat hij je hoofd op hol bracht.’

‘Daar heeft je vader nooit iets van gemerkt.’

Tijdens dit gesprek vroeg Bibi zich af of ze dit alles eigenlijk wel wilde horen, al was er ook verbazing dat uitgerekend haar moeder tijdens de beginjaren van haar huwelijk blijkbaar had geworsteld met zaken waarmee Bibi zich op dat moment ook bezighield.

‘Heb je er spijt van dat je je niet aan die man hebt gegeven?’, vroeg ze.

Nu weifelde haar moeder niet.

‘Er was niets om te geven. Het was uitgesloten en het zou alles kapot hebben gemaakt. En dit is geen onderwerp om verder met jou te bespreken. Het gaat over je vader, die er altijd voor mij was en voor jullie.’

Na een korte stilte: ‘Ik hoor voortdurend mensen zeggen dat een vrouw dit soort dingen alleen doet als ze een ongelukkig huwelijk heeft. Waar ze dat vandaan halen, weet ik oprecht niet. Ik was heel gelukkig met je vader, echt, en toch overkwam het me. Ik was er niet naar op zoek. Het gebeurde.’

Ze keek haar dochter indringend aan.

‘Nogmaals, dit wil ik helemaal niet met jou bespreken.’

‘Was je verliefd op die andere man?’, vroeg Bibi, de vermaning van haar moeder opzichtig negerend.

‘Verliefd…’

Haar moeder zuchtte.

‘Vermijd het te allen tijde verliefd te worden. Dit is geen onderwerp voor jou en mij, maar mocht je ooit verliefd worden op een andere man…’

Bibi’s moeder maakte van haar hand een vuist en bewoog deze ferm naar zich toe.

Hierna keek ze Bibi aan.

Ze maakte de beweging nog een keer.

‘Wat bedoel je?’, vroeg Bibi, die even dacht dat haar moeder een nogal hardhandig uitgevallen erotische beweging maakte.

‘De handrem.’

‘Ah, de handrem.’

De regel die Bibi leerde van haar moeder: bij toeslaande verliefdheid, rigoureus stoppen met wat het ook is dat je uitspookt. Een regel waaraan ze zich overigens niet altijd heeft gehouden.

Net als haar moeder vond Bibi van zichzelf dat ze gelukkig was in haar huwelijk, en ook zij was niet op zoek naar parallelle liefde. Maar in tegenstelling tot haar moeder heeft Bibi nooit wroeging over haar kortstondige omgang met andere mannen gehad, noch werd ze geplaagd door een al te opdringerig schuldgevoel.

De eerste keer dat ze iets verzweeg voor Kick kende ze hem een paar maanden. Ze was op het extatische af verliefd op hem, alles van hem, alles met hem, alles over hem. Ze dacht almaar aan de dingen die hij deed en zei, schreef hem liefdesbrieven terwijl hij naast haar op de bank van haar studentenhuis met een koptelefoon op muziek zat te luisteren.

Vlak voordat Kick in haar leven kwam, had ze met twee studiegenoten een Arabische taalvakantie in Syrië geboekt. Hoewel ze alleen maar bezig wilde zijn met haar nieuwe liefde, kon ze de reis niet afzeggen of omboeken. Huilend nam ze op Schiphol afscheid van Kick.

Het is lang geleden, de gebeurtenis is weggezakt in haar herinnering. Aan het eind van het verblijf in Syrië ondernam het gezelschap westerse studenten onder leiding van Arabische leraren een toeristische excursie naar de oude woestijnstad Palmyra. Onderdeel van de reis was een dromedaristocht van twee dagen. De leerlingen werden verdeeld onder de bedoeïenen die de beesten bereden. Bibi’s begeleider heette Bassam, een verlegen lachende jongen van een jaar of twintig, met wie ze – ondanks haar taalcursus – alleen maar glimlachjes kon uitwisselen. Het wereldwijze studentenmeisje en de analfabete kamelenrijder.

Er was een leren zadel op de bult van de dromedaris gebonden, waar Bibi naartoe moest klimmen. Hierna nam Bassam achter haar plaats. De eerste dag sjokte het gezelschap uren achter elkaar door de woestijn, de dieren vlak achter elkaar, verbonden door touwen. ’s Avonds hield men halt bij een barakkenkamp naast een oase, waar vruchten en palmbomen groeiden en waar gekookt werd bij een kampvuur. Dat was bepaald zo romantisch als het klonk.

De nacht was echter ontzettend koud en Bibi kon niet in slaap komen, bibberend in haar slaapzak, almaar denkend aan Kick. De volgende dag zat ze zo verfomfaaid en vermoeid op haar dromedaris dat ze niet doorhad dat Bassam en zij een fors stuk voorliepen op de groep. De dieren sjokten niet meer in formatie. Toen Bibi omkeek, zag ze dat ze de anderen ver achter zich hadden gelaten.

Bassam keek haar verontschuldigend glimlachend aan. Ze was te moe om zich zorgen te maken of zich eraan te storen dat ze getweeën door de woestijn reden. Het leek of ze in trance was geraakt. Ze gaf zich over aan de golvende tred van de dromedaris, de cadans van het zand en de zinderende hitte. Af en toe verstapte het beest zich en dan verschoof het leren zadel vervaarlijk.

Dat waren momenten dat Bassam Bibi beetpakte om te voorkomen dat zij van het dier zou glijden. Bij een van die gelegenheden liet hij een hand rusten op haar dij, waarna Bibi voelde hoe hij zijn vingers langzaam over haar bovenbeen liet gaan. Natuurlijk had ze hem moeten stoppen.

WAT ERAAN VOORAF GING
Een groep van vijf vrouwen (‘De Vijf’) deelde tijdens hun studie lief en leed, nadat ze waren weggelopen van de ontgroening van hun toekomstige studentenvereniging. Hun mannen raakten ook bevriend. Het gezelschap bijna-veertigers besloot gezamenlijk Oud en Nieuw te vieren op Vlieland, met hun kinderen.

Bij aankomst in Harlingen miste het gezelschap de boot, maar dit bleek een practical joke van Pim, een van de mannen. Hij had een oude klipper gecharterd. Toen de boot droogliep, maakte het gezelschap een wandeling over een zandbank. Twee vrouwen, Bibi en Frederique, hebben zich afgezonderd. Bibi vertelt schoorvoetend over haar affaire.

1.1 Betrapt
‘Godsamme, ik ben betrapt’, zei Bibi, die snel haar peuk in het zand probeerde te trappen.

Dit was de laatste zin van de vorige aflevering. Pas toen ik zaterdag de krant opensloeg, zag ik de lelijke dubbeling van het woorddeel ‘trap’. Ik ben niet tegen het herhalen van woorden of woorddelen, als ik me er maar van bewust ben.

1.2 Schema
Afgelopen zaterdag vertelde Renate Dorrestein tijdens de manifestatie Schrijf dat boek!, een bijeenkomst voor aspirant-auteurs, dat er grofweg twee soorten schrijvers zijn: zij die hun schrijfreis plannen en zij die hun voordeur verlaten om zelf ook verrast te worden waar de wandeling hen brengt. Zelf hoort Dorrestein al twintig boeken lang bij de laatste groep. Ik ben een schemamaker, al zal dat ook een vorm van uitstelgedrag zijn. Het plannen is voorpret, het idee aan het werk te zijn en toch te nietsen.

1.3 Bibi
Desalniettemin wil ik niet zo strak plannen dat er bij het schrijven geen ruimte meer is voor spontane invallen. In mijn plot stond voor deze aflevering een samenzijn op de zandbank, een vrolijk treffen tussen kinderen en zeehonden (verder nog geen idee wat er zou moeten gebeuren).

Een van mijn meelezers zei dat hij op dit punt in het verhaal nog wel wat meer wilde weten van het personage Bibi, dat in de vorige aflevering werd ingekleurd. Daar had ik ook wel zin in, om nog wat verder met haar op te wandelen. En dan moet het schema wijken.

1.4 Escapades
De zoektocht naar nieuwe of opmerkelijke manieren van uitdrukken is een van de eigenschappen die het schrijven – voor mij – aangenaam maakt. In een poging meelezers te betrekken bij deze tocht deed ik op Facebook een oproep alternatieven te bedenken voor ‘misstappen in de liefde’. Er kwamen meer dan tachtig reacties.

1.5 Vreemdvrijen
Crime amoureux, liefde-lozen (Ben Stam). Morsen, met goede been in verkeerde bed, op drift, vergalopperen, een ander merk proberen (Patricia Jimmink). Voeten onder de tafel steken bij een ander (Marjan Kloosterman). Viezevozen (Spring Vlo). Verboden vruchten plukken (Elly Claasen). Buiten de lijntjes kleuren (Anja Wibbeke). Door de heg kruipen (Inge Pols). Foezelevozen (Renata Dartelin). Geilgraaien. (Sydney Sitters). Een andere jas passen (Jacqueline Hoevenberg). De echtgenoot ontzien (Wilma Hofman).

1.6 Kamelentocht
Lang geleden vertelde iemand mij een verhaal over een kameeltocht door Syrië. Aan Facebook vroeg ik ervaringen. Sara van Gennip antwoordde: ‘Mag een kamelentocht door Israël ook? Door de Negev-woestijn, vanuit Beer Sheva. Op de terugtocht mocht je los. Schitterende uitzichten, bijna-doodervaringen als een kameel zich verstapte.’

UITSLAG POLL
Ik besloot het woensdag op Facebook aan de meelezers te vragen: ga ik naar de zeehonden of stel ik dit nog even uit door bij Bibi te blijven? De uitslag was duidelijk:

32,4 procent koos voor de zeehonden
67,6 procent wilde meer weten over Bibi’s escapades

Feuilleton, aflevering 10: BiBi’s kleine geheim

03/12/12, 15:00

Langzaam liet Bassam zijn vingers over het bovenbeen van Bibi gaan…

Maar ze stopte hem niet. Bassam bewoog zijn vingers steeds iets hoger. Aanvankelijk had Bibi nog het idee dat hij niet wist wat hij deed en dat hij oprecht was in zijn pogingen haar te behoeden voor een val van zijn dromedaris. Bassam was Bibi, tot hun verwijdering van de groep, overgekomen als een rustige, ja zelfs timide jongen.

Natuurlijk had ze zijn aanwezigheid opgemerkt. Zijn huid was gebronsd, zijn spieren hard, zijn borstkas stevig, zijn geur van een bijna vrouwelijke zoetheid. Hij was naar de maatstaven van Bibi en haar vriendinnen niet lelijk, al had zijn schoonheid wel iets verweerds en stuurs, alsof zijn genen en die van zijn nomadische voorouders lang hadden gestreden tegen parasieten en armoede – wat waarschijnlijk zo was.

Bassam was overdreven behulpzaam, op het kinderlijke af. Toen Bibi de avond ervoor bij aankomst in het barakkenkamp van haar eenbultige kameel wilde stappen, had Bassam haar opgevangen zoals een jongen zijn jongere zus helpt. En vanwege zijn beschermzucht kon Bibi aanvankelijk niet geloven dat Bassam, nu ze van de groep los waren geraakt, zijn hand langzaam in de richting van haar kruis liet gaan.

Hij deed het geraffineerd. Bibi droeg een lange groene zomerbroek van katoen met linnen. Bassams vingers schoven steeds een klein stukje op, zo geleidelijk dat Bibi hem moeilijk tot de orde kon roepen. Niet dat ze dat wilde. Ze hield zijn verrichtingen in de gaten, maar voelde niet de noodzaak hem tegen te houden.

Na enige tijd merkte ze dat zijn vingers, door de stof van haar broek heen, tegen haar schaamstreek drukten. Bassam maakte geen aanstalten om met zijn hand in haar broek te gaan. Dat voelde hij goed aan, want als hij dat had gedaan zou Bibi hem hiervan zeker hebben weerhouden.

Er zaten op dat moment twee lagen kleding tussen zijn hand en haar kruis, genoeg om tegenover zichzelf en later wellicht ook anderen vol te kunnen houden dat er in feite niets onoorbaars was gebeurd. Oké, de arm van de kamelenberijder was per ongeluk even uitgeschoten, waarschijnlijk in een poging haar voor een lelijke val te behoeden.

Bassam begon voorzichtig met de toppen van zijn vingers te cirkelen. Even keek Bibi om, niet naar Bassam, maar om te zien of de anderen hen al aan het inlopen waren. Dat was niet zo, de afstand tussen Bassams dromedaris en de beesten erachter leek juist groter geworden. Toen Bibi zich weer wilde terugdraaien keek ze Bassam kort in zijn ogen: groot en donkerbruin, maar niet vurig. Ze probeerde zijn blik te duiden, al kon ze er weinig uit opmaken. Bassam leek nog steeds verlegen en zeker niet bevangen door een duistere onstuimigheid die overeenkwam met wat zijn vingers uitspookten.

Bibi liet zich een paar meter meevoeren op de cadans van de dromedaris. Stapsgewijs veranderden de cirkels van Bassams vingers in knijp- en kneedbewegingen. Zijn gedruk en gegraai liet Bibi niet onberoerd. Ze was moe en in een vreemd soort trance waarin wetten en praktische bezwaren niet in de weg stonden. Ze merkte dat ze anders ging zitten op de bult van het beest, om Bassams hand ruimte te geven. Feitelijk zou ze tegenover de buitenwereld nog steeds kunnen verdedigen wat er gebeurde, mits ze niets zou vertellen over haar toegenomen ademhaling en de opwellende begeerte die zich van haar meester had gemaakt.

Juist toen ze overwoog of het verstandig was om achter zich te reiken en op haar beurt Bassams lichaam te zoeken – zoals haar gevoel haar ingaf – stopte Bassam zijn bewegingen. Hij legde zijn hand op een van Bibi’s handen, die hij vervolgens voorzichtig, bijna ingetogen, optilde en langzaam meevoerde. Bibi had op dit moment haar arm kunnen terugtrekken, maar toch liet ze zich begeleiden, want ze was geraakt door de dwingende en tegelijkertijd tedere manier waarop Bassam haar vasthield.

Ze voelde hoe hij haar hand naar zijn kruis bracht, waarna ze schrok van wat haar vingers registreerden. Bassam wilde dat zij haar hand in zijn broek zou laten gaan, merkte ze, maar dat deed ze niet. Er moest en zou stof blijven tussen haar en het imposante zwellichaam in haar vuist. Toen ze kort achter elkaar een paar knijpbewegingen had gemaakt, kreunde Bassam plotseling, een hoge jongenskreun die in contrast stond met de volwassenheid van zijn handelingen en de grootte van zijn geslachtsdeel.

Tot ze een jaar of vijftien later dit voorval en de beschamende ontknoping ervan lacherig opbiechtte aan Frederique, had ze er met niemand over gesproken, niet met haar studiegenoten van de Arabische taalreis en al helemaal niet met Kick. Wat had ze hem moeten vertellen? Dat ze een serene netnietnetwel seksuele ontmoeting had gehad met een ongeletterde kamelenjongen, die blijkbaar zo overdonderd was van haar westerse schoonheid dat hij had toegegeven aan zijn verlangen haar aan te raken? Bibi had gezwegen, en af en toe met liefdevolle vertedering teruggedacht aan haar kleine Syrische geheim met een jongen die ze niets kwalijk nam.

Tot ze op een borrel een man ontmoette die ook door het Midden-Oosten had gereisd en haar een andere kant van het verhaal vertelde. De man had voor zijn studie een paar maanden opgetrokken met rondreizende bedoeïenen, die voor een deel leefden van kamelentochten met toeristen. Hij onthulde dat de jongens er een sport van maakten zich, al rijdend door de zandvlakten, te laten aftrekken door vrouwelijke westerse toeristen. Ze zorgden dat ze zich met kameel en al in de verzengende hitte van de woestijn lieten afzonderen van de groep, om dan toe te slaan. Veel overdonderde toeristes hadden zich laten verleiden.

‘Nou ja! Dat vrouwen daar intrappen!’, had Bibi gillend van de lach geroepen.

Terug op de plaat tussen Vlieland en Terschelling kwamen Bibi’s kinderen op hun vader Kick afgerend, gevolgd door een halve jeugdbende. Al van veraf schreeuwden ze woedend dat ze hun moeder hadden betrapt. De volwassenen, minus Bibi en Frederique, stonden bij elkaar op een zandheuvel van een halve meter met uitkijk op een kolonie zonnebadende zeehonden. Op tweehonderd meter afstand lag nog almaar De Progressie, ook in de stralende winterzon.

‘Pappa!’, riep de jonge Kick, door zijn opa consequent ‘junior junior’ genoemd. ‘Mamma heeft gerookt. Mamma heeft weer eens gerookt.’

De volwassenen reageerden quasi-geschokt.

‘Is dat zo?’, riep Kick terug, die net als zijn vrouw regelmatig in oude foute gewoonten vervalt. ‘Schande! Hoe durft ze!’

‘Ze krijgt kanker’, riep Josje, zijn jongste dochter, met gebalde vuisten. Ze blafte het woord uit.

‘Hè gezellig’, zei Rosalie.

‘Nou kanker, dat is niet gezegd, maar het is niet goed dat mamma rookt. Ik zal het zo tegen haar zeggen’, zei Kick, die vervolgens overging tot regel 1 uit het Opvoedkundig Handboek: afleiding is de oplossing van vrijwel alle problemen.

‘Jongens, hebben jullie gezien dat de ene grote zeehond daar ruzie heeft met die andere?’, riep hij tegen de groep kinderen. Pim begreep zijn bedoeling en vulde aan: ‘Wij denken dat ze zo gaan vechten.’

Vechten. Onmiddellijk waren de kinderen de kleine zonde van Bibi vergeten. Niets dat een goede matpartij tussen zeehonden kan verslaan. Het gezelschap keek met elkaar naar de kolonie rustende beesten. Niet gehinderd door het totale gebrek aan schermutselingen, begonnen de kinderen een van de spekkige mannetjes aan te moedigen een ander mannetje te lijf te gaan.

‘Vechten! Vechten! Vechten!’, scandeerden ze naar de groep. Er waren zeehonden die loom opkeken. Blijkbaar ergerden een paar van hen zich nogal aan het geschreeuw van de mensenkinderen. Snel, veel sneller dan de bezoekers van de zandplaat konden vermoeden, begonnen de beesten in de richting van de indringers te kruipen.

WAT ERAAN VOORAF GING
Een groep van vijf vrouwen (‘De Vijf’) deelde tijdens hun studie lief en leed. Hun mannen raakten ook met elkaar bevriend. Het gezelschap bijna-veertigers besloot gezamenlijk Oud en Nieuw te vieren op Vlieland, met hun kinderen. Voor de overtocht was een oude klipper gecharterd bij schipper Maria.

Toen de boot droogliep, maakte het gezelschap een wandeling over een zandbank. Twee vrouwen, Bibi en Frederique, hadden zich afgezonderd om zaken te bespreken die verborgen moesten blijven. Bibi vertelde schoorvoetend over een affaire die ze had. Wat Bibi niet wist was dat Frederique al jarenlang de geheimen van haar vriendinnen heeft bijgehouden. Zo was er de keer dat Bibi, nog enorm verliefd op haar latere man Kick, tijdens een kamelensafari in Syrië samen met een kamelenjongen afgezonderd raakte van de groep.

Planning
Door omstandigheden (theatertournee, publiciteit voor een nieuw boek en verhuizing naar een andere werkplek) kwam het ervan dat ik pas afgelopen woensdagavond om 22.00 uur kon beginnen aan deze aflevering. Met een deadline om 09.00 uur op donderdag was een strakke planning gewenst.

– 22.00-22.30 uur: opzet maken
– 22.30-01.00 uur: +/- 600 woorden schrijven
– 01.00-01.30 uur: pauze
– 01.30-03.30 uur: +/- 600 woorden schrijven
– 03.30-04.30 uur: Deze ‘zijbalk’ schrijven
– 04.30-05.00 uur: opkrikken en herschrijven

Vooruitgang
Lezer Theo Stepper houdt op zijn site dewarmloper.wordpress.com een (bijna) wekelijks blog bij over dit feuilleton. Afgelopen week schreef hij: ‘Noem me eigenwijs, maar het is tijd om terug te keren naar de oorspronkelijke verhaallijn en het plot. Het kan toch niet zo zijn, dat behalve de klipper Progressie, die in aflevering vier aan de grond liep, ook de schrijver is vastgelopen? (…) Het is tijd om terug te keren naar het schip. Het heeft niet voor niets een naam die synoniem is voor vooruitgang.’

Bibi en Bassam
Daar heeft Stepper gelijk in, maar toch besloot ik – eigenwijs – in deze aflevering Bibi’s ontmoeting met Bassam af te ronden. Het verhaal was voor mijn gevoel nog niet af en ik had er ook plezier in nog even op de rug van een dromedaris te blijven rondsjokken.

1.1 Broek
Tijdens het schrijven vroeg ik me af wat een vrouw tijdens een kamelentocht zou dragen. Een jurk? Een zomerbroek? Welke kleur? Deze vragen legde ik voor aan Facebook. Ernestine Kossman schreef: ‘Een jurk als je op een kameel zit? Dat kan alleen een man bedenken.’ Goed, een broek dus. Over de stof was niet iedereen het eens. Linnen, katoen of kaki. Sara van Gennip schreef: ‘Een donkere broek van dikke stof (want zo’n kamelenhuid schuurt als een malle) die je charmant in je sokken stopt, T-shirt met kwart mouw, katoenen hoofddoek.’

Beige was de kleur die het meest werd genoemd. Stefan Plugge kwam met een foto van actrice Claire Danes die in een aflevering van de controversiële (voor een deel in het Midden-Oosten spelende) tv-serie Homeland een vaalgroene outfit draagt.

1.2 Wetten en praktische bezwaren
Is een deel van een regel uit het gedicht Het huwelijk van Willem Elsschot: ‘(…) want tussen droom en daad / staan wetten in de weg en praktische bezwaren / en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren / en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.’

‘S NACHTS SCHRIJVEN
Bijna zes jaar lang heb ik gewerkt als nachtportier in een rustig ziekenhuis. In tijden van schrijfstress schiet ik nog steeds in mijn gewoonte nachten door te trekken. Dit klinkt romantischer dan het is. Citaat uit Ik omhels je met duizend armen: ‘Je moet erg van jezelf houden om zes, zeven uur achter elkaar alleen te zijn, nog meer alleen te zijn, alleen maar alleen te zijn en je niet te ergeren aan je beperkte geestesleven.’ Voordelen van ’s nachts werken: het is rustig, iedereen slaapt, de telefoon gaat niet en de toeslaande vermoeidheid kan bronnen bereiken die in heldere toestand onaangeboord blijven.

Feuilleton, aflevering 11: de slag om de zandbank

Door: Ronald Giphart −03/12/12, 15:03

Blaffende zeehonden bijten dan misschien niet, maar jagen de opvarenden van De Progressie wel schrik aan.

Het voorval deed denken aan een BBC-documentaire over het leven op de Serengeti, waarin een over de vlakte denderende kudde kafferbuffels wordt opgejaagd door een bloeddorstige roedel roofdieren. Boven in de lucht cirkelen kadavergeile gieren, wachtend op een restjesmaaltijd. Zonder overleg stuiven de prooien uiteen om de aanvallers kortstondig in de war te brengen, een overlevingsstrategie die zich in miljoenen jaren heeft ontwikkeld. Meestal werkt de tactiek. Vaak ook niet. Het beeld vertraagt. In slow motion strekt een van de roofdieren zijn klauwen uit naar een geïsoleerde achterblijver, die zijn evenwicht verliest en ter aarde stort. Het beestje spartelt machteloos met zijn poten, terwijl de belager diens tanden in zijn hals zet. Een moment later ligt het dier nahijgend op zijn einde te wachten.

Verander de Serengeti in een zandplaat bij Vlieland, de kafferbuffels in rondwandelende opvarenden van de platbodem De Progressie en de hongerige roofdieren in twee ziedende zeehonden die zich hebben losgemaakt van hun horde om het gezelschap indringers achterna te kruipen in een veel sneller tempo dan de bezoekers hadden kunnen vermoeden. Dankzij een op de rug van een overvliegende zilvermeeuw gemonteerde camera zou te volgen zijn hoe de wadlopers uiteen stoven op het moment dat de zeehonden hen achterna kwamen.

Aanvankelijk hadden de kinderen en hun ouders ontspannen bij de kudde gestaan. De puppy’s van beide diersoorten hadden nieuwsgierig naar elkaar gekeken, de oudere beesten lagen en stonden loom in de zon. Het tableau oogde lieflijk, al vonden de mensen wel dat de dieren nog erger stonken dan natte landhonden.

De beesten maakten geluiden die op blaffen leken, maar ‘blaffende zeehonden bijten niet’, had vader Bram tegen de jongsten gezegd. Van dat laatste was hij niet zeker toen hij zich – net als de rest van het gezelschap – uit de voeten maakte, op de vlucht voor de belagers. Na een meter of tien staakten de zeehonden hun achtervolging, het was hen niet gelukt een mensenkalfje te pakken te krijgen.

Ouders en kinderen hadden zich op een veilige afstand verzameld. Toen de groep wat tot rust was gekomen, bleken vier van de twaalf kinderen te huilen van spanning. Twee krijsten er amechtig. In de twee miljoen jaar dat onze voorouders, hun voorouders en daar weer de voorouders van in groepen over vlakten zwierven, moet het eerder zijn voorgekomen dat mensachtigen werden belaagd door roofdieren. De snelheid van het vluchtgedrag zal de overlevingskansen hebben bepaald. Zou het krijsen van kinderen zijn geëvolueerd om aanvallers af te schrikken, of is dat gedrag dat generaties lang per toeval is doorgegeven, ondanks de extra aandacht die het gebrul trok? Want extra aandacht trok het. Twee andere zeehonden verlieten hun plek in de steeds lager hangende zon, om hun twee koloniegenoten bij te staan.

Toen begon in de verte bij het schip matroos Beerd een bel te luiden. Het eten werd over een kwartier geserveerd. Roepend over de zandvlakte vroeg Kick aan Beerd wat hij had bereid, om de kinderen een beetje af te leiden van de patrouillerende zeehonden.

‘Rotmok’, schreeuwde Beerd terug.

‘Heerlijk!’, riep Kick terug, al wist hij eigenlijk niet wat rotmok was. Niemand had een idee. Klonk als scheepsvoedsel uit vervlogen tijden.

‘Jongens, we eten zo rotmok!’, zei Rosalie tegen haar zoons Dimitri en Sjors, maar deze reageerden vol afschuw.

‘Ik hou niet van rotmok’, zei Sjors.

‘Wat is dat dan?’, vroeg Rosalie, te vinnig. ‘Wat is rotmok?’

‘Ik weet niet wat rotmok is’, zei Sjors terug, ‘maar ik weet ook dat ik er niet van hou.’

‘Je eet het gewoon op’, zei Rosalie, die zelf de voorbarigheid van haar mededeling inzag, want eerst moest het gezelschap maar eens proberen bij de maaltijd van Beerd te komen. Probleem was dat de zeehonden tussen de groep en het schip stonden te posten en zo de doorgang versperden. Steeds als de bezoekers een iets grotere boog maakten in de richting van hun platbodem, schoven ook de beesten een paar meter op, een spelletje dat ze klaarblijkelijk vaker hadden gespeeld.

Het begon de kinderen op te vallen dat de zeehonden aan het treiteren waren, en ook de moeders Sanne en Klaasje werden steeds ongeruster. Het begon al te schemeren. Wat als ze het schip niet bereikten? Wat als ze met dieren moesten vechten? Had er niet onlangs in de krant gestaan dat grijze zeehonden bruinvissen aanvielen en doodden? Dan aten die kutbeesten vast ook mensen. Wat als het water weer begon te stijgen? Hoe ver was het zwemmen naar het dichtstbijzijnde eiland? Hoe sterk was de stroming? Hoe laat zou de zon ondergaan? Wat als het eten koud werd? Of was rotmok al koud van zichzelf?

De gebeurtenissen van die middag zouden ongetwijfeld in de persoonlijke geschiedschrijving van de vriendengroep terecht zijn gekomen, als die er was geweest. ‘De Slag Om De Zandbank’, zou deze episode heten, waarin de groep op steeds verdere afstand van het moederschip kwam, opgejaagd door een troepje krankzinnig geworden blaffende rotrobben.

Na een tijdje – Beerd had voor de tweede keer gebeld, ditmaal om te melden dat de maaltijd toch echt werd opgediend – kwamen Bram, Pim, Korneel en Kick bij elkaar, voor vader-topoverleg. Er vloeiden steeds meer kindertranen. Bram stelde voor dat hij en een andere vader de zwemmende speklappen zouden afleiden, zodat de rest van de groep een vluchtpoging naar De Progressie kon wagen. Hierna begon Brams dochter Tienne plotseling hartstochtelijk te huilen.

‘Jullie gaan dood’, zei ze kermend, waar de volwassenen geamuseerd sussend op reageerden, maar dit riep bij de rest van de kinderen nog meer jammerklachten op. Zelfs de 15-jarige Hidde, zoon van Pim en Frederique, liep met een angstig gezicht rond.

‘Ik ben gewoon bang van zeehonden’, zei hij, toen zijn vader hem lachend probeerde te omhelzen. ‘En de zee begint ook echt weer te stijgen.’

Hij wees op de plek waar de zandplaat overging in water, een grens die vergeleken met een uur daarvoor al een stuk was opgeschoven. Brams 11-jarige zoon Duco riep: ‘We gaan verdrinken.’

Hij zei het een keer of zes achter elkaar. Toen hij ermee ophield, begonnen Bram en Korneel terug in de richting van de zeehondenligplaats te lopen, hun grommende achtervolgers roepend en wenkend.

‘Kom maar mee, jongens, deze kant op. Kom maar, kom maar, kom maar.’

De beesten lieten zich uitdagen en verloren de rest van de mensengroep uit het oog. Dit was een teken voor de anderen om naar de platbodem te rennen, de kinderen alsof hun leventje ervan afhing. Bij de boot werden ze vrolijk verwelkomd door schippersvrouw Maria en matroos Beerd, die hen hun schoenen lieten wassen en hen daarna aan boord hielpen. Een paar kinderen ging direct het kombuis binnen, maar de rest bleef op het dek staan kijken naar Bram en Korneel, die nog steeds van de boot waren gescheiden door de beesten.

‘We zullen de zeehonden moeten doodknuppelen’, riep Korneel naar het schip, een uitspraak die grote ontzetting bij de kinderen opriep. Doodknuppelen was zielig. Dat was geen verhaal waarmee ze na de kerstvakantie in het kringgesprek op school konden aankomen.

De camera op de rug van de zilvermeeuw registreerde een patstelling. Als de vaders naar links trokken, deden de zeehonden een paar meter opzij, liepen ze de andere kant op, dan volgden de beesten. Er leek geen einde aan te komen. De eerste gieren begonnen boven de zandplaat te cirkelen. Een Mexican standoff tussen twee verschillende diersoorten, met stijgend water en een ondergaande zon.

WAT ER VOORAF GING
Een groep van vijf vrouwen (‘De Vijf’) deelde tijdens hun studie lief en leed. Hun mannen raakten ook met elkaar bevriend. Het gezelschap bijna-veertigers besloot gezamenlijk Oud en Nieuw te vieren op Vlieland, met hun kinderen. Voor de overtocht was een oude klipper gecharterd bij schipper Maria. Toen de boot droogliep, maakte het gezelschap een wandeling over een zandbank. Twee vrouwen, Bibi en Frederique, hadden zich afgezonderd om zaken te bespreken die verborgen moesten blijven. Bibi vertelde schoorvoetend over een affaire die ze had. Wat Bibi niet wist was dat Frederique al jarenlang de geheimen van haar vriendinnen heeft bijgehouden. Zo was er de keer dat Bibi tijdens een kamelensafari in Syrië zich door de stof van haar kleren heen had laten betasten door een kamelenjongen. Na het vertellen van dit verhaal werd de groep op de zandbank plotseling belaagd door agressieve zeehonden.

1.1 Kafferbuffels
Zoekend naar materiaal over de Serengeti stuitte ik op de mij onbekende naam ‘kafferbuffels’. Dit lekkere woord komt in mijn versie van Van Dale niet voor. Wikipedia meldt dat de syncerus caffer deel uitmaakt van de ‘Grote Vijf’, vijf diersoorten in Afrika die door jagers worden beschouwd als het moeilijkst te schieten: buffel, leeuw, luipaard, neushoorn en olifant.

1.2 Rotmok
Is een ouderwets marinerecept uit de oost (ook genaamd Indische hachee). Smulweb: ‘750 gram rundvlees in flinke dobbelstenen, 750 gram grof gesnipperde uien, hacheekruiden, 2 rode pepers, zout, ketjap manis, 3 tenen gekneuse knoflook, olie, tl ketoembar, tl kerriepoeder. Bak eerst het vlees flink bruin, dan de uien en de knoflook erbij, dan de fijn gesneden lomboks, ketjap en kruiden, laat het geheel vijf minuten doorbraden en voeg dan 750 ml heet water erbij. Laat het geheel minstens zolang stoven dat de uien bijna zijn opgelost. Proef en voeg naar smaak zout, sambal en nog wat ketjap toe. Laat het geheel niet droogkoken. Serveren met rijst.’

Ik vroeg Facebook om alternatieven voor rotmok. ‘Captains diner’ (Annelies Eefting). ‘Wat mijn vader at toen hij matroos was: stokvis/puree en mosterdsaus (veel uien?)’ (Irene van der Rol). ‘Hete bliksem’ (Hanneke van Well). Kaapse raasdonders (Rebecca Luijten). ‘Lekkere stamppot boerenkool met worst, spekjes, kuiltje jus, lik mosterd, zilveruitjes en augurk. Goed om warm te worden en een flinke bodem te leggen. Berenburg en koffie toe’ (Marjan Kloosterman). ‘Hutspot en klapstuk!’ (Theo Stepper).

1.3 Mexican standoff
Is een bekende scène in films, waarin twee of meerdere partijen in een dusdanige omstandigheid verkeren dat alle betrokkenen pijn zullen lijden. De term wordt en werd ook in de wereldpolitiek gebruikt, bijvoorbeeld om het conflict te typeren waarin de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie zich bevonden ten tijde van de Koude Oorlog. Het huidige treffen tussen Israël en Hamas heeft ook veel van een Mexican standoff. In veel speelfilms is daar eveneens sprake van.

AGRESSIEVE ZEEHONDEN
Het Journaal meldde op 24 oktober dat zeehonden verantwoordelijk zouden zijn voor de dood van bruinvissen. Nos.nl: ‘Aanvankelijk werd gedacht dat de dieren in schroeven van schepen waren terechtgekomen. Bij onderzoek van de verwondingen zijn tandafdrukken gevonden die overeenkomen met het gebit van de grijze zeehond.’

Ter relativering. De zeehondencrèche in Pieterburen reageerde verbolgen op dit bericht: ‘Pure kolder.’ De grijze zeehond zou er volgens krantenberichten niet voor terugdeinzen om ook mensen aan te vallen. De crèche in Pieterburen noemde dit: ‘Onmogelijk.’

Feuilleton, aflevering 12: Hier Uw Gevoeg

Door: Ronald Giphart −03/12/12, 15:05

Buiten belagen zeehonden twee groepsleden, binnen moeten Bibi en haar zoon Kick naar het toilet.
Terwijl het grootste deel van de groep op het dek bleef om al dan niet geamuseerd naar de penibele situatie van Bram en Korneel te kijken, daalde Bibi de houten trap af naar het kombuis. Daar zat Kick, haar jongste zoon, in zijn eentje aan de door Beerd gedekte tafel.

‘Ach jochie, wat doe jij nu hier?’

‘Ik heb honger’, zei Kick.

Aanvankelijk hadden haar dochter Josje en Sannes dochter Tienne even bij de kleine Kick gezeten, maar zij waren terug naar het dek gegaan om te kijken hoe het Tiennes vader verging in de confrontatie met de blaffende zeehonden.

‘Gaat het wel goed met je, ventje?’

Bibi boog zich naar haar zoon toe en woelde haar vingers door zijn haar, ondertussen even haar hand op zijn voorhoofd leggend.

‘Ja, hoor’, zei hij emotieloos.

‘Ben je een beetje moe?’

Hij zuchtte, schudde langzaam van niet, maar leek te vermoeid om ‘nee’ te antwoorden. Bibi zei dat ze naar het toilet moest en daarna bij hem zou komen zitten.

Van haar vier kinderen was Kick de enige over wie ze zich af en toe zorgen maakte wat zijn fysieke ontwikkeling betreft. De andere drie hadden het doorzettingsvermogen, de kracht en sportiviteit van haar man Kick, maar Kick jr. oogde en gedroeg zich als een clownesk resusaapje. Een resusaapje dat bij iedereen vertedering opriep en bijna alles voor elkaar kreeg.

Op zijn zesde kon Kick slechts met grote moeite zijn veters strikken of zijn hemd fatsoenlijk in zijn broek stoppen, wat hem overigens in het geheel niet belemmerde, want op zijn school waren er altijd klasgenootjes die hem wilden helpen. Onlangs had Kicks juf aan Bibi verteld dat bij het speelkwartier twee meisjes uit zijn klas tot vechtens toe ruzie hadden gekregen wie Kick mocht helpen bij het dichtritsen van zijn winterjas. Kick zelf had er uitdrukkingsloos bij gestaan.

Op de deur van het scheepstoilet zat een metalen plaatje met de opdruk ‘Hier Uw Gevoeg’. Binnen in het hokje checkte Bibi tijdens het plassen werktuiglijk haar mobiele telefoon. Ze had een nieuwe sms. Met een lichte tegenzin opende ze het berichtenvenster, in de verwachting dat haar opdringerige opgebrande yoga-cliënt annex heimelijke aanbidder haar weer iets ongepasts had gestuurd.

In plaats daarvan zag ze een Whatsapp-bericht van de man over wie ze een uur daarvoor had verteld aan Frederique (waarbij ze het woord ‘affaire’ had gebruikt). Ze was verrast, want hij stuurde haar niet vaak een bericht.

‘Ik mis je nu al’, las ze.

Er ging een schokje door haar heen: onder zijn naam zag ze het woord online.

‘Héééé!’, stuurde ze hem terug.

Na een paar seconden verscheen de statusregel typt een bericht…

‘Je bent er ook!’, las ze, waarop ze zelf weer begon te schrijven. Op dat moment ging de de deur van haar hokje open. Bibi schrok. Kickje zei dat hij ook moest plassen en zonder haar reactie af te wachten stapte hij bij zijn moeder in de wc. Snel drukte Bibi haar telefoon uit, met Whatsapp-conversatie nog open.

‘Wow, dit is een kleine plee!’, riep Kick, met hernieuwde energie. Bibi hielp hem met het losknopen van zijn broek.

‘Weet je waar ik deze vakantie het meest zin in heb, mamma?’, zei hij.

‘Het vuurwerk morgenavond?’, zei Bibi. De afgelopen bootreis had ze de kinderen over weinig anders gehoord dan de pakketten knallers en sierpijlen die de verzamelde vaders in de bagage hadden gestopt.

‘Nee, het zwembad’, zei Kick.

Het zwembad. Natuurlijk. Het hotel waar het gezelschap de naderende dagen op Vlieland zou verblijven was een luxe vakantieoord met twee barren, een chic restaurant, een kegelbaan en een zwembad in de kelder.

‘Weet je het zeker?’, zei Bibi. Ze herinnerde hem aan een gebeurtenis een paar weken daarvoor. In de laatste zwemles van het jaar had Kick met zijn zwemgroep moeten ‘kijkzwemmen’ voor ouders, begeleiders en mensen van de zwemdiplomacommissie. De kleine Kick zat al bijna een jaar op les, alle medeleerlingen met wie hij destijds was begonnen, hadden hun eerste diploma al gehaald, maar Kick was traag, bangig en hij kreeg de slagen maar niet te pakken.

Het kijkzwemmen was traumatisch, niet voor Kick, maar voor Bibi. Voor de derde keer op rij kreeg ze van een begeleidster te horen dat er was besloten Kick vooralsnog niet te laten opgaan voor zijn A. Tijdens de gesprekken met ouders mochten de kinderen vrij zwemmen. Zodra het signaal hiervoor was gegeven, stoven alle kinderen af op de banden, minisurfboarden en drijfplanken die in grote bakken lagen.

Toevallig had Kick het dichtst bij een van de grootste trofeeën gestaan: een rubberen binnenband van een vrachtwagenwiel. Snel had hij de band gepakt en fier was hij ermee naar het water gelopen. Maar zijn buit werd hem door de andere roofkinderen niet gegund. Direct werd zijn band afgepakt door een veel groter jongetje, dat hem op zijn beurt weer moest afstaan aan een nog grotere bullebak. Zo gaat het op de savanne, waarom zou het in Sportfondsenbad De Lepelaar anders gaan?

Vanaf de kant had Bibi, wachtend op haar gesprek, lijdzaam moeten toezien hoe Kick een paar mislukte pogingen deed achter de jongen met de band aan te zwemmen in de ijdele hoop het rubberen ding te heroveren. Ondertussen waren alle andere drijfplanken ingenomen, waarbij de fysieke hiërarchie bepaalde welk huftertje welke drijver in handen kreeg. De grootste kinderen pakten de grootste planken en opblaasspeeltjes, de kleinste moesten het doen met het restmateriaal. De schlemieltjes zwommen een beetje richtingloos achter de anderen aan.

Natuurlijk kon Bibi zich hier niet mee bemoeien, want dat zou Kick haar – hoe jong hij nog was – nooit vergeven. Bibi had als een van de laatste ouders haar gesprek met de zwembegeleidster. Na de teleurstellende mededeling wilde ze Kick roepen om zich aan te kleden. In het bad was het door alle vertrekkende kinderen een stuk rustiger, er waren zowaar zwemplankjes vrij. Bibi zag dat Kick, enorm trots, poedelde achter een felrood plankje. Voor hem zwom een blond laagschedelig kereltje dat al twee planken had verzameld. Terwijl deze jongen Kick passeerde, besloot hij dat hij Kicks zwemplankje ook wilde hebben. Zonder toestemming te vragen, trok hij het ding uit Kicks handen.

Kick ging eerst kopje onder en daarna deed hij een verbeten poging zijn rode plank terug te pakken. Dit mislukte. Met één hand hield zijn belager de drie planken vast en met zijn andere hand duwde hij de verbolgen, maar machteloze Kick van zich af. Bibi besloot in te grijpen. Ze stapte naar de plek waar Kick in het water spartelde en riep dat hij aan de kant moest komen. Op dat moment zag ze dat hij huilde, een beeld dat haar netvlies nog dagenlang teisterde.

‘Kom uit het water’, riep ze hem toe.

‘Nee!’, riep Kick boos, en hij probeerde – langzaam en tevergeefs – weg te zwemmen van de plankendief. Bibi stond in dubio. Het liefst was ze in het zwembad gesprongen om het blonde huftertje met zijn drie planken en al een minuut of wat onder water te houden, maar in plaats daarvan keek ze hem doordringend aan. Hij begreep de boodschap, schoorvoetend gaf hij de rode drijfplank terug aan Kick. Nasnikkend zwom deze een paar meter tot hij door Bibi aan de kant werd gemaand. Bibi zakte door haar knieën en zacht vroeg ze of hij huilde omdat zijn plank werd afgepakt.

‘Nee’, zei Kick verbeten. ‘Omdat ik van jou niet meer mag zwemmen.’

Bibi knikte en liet het maar zo.

Toen Kick en zij uit het toilet stapten, bleek dat het kombuis was volgelopen met kinderen en volwassenen. Terwijl Bibi en kleine Kick hun gevoeg deden, waren Korneel en Bram inmiddels uit hun benarde positie gered door Maria, de schippersvrouw. Wild in haar handen klappend had ze de zeehonden verjaagd, waarna de vaders waren terug gerend naar De Progressie. Deze reddingsactie was met hilariteit ontvangen.

‘Bibi! Geef je telefoon eens!’, riep Kick bij binnenkomst. ‘Dan kunnen we bellen met Stichting Correlatie, want deze ultieme vernedering zullen Bram en Korneel alleen onder professionele begeleiding kunnen verwerken.’

In het gezelschap werd uitbundig gelachen. Behalve door Bibi, die serieus even had gedacht dat Kick haar telefoon wilde zien.

Wat eraan vooraf ging
Een groep van vijf vrouwen (‘De Vijf’) deelde tijdens hun studie lief en leed, nadat ze gezamenlijk waren weggelopen van de ontgroening van hun toekomstige studentenvereniging. Hun mannen raakten ook met elkaar bevriend. Het gezelschap bijna-veertigers besloot Oud en Nieuw te vieren op Vlieland, met hun kinderen. Voor de overtocht was een oude klipper gecharterd bij schipper Maria. Toen de boot droogliep, maakte het gezelschap een wandeling over een zandbank, de mannen nog nakaterend van een bezoek aan een popconcert, daags ervoor.

Twee vrouwen, Bibi en Frederique, hadden zich afgezonderd. Bibi vertelde schoorvoetend over een affaire die ze had. Ze wist niet dat Frederique al jaren de geheimen van haar vriendinnen heeft bijgehouden.

Plotseling werd de groep belaagd door agressieve zeehonden. Toen matroos Beerd het gezelschap riep voor een heerlijke maaltijd bestaande uit rotmok, bleek dat de vaders Korneel en Bram waren ingesloten door de zeehonden.

Personogram
Van verschillende kanten kwam het verzoek voor een personogram, omdat het pittig is de vijf gezinnen uit elkaar te houden. Hierbij, beknopt:

Sanne Moens (persrechter) en Bram Laprice (redacteur Libelle), met Tienne (6) en Duco (11). Hun zoon Joep is bij de geboorte overleden.

Frederique Severijn (cameravrouw) en Pim Staal (tv-maker). Pim heeft een zoon uit een eerder huwelijk (Hidde, 15) en samen hebben ze IJsbrand (8) en Robine (10).

Rosalie van Lokeren (puzzelontwerpster) was getrouwd met Pjotr, die inmiddels in Nieuw-Zeeland woont. Ze heeft twee kinderen: Sjors (10) en Dimitri (12).

Klaasje Binninga (nog geen beroep) en Korneel Petersen (duikinstructeur bij de brandweer) hebben een dochtertje van vier maanden, Frances, die niet mee is.

Bibi Roskam (yogalerares en uitvaartbegeleidster) en Kick Groen (platenbons). Ze hebben vier kinderen: Kick (6), Josje (8), Annia (11) en Roel (14). De vader van Kick wordt Opa Kick genoemd. Roel heeft een vriendje bij zich: Yf (14).

Rotmok
Wekelijks houdt lezer Theo Stepper een aanbevelingswaardig blog bij (dewarmloper.wordpress.com), waarin hij mij behulpzaam wijst op blunders en redactionele oneffenheden, en daarnaast verhaalwenken geeft. Zo verbaasde Theo zich erover dat de bereiding van rotmok, waarvoor ik vorige week een recept gaf, minimaal twee uur duurt. Dit impliceert dat de groep lang op het Wad heeft gebivakkeerd. ‘Is twee uur op een zandbank niet te lang? (…) En hoe zit het met Bibi en Freek? Hebben die echt twee uur gepraat en in die tijd maar één sigaretje gerookt? En hoe zit het met het geheim dat Bibi aan Frederique ging vertellen?’

Mijn verweer is dat het onmogelijk is om alles van een groep te beschrijven (kom ik later nog op terug). Er is een schrijfwet die stelt dat schrijvers in scènes ‘te laat moeten beginnen en te vroeg ophouden’, zodat lezers zelf hun invulling kunnen geven. En wat die rotmok betreft: ik stel me voor dat Beerd die de dag van tevoren al heeft gemaakt.

1.1 Toilet
Zoals Stepper al schrijft is ‘tijd’ in romans en films altijd een heikel punt: ‘Ik kan mij van de literatuurlessen op school herinneren dat de toiletscènes uit Turks Fruit en The Godfather als voorbeeld werden gebruikt. Niemand gaat in een boek of film ooit naar het toilet, tenzij het functioneel is. De vrouwen hebben glühwein op, de kinderen warme chocomel, no way dat ze twee uur hun plas hebben kunnen ophouden.’

Dat was een goede wenk, dus laat ik Bibi in deze aflevering naar de wc gaan.

CLIFFHANGER
De cliffhanger van Aflevering 11 was duidelijk: de vaders Bram en Korneel stonden oog in oog met een groep zeehonden. Over de vraag hoe Korneel en Bram terugkwamen op het schip had ik niet echt nagedacht. Hen een spurtje laten trekken naar de boot, voelde een beetje als een sisser.

De vraag aan de mee-feuilletonisten: hoe komen we terug? Er kwamen veel tot de verbeelding sprekende antwoorden. Ineke Scheffers kwam met noodvuurwerk, maar Steven De Froy vroeg zich af of dat de kustwacht niet zou wekken. Elly Claasen noemde verse vis. Harriët Stalman kwam met straaljagers. En Etienne Stekelenburg gaf schipper Maria een fakkel: ‘Zoals Mozes een doorgang heeft gemaakt door de zee, maakt Maria een doorgang door de zeehonden.

Feuilleton, aflevering 13: Met de stroom mee

Door: Ronald Giphart −10/12/12, 06:53

Feuilleton Met inbreng van lezers schrijft Ronald Giphart een feuilleton voor het dagelijkse katern V van de Volkskrant, de afleveringen verschijnen daarna ook op Volkskrant.nl. Vandaag aflevering 13: Met de stroom mee.

Het gezelschap stortte zich op de rotmok van Beerd. Een deel van de ouders had, omwille van de lieve vakantievrede, afgesproken de kinderen niet te dwingen de Indische matrozenschotel op te eten, maar deze afspraak was nergens voor nodig. Zelfs de jongsten genoten zo van het gerecht dat zij twee keer wilden worden opgeschept. Het grut leek zich te verliezen in een wedstrijd ‘wie er hier rotmok nu eigenlijk het lekkerst vond’.

Met getergde vertedering bekeken de ouders het toneelspel van de kinderen. Beter deze overdreven verrukking dan het collectieve kokhalzen dat de schare bij vergelijkbare maaltijden acteerde. Aan tafel met kinderen – of het er nu twee of twaalf waren – bleef een uithoudingsexperiment.

Halverwege de maaltijd had schipper Maria de families toegesproken. Dat ze niet moesten schrikken als de klipper door de opkomende vloed zou loskomen van de zandbank. Maria ging de zeilen niet meer hijsen, kondigde ze aan, maar op de motor naar de haven van Vlieland varen. En dat werd nog een hele toer, had ze er dreigend aan toegevoegd.

Tien minuten na haar praatje ging er een vreemde trilling door De Progressie: het schip kwam met een kleine deining los van de zeebodem, als een auto die over een verkeersdrempel schoot. Een bijzonder moment. Eindelijk ging de tocht verder.

Inmiddels waren de borden afgeruimd, de moeders hadden zich ontfermd over de afwas, Pim schonk voor de vaders glazen ‘Schylger Jutters-Bitter’ in, uit de voorraad van Maria. Jutters-Bitter klonk als een drank die al werd gedronken in roemruchte tijden van Hollandsche zeebonken, strandvonders, walvisvaarders, touwslagers, schuitejagers, schommeljongens, reepschieters, spillopers, wantaanhaalders en ankerslagers. Bocht voor ruwe bolsters, kortom.

De drie oudste jongens – Hidde, Roel en Yf – drentelden rond Pim, in de hoop ook een slokje Jutters-Bitter te mogen proeven, maar daarvan was geen sprake. Dit was niet het gezelschap ouders dat hun kinderen in hun bijzijn alcohol liet drinken. Zelf hadden de volwassenen vaders en moeders die niet moeilijk hadden gedaan over een half glas bier, een paar slokken wijn of een luguber schuimend brouwsel genaamd ‘Shandy’, maar voortschrijdend inzicht dicteerde dat kinderen tegenwoordig pas rond hun tachtigste voorzichtig een eerste glas alcoholische drank mochten nuttigen.

Hidde wist dit wel degelijk, maar testte zijn vader door diens Jutters-Bitter te pakken en het glas glimlachend aan zijn mond te zetten. Pim reageerde direct en gaf hem, ondanks het vakantiebestand, een publiekelijke uitbrander. ‘Niet omdat jij nou toevallig de oudste bent ook de stoerste willen zijn, vriend. Daar heb ik zo’n hekel aan.’

‘Ik maakte maar een grapje,’ riep Hidde, die daarna boos naar het dek stampte, gevolgd door Roel en Yf.

‘En je bent m’n vriend niet!’ voegde hij er van bovenaf aan toe.

Toen ook de andere kinderen hun jassen hadden aangetrokken om bovendeks de opdoemende Vlielandse duinen te bewonderen, dronken de vaders zwijgend van de kruidenlikeur. Opvoeden, waarschijnlijk het moeilijkste dat er was.

Daarover gesproken. Met een theedoek en een nat bord in beide handen riep Sanne naar Bram dat hij de andere mannen moest vertellen wat hem een paar weken daarvoor ’s nachts was overkomen, toen hij in zijn huiskamer een interview zat uit te werken. Dat stuk moest per se af, en dus zat Bram achter een pot koffie te typen. Om een uur of twee hoorde hij buiten misbaar in de Joris van Spilbergenstraat. Er klonk gekraak en geschreeuw, alsof er een fiets tegen een auto knalde.

Bram dacht aan bezopen studenten. Hij stond op, schoof zijn gordijn opzij en zag drie jongeren van hooguit 16 jaar, twee jongens en een meisje. Aan hun liederlijke gebral te horen waren ze aangeschoten, maar toch was hun gelal niet het lawaai dat hem zijn het gordijn had doen opentrekken. Hij volgde het trio bij hun gang door de straat en zag een van hen, een jongen, plotseling met een karatetrap de spiegel van een auto rossen. Dat geluid kwam overeen met wat hij daarvoor had gehoord. Het meisje gilde het uit van plezier.

In een reflex tikte Bram tegen zijn voorruit. De aandacht van de jongeren was onmiddellijk gewekt. Het meisje stak prompt haar middelvinger op en de beide jongens begonnen agressief te wenken dat Bram naar buiten moest komen. Toen hij dat niet meteen deed, pakte een van de jongens een vuilniszak van de stapel die lag te wachten op de vuilnisdienst. Met twee handen wierp hij de zak half tegen Brams raam, half tegen de muur eronder. Een doffe dreun. Goddank brak het glas niet.

Bram moest nu handelen en stond een paar seconden in dubio of hij de politie zou bellen of naar buiten stormen. In zijn hal greep hij een hockeystick van Sanne, maar hij besloot die toch niet mee de straat op te nemen, uit angst hem dan ook te moeten gebruiken. Tenminste, dat hield hij zichzelf voor.

Bij zijn voordeur werd hij meteen toegeschreeuwd en uitgedaagd. Hij kreeg grove verwensingen, waarbij het woord kanker veelvuldig viel, vooral uit de mond van het meisje. Later vertelde Bram aan Sanne – en nog later aan het gezelschap vaders op De Progressie – dat de drie kinderen er geschrokken vandoor waren gerend toen hij zijn deur opende, maar dit was niet eens bezijden de waarheid.

‘Ik maak je dood!’, had een van de jongens naar hem geroepen.

‘We komen iedere nacht je ruit ingooien,’ schreeuwde de ander.

Bram had snel zijn voordeur gesloten en was daarna naar zijn telefoon gerend om de politie te bellen. Wachtend op het alarmnummer zag hij door de spleet tussen zijn gordijnen hoe een van de jongens weer de spiegel van een auto trapte: de zijne dit keer. Hij wist dat hij nu eigenlijk iets moest ondernemen, maar werd gered door de stem van de wachtkamer. De man beloofde een auto te sturen om polshoogte te nemen. Hierna luisterde Bram naar de reuring uit de Joris van Spilbergenstraat. Toen die zich had verplaatst tot buiten zijn gehoorafstand voelde hij de adrenaline door zijn lichaam pompen. Een half uur lang stond Bram, als bijna-veertiger, wachtend op een patrouillerende politiewagen, in de koesterende veiligheid van zijn huiskamer, luchtgevechten te voeren met drie imaginaire tieners. Ook dit laatste vertelde hij niet aan de andere vaders, nippend van zijn Jutters-Bitter.

De kinderen kwamen beneden melden dat de volwassenen naar boven moesten komen, omdat Maria de boot de haven van Vlieland ging binnenloodsen. Vijf minuten later stond iedereen dik ingepakt op het dek. Schuimende witte koppen op het water, het diepe zwart van de zee, de wind striemend langs blote wangen.

Maria wenkte een paar vaders en moeders. Ze legde uit dat ze op twee manieren de haven kon bereiken: ‘dwars op de vloedstroom’ of ‘met de stroom mee’. Hoewel dat laatste een rustigere klank had, was het juist een veel spannender aanvaarroute.

‘We komen dan bewust heel langzaam aan, en geven op het juiste moment een peut gas om de boot met tegenroer de haven binnen te rammen,’ legde ze uit, hoewel niemand dit echt begreep. Dwars varen op de stroom, vertelde Maria, was daarentegen kalmer en eenvoudiger.

‘Zullen we gewoon voor het avontuur met de stroom meegaan?’ stelde ze voor. Ze bracht het als een suggestie, maar duidelijk was dat ze de beslissing al had genomen. Geen van de ouders durfde te protesteren, de vaders zeker niet. Het avontuur lonkte.

‘Oké,’ zei Maria. ‘Dan is het wel even handen aan de reling. En tanden op elkaar.’

Het gebeurde zoals ze had voorspeld. De manoeuvre die ze had gekozen, heet in de scheepvaart ‘kop-voor’, een benadering die vanaf de kant vaak prachtig wordt gevonden. Maria stuurde De Progressie halverwege op de stroom en bracht de klipper toen op volle snelheid. Het achterschip zwaaide door, maar de kop van de boot bleef perfect stilliggen. Drie minuten later meerde het schip af en was het avontuur voorbij. De vakantie kon nu eindelijk beginnen.

WAT ERAAN VOORAF GING
Een groep van vijf vrouwen (‘De Vijf’) die elkaar kent uit hun studententijd, besluit twintig jaar na hun ontmoeting met hun gezinnen Oud en Nieuw te vieren op Vlieland. Voor de overtocht op 30 december is een oude klipper gecharterd bij schipper Maria en matroos Beerd. Omdat de boot is vastgelopen op een zandbank, verblijft het gezelschap een paar uur op en rond het schip.

Personogram
Er zijn vijf gezinnen. Sanne Moens en Bram Laprice, met Tienne (6) en Duco (11). Hun zoon Joep is bij de geboorte overleden.

Frederique Severijn en Pim Staal. Pim heeft een zoon uit een eerder huwelijk (Hidde, 15) en samen hebben ze IJsbrand (8) en Robine (10).

Rosalie van Lokeren. Gescheiden. Heeft twee kinderen: Sjors (10) en Dimitri (12).

Klaasje Binninga en Korneel Petersen hebben een dochtertje van vier maanden, Frances, die niet mee is.

Bibi Roskam en Kick Groen. Ze hebben vier kinderen: Kick (6), Josje (8), Annia (11) en Roel (14). De vader van Kick wordt Opa Kick genoemd. Roel heeft een vriendje bij zich: Yf (14).

1.1 Moving the product
Touwslagers, schuitejagers, schommeljongens, reepschieters, spillopers, wantaanhaalders, ankerslagers: allemaal beroepen die ooit bestonden. Ik heb hiervoor research gedaan, alleen… niet voor dit verhaal, maar voor een bijdrage aan een fotoboek van fotograaf Jan Bartelsman. Schrijvers gebruiken in verschillende werken vaker dezelfde of sterk lijkende informatie. Toen ik ooit las dat Volkskrant-columnist Martin Bril informatie uit de ene column had verwerkt in een ander stuk, en ik hem daarmee confronteerde, lachte Martin me hartelijk uit. Hij noemde het ‘moving the product’.

1.2 Jongeren en alcohol
Jongeren onder de 18 jaar mogen van het kabinet geen alcohol meer drinken. Hun overmatige alcoholgebruik ‘leidt tot grote schade’ (de Volkskrant, 30 oktober). Het (ruime) gebruik van alcohol kan de ontwikkeling van de hersenen belemmeren en voor blijvende hersenschade zorgen (aldus alcoholisme.org). Ouders betwijfelen of het zin heeft om alcohol onder de 16 te verbieden. Volgens onderzoekster Ina Koning van de Universiteit Utrecht is dat wel zo: ‘Als ouders regels stellen, blijkt dat jongeren later beginnen met drinken én dat ze op hun 16de nog altijd minder alcohol drinken dan jongeren die al veel vroeger begonnen.’ (De Standaard, 6 december)

1.3 De haven van Vlieland
Schepen kunnen afmeren in de Waddenhaven Vlieland (uit 2009), op 800 meter van het dorp Oost-Vlieland. De invaart van de haven is berucht bij schippers en watersporters. Haaks op de haveningang ligt een smalle, maar diepe geul genaamd de Vliesloot, waar de stroom tot wel 4 knopen kan oplopen. Volgens een artikel op scheepswijs.nl (met dank aan Erik Helleman via Facebook) zijn er met vloedstroom in theorie drie manieren van binnenvaren. De spannendste wordt de ‘kop voor’-manoeuvre genoemd, alleen bedoeld voor grotere schepen en ervaren schippers.

Feuilleton, aflevering 14: Overboeking

Door: Ronald Giphart −17/12/12, 07:33

Feuilleton Met inbreng van lezers schrijft Ronald Giphart een feuilleton voor het dagelijkse katern V van de Volkskrant, de afleveringen verschijnen daarna ook op Volkskrant.nl. Vandaag aflevering 14: Overboeking.

Er stond een door Pim geregelde huifkar met tractor te wachten om het gezelschap van de haven naar Strandrési-dence Duynstaete te rijden. In het schemerviolet reed de kar vorstelijk over het eiland, knisperend over de schelpenwegen van het Waddendorpje, langs de duinen, de fietspaden, het helmgras. De kinderen verlangden naar het zwembad, de ouders naar de luie rookstoelen bij de open haard. Dit was hen op de internetsite van het hotel beloofd. Een vuur dat ’s winters altijd brandde, een bad waar zonder toezicht mocht worden gezwommen, een uitgebreid buffet tot tien uur ’s avonds, een bar met weids uitzicht op strand en zee. Kinderen de vrijheid, ouders de vergetelheid – al was het maar voor een paar uur.

De wagen met het uitgelaten gezelschap kwam aanrijden bij de hoofdingang, die meer leek op de draaideur van een bejaardenhuis. Het hotel mocht dan ‘résidence’ heten en de naam ouderwetserig zijn gespeld; het gebouw was een product van de jaren zeventig, met een systeemplafond, betonnen nisjes, erkers en de overheersende kleuren geel, oranje en grijs. Een hotel als een woonerf met verschillende plateaus. Er hing de geur van aardappelkroketjes.

Vijf minuten later stonden de vrienden met koffers en tassen voor de balie in de lobby, in opgewonden afwachting van hun kamersleutels. Een kwartier later stonden alleen Pim en Bram daar nog, de rest drentelde op en rond de banken in de hal. De oudste kinderen waren er al op uitgetrokken om te zwemmen, sommige ouders ijsbeerden over de tegelvloer, de jongste kinderen speelden in de kerststal voor de grote kerstboom.

Er was een probleem met de boeking. Waar het precies was misgegaan, konden de twee nogal nuchtere receptionistes niet achterhalen, maar de hun beloofde kamers waren al bezet door andere gasten. Pim vroeg of het ermee te maken had dat ze pas aan het begin van de avond waren gearriveerd met de klipper en niet aan het begin van de middag met het veer. Hij bezwoer zijn vrienden dat het dit keer niet ging om een practical joke.

Hoewel er wel degelijk bevestigingen waren verstuurd en aanbetalingen gedaan, bleek het te gaan om een vervelende dubbele boeking. Menselijke computerfout van de reserveringssite. Het hotel zat vanwege Oud en Nieuw stampvol, er was in een achterafvleugel nog één leeg kamertje voor twee personen. Drie, als er een kinderbed bij werd gezet. Eenentwintig was teveel.

Wat volgde had iets weg van een moderne dans, een balletchoreografie voor een groep volwassenen, jengelende kinderen, vijf reisdocumenten, twee computers en twee telefoons. Steeds stonden er afvaardigingen uit het gezelschap op om ook even naar de geprinte papieren te kijken, steeds verdwenen er medewerkers van het hotel naar een afgesloten hokje.

Andere hotels en accommodaties op Vlieland hadden geen slaapplaatsen meer, in ieder geval niet voor zo’n groot gezelschap. Vakantiehuisjes waren ook geen optie, bleek na contact met de plaatselijke VVV. Heel Vlieland was bezet door toeristen, die zich opmaakten voor de jaarwisseling.

Sommige kinderen verwerkten het nieuws met avontuurlijke verkneukeling, anderen zaten zenboeddhistisch achter een iPad en een paar van de jongsten moesten huilen, al was dat ook omdat ze niet meer mochten stoeien in de kerststal. Vooral Jezus met rust moesten laten.
‘Moeten wij nu ergens in een stal gaan slapen?’, vroeg Kick junior met grote ogen, toen hij hoorde van de problemen.

Een receptionist besprak de situatie met Pim en Bram in een bilateraal topoverleg. Het was geen optie met het veer weer terug te varen naar Harlingen om daar een hotel te zoeken, want de laatste afvaart was al lang geweest. Ook bleek het niet mogelijk terug te rijden naar De Progressie in de hoop daar te kunnen slapen, want de boot had de haven schielijk weer verlaten. Ze zaten gevangen, op een eiland zonder vrije matrassen.

Sociaal-ethologen zouden een field day hebben gehad als ze vanachter een krant het gezelschap hadden kunnen observeren. De groep was verdeeld in verschillende niches. Er waren de haviken, die op dit punt eigenlijk wilden dat er een willekeurig hotelmedewerker standrechtelijk werd geëxecuteerd voor alle overlast, en er waren de duiven, die op zich alles best vonden zolang er heel vaak zo inlevend mogelijk sorry werd gezegd.

Uiteindelijk kwam een hotelmanager met een oplossing voor in ieder geval één nacht. Er was een oude jeugdboerderij genaamd Toost Endt. ’s Winters werd de barak eigenlijk niet gebruikt, maar de manager had de boer gevraagd of er een uitzondering kon worden gemaakt. Er waren twee grote slaapzalen met stapelbedden, een keuken, een waslokaal en een toilet buiten op het erf. Als de groep het wilde, kon de eigenaar de verwarming aan gaan zetten en beddengoed uit zijn stalling halen. Het zou behelpen zijn, maar er kon in ieder geval worden geslapen. Alle ouders kwamen bij elkaar om het voorstel te bespreken. Er was moed nodig om wijs te zijn.

Ongeveer honderdduizend jaar geleden trok een groep van paar honderd van onze soortgenoten vanuit Afrika richting de overkant van de Rode Zee. De tocht die de nazaten van deze ontdekkingsreizigers sindsdien maakten, duurde tot de huidige dag en koloniseerde bijna de hele planeet. De ontberingen die deze voorouders hebben gekend stonden echter in geen verhouding met de tegenslagen die De Vijf nu op hun pad vonden. Althans, volgens de haviken van de groep, die inmiddels op het punt waren dat wat hen betreft de hele Strandrésidence Duynstaete kon worden gebombardeerd door overvliegende F16’s. De duiven zagen daarentegen in dat er geen redelijk alternatief was. Er moest ergens onderdak worden gevonden, desnoods in stapelbedden en met een schijthuis in de tuin.

Pim en Bram besloten met de hotelmanager bij Toost Endt te gaan kijken, terwijl de rest van het gezelschap aan tafel ging voor het buffet, hongerig en mokkend en ongewis van wat de nacht zou brengen.

Beschenen door het licht van de sterren en de maan reed een met vijf gezinnen bepakte huifkar over het eiland, knisperend over de schelpenwegen, langs de duinen, de fietspaden, het helmgras. Duynstaete had als geste een krat bier, drie flessen wijn, frisdrank en twee horeca-zakken pinda’s meegegeven. Twee uur na hun aankomst bij het hotel arriveerde het gezelschap bij een kille jeugdboerderij, waar het rook naar zuur konijnenvoer. In de keuken brandde een gaskachel, maar in de slaapzalen was het niet warm te krijgen.

De kinderen hadden inmiddels vrede met de situatie, want zij mochten met elkaar de nacht doorbrengen in één slaapzaal, zonder toezicht van ouders, al kostte hen het wel twintig minuten uit te zoeken in welke van de vijfentwintig stapelbedden ze wilden liggen. Bibi, Frederique, Klaasje, Sanne en Rosalie dekten de matrassen die de kinderen hadden uitgekozen met lakens en ouderwetse dekens, voor iedereen twee. De mannen deden in de slaapzaal van de volwassenen hetzelfde.

Toen de kinderen hun tijdelijke koninkrijk hadden betrokken, met inbeslagname van de pinda’s en alle frisdrank, zaten de ouders bij elkaar in de keuken. Kinderen de vrijheid, ouders de vergetelheid – al was het maar voor een paar uur. Het achenebbisj onderkomen had op een romantische manier iets weg van het Veluwse kampement waar tijdens de ontgroening van de vrouwenstudentenvereniging Phaedra de vriendschap van De Vijf was gesmeed.

Bijna achttien jaar na hun ontmoeting hielden de vriendinnen hun bierflessen in de lucht, proostend op de naderende ijskoude nacht in doorzakkende gammele stinkende stapelbedden.
De rust duurde niet lang. Toen het bier op was en de wijn ontkurkt, kwamen Dimitri en Duco de ruimte binnen, gevolgd door vier andere kinderen, van wie twee huilend.

‘Roel en Yf zijn al een half uur weg’, zei Dimitri. ‘Ze zijn door het raam geklommen en zouden al lang terug moeten zijn. We maken ons bezorgd.’
Dat was een ontnuchterende mededeling, die alles veranderde.

WAT ERAAN VOORAF GING:

Een groep van vijf vrouwen (‘De Vijf’) deelde tijdens hun studie lief en leed, nadat ze gezamenlijk waren weggelopen van de ontgroening van hun toekomstige studentenvereniging. Ze woonden jarenlang bij elkaar in een studentenhuis, en bleven elkaar ook na hun studie zien. Achttien jaar na het begin van hun vriendschap willen ze gezamenlijk Oud en Nieuw vieren op Vlieland, in het bijzijn van mannen en kinderen. De boottocht naar het eiland toe duurde lang, maar de aankomst was groots en veelbelovend.

Verhaalwending
Op Facebook kondigde ik aan dat ik voor deze aflevering zat te dubben over een geschikte cliffhanger. In reactie hierop stelde Irene van der Rol voor om de Waddenzee te laten stilvallen. Menno van der Busse zocht het in opgevangen roddels en rondslingerende telefoons. Theo Stepper wilde Opa Kick terug (heb geduld). Erik Helleman dacht aan per ongeluk afgestoken vuurwerk en vroeg zich tevens af of het gezelschap niet op de klipper kon bijven slapen. Rudolf Vos vond het aannemelijk dat Bibi of een van de vrouwen ‘een amourette’ had met een outsider. Of een heimelijke relatie tussen één van de aanwezige dames en de mannelijke partner van een ander.

Ook stelde Rudolf voor dat er plotseling een kind zou ontbreken. Elly Claasen dacht het tijd werd voor de vondst van Freeks boekje met geheimen (‘dan breekt de pleuris echt uit…’). Marjan Kloosterman wilde de minnaar van Bibi op het eiland. En Wilma Hofman kwam met de wenk dat het onderkomen op het eiland dubbelgeboekt bleek te zijn.

1.1 Namen
‘Strandresidence Duynstaete’ en jeugdboerderij ‘Toost Endt’ zijn verzonnen namen. Onlangs las ik een oud interview met W.F. Hermans over de echt bestaande en verzonnen namen die hij in zijn fictiewerk vrijelijk door elkaar gebruikte. Hermans vertelde dat hij echte straatnamen (bijvoorbeelde De Van Woustraat) gebruikte, omdat velen die kenden en daar een beeld bij hadden, maar dat hij daarbij niet-bestaande huisnummers bedacht. Als hij bestaande huisnummers zou gebruiken zou hij de bewoners wellicht in een vervelend parket brengen en problemen daarover wilde hij voorkomen.
Er is op Vlieland een kampeerboerderij genaamd Twest-Endt, maar die is veel beter geaccomodeerd dan mijn fictieve barak en gewoon te boeken in de winter.

1.2 Kampeerboerderij
Het mooie van lezen is we onze eigen beelden scheppen met behulp van de luttele woorden die een schrijver ons geeft. Bij ‘een oud vervallen station in het bos’ ziet iedereen onmiddelijk zijn eigen oude vervallen station in het bos voor zich. Zo zal ook iedereen een beeld hebben bij een oude kampeerboerderij op een Waddeneiland. Mijn beeld daarbij is een gereanimeerd beeld. In 1994 schreef ik onder de titel ‘Nice guys don’t get laid’ een schets voor wat later Phileine zegt sorry zou worden. In het verhaal komen een meisje en een jongen terecht bij een verder verlaten jeugdboerderij op een Waddeneiland, waar ze in de slaapzaal zo ver mogelijk van elkaar gaan liggen. De stapelbedden liggen echter zo slecht dat ze uiteindelijk bij elkaar op één matras belanden. Het geeft mij een verkneukelend gevoel om deze locatie 18 jaar later te laten terugkeren.

5 januari
Dit was de de laatste aflevering van dit jaar. In verband met speciale katernen rond Kerst en de jaarswisseling verschijnt Aflevering 15 pas in 2013. Dat geeft mij de tijd te recuperen, het schurende zand uit mijn vorige afleveringen te spoelen en vooruit te kijken naar wat het verhaal nog zal brengen.

Feuilleton aflevering 15: Tot aan oneindig en weer terug

Door: Ronald Giphart −10/01/13, 08:12

Feuilleton Eindelijk ligt iedereen in jeugdboerderij Toost Endt te slapen. Althans dat lijkt zo…

In paniekerige situaties met hun kinderen hebben ouders doorgaans twee soorten reacties: of ze verstarren, of ze krijgen een dadendrang gepaard aan een koelbloedigheid waarover ze zichzelf later ook verbazen. Bibi hoorde tot de eerste groep, al werd haar besluiteloze houding door anderen vaak aangezien voor nuchterheid en kalmte.

Toen Bibi hoorde dat haar zoon en zijn vriend Yf al een half uur werden vermist, maakte zich een verlamming van haar meester. Alle ouders stoven de kampeerboerderij uit voor een zoekactie naar de jongens, behalve zij. Na een minuut kon ze het opbrengen om de overgebleven kinderen terug naar hun slaapvertrek te begeleiden. Ze bekeek het raam waardoor de jongens waren ontsnapt. Buiten op het donkere veld zag ze opgewonden schimmen achter felle iPhone-lampjes. Ze hoorde verwaaid kreten die klonken als ‘Roehoehhhh…’ en ‘Yhyhhhh…’.

Nadat ze de andere kinderen zo luchtig mogelijk had gemaand weer in hun stapelbedden te gaan liggen, ging ze terug naar de keuken. Ze zette een paar vuile glazen op het aanrecht en luisterde naar een gesprek dat ze voerde met de ouders van Yf. Jullie weten hoe jongens zijn op die leeftijd. Je houdt ze toch niet tegen. We hadden ze beter moeten instrueren.

Bibi pakte een theedoek en sloeg haar ogen neer bij de aangeslagen stem van Yfs moeder. We hebben onze zoon aan jullie toevertrouwd. Het schuldbewuste verweer van Bibi. We hadden echt niet veel gedronken. We zijn de hele nacht doorgegaan met zoeken. Er zijn helikopters overgevlogen. Het hele eiland is uitgekamd door kikvorsmannen. Wij zijn ook een zoon kwijtgeraakt.

Tegen de tijd dat Bibi was begonnen aan het terugzetten van de glazen en de voorbereiding van Roels crematie – de vraag of de rouwaula genoeg plaats zou bieden voor zowel zijn schoolklas, zijn voetbalteam als de kinderen van zijn toneelcursus – hoorde ze vanaf het erf opgewonden geroep.

Een halve minuut later stond het gezelschap in de keuken, inclusief de twee voortvluchtigen. De jongens waren gevonden op een halve kilometer van de boerderij, in een beschutte duininham, waar ze zichzelf hadden verraden door vuurpijlen en strijkers af te steken.

‘Die smeerlappen stonden alvast voor een paar honderd euro te verknallen, in de hoop dat wij niets doorhadden’, zei Kick bij binnenkomst tegen Bibi, half boos, half vergoelijkend. In tegenstelling tot Yf leek Roel niet onder de indruk van de situatie.

‘Je bent zelf een vuile smeerlap’, riep hij naar zijn vader, waarna hij woedend naar het slaapvertrek van de kinderen beende. Kick keek Bibi met een machteloze blik aan, waarop zij – de immer nuchtere – hem gebaarde de zaak maar te laten rusten.

Een half uur later zag Bibi dat het tl-licht in de slaapzaal van de kinderen inmiddels was gedoofd, maar ze sloop toch naar binnen om Roel wat aandacht te geven. Hij deed of hij sliep en liet zich niet nachtzoenen. Toen ze wilde terugsluipen naar haar eigen vertrek zag ze Kick jr., die haar loom lag aan te kijken.

‘Ben jij nog wakker?’, fluisterde ze.

Met vermoeid vrolijke ogen keek hij zijn moeder aan.

Ze boog zich naar hem toe.

‘Raad eens hoeveel ik van jou hou?’, zei ze zachtjes, vlak bij zijn oor, naar het verhaaltje dat ze hem vrijwel iedere avond voorlas.

‘Helemaal tot aan de maan, en terug’, fluisterde hij. Ze zoende hem in zijn hals.

‘Dat is eigenlijk helemaal niet zo ver.’

Een jongensstem, in het bed naast dat van Kick.

Dimitri, de twaalfjarige zoon van Rosalie, fluisterde dat het heelal oneindig groot was. De afstand van de aarde tot de maan was daarmee vergeleken goedbeschouwd onbeduidend.

‘Dat weet jij goed zeg’, zei Bibi.

‘Wat is oneindig?’, vroeg Kick.

‘Dat er geen einde aan komt’, zei Dimitri.’Wauw…’, zei Kick, die deed of hij het begreep.

Bibi zei tegen Dimitri dat hij nu ook echt moest gaan slapen. Toen hij zich had omgedraaid, pakte Bibi het laken en de twee dekens van Kick jr., om hem nog één keer toe te dekken. Ze bracht haar lippen naar zijn wang en kuste hem zacht.

‘Raad eens hoeveel ik van jou hou?’, fluisterde hij.

‘Ik weet het’, zei Bibi. ‘Helemaal tot aan oneindig, en terug.’

In 1966 publiceerde de Amerikaanse cultureel-antropoloog Edward T. Hall zijn beroemd geworden schema met verschillende cirkels waarbinnen mensen zich comfortabel voelen. Sindsdien is er een tak in de psychologie die zich louter bezighoudt met personal space. Als in een verder lege treincoupé een reiziger direct naast de enige andere inzittende plaatsneemt, betreedt hij het onafgebakende territorium van zijn medepassagier. Volgens de sociale regels had hij minstens op de helft van de vrije ruimte moeten gaan zitten.

In de volwassenen-slaapzaal van jeugdboerderij Toost Endt stonden twintig stapelbedden, voor vier echtparen en één vrouw alleen. Edward T. Hall zou met plezier hebben gadegeslagen hoe deze slaapplaatsen waren verdeeld, hoe ver de stellen van elkaar gingen liggen en wat dit hem kon leren over hun onderlinge ‘personal reaction bubbles’. Alle afzonderlijke paren lagen bij elkaar in één stapelbed, de mannen bovenin. De gammele bedden waren precies verdeeld volgens de sociale cirkels.

Het was lang geleden dat ze met zoveel volwassenen in één ruimte hadden geslapen. Bibi deed het tl-licht in de slaapzaal uit. Kick lag al in zijn bed. Ze kuste hem.

‘Weltrusten, smeerlap’, zei ze, en ze kuste hem nogmaals, voordat ze in haar eigen bed ging liggen. Het metalen stapelbed kraakte amechtig, toen ze zich wentelde onder haar dekens.

‘D’r wordt toch niet geneukt daar hè?’, riep Pim in het donker, vanuit zijn reaction bubble.

‘Dat zei je net iets te hoopvol’, riep Kick terug.

Vijf minuten later lagen de meesten al te slapen, tenminste dat concludeerde Bibi aan de regelmatige ademhalingen uit verschillende hoeken. Ook Kick.

Bibi sloeg haar laken en dekens nog verder over zich heen, om voorzichtig haar mobiele telefoon uit het leren hoesje te halen. Het licht van haar schermpje verlichtte zwakjes een deel van de muur waartegen ze lag, maar het risico dat een van de anderen dit zou opvallen, nam ze weloverwogen.

De man over wie ze eerder die middag aan Frederique had verteld, waarbij ze het woord affaire had gebruikt, had haar in de afgelopen uren tien WhatsApp-berichten gestuurd, ongeveer het aantal dat hij in de drie weken daarvoor had gebruikt.

Dat hij haar miste. Dat hij aan haar dacht. Dat hij steeds aan haar dacht. Dat hij met Google Earth op Vlieland had rondgekeken. Dat hij haar naam op internet had gezocht, haar sites had aangeklikt. Dat hij haar afbeeldingen had bekeken, de luttele foto’s van haar Facebook-pagina. Dat hij trouw zijn yoga-oefeningen had gedaan. Dat hij nog steeds aan haar dacht. Of zij ook aan hem dacht. Of ze hem ook miste.

Een paar keer achter elkaar las ze alle berichten, tikte toen de woorden ‘ja’ en ‘ja’, en drukte op verstuur. Er ging een schok door haar heen: alsof hij zijn toestel in zijn hand had, verscheen direct het woord ‘online’ onder zijn naam, gevolgd door de statusregel ‘typt een bericht…’

‘Hoeveel?’, stuurde hij terug. ‘Hoeveel mis je me?’

Bibi dacht aan de maan en het oneindige, maar antwoordde: ‘Genoeg om in een ijskoud bed, in het pikkedonker, onder de dekens, omgeven door acht snurkers, met mijn man in het bed boven me, met gevaar voor eigen leven, jou dit terug te sturen.’

‘Dat is veel’, schreef hij.

Hierna verscheen opnieuw het woord ‘online’. Bibi keek rond om te zien of er niet toch iemand wakker was.

Ze verstuurde: ‘Ja.’

Weer de statusregel ‘typt een bericht…’ Het duurde lang voordat er iets kwam.

‘Zal ik morgen naar Vlieland komen?’

Een gloed en een rilling trokken door Bibi’s lichaam.

Op dat moment begon haar bed te schudden en kraken. Direct stopte ze haar telefoon in de leren hoes, die ze onder de lakens schoof. Ze hoorde hoe Kick zo zachtjes en voorzichtig mogelijk zijn dekens van zich deed, om zich van zijn matras te laten glijden, met zijn voet steunend op de metalen trap van het stapelbed.

Bibi hield zich slapend. Ze luisterde naar Kicks kalme voetstappen op het koude zeil. Hij ging waarschijnlijk plassen. Ze durfde haar telefoon niet meer te openen en wachtte tot Kick weer in bed zou liggen. Dat duurde opmerkelijk lang.

Toen hoorde ze ook gestommel vanuit een andere personal reaction bubble. Iemand stond op, maar Bibi kon niet ontwaren wie. De persoon verliet de kamer. Kick en die ander waren samen weg. En bleven weg. Even meende Bibi gesmoorde geluiden te horen, maar dat had ook de wind om het huis kunnen zijn. Ze bedacht dat ze eigenlijk moest gaan kijken om te zien wat zich in de aanpalende ruimte zou kunnen afspelen, maar een verlamming had zich opnieuw van haar meester gemaakt.

Wat er aan vooraf ging
Een groep van vijf vrouwen (‘De Vijf’) deelde tijdens hun studie lief en leed, nadat ze gezamenlijk waren weggelopen van de ontgroening van hun toekomstige studentenvereniging. Achttien jaar na het begin van hun vriendschap willen ze gezamenlijk Oud en Nieuw vieren op Vlieland, in het bijzijn van mannen en kinderen. Tijdens de boottocht wordt duidelijk dat Freek, een van de vrouwen, al die tijd de geheimen van haar vriendinnen heeft verzameld. Bij aankomst in het hotel blijkt dat alle kamers dubbel zijn geboekt. Het gezelschap wijkt uit naar een verlaten jeugdboerderij. Terwijl de volwassenen zich storten op de drank, blijken plotseling de twee oudste jongens zoek.

Personogram
Sanne Moens (persrechter) en Bram Laprice (redacteur Libelle), met Tienne (6) en Duco (11). Hun zoon Joep is bij de geboorte overleden.

Frederique Severijn (cameravrouw) en Pim Staal (tv-maker). Pim heeft een zoon uit een eerder huwelijk (Hidde, 15) en samen hebben ze IJsbrand (8) en Robine (10).

Rosalie van Lokeren (puzzelontwerpster) was getrouwd met Pjotr, die inmiddels in Nieuw-Zeeland woont. Ze heeft twee kinderen: Sjors (10) en Dimitri (12).

Klaasje Binninga (nog geen beroep) en Korneel Petersen (duikinstructeur bij de brandweer) hebben een dochtertje van vier maanden, Frances, die niet mee is.

Bibi Roskam (yogalerares en uitvaartbegeleidster) en Kick Groen (platenbons). Ze hebben vier kinderen: Kick (6), Josje (8), Annia (11) en Roel (14). De vader van Kick wordt Opa Kick genoemd. Roel heeft een vriendje bij zich: Yf (14).

Focus
Tijdens de kerstdagen heb ik nagedacht over de vorderingen van het feuilleton. Waar ik met enkele meelezers over sprak, was de ruimtallige aanwezigheid van personages in het verhaal. De afleveringen direct achter elkaar lezend, is die overvloedigheid nog wel te behappen, bij wekelijkse lezing geeft het toch continuïteitsproblemen, hoor ik van sommigen (hoewel anderen er niet mee zitten). Het lijkt me beter me meer te focussen op een paar personages, en ik heb een idee wie dat zouden moeten zijn

Op Facebook stelde Theo Stepper voor: ‘Iets met stille wateren, diepe gronden? Bibi sowieso, want die heeft nu eenmaal geheimen… Klaasje, want ‘nogal onbrave Klaasje’… Rosalie, want roddeltante en Bram… Redacteur bij Libelle: daar zit een verborgen kant aan!’

1.1 Raad eens?
Het prentenboekje Raad eens hoeveel ik van je hou van Sam en Macbratney en Anita Jeram is een kleuterklassieker. Het verhaal over de kleine Hazeltje die Grote Haas vertelt hoeveel hij van hem houdt won de Zilveren Griffel.

1.2 Proxemics
Edward T. Hall (16 mei 1914 – 20 juli 2009) is de bedenker van het begrip proxemics, oftewel de studie hoe mensen hun persoonlijke ruimte zien in relatie tot de ruimte om hen heen. Beroemd is zijn schema van onze persoonlijke zones.

Uitslag Poll
Op Facebook vroeg ik bij wie de focus van het verhaal volgens de lezers lag, of zou moeten liggen. Met ruime meerderheid van stemmen werd Bibi gekozen.

De Volkskrant; 10 januari 2013: Ronald Giphart over zijn feuilleton: ‘Ik had er beter over moeten nadenken’

Feuilleton aflevering 16: De Sage van Wanda

Door: Ronald Giphart −15/01/13, 07:30

Feuilleton Onder de lakens leest Bibi een bericht van haar geheime minnaar.

Regen sloeg met onstuimige strafexercities op het dak van de boerderij, terwijl stormstoten over het eiland gierden. Bibi keek in het duister van het slaapvertrek en luisterde naar het natuurlawaai om haar heen. Al meer dan haar halve leven kwam ze op Vlieland. Sinds haar vroege jeugd huurden haar ouders in de paasvakantie altijd dezelfde bungalow in de Koningin Wanda-glop- naar de opmerkelijke Vlielandse gewoonte steegjes ‘gloppen’ te noemen.

Als er een storm waaide over het eiland vertelde Bibi’s vader haar en haar zus vaak de beroemde ‘Sage van Wanda’, over een gure vorstin die in de Middeleeuwen over Vlieland heerste. Ooit was er een vloek over de arme duinrichel uitgesproken. Mochten twee zonen van Wanda elkaar doden dan zou Vlieland reddeloos verloren zijn.

Wanda’s oudste zonen kregen inderdaad ruzie en de een vermoordde de ander. Haar derde zoon, Worp, raakte in conflict met een monnik die, tegen de uitdrukkelijk wens van Wanda, een kanaal door het land probeerde te graven. Tijdens een woordenwisseling stak Worp de monnik dood, waarna Wanda erachter kwam dat deze man haar vierde zoon was, een knaapje dat als peuter op een ijsschots was afgedreven richting zee en nooit was teruggezien. De knul bleek door kloosterlingen te zijn gevonden en geadopteerd.

Toen Wanda begreep wat er was gebeurd, kermde ze langdurig over het eiland. Met droefheid in haar stramme botten verdween ze in de mist. Hoewel er nooit meer iets van haar is vernomen, denken de eilanders haar sindsdien soms toch te zien, met name als het stormt en de oude koningin woedend staat te zwaaien naar de zee, nog almaar gillend van onmacht.

Het was vooral een gevoel van onmacht waarmee Bibi zich, op dat stinkende eenpersoonsmatras, kon vereenzelvigen. Haar man was weggeslopen uit de slaapzaal, net als iemand anders van het gezelschap. Wat spookten die twee uit? Welk recht had zij jaloers te zijn? Hoe kon het dat ze zichzelf dingen toestond die ze van Kick onder geen beding zou velen? Hoe lang speelde dit al? Wát speelde er überhaupt? Welke zaken waren haar de afgelopen tijd nog meer ontgaan?

Ze overwoog om ook uit bed te stappen, maar besloot dit te laten, want ze wist niet hoe ze zou moeten reageren als ze haar plotseling opspelende angsten en vermoedens bewaarheid zag. Na een tijdje – voor haar gevoel duurden de tien minuten op z’n minst drie kwartier – kwam Kick teruggeslopen van de gang. Bibi zag zijn donkere silhouet naderen, waarna ze voelde hoe hij de houten trap van het stapelbed pakte.

‘Gaat het?’, fluisterde ze.

Dat was een reflex.

Liever had ze zich slapend of desnoods dood gehouden, maar haar nieuwsgierigheid won het van haar voornemen. Blijkbaar kon ze zich niet inhouden Kick te laten merken dat ze wist dat hij lange tijd was weggeweest. Ze was gespitst op zijn reactie.

In plaats van zich omhoog te trekken, boog Kick zich naar haar toe. Zo goed als geluidloos zei hij: ‘Ja, het gaat wel.’

Dat laatste woordje sprak hij uit met een gekwelde ondertoon die Bibi ontging.

‘Heb ik je wakker gemaakt?’, vroeg hij.

‘Wat was je lang weg, man.’

‘Ik moest even heel nodig. Iets verkeerds gegeten, denk ik. Het kwam echt in golven.’

De imprudente intimiteiten van geliefden. Bibi fluisterde dat er een pakje Imodium in haar toilettas zat, maar Kick antwoordde dat niet nodig was.

‘Welterusten, pop’, zei hij en weer pakte hij de kleine bedtrap beet. Bibi vroeg of ze nog een nachtkus mocht. Met een heel zacht stemmetje: ‘Of doen we daar niet meer aan?’

Zwijgend stak Kick zijn hoofd in haar richting, waarna hij haar kuste. Bibi hield haar lippen getuit. Hun kus klonk bijna onhoorbaar in de slaapzaal, als twee over elkaar schuivende satijnen lakens of een voetstap in droog duinzand.

Terwijl Kick haar zoende, snoof Bibi een diepe teug. Dit was waarschijnlijk geen bewust gedrag om de aanwezigheid van een vreemde geur te detecteren, een residu van nachtelijke lust, een net niet vervlogen geheime herinnering – maar ze deed het toch. Bibi kon niet bepalen of ze iets afwijkends rook.

Het metalen staketsel wankelde toen Kick weer in het stapelbed klom. Bibi – klaarwakker – volgde zijn bewegingen, haar hele lichaam schudde op haar matras. Het moment daarop luisterde ze opnieuw naar de wind en de regen, wachtend op de mysterieuze ander, die nog niet was teruggekeerd van het toilet of van waardanook. Koningin Wanda gilde onophoudelijk om het huis, onmachtig en woedend.

Een vaste cliënte van Bibi’s yogacursus, een eigenzinnige uitvaartonderneemster, had in een periode van topdrukte aan Bibi gevraagd of zij zin had om de vrouw bij te springen. Bibi nam deze opdracht welgemoed aan, voornamelijk omdat ze in slappe tijden moeite had de huur van haar yogastudio te betalen en ze er weinig voor voelde bij Kick aan te kloppen voor financiële ondersteuning. Zo werd Bibi parttime begrafenismedewerker, een baan die haar beviel omdat ze er goed in was. Gekleed in een stemmig pak kon ze zeer empathisch kijken als tijdens een plechtigheid een spreker overmand door droefheid niet meer uit zijn woorden kwam.

Een paar jaar geleden was Bibi bij de uitvaart van een vrouw van haar leeftijd, die om het leven was gekomen bij een auto-ongeluk. Er stond een foto van het slachtoffer op de kist. Mooie, blakende, vrolijke vrouw. De verse weduwnaar wist zich met zijn verdriet geen raad. Ondersteund door vrienden en familieleden huilde hij een afscheidsspeech, tot hij louter monosyllabische klanken uitbracht.

Het was deze man, Silvijn heette hij, die zich twee maanden geleden inschreef voor een van Bibi’s yogacursussen. Toeval natuurlijk, want Silvijn wist niet dat de lerares bij wie hij zich aanmeldde, aanwezig was geweest bij de begrafenis van zijn vrouw. Bibi was hem niet vergeten; zijn verslagenheid had diepe indruk op haar gemaakt. Zou Kick dat ook in die mate zijn geweest als zij zou zijn verongelukt op de A27?

‘Is er iets?’, had Silvijn gevraagd, toen hij zich aan het begin van het intakegesprek had voorgesteld. Bibi vertelde waar ze hem eerder had gezien, dat ze hem van dichtbij had meegemaakt op een van de meest kwetsbare momenten uit zijn leven – dat laatste zei ze er niet bij en ook niet dat ze destijds uitermate geraakt was door zijn radeloze leed.

Ze zei dat ze zich goed kon voorstellen dat Silvijn, nu ze hem dit had verteld, liever bij een andere yogalerares les nam, maar die gedachte werd door hem weggewuifd. Hij vertelde hoe het met hem ging, hoe hij zijn verdriet gekneed en gemasseerd had, hoe hij zijn leven langzaamaan weer bij elkaar had gekrabbeld.

‘Mag ik je vragen waarom je yoga wilt volgen?’, had Bibi gezegd.

‘Wil je een eerlijk antwoord?’

Het eerlijke antwoord was dat hij van vrienden had gehoord dat je bij een yogacursus met een beetje geluk leuke vrouwen kon ontmoeten. Toen hij dit had gezegd, keek hij Bibi verlegen aan. Een maand later lag ze voor het eerst bij hem in bed, na afloop van een les.

Bibi vroeg zich af of ze was weggedoezeld of niet, een aanwijzing dat dit wel degelijk het geval was. Ze luisterde naar de geluiden uit de slaapzaal en de wind om de boerderij. Ze voelde het leren hoesje van haar mobiele telefoon onder haar laken. Met twee dekens over zich heen herlas ze de WhatsApp-conversatie met Silvijn.

‘Zal ik morgen naar Vlieland komen?’, had hij geschreven, een vraag die ze nog niet had beantwoord omdat ze was gestoord door Kick. Wat ze niet kon weten, en zeker niet vermoedde, was dat Silvijn op dat moment allang op het eiland verbleef.

Wat eraan vooraf ging
Een groep van vijf vrouwen (‘De Vijf’) deelde tijdens hun studie lief en leed, nadat ze gezamenlijk waren weggelopen van de ontgroening van een studentenvereniging. Achttien jaar na het begin van hun vriendschap willen ze gezamenlijk Oud en Nieuw vieren op Vlieland, in het bijzijn van mannen en kinderen. Bij aankomst in het hotel blijken de kamers dubbel te zijn geboekt. Het gezelschap wijkt uit naar een jeugdboerderij, waar de volwassenen gezamenlijk in één slaapzaal gaan liggen. Als het duister is ingetreden, begint Bibi tekstberichten uit te wisselen met haar geheime minnaar. Dan vertrekt haar man Kick naar een aanpalende ruimte, gevolgd door iemand anders van het gezelschap. Bibi kan niet ontwaren wie.

1.1 Glop
Lekker woord. Staat niet in mijn Van Dale, maar het bestaat wel degelijk. Uit het Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal (1864) komt de omschrijving: ‘Slop, smal straatje, gang; keerweêr; bergengte; (fig.) gat, vermindering; dit maakt een – (eene leêgte) in mijne kas.’

In 2004 verscheen de Gloppengids van Vlieland van Reina van Ditzhuyzen, met een fraai overzicht van de herkomst van de Vlielandse gloppen.

1.2 Wanda-sage
Meer over de Sage van Koningin Wanda is te vinden op: vlieland-info.nl/KoninginWanda.html of in het lezenswaardig boek Vlieland…ander land van Jolanda de Kruyf en Roelof Tienkamp (uitgeverij Friese Pers Boekerij).

31 december of 12 januari?
Zoals ik vorige week schreef, heeft de onverwachte overtocht naar Vlieland met een platbodem mijn schema nogal in de war gegooid. Aan de meefeuilletonisten op Facebook legde ik het idee voor het verhaal op te pikken op 12 januari en dan met flashbacks te vertellen wat er tijdens de jaarwisseling was gebeurd. Een tweede optie was verder te vertellen vanaf 31 december.

Ik vroeg om een stemadvies. Er kwamen 24 reacties en 49 mensen vulden de poll in. Met 29 tegen 20 stemmen gaf de meerderheid als advies door te vertellen en me min of meer aan mijn schema te houden. Een advies dat ik zal navolgen.

Enkele reacties
Bart van Aanholt: ‘Ik wil de Oudjaarssfeer van een vriendengroep live meemaken.’

Elly Claasen: ‘Flashbacks, altijd heerlijk verwarrend.’

Jan Pluim: ‘Gebruik van flashbacks zonder vooropgezet plot lijkt me een moeizame exercitie.’

Rudolf Vos: ‘Terugblikken vanuit het nu. Bovendien hebben we in het voorjaar niet meer zo’n zin in Oud & Nieuw!’

Tis toch een boek?
De reactie die me over streep trok, kwam van Suzanne Gisbertz: ‘Geen flashbacks, dan blijf je tot het einde in die flashback-modus hangen en kun je er niet meer uit! En daarnaast… Wat maakt het uit welke datum het is? Tis toch een boek?’

Voornaam
Met de deadline in het verschiet vroeg ik woensdagnacht om 02.22 uur aan Facebook of er nog iemand wakker was om mij te helpen met het bedenken van een naam voor de geheime minnaar van Bibi. Voor het einde van de nacht kwamen er vijf reacties. Evelien Sebök noemde Adelbert. Theo Stepper bedacht Matthijs of Armand (vrij naar amant, oftewel minaar). Helene Ouwer- kerk kwam met Casper en Albert-Jan Bosch tipte Silvijn. Variant op Silvanus, oftewel ‘heerser over het bos’. Misschien kunnen we later in het verhaal nog iets met die betekenis.

Feuilleton aflevering 17: Meet cute

Door: Ronald Giphart −21/01/13, 08:20

Feuilleton Kick is als enige al wakker en denkt aan zijn eerste ontmoeting met Bibi, achttien jaar geleden alweer.

Het was de laatste dag van het jaar, op een tijdstip dat iedereen nog lag te slapen. Behalve Kick. En dat ergerde hem zeer. Hij was precies om tien voor half zeven wakker geworden, zonder hulp van zijn wekker, die normaal precies om tien voor half zeven loeide.

Hoewel hij zich veel liever nog even had omgedraaid, was de angst dat hij niet meer in slaap zou kunnen komen sterk genoeg om hem definitief wakker te houden. Een paar minuten lang luisterde hij naar de ongedirigeerde symfonie van ademstoten om hem heen, tot hij toch maar besloot om op te staan. Hij pakte zijn weekendtas, en zonder geluid te maken liep hij naar de doucheruimte aan het eind van de vrieskoude gang.

Een kwartier later zat hij aan de verlichte keukentafel, met uitzicht over het duinlandschap. Het was nog donker als de nacht, maar gelukkig regende het niet meer. De wind leek te zijn gaan liggen. Kick had de gaskachel op de hoogste stand gedraaid en wachtte tot de temperatuur in de keuken aangenamer werd. Koffie of thee kon hij niet vinden en de frisdrank die ze van het hotel hadden meegekregen was door de kinderen inmiddels opgemaakt. Pas om kwart over negen zou het gezelschap, volgens een afspraak die gisteren was gemaakt, door de bolderkar van het hotel worden opgehaald voor het ontbijtbuffet.

Kick nam een glas ijskoud water en las op zijn mobiele telefoon de digitale editie van de Volkskrant, maar het nieuws kon hem niet boeien. Wat zijn nieuwsberichten op de laatste dag van het jaar? Dit jaar was voorbij, afgesloten, zo goed als gearchiveerd. Niets kon dit jaar nog maken of redden. Kick had medelijden met de beroemdheid die de avond ervoor was gestorven: het jaaroverzicht van de bekende doden was twee dagen eerder al uitgezonden op de televisie, de overledene was terechtgekomen in een soort niemandsland van de collectieve herinnering.

Kick zocht naar iets om te lezen of te doen. In de houten IKEA-kast bij de keukentafel lagen bordspelen en een stapel oude tijdschriften, zowel Nederlandse als Duitse, achtergelaten door toeristen. Hij pakte een roddelblad genaamd SUPERillu, met bonte artikelen over hem onbekende Duitse sterren. Zijn oog bleef hangen bij een ‘Love Und Freundschaft Quiz’ bedoeld voor vrouwen.

‘Sie finden ihre beste Freundin mit ihrem Partner im Bett. Über wen sind Sie am meisten verärgert?’ las hij. Aan wie erger je je het meest wanneer je je beste vriendin in bed aantreft met je vriend? Tja, dat zijn van die vragen. De antwoorden: ‘Über ihn. Über sie, oder über beide.’

Hij legde het tijdschrift weg en dacht na over het woord verärgert. Ergeren was niet de emotie die in hem opkwam mocht hij Bibi in bed vinden met zijn beste vriend, of met wie dan ook. ‘Jongens, luister eens: dit ergert me.’

Eerder zou hij het een oudtestamentische furie noemen, een meedogenloze moordzucht, een zelfbevlekking veroorzakende aanval van woede. Of misschien ook niet, bedacht hij, toen hij langer met het denkbeeld speelde.

Bibi en hij waren inmiddels achttien jaar bij elkaar. Ze hadden elkaar – zoals 70 procent van de liefdesparen – ontmoet via bekenden (van bekenden) (van bekenden). Bibi was een kennis van een huisgenoot van Kicks vroegere vriendin Phil, een mooi maar nogal vreemd en grillig meisje dat biologie studeerde en zong in een bandje dat toevallig bij de platenmaatschappij van Kicks vader een singletje zou uitbrengen.

Kick, toen nog overtuigd letterenstudent, zag in Phil de moeder van zijn kinderen. Hij was verliefd. Hij schreef gedichten en songteksten, dankzij haar. Hij zag toekomst gloren. Als hij bij Phil op haar kamer was, stelde hij met tevreden berusting vast dat het leven hem welgezind was.

Maar toen. Klassiek verhaal. Komt in duizenden films voor. Een van Phils huisgenoten had Kick binnen gelaten (en zij had het moeten weten, de trut), op de gang maakte hij een praatje met een van haar andere vriendinnen (en die waarschuwde hem ook niet, de teef), bij de keuken groette hij haar hartsvriendin (en die liet hem rustig naar haar kamer wandelen, de bitch) en daarna deed hij de deur van Phils hoerige afwerkplek open.

Daar lag ze. Op heterdaad met een ander. Niet dat Kick en Phil elkaar in de maanden daarvoor expliciet hadden beloofd nooit met vreemden het bed in te duiken, want dat soort afspraken was aan Phil niet besteed. Ze wilde zich best binden, maar niet seksueel.

Phil en haar breedgeschouderde muzikant hadden niet door dat Kick in de deuropening stond. Kick hoorde hun geluiden en dacht: ik ben verliefd op dit meisje, ik wil dat zij een zo plezierig mogelijk leven leidt – dus waarom ben ik niet blij dat zij het klaarblijkelijk zo naar haar zin heeft? Of vermoedelijk dacht hij dat pas later, toen hij in zijn verdriet had uitgedokterd dat verliefdheid niet betekent dat je het beste voor je geliefde wilt, maar vooral het beste voor jezelf.

Hij zal een paar seconden in die deuropening hebben gestaan, al duurde dit in zijn herinnering een paar maanden. Voor Kick was dit het grootste leed dat iemand hem ooit had aangedaan, althans zo voelde het toen. Hij maakte zich boos om de uitdrukking ‘met een ander in bed duiken’? Het was geen duik die Phil had genomen, het was een achterwaartse tiendubbele flikflaksalto van een springplank van 25 meter.

In onmachtige woede rende Kick weg van Phils deur. Hij denderde de trap af en gooide woest de voordeur van het studentenhuis open. En daar stond Bibi.

In de Amerikaanse filmkunde wordt het een ‘meet cute’ genoemd: de grappige, bijzondere of schattige ontmoeting van een toekomstig liefdesduo, de eerste keer dat ze elkaar in de ogen kijken, dat ene moment van romantische sprankeling.

In geval van Bibi en Kick was de meet cute dat hij haar in zijn ontreddering omver kegelde, zo de voordeur uit, de straat op. It started with a bang. Bibi lag op het trottoir en Kick schoot toe om haar overeind te helpen. Hij verontschuldigde zich uitvoerig.

Ze wist wie hij was, al had ze in de maanden ervoor nauwelijks met hem gepraat. Kick zag haar voor het eerst. Plompverloren vertelde hij haar op straat wat hem zojuist was overkomen, dat hij zijn vriendin had betrapt in flagrant overspel. Bibi leefde met hem mee, maar vond zijn verhaal toch ook amusant. Samen lachten ze om het voorval. Toen ze een paar weken later voor de derde keer hadden gezoend – na een concert van een band van Kicks vader – beloofde Bibi dat Kick haar nooit in bed met een ander zou betrappen.

Hoe snel het was gegaan. Kick zag weer toekomst gloren. Hij schreef nog steeds gedichten en songteksten, voor Bibi dit keer. Phil heeft hij niet vaak meer gezien, wat er misschien mee te maken had dat hij zijn vader vroeg het contract van Phils bandje te laten ontbinden, een wens waaraan de oude Kick gehoor gaf. Dit was de eerste keer dat Kick junior zich voor de platenmaatschappij van zijn vader interesseerde. Anderhalf jaar later nam hij het bedrijf over. En niet lang daarna hadden Bibi en Kick een meet cute met Roel, hun oudste zoon.

Langzamerhand werd het aan de keukentafel van de jeugdboerderij enigszins behaaglijk. Om een uur of zeven bedacht Kick dat het niet lang zou duren eer de eerste kinderen wakker zouden worden, om hem vervolgens natuurlijk in de keuken te komen vergezellen. Hij dacht aan het kabaal waarmee ze zouden rondrennen – en dat vooruitzicht trok hem niet. Stilletjes pakte hij zijn shawl en winterjas.

En zo liep hij vijf minuten later in het schemerdonker over het Zeeduinenpad, richting de westkant van het eiland. Af en toe floot een vogel vanuit het helmgras een ochtendriedel. Kick luisterde naar dit gezang en naar zijn voetstappen op de gemalen schelpen van het paadje. Hij voelde zich verward, maar wist zich toch ook nog steeds in de wetenschap dat het leven hem welgezind was.

twitter.com/vfeuilleton;
volkskrant.nl/feuilleton;
facebook.com/VolkskrantFeuilleton

Wat eraan vooraf ging
Een groep van vijf vrouwen (‘De Vijf’) deelde tijdens hun studie lief en leed, nadat ze gezamenlijk waren weggelopen van de ontgroening van een studentenvereniging. Achttien jaar na het begin van hun vriendschap willen ze gezamenlijk Oud en Nieuw vieren op Vlieland, in het bijzijn van mannen en kinderen. Bij aankomst in het hotel blijken de kamers dubbel te zijn geboekt. Het gezelschap wijkt uit naar een verlaten jeugdboerderij, waar de volwassenen gezamenlijk in één slaapzaal gaan liggen. Als het duister is ingetreden, begint Bibi onder de dekens tekstberichten uit te wisselen met haar geheime minnaar, die haar onthuld ook op het eiland te zijn. Dan vertrekt haar man Kick plotseling naar een aanpalende ruimte, gevolgd door iemand anders van het gezelschap. Bibi kan niet ontwaren wie.

1.1 Klassiek verhaal
Zoals schilders als voorbereiding op een groter schilderij soms schetsen maken, zo maken sommige schrijvers ook schetsjes voor scènes. Ik hou al drieëntwintig jaar lang een digitale map bij met korte verhalen, aantekeningen, voorstudies, putwerk en wat niet al. Zo heb ik de korte scène over het heterdaadje van Phil in 2006 in een compleet andere versie gebruikt voor een verhaal in de inmiddels ter ziele Nederlandse editie van het blad Hide & Chic.

1.2 Meet cute
‘Meet cute’ is een bestaande Amerikaanse screenplay-term uit de hoek van romcoms, romantische comedy’s. Vaak zijn ontmoetingen in dit soort films gekunsteld, hilarisch en meestal nogal gênant. Volgens UrbanDictionary.com: ‘Scenario in which two individuals are brought together in some unlikely, zany, destined-to-fall-in-love-and-be-together-forever sort of way (the more unusual, the better).’

1.3 70 procent
Dat 70 procent van de liefdesparen elkaar via vrienden (van vrienden) (van vrienden) ontmoet heb ik niet bedacht, maar gehaald uit De wetenschap van liefde en bedrog van de Engelse evolutiebioloog Robin Dunbar (uitgeverij Spectrum). Citaat: ‘De Harvard-sociologen Nick Christakis en James Fowler hebben (…) uitgebreid beschreven hoe belangrijk het sociale netwerk is voor de levensloop. (…) Zo’n 70 procent van de mensen ontmoet de levenspartner via een familielid, een vriend of een vriend van een vriend. Opvallend genoeg leren mensen een onenightstand slechts in 3 respectievelijk 37 procent van de gevallen kennen via een familielid of vriend.’

Niets weggooien
Toen ik nog niet gedebuteerd was, kreeg ik van een behulpzame oudere schrijver de tip om nooit iets weg te gooien en ook alle versies van een verhaal te bewaren. Iedereen kent het adagium ‘kill your darlings’: het wegsnijden van passages die wel degelijk tot tevredenheid stemmen, maar die in het lopende verhaal helaas toch niet passen. Die darlings mogen dan misschien wel gekilld worden, maar ze hoeven natuurlijk niet te worden gecremeerd. Ik weet van veel schrijvers dat zij gekillde darlings later in andere verhalen weer rustig uit de dood hebben laten verrijzen.’

Feuilleton aflevering 18: Sneeuwstilte

Door: Ronald Giphart −28/01/13, 08:42

Feuilleton In gedachten verzonken verkent Kick in de vroege ochtend Vlieland in de hoop ergens een pak koffie te kunnen kopen.

Het begon te dagen. De contouren van Vlieland werden langzaam zichtbaar, als een foto die in een ontwikkelbad in een donkere kamer voorzichtig opkomt. Kick liep over het Zesduinenpad, met rechts van hem duinen & helmgras en links helmgras & duinen. Hij meende te horen dat de zee dichtbij was. Zo nu en dan krijsten er meeuwen vlak boven hem. Sommige vogels bleven tegen de wind in één plek hangen, tot ze zich door een vlaag lieten wegdrukken, waarna ze snel een vrolijke u-bocht maakten en uitdagend weer terugkeerden op hun oude plek, vlak boven Kick.

Een tijdje keek Kick gefascineerd naar het schijnbaar doelloze schouwspel. Hij was nu een half uur onderweg en had nog geen enkele andere wandelaar of fietser gezien. Hoe lang was het in zijn leven geleden dat hij van iedereen verlaten had gedwaald in een uitgestorven gebied? Hoe lang geleden was hij echt alleen geweest? Hij kon het zich niet herinneren. Thuis had hij vrijwel altijd zijn kinderen of echtgenote in de buurt en ook op zijn werk was hij voortdurend omringd door medewerkers. Soms zat hij in zijn eentje in een kroeg of restaurant minutenlang te wachten op een afspraak, maar dat gevoel was niet te vergelijken.

Jaren daarvoor had Kick met Bibi en Roel een documentaire gezien over een boeddhistische monnik die iedere dag vijf uur achter elkaar dezelfde ronde maakte in het bos bij zijn tempel. Het enige dat die man tijdens zijn rondgang deed, was luisteren naar zijn voetstappen, het gekraak van zijn sandalen op afgebroken takjes. Hij maakte niet zo maar een wandeltocht, hij volgde ‘een proces van zelfobservatie met als doel de geest tot in de diepste lagen te zuiveren van negativiteit’. Alle storende elementen wilde de heremiet voetje voor voetje verjagen. Lopen tegen woede, haat, hebzucht en de duizend aangeboren angsten. Hoe langer hij liep, hoe meer zijn geest werd vervuld met liefde, wijsheid en medelijden.

De achtzaamheid waarmee de monnik in de documentaire door zijn bos liep, was voor Kick en Bibi destijds een bron van spot. De kleine Roel had zijn ouders vermaakt door de boeddhist te imiteren en net als hij overdreven ingetogen door de huiskamer te lopen. Had Kick geweten dat hij sindsdien iedere keer als hij bewust zijn voetstappen hoorde, aan het verhaal van de monnik moest denken.

Onbespied speelde Kick minutenlang een proces van zelfobservatie na. Boeddha op Vlieland. Kicks zolen op het pad. Zijn gedachten bij het gekraak van de vermaalde schelpen onder zijn voeten. Tot hij ongemerkt niet meer dacht aan het lopen zelf, maar aan Bibi en de dingen.

Van oudsher maken filosofen die nadenken over liefde onderscheid tussen eros en agapè, tussen passie, erotiek en lust versus verwantschap, warmte en genegenheid. Niet dat Kick zich hiervan bewust was, maar hij kwam tijdens zijn wandeling tot eenzelfde onderscheid. Bibi en hij waren nu zeventien, achttien jaar bij elkaar, waarvan achttien, zeventien jaar gelukkig. In hun begintijd had hun eros het ruimschoots gewonnen van hun agapè, maar metterjaren veroverde de tweede tak steeds meer terrein, noch tot ongenoegen van Bibi, noch tot dat van Kick.

Er is een internationaal bekend dagelijks krantenstripje over twee geliefden. Boven een guitig naakt mannetje en een beminnelijk naakt vrouwtje staan iedere aflevering de woorden ‘liefde is…’ met daaronder zinnen als ‘de badkuip fris achterlaten’ of ‘op vakantie je laptop thuislaten’. Kick ergert zich meestal uitermate aan de walmende clichéromantiek van deze reeks, voornamelijk omdat de zinnen vaak op Bibi en hemzelf slaan. Liefde is ‘hem soms naar de dokter sturen’. Liefde is ‘haar hand vasthouden, ook als het buiten niet glad is’. Liefde is ‘gaan liggen op de wet spot, hoewel het eigenlijk jouw kant van het bed niet is’. Liefde is ‘toestaan dat ze fantaseert over een hele grote neger in een oranje overall.’ ‘Toestaan dat ze fantaseert over een hele grote neger zonder oranje overall.’

Terwijl Kick hierover nadacht, gebeurde er iets met het diffuse licht over het eiland. Er leek een filter voor de onzichtbare zon te worden geschroefd, waardoor het ochtendgloren nog bleker en breekbaarder werd. Zonder aankondiging kwamen er dikke vlokken uit de hemel vallen. Kick keek omhoog en zag dat hij omhuld was door een universum van vallende sneeuw. In zijn directe omgeving stonden geen bomen om onder te schuilen, en daarom deed hij zijn capuchon over zijn hoofd.

Manmoedig stapte hij verder over het Zesduinenpad, met zijn handen diep in de zakken van zijn jas. Hij stelde zich voor hoe Bibi hem op dit punt zou hebben gesmeekt terug te keren naar de jeugdboerderij, gesteld dat ze zich überhaupt zou hebben verwaardigd hem te vergezellen. Bibi noemde zichzelf ‘te ijdel voor winterweer’. Onder geen beding ging ze over straat met moonboots aan en slechts bij hoge uitzondering en extreem strenge kou gekleed in een baal lappen of vorstbestendige slaapzakjas.

Aanvankelijk verdwenen de sneeuwvlokken op Kicks kleren, tot ze na verloop van tijd bleven plakken. Kick werd steeds witter. Er veranderde ook iets met het geluid op het eiland. Het was voor de bui al opmerkelijk kalm, maar het leek steeds stiller te worden. Meteorologen en dichters noemen het ‘sneeuwstilte’: vers gevallen sneeuw, die nog veel lucht bevat, werkt als een geluidsdemper.

Na een tijd kwam Kick aan bij de Postweg, richting de westkant van Vlieland, of althans bij de roerloze magische witte vlakte waar hij de Postweg vermoedde. Het sneeuwde inmiddels minder. Kick kon nu afslaan naar het dorp – misschien om te kijken of hij al ergens koffie voor de groep kon kopen – of verder lopen naar de westkant. Zou de boeddhistische monnik uit de documentaire ooit in sneeuw hebben gewandeld? Het pak waarover Kick kraakte, was zeker een centimeter of acht. Iedere voetstap veroorzaakte groteske geluiden, die het proces van zelfobservatie bemoeilijkten.

Kick luisterde naar zijn laarzen op de sneeuw. Frederique, die als cameravrouw dat soort dingen wist, had gisteren tijdens de rotmok verteld dat filmmakers bij het sound design van een film cornflakes gebruiken om voetstappen in de sneeuw te imiteren. En dat was precies hoe het klonk. Knerpend knisperende Kellogg’s. Met iedere stap ontheiligde Kick het maagdelijke veld voor hem.

Hij dacht aan een gebeurtenis van een jaar of achttien geleden. Met Pim en Pjotr, de latere ex-man van Rosalie, stond hij bij de voordeur van de Joris van Spilbergen, het studentenhuis van De Vijf. De jongens waren zonder hun vriendinnen naar het café geweest. Ze hadden onverwachts hun verblijf aldaar moeten verlengen omdat het enorm was gaan sneeuwen. Pas toen de sneeuwstorm was gaan liggen, glibberden ze terug naar de Joris, waar ze – zoals beloofd – zouden slapen. Maar Frederique, Bibi en Rosalie deden pesterig niet open, ook niet nadat Kick hard op de deur had gebonkt en Pim langdurig aanbelde.

Pjotr stelde voor om dan maar onverrichterzake naar hun eigen huizen te gaan, maar niet dan nadat ze nog een groots-en-meeslepende daad hadden verricht. Ze dachten eerst aan het woord ‘kutwijven’, maar kozen toch voor hun tweede optie: walmende clichéromantiek. Liefde is… Op het besneeuwde veld voor het huis van beminden, aanvankelijk tegen de wind in, een groot liefdeshart plassen. Voor een pijl, laat staan voor de namen van hun beminden, laat staan voor hun eigen namen, hadden ze gedrieën te weinig bier in hun blaas. Toen de jongens waren vertrokken, dampte het hart na in de sneeuwstilte.

Wat eraan vooraf ging
De Vijf is een groep van vijf vrouwen die elkaar al 18 jaar kent en jarenlang in een studentenhuis woonde (‘de Joris van Spilbergen’). De vrouwen willen gezamenlijk Oud en Nieuw vieren op Vlieland, in het bijzijn van mannen en kinderen. Omdat het hotel is overboekt, wijkt het gezelschap uit naar een verlaten jeugdboerderij. Na een korte nacht – waarin Bibi onder de dekens tekstberichten heeft uitgewisseld met haar geheime minnaar en haar man Kick naar een aanpalende ruimte is geslopen, gevolgd door iemand anders van het gezelschap – is Kick veel te vroeg opgestaan, voor een ochtendwandeling over het eiland.

1.1 Chiasme
De omschrijving ‘met rechts duinen & helmgras en links helmgras & duinen’ is een voorbeeld van een zogenaamde ‘repetitio met omkering’. Oftewel een chiasme of kruisstelling. In een taal genaamd literaans wordt ‘het chiasme ook wel gezien als een bijzonder geval van parallellisme, waarbij volgorde-inversie wordt toegepast in de herhaling van een eenheid’ (Wikipedia).

1.2 Sneeuwstilte
Een paar lieden op twitter en Facebook tipten de site van het KNMI, waar op meerdere plekken stukken over de relatie tussen stilte en sneeuw staan. Citaat: ‘De toonhoogte van voetstappen in sneeuw is hoger bij lagere temperaturen. Bij temperaturen boven nul smelt de sneeuw onder de voetstappen en wordt smeltwater opgezogen. Vriest het meer dan vijf graden, dan wordt de sneeuw vrijwel geruisloos samengedrukt onder de voeten. Vriest het meer dan twaalf graden, dan kraakt sneeuw.’

1.3 Kraken
Ik vroeg Facebook en Twitter met welk woord het geluid van voetstappen in verse sneeuw het best wordt beschreven? Woorden als knerpen, knisperen, knarsend en kraken werden het vaakst genoemd. Enkele suggesties waren nieuwvormingen als ‘knisperendeknasperkorst’ (Joris Goedbloed), ‘kreppend’ (Ron Beers) en ‘snisteren’ (Jola Mijnen). Onomatopeeën als ‘kroetsj’ (Kristel Barendregt), ‘kroft’ (Frank Ruwe) en dichterlijke omschrijvingen als ‘gesmoord knorren’ (Marion Vervoort), ‘piepfluitend geknisper’ (Marc Janssens) en ‘fragmenterend oud zaad’ (Nico Dijkshoorn). @Nibstrung tipte Martin Lodewijks stripverhaal De Generaal waarin sneeuwstapgeluiden staan als ‘vrot vrot’, ‘knierps’ en ‘prutprut’.

1.4 Cornflakes
Janine Geerling schreef dat haar man voetstappen in de sneeuw vindt klinken als speculaas in haar mond. ‘Én hij vertelde me dat ze er voor films cornflakes voor gebruiken,’ vulde ze aan.

1.5 Liefde is…
De strip ‘Liefde is…’ werd in 1960 bedacht door de Nieuw Zeelandse tekenares Kim Casali, die een bewogen leven leidde. Haar zoon Stefano nam de strip na haar dood over. Het stripje ontstond als kleine liefdesberichtjes die Kim voor haar man Roberto tekende. Pas in 1972 werd de eerste Love is… gepubliceerd.

Urgentie-politie
De door mij zeer gewaardeerde schrijfster en critica Marja Pruis las op het festival Writers Unlimited in Den Haag een rede voor over de stand van ‘de literatuur met een hoofdletter’. Ik maak mij volgens Pruis schuldig aan een van de ernstigste schrijversvergrijpen: ik laat me beïnvloeden door lezers. Schrijven met hulp van lezerswenken mist ‘urgentie’. In de woorden van Pruis: ‘Staat een schrijver, een echte schrijver (…) ooit iets anders te doen dan gehuld in een zachte broek en wijde blouse, ergens op een zolder in Amsterdam-Zuid (…) de confrontatie aan te gaan met iets waarvan hij zelf denkt dat het er moet komen omdat het er nog niet was?’

Feuilleton aflevering 19: Terug naar de realiteit

FEUILLETON Na een sneeuwgevecht willen de mannen en de kinderen alvast ontbijten. De vrouwen moeten wachten

Door: Ronald Giphart 4 februari 2013, 07:27

Kick zag de contouren van het dorpje Oost-Vlieland opdoemen. Witte schuine daken met pluimen van grijze rook. De sneeuw had van het landschap een wezenloze egale vlakte gemaakt, waaruit hier en daar vormen van bomen, verkeerspalen en hekken glooiden. Zelf maakte Kick ook een behoorlijk witte indruk. Toen hij als beginnende yeti het dorpje binnenkwam, zag hij voor het eerst die dag het levende bewijs dat hij niet als enige op aarde was overgebleven. Op een paar meter afstand groette hij de onbesneeuwde tegenligger, en pas op dat moment zag hij wie die ander was. Hij slaakte een vloek, die weerklonk in de straat. ‘Wel godverdomme!’

De passant keek niet al te verbaasd op en begroette hem vriendelijk.

‘Wat doe jij nu hier, man?’, zei Kick.

Even stonden ze tegenover elkaar.

‘Ga je naar het dorp?’

‘Hoe kom je hier?’

‘Zullen we kijken of we al ergens een kop koffie kunnen drinken?’, zei de andere man, en zonder het antwoord af te wachten draaide hij zich om, richting de Dorpsstraat.

Meanwhile! Een paar kilometer verderop was Frederique wakker geworden van het gestamp van kinderen in het keukenvertrek. Ze luisterde naar de hysterische geluiden in en om het huis. Met tegenzin richtte ze zich op, om zich uit de onderste helft van het stapelbed te manoeuvreren. Toen ze doorhad dat ze alleen in de slaapzaal was, knipte ze het tl-licht aan. Werktuiglijk checkte ze haar mobiele telefoon. Vijf sms’jes, allen met het verzoek of ze ‘toevallig’ die avond kon invallen voor een zieke cameraman. Draaien op oudejaarsnacht. De ene opdrachtgever bood twee en een andere drie keer haar dagtarief, een derde beloofde haar zijn eeuwige liefde.

Een seconde of vier vroeg Freek zich af hoe laat de veerdienst naar Harlingen zou vertrekken, en wat haar gezin en vrienden ervan zouden vinden als ze besloot de jaarwisseling toch niet met hen door te brengen. Volgens theoretisch natuurkundigen moet er ergens in andere dimensies een paralleluniversum bestaan, waar een cameravrouw genaamd Frederique zich na het lezen van berichtjes op haar telefoon begon aan te kleden, om zich naar de eerste boot richting het vasteland te spoeden.

In ons universum stapte Freek echter de keuken van de jeugdboerderij binnen.

‘Ssst, daar heb je d’r’, zei Sanne, die haar geschrokken en toen glimlachend aankeek. Schor begroette Freek het gezelschap. Sanne en Rosalie imiteerden haar hese ochtendstem. Freek zag dat de rest van De Vijf al gesoigneerd en opgesnold was, en stelde vast dat haar vriendinnen er nog altijd imponerend uitzagen – misschien nog meer dan vijftien jaar geleden, nu de schoonheidsbeloften van toen door levenservaringen zijn gevoed.

Sanne zat achter een laptop te bloggen, Bibi las een Duits tijdschrift, Klaasje stond te bellen en Rosalie staarde naar buiten, waar de kinderen en mannen waren verwikkeld in een verbeten inzeepgevecht. Af en toe beukte er een sneeuwbal tegen een raam van de keuken.

‘Ze hebben ons vanmorgen maar liefst tot half acht laten uitslapen, die smerige rotkinderen’, zei Bibi, zonder op te kijken van haar SUPERillu. ‘Wat is jouw geheim dat je door hun gekrijs heen kunt slapen?’

‘Totale vermoeidheid’, antwoordde Freek, die op het aanrecht tevergeefs naar koffie begon te zoeken. Sanne wees haar erop dat er niets was: ‘Gisteravond is alles opgemaakt. Pas om tien uur worden we door de bolderkar van het hotel met bagage en al opgehaald voor het ontbijtbuffet. Tot die tijd hebben we alleen water.’

‘Als ze ons natuurlijk überhaupt weten te vinden in dit weer’, zei Rosalie. ‘We sneeuwen hier in zonder voedsel, en de hele wereld vergeet dat we er zijn.’

Op dat moment stapte Pim de keuken in, met zijn voeten stampend op de mat. Hij kuste Freek en zei dat de verkleumde sneeuwsoldaten net hadden besloten alvast in de richting van het hotel te lopen. De moeders moesten achterblijven om de koffers te bewaken. Na Pims vertrek vloog er als afscheidscadeau van de kinderen nog een salvo sneeuwballen tegen het raam.

‘Smerige, smerige kinderen’, mompelde Bibi.

‘Is er iets?’, vroeg Freek aan Bibi.

Ze keek op uit haar Duitse roddelblad.

‘Wat zou er moeten zijn?’

En zo zaten de vriendinnen alleen met elkaar in een uitgeleefde lege keuken, die in de verte leek op de afgeleefde lege woonkeuken van hun voormalige studentenhuis. Net als vroeger in de Joris van Spilbergen lazen ze elkaar mooie zinnen en opmerkelijke berichten voor.

‘Hier, een test voor ons: de Love Und Freundschaft Quiz,’ zei Bibi, waarop ze de vraag begon voor te lezen die Kick eerder die ochtend ook had geprobeerd te beantwoorden. ‘Sie finden ihre beste Freundin mit ihrem Partner im Bett. Über wen sind Sie am meisten verärgert? Über ihn. Über sie, oder über beide? Nou, zeg het maar.’

‘Wat is de vraag?’, vroeg Rosalie.

‘Jouw beste vriendin heeft zich laten naaien door jouw man. Op wie ben je het meest boos?’

‘Ik heb geen man’, zei Rosalie, die niet over de kwestie na wilde denken en haar iPhone aansloot op de geluidsboxjes van een of ander kind. Door de ruimte schalde een van de vele nummers die de vrouwen in vernevelde tijden draaiden: Back to life, back to reality van Soul II Soul.

Rosalie zong het nummer mee en Sanne haakte in. Toen ook Freek in haar handen klapte, zagen ze dat Klaasje met tranen in haar ogen bij het raam stond, haar telefoon in haar hand. Direct zette Rosalie de muziek zachter.

Klaasje had net een gesprek met haar schoonouders beëindigd, lieve lieve mensen die haar dochtertje Frances hadden gekidnapt en nu blijkbaar graag wilden opscheppen hoe blij ze met hun kleinkind waren, hoe lief ze lag te boeren in haar wiegje.

‘Verdomme, dit was de eerste nacht in haar leven dat Korneel en ik niet bij haar sliepen, dat we er niet waren toen ze wakker werd’, zei Klaasje, die zich niet meer inhield en toegaf aan haar bubbuvvuddu. Ze zei dat het gemis inderdaad voelde als de emotie die ze zich voorstelde bij liefdesverdriet.

‘Al ken ik dat niet. Ben altijd degene geweest die jongens dumpte’, stamelde ze, door haar snikken heen. ‘En nu heb ik mijn dochter gedumpt.’

Dit laatste bedoelde ze als een ontwapenende opmerking, maar haar woorden troostten haar niet. Wat wel troostte was de omhelzing van Sanne en de kussen van Rosalie en ook van Bibi, die haar ochtendchagrijn overwonnen leek te hebben.

Even later zette Rosalie haar iPhone weer aan, met het volume op z’n hardst. De nummers uit de hoogtijdagen van De Joris schalden door de keuken. Don’t Speak. Groove Is In The Heart. Het is een nacht. Sing Hallelujah. Who Do You Think You Are?

Steeds harder zongen de vrouwen mee. De Vijf in de ingesneeuwde jeugdboerderij. Wild springend stonden ze te dansen bij het aanrecht, alsof ze hoorden bij een showballet van een popprogramma uit de jaren tachtig. Disco om half tien ’s morgens.

Bij het nummer You Oughta Know van Alanis Morissette ging de deur plotseling open en stapte Kick in de opening, nog steeds in zijn yeti-vermomming. Het duurde heel even voor de vijf vrouwen doorhadden dat hij er stond, maar toen gilden ze het refrein van het nummer verbeten naar hem toe, ondertussen uitdagend om hem heen dansend.

‘Ik heb een verstekeling meegenomen’, probeerde hij uit te brengen.

Wat eraan vooraf ging
De Vijf is een groep van vijf vrouwen die elkaar al een jaar of negentien jaar kent en jarenlang in een studentenhuis woonde (‘de Joris van Spilbergen’). De vrouwen willen gezamenlijk Oud en Nieuw vieren op Vlieland, in het bijzijn van mannen en kinderen. Omdat het hotel is overboekt, wijkt het gezelschap uit naar een verlaten jeugdboerderij. Na een korte nacht – waarin Bibi onder de dekens tekstberichten heeft uitgewisseld met haar geheime minnaar en haar man Kick naar een aanpalende ruimte is geslopen, gevolgd door iemand anders van het gezelschap – is Kick veel te vroeg opgestaan, voor een ochtendwandeling over het eiland.

Personogram
Er zijn vier gezinnen mee en een alleenstaande moeder met kinderen. Spil zijn Bibi Roskam (yogalerares en uitvaartverzorgster) & Kick Groen (platenbons). De vader van Kick wordt Opa Kick genoemd. Cameravrouw Frederique Severijn heeft al jaren de geheimen van haar vriendinnen verzameld. Ze is getrouwd met tv-maker en practicle joker Pim Staal. Sanne Moens is persrechter en getrouwd met Bram Laprice, redacteur bij Libelle. Klaasje Binninga is ambtenaar, getrouwd met Korneel Petersen, duikinstructeur bij de brandweer. Rosalie van Lokeren is een gescheiden puzzelontwerpster. Haar ex-man Pjotr woont in Nieuw-Zeeland.

1.1 Nummers
Welke muziek draaiden studentes in de jaren negentig, vroeg ik aan Facebook en Twitter. Een kleine honderd reacties en een veelvoud genoemde bands stroomden binnen. Een kleine greep: Salt-n-Pepa, Soul II Soul, Rage Against The Machine, Pearljam, Extreme, Young Disciples, Prince, B-52’s, Dee-lite, No Doubt, 4 Non Blondes, Ace Of Base, Spice Girls, Melissa Etheridge, Sinead O’Connor, Bettie Serveert, Björk, Everything But The Girl, Lauren Hill, Portishead, enzovoort enzovoort. Meest genoemde Nederlandse muziek: Guus Meeuwis.

1.2 Frances
In aflevering 4 was Frances nog vier maanden oud, maar er werd mij op Facebook door bezorgde ouders op gewezen dat dit toch echt aan de te jonge kant is om al uit logeren te worden gestuurd. Vandaar dat het meisje er 15 afleveringen verder zomaar 2 maanden bij heeft gekregen.

1.3 Parallel universum
Tijdens de kerstvakantie las ik Brian Greenes De verborgen realiteit over parallelle universums (uitgeverij Spectrum), een even onbegrijpelijk als fascinerend boek. Citaat: ‘Een (…) scenario uit de snaartheorie (…) stelt dat ons universum een van de mogelijk veeltallige ‘plakken’ is, die in een hogerdimensionale ruimte rondzweven, als een soort snee van een groter kosmisch brood.’

ALLE LEEFTIJDEN
Charlotte Spierings mailde: ‘Ik […] vraag me af of de jaartallen en leeftijden wel kloppen. De vriendschap ontstond op 7 september 1995 tijdens de ontgroening. De meisjes zullen toen dus 18/19 zijn geweest en in 1976-’77 geboren zijn. In 2002 (twee jaar na de dood van huishond Timmy in 2000) zou Sanne als eerste moeder worden. Joep zou dus het oudste kind moeten zijn en maximaal 10 jaar zijn (als hij geleefd had). Zijn jongere broer Duco is echter 11. Bovendien is het oudste kind van Bibi en Kick al 14 (…). Je kunt overwegen de jaartallen in de eerste afleveringen aan te passen.’

Mijn verklaring voor deze omissie is na te lezen op facebook.com/volkskrantfeuilleton. Spierings’ wenk is dankbaar aanvaard: de jaartallen in de eerste afleveringen heb ik direct aangepast.

Feuilleton aflevering 20: Bliksemflits

FEUILLETON Kick neemt een verstekeling mee naar de jeugdboerderij.

Door: Ronald Giphart 11 februari 2013, 09:54

Van oudsher hadden De Vijf een hekel aan zingende vrouwenclubjes. De studentikoze blijheid en het aanstellerige groepsgedrag waarmee groepen meisjes elkaar toezongen, wekten altijd hun minachting op. Behalve als ze zelf zongen, natuurlijk. Daar waren ze heel strikt in: de regels waaraan ze de rest van de wereld onderwierpen, golden niet voor henzelf. En zo kon het gebeuren dat de groep Kick toezong op een manier die ze bij anderen zouden hebben veracht.

Alanis Morissettes nummer You Oughta Know werd in juli 1995 uitgebracht, in Nederland in een coproductie met het muziekbedrijf van Kicks vader. Niet dat het nummer onmiddellijk de hitparade bestormde. In Nederland haalde het slechts de elfde plek van de Top40, maar toch raakte het – vooral onder de studentes van die dagen – snel mateloos populair vanwege de rauwe tekst die Morissette een ex-geliefde toeschreeuwde. Woorden die De Vijf regelmatig, ondanks hun afkeer van samenzang, hebben meegebruld in de richting van argeloze mannen, barjongens en passanten in de Joris van Spilbergen. En nu dus – na al die jaren – in de keuken van de jeugdboerderij Toost Endt.

Kick liet zich een couplet lang geamuseerd toezingen. Het was niet de eerste keer dat de vocale pijlen zich op hem richtten.

It was a slap in the face, how quickly I was replaced, zong de groep met een uitgelaten verbetenheid, gevolgd door de beroemde uithaal: Are you thinking of me, when you fuck her?

Het woordje fuck werd met kracht uitgespuugd. Even later stapte Kick glimlachend de jeugdboerderij binnen, gevolgd door de man die hij een uur daarvoor was tegengekomen in de Dorpsstraat. Vier van de vijf vrouwen begroetten Kick en zijn verstekeling vriendelijk. Alleen Bibi niet.

Een paar jaar geleden waren Bibi en Kick met hun kinderen in de Normandische kustplaats Saint Valery-en-Caux. Ze beklommen een lange trap naar de hoge krijtrotsen. Vlak onder de top lag een uitkijk over de haven en het dorp, een plateau dat was afgeschermd van de afgrond door een stevig hek. Bibi maakte foto’s van Kick en de drie oudste kinderen, die allen vrolijk poseerden voor het overweldigende panorama.

Toen ze haar plaatjes had geschoten, zag Bibi plotseling kleine Kick. Het nakomertje moest zich een paar meter verderop tussen het hek en rotshelling hebben gewurmd.

Daar stond hij.

Achter de reling.

Naar beneden te kijken.

De afgrond in.

Hij hield zich niet vast.

Bibi dacht er niet over na: haar longen probeerden alle lucht met één implosie langs haar stembanden te persen. Ze krijste dat hij moest blijven staan. Kleine Kick schrok van het lawaai van zijn moeder en wankelde. Dat moment, die ontreddering.

Bibi had zichzelf met haar uitroep verlamd. Geparalyseerd zag ze hoe Kick toesnelde om zijn zoontje met een stevige greep in één zwaai over het hek te tillen. Niet snel daarna kwamen bij zowel Bibi als Kick als Kick jr tranen, opluchting, naschrik, woede.

Toen Kick jr. met zijn hand stevig in de hand van zijn vader de trap afliep, keek Bibi nog één keer over de reling naar beneden. In de diepte zag ze haar zoon liggen op de afgebrokkelde rotsblokken bij zee, zijn ledemaatjes in onnatuurlijke hoeken. Wankelend had ze een paar stappen terug gedaan. Het zou het einde van haar leven zijn geweest. Alles kapot en voorbij.

Met dezelfde wankeling deinsde ze terug in de keuken van jeugdboerderij Toost Endt, toen de onuitgenodigde bezoeker haar in haar ogen keek.

In Bibi’s hoofd vuurde een bliksemschicht. Eerst de voorontlading: haar registratie wie de man was die in het kielzog van haar echtgenoot de keuken van de jeugdboerderij was binnengestapt. Daarna de zogenoemde vangontlading: het besef dat dit degene was met wie ze krap zeven uur daarvoor nog amoureuze tekstberichten had gewisseld, in het donker, liggend in een stapelbed onder Kick. Silvijn. Silvijn was hier. Silvijn was de veiligheid van haar gezin en vrienden binnengewandeld. Silvijn, die haar de nacht ervoor had voorgesteld naar Vlieland te komen. Silvijn, die haar almaar verliefde whatsapps stuurde. ‘Ik denk zooooo veel aan jou, aan je gezicht, hoe mooi je bent. Soms sluit ik mijn ogen en denk ik zo hevig aan je, dat het is of we samen zijn. Alles dat ik zie en meemaak doet me aan jou denken.’

En toen de bliksemstraal zelf, in alle heftigheid: die ene seconde van pure paniek, dat ene moment van ontreddering, die kortsluiting tussen verschillende neurale landingscentra. Dit is het einde. Alles is kapot en voorbij.

Kick zei tegen Bibi: ‘Hier, ik heb een patiënt van je meegenomen. Oh sorry, een cliënt.’

Na zijn derde yogales had Silvijn Bibi een whatsapp gestuurd om haar te bedanken voor haar begeleiding bij de zonnegroet en de eenbenige berg. Bibi was niet erg verbaasd over zijn toenaderingspoging. Tijdens de lessen hadden zij elkaar een paar keer indringend aangekeken, of liever gezegd: zij hem. Overgave begint altijd met één blik. Twee ogen zijn genoeg om de wereld in vlam te zetten. En hoewel mannen denken dat zij degenen zijn die de eerste stappen zetten, zijn het vrouwen die hen daartoe uitnodigen. Vrouwen maken hierbij gebruik van een onbewuste, maar daarom niet minder geraffineerde oogopslag.

Deze gezichtsuitdrukking is oeroud. In de luttele seconden dat de blik duurt, wordt bij mannen in een primitief deel van hun hersens een toenaderingsreactie ontlokt. Arabieren zeggen dat de kracht van twee vrouwenogen sterker is dan de klauw van een leeuw (en geen boerka die daar iets tegen doet). Silvijn stuurde Bibi, nog geen kwartier na de les, de zin: ‘Je bent een knappe, grappige, slimme, wijze en bijzondere vrouw-met-een-verhaal.’

Bibi had teruggestuurd: ‘Met een verhaal?’

Silvijn: ‘Met diepgang.’

‘Nee, geen verhaal’, antwoordde ze, en om niet al te bot over te komen, voegde ze er een smiley aan toe.

Meteen kwam Silvijns antwoord: ‘Jawel.’

Bibi typte: ‘Dat was vroeger mijn frustratie: blond, vrolijk en dus oppervlakkig. De diepgang van een bierviltje.’

Silvijn: ‘Nee!’

Direct gevolgd door: ‘Integendeel.’

‘Leuk om mee lachen, verder niks. Zo dachten ze altijd’, schreef Bibi.

Silvijn antwoordde: ‘Leuk om mee te lachen.’

En na een korte pauze: ‘Verder alles.’

Verder alles. Met dat ene zinnetje had hij haar voor zich gewonnen. Zoals mannen zich laten sturen door blikken, doen vrouwen dat door woorden.

Om de paar weken komt de evolutiebiologie met een nieuwe theorie over het grote volume van het menselijk brein. Er moet een oorzaak zijn die de hersens van onze voorouders zo enorm deed groeien. Was het omdat we stenen en pijlen gingen gooien naar onze prooien? Was het ons toegenomen taalvermogen? Was het omdat intelligentie seksueel aantrekkelijk werd? Was het omdat we ons voedsel gingen koken? Waren het de ingewikkelde sociale relaties in de groepen waarmee we over de savanne zwierven? Of was het – zoals sommige biologen inmiddels denken – vanwege de noodzakelijke paarvorming van onze soort en de bijbehorende schier onmogelijke monogame doctrine?

Nu was dit op dat moment in die keuken – waar Bibi stond met zowel haar man als haar minnaar – geen vraag die ze zichzelf stelde, want ze had andere dingen aan haar hoofd. Bijvoorbeeld de vraag hoe het kon dat Silvijn al op het eiland was. Wat Kick wist van haar affaire. Hoe Kick en Silvijn elkaar kenden. Wat Silvijn bezielde haar hier op te zoeken. Wat voor spel hij speelde. Wat hij van haar wilde. En de vraag wat zij van hem wilde.

Wat er aan vooraf ging
De Vijf is een groep van vijf vrouwen die elkaar al een jaar of negentien kent en jarenlang in een studentenhuis woonde (‘de Joris van Spilbergen’). De vrouwen willen gezamenlijk Oud en Nieuw vieren op Vlieland, in het bijzijn van mannen en kinderen. Omdat het hotel is overboekt, wijkt het gezelschap uit naar een verlaten jeugdboerderij.

Na een korte nacht – waarin Bibi onder de dekens tekstberichten heeft uitgewisseld met haar geheime minnaar Silvijn en haar man Kick naar een aanpalende ruimte is geslopen, gevolgd door iemand anders van het gezelschap – is Kick veel te vroeg opgestaan, voor een ochtendwandeling over het eiland. Tijdens deze wandeling kwam hij een nog onbekende man tegen, die hij meenam naar de jeugdboerderij.

Personogram
Er zijn vier gezinnen mee en een alleenstaande moeder met kinderen. Spil zijn Bibi Roskam (yogalerares en uitvaartverzorgster) & Kick Groen (platenbons). Kicks vader wordt Opa Kick genoemd. Cameravrouw Frederique Severijn heeft al jaren de geheimen van haar vriendinnen verzameld. Ze is getrouwd met tv-maker en practicle joker Pim Staal. Sanne Moens is persrechter en getrouwd met Bram Laprice, redacteur bij Libelle. Klaasje Binninga is ambtenaar, getrouwd met Korneel Petersen, duikinstructeur bij de brandweer. Rosalie van Lokeren is een gescheiden puzzelontwerpster.

Plotwenken
Op de poll kwamen enkele plotwenken van meelezers. Sylvia Nobis schreef: ‘Als het Silvijn is, betekent het dus dat Kick hem kent, of nog erger, dat hij op de hoogte is van de affaire. Explosieve toestand. Bibi, eat your heart out…’

Taco Hiemstra vond Opa Kick een betere optie: ‘Hij verdient een grotere rol en nu de rest van het gezelschap weg is, kan Opa Kick zorgen voor een onverwachte wending.’

Etienne Stekelenburg was het hier niet mee eens: ‘Opa Kick moet wel een heel goeie reden hebben om onaangekondigd het eiland op te komen. Het lijkt mij logischer dat de onbekende minnaar van Bibi Kick tegen het lijf loopt.’

Elly Claasen reageerde hierop: ‘(Dat) ligt te veel voor de hand, is niet zo verrassend dus. De ex van Rosalie komt natuurlijk niet onverwacht uit Nieuw-Zeeland op Vlieland aanwaaien; daarom ga ik voor opa Kick.’

Steven De Froy had een nog leuker voorstel: ‘Toch de minnaar van Bibi, waar Kick ook een affaire mee blijkt te hebben (gehad).’

1.1. Saint Valery-en-Caux
Is een gemeente in de Seine-Maritime, in het arrondissement Dieppe. Bij de ingang van de haven ligt inderdaad een hoge krijtrots met een uitkijk over het (door de Engelsen gebombardeerde) dorpje. En het is mogelijk om achter de balustrade te klimmen, zoals mijn jongste zoon ons ooit de stuipen op het lijf joeg.

1.2. Copuleerblik
In haar boek The Anatomy of Love (in het Nederlands uitgebracht onder de titel Over de liefde) schreef de Amerikaanse sociobiologe Helen E. Fisher over deze evolutionair bepaalde blik, die waarschijnlijk al gebruikt werd door onze aapse voorouders. Gedragsbiologen noemen het de ‘copuleerblik’. Na deze vrouwelijke oogopslag heeft een man drie seconden om te reageren of af te haken. Daarna is het moment voorbij.

1.3. Arabisch spreekwoord
Ik moet bekennen dat ik dit spreekwoord heb verzonnen. Dichterlijke vrijheid. Niemand die dat soort dingen ooit controleert.

Feuilleton aflevering 21: Incidentsbestrijdingsprocedure

FEUILLETON Bibi schrikt ervan als blijkt dat haar minnaar Silvijn en haar man Kick elkaar goed blijken te kennen.

Door: Ronald Giphart 18 februari 2013, 06:50

‘Wat doe jij nou hier?’ Bibi probeerde het lachend tegen Silvijn te zeggen, maar het klonk als een verwijt. Verdomme, wat deed hij hier? Er trok een koortsige gloed door haar lichaam, terwijl een innerlijk crisisteam bij elkaar werd geroepen om de ontstane situatie te analyseren.

De vier andere vrouwen peilden op hun beurt ook de lange man die de keuken was binnengestapt. Hij droeg een mooie blauwe schippersjas met een enorme beige kasjmier sjaal om zijn hals. Broek met strakke pijpen. Leren handschoenen. Bordeelsluipers.

Bibi kende haar vriendinnen lang genoeg om te weten dat ze – direct – een oordeel over hem klaar hadden. Voor Klaasje was Silvijn te zelfbewust. Dat zou ze hebben geconcludeerd uit de gemaakt-nonchalante manier waarop hij zijn sjaal had omgeslagen. Mannen hoorden volgens Klaasje niet langer dan twaalf seconden per dag aan hun uiterlijk te besteden en ze moesten zeker geen moeite doen kekke lappen zo achteloos mogelijk om hun nek te draperen. Sanne vond Silvijn knap, maar een beetje een doetje. Frederique viel wel op doetjes en Rosalie zou hem ongegeneerd een lekkere vent hebben genoemd als de vrouwen hem in een café hadden besproken.

Ook Bibi vond Silvijn aantrekkelijk, maar anders dan toen ze hem voor de eerste keer zag. Dat was bij de begrafenis van zijn vrouw, een paar jaar geleden, toen Bibi moest assisteren bij de ceremonie. Silvijn droeg bij die gelegenheid een strak zwart pak, een wit overhemd en een dunne zwarte stropdas. Hoewel hij oogde als mister cool, had hij zich in het bijzijn van zijn familie en vrienden niet in bedwang. Tijdens zijn praatje schoot hij meerdere malen vol op de momenten dat hij zijn echtgenote rechtstreeks toesprak. Hij noemde haar naam – Nathalie – en richtte zich tot de kist met haar mooie foto erop. Over de studentenkamer waar ze had gewoond, de plannen die ze hadden gemaakt, hun beloften aan elkaar, kinderen die waren bedacht maar niet verwekt, hoe hun levens meer en meer waren vervlochten.

Bibi had het idee dat ze Nathalie kende. Het was een vrouw zoals zijzelf, die om het leven was gekomen door een verkeerde manoeuvre van een tegenligger bij een oprit naar de A27 – de snelweg waarover Bibi die middag naar de begraafplaats was gereden.

Halverwege zijn speech werd Silvijn, overmand door wat hij zijn vrouw nog wilde zeggen, ondersteund door zijn broer en haar zus. Staande aan een zijkant van de rouwaula keek Bibi toe. Silvijn maakte diepe indruk, niet alleen vanwege zijn voorkomen, maar vooral door zijn overgave aan zijn verdriet, de ontreddering waarmee hij afscheid van zijn geliefde nam.

Vragen die Bibi zichzelf de dagen daarna stelde. Zou Kick ook zo bij haar graf staan? En hoe kon het dat ze een man in de peilloze diepte van zijn verdriet fascinerend en aantrekkelijk vond? Zo aantrekkelijk dat ze in de weken daarna heimelijk aan hem dacht, ’s ochtends als Kick naar zijn werk was, liggend in bed.

Toen ze Silvijn twee maanden geleden – was het toeval of voorbestemming? – weer tegenkwam bij het intakegesprek van haar yogacursus, vond ze hem nog steeds knap en fascinerend. Hij zei eerlijk dat hij van vrienden had gehoord dat yoga een leuke-vrouwenmagneet was.

Een paar weken daarna nam Bibi Silvijn en de rest van haar klas mee op een trip langs verschillende asana’s, lichaamshoudingen. Via de omhoogkijkende hond hadden ze de zittende tang gedaan, de zijwaartse kraanvogel, de uitgestrekte berg, de vierbenige staf en nog tientallen andere posities. Bibi had haar les zoals altijd beëindigd met een savasana, die ze in aanwezigheid van Silvijn niet noemde bij de Nederlandse naam, want het woord ‘lijkhouding’ leek haar toch te confronterend.

Na afloop bleef Silvijn hangen in de kleedruimte van Bibi’s studio. Toen de andere cursisten waren vertrokken, nodigde hij haar uit iets met hem te drinken in een café. Kick was op dat moment in Amerika, en Bibi’s moeder zou blijven slapen om op de kinderen te passen. Er was alle tijd.

Silvijn nam haar mee naar een haar onbekende kroeg. Natuurlijk spraken ze over Nathalie, over hoe Silvijn was omgegaan met zijn verlies, hoe moeilijk het was geweest weer sleur in het leven te vinden. Bij het tweede glas wijn vroeg Bibi, met goed getimede branie, of er al nieuwe vrouwen in zijn leven waren. Hij vertelde dat hij weleens iemand zag, maar niemand vast.

‘Het is niet iets dat ik snel aan mensen vertel’, vertelde hij, bij het vierde glas. ‘Hoe snel het me na de dood van Nathalie overkwam.’

‘Wat?’ vroeg Bibi.

‘Aandacht.’

Ze keek hem aan.

‘Seks.’

Bibi knikte.

‘Dat had ik vooraf nooit kunnen vermoeden: hoeveel troost het gaf met onbekende vrouwen naar bed te gaan. En ik moet bekennen dat ik me daar helemaal niet schuldig over voelde. Het deed me echt goed. Voelde als balsem.’

Toen Bibi bleef zwijgen, zei hij: ‘Kijk je nu op me neer? Choqueer ik je?’

Ze schudde haar hoofd. Een half uur later nam hij haar mee naar zijn nieuwe appartement, waar ze hem een halve nacht lang balsemde met een achtledige groet, een achterwaartse plank, een opwaartse boog, een koningsduif en een tafel met vier poten. Ook deze keer eindigde ze met een savasana, dicht tegen hem aan.

Terug in de keuken vertelde Silvijn dat hij Kick was tegengekomen in het dorp.

‘We kennen elkaar al jaren’, zei Kick.

‘O?’, zei Bibi, die haar best deed niet te verbaasd te kijken.

‘Van het uitgaansleven’, zei Silvijn.

‘Het uitgaansleven?’

Ze probeerde zich voor te stellen wat dat betekende. Waren zij elkaar weleens tegengekomen in de kroeg en was hun band zo sterk geworden dat ze op vakantie in Vlieland bij elkaar gingen buurten? Hoorde Silvijn bij de vriendenclub die bandjes bezocht? En belangrijker: had Silvijn al die tijd geweten dat Kick haar man was?

‘En we zijn elkaar ook nog wel eens toevallig in Barcelona tegengekomen’, herinnerde Silvijn zich. Deze opmerking verbaasde haar nog meer. Bibi kon zich niet precies voor de geest halen wanneer Kick voor zijn werk naar Barcelona was geweest, maar dat was zeker voor de dood van Nathalie. Kick kende Silvijn dus langer dan zij. Toen deze wetenschap tot haar doordrong, ging haar innerlijke crisiscentrum over tot wat in ambtelijk jargon een gecoördineerde incidentsbestrijdingsprocedure wordt genoemd. Moest de plotselinge aanwezigheid van de man met wie ze vreemdging worden opgeschaald van ‘calamiteit’ naar ‘catastrofe’?

Terwijl ze hierover nadacht ging het gesprek tussen de vier vrouwen en de mannen langs haar heen. Tot Frederique haar aandacht trok en riep: ‘Hoor je dat, Bibi? Deze knappe man viert vanavond Oud & Nieuw in het hotel waar wij ook zitten.’

Silvijn beaamde wat Freek zei.

‘We gaan een enorm feest bouwen, toch?’, zei hij.

Bibi deed een stap terug en keek met ingehouden verbijstering van Frederique naar Silvijn, naar zijn lach, de blik in zijn ogen, de grijns op zijn gezicht, de manier waarop hij zijn ogen samenkneep, die aanstellerige kasjmier sjaal van hem. Wat bezielde hem om hier in deze keuken te staan?

En hoe verbazingwekkend was het dat al haar gevoel voor deze man, haar minnaar, stante pede leek verdwenen? In nog geen seconde was dat gebeurd. Wat ze ook de afgelopen weken voor Silvijn had gekoesterd: in één vingerknip was het voorbij. Direct vond ze hem afstotelijk, hoe knap hij ook mocht zijn.

Wat eraan vooraf ging
De Vijf is een groep van vijf vrouwen die elkaar al negentien jaar kent en jarenlang in een studentenhuis woonde (‘de Joris van Spilbergen’). De vrouwen willen gezamenlijk Oud en Nieuw vieren op Vlieland, in het bijzijn van mannen en kinderen. Omdat het hotel is overboekt, wijkt het gezelschap uit naar een verlaten jeugdboerderij. Na een korte nacht – waarin Bibi onder de dekens tekstberichten heeft uitgewisseld met haar geheime minnaar Silvijn en haar man Kick naar een aanpalende ruimte is geslopen, gevolgd door iemand anders van het gezelschap – is Kick veel te vroeg opgestaan, voor een ochtendwandeling over het eiland. Tijdens deze wandeling komt hij Silvijn tegen op het eiland. Hij neemt hem – tot verbijstering van Bibi – mee naar de jeugdboerderij.

Personogram
Er zijn vier gezinnen mee en een alleenstaande moeder met kinderen. Spil zijn Bibi Roskam (yogalerares en uitvaartverzorgster) & Kick Groen (platenbons). Kicks vader wordt Opa Kick genoemd. Cameravrouw Frederique Severijn heeft de geheimen van haar vriendinnen verzameld. Ze is getrouwd met tv-maker en practical joker Pim Staal. Sanne Moens is persrechter en getrouwd met Bram Laprice, redacteur bij Libelle. Klaasje Binninga is ambtenaar, getrouwd met Korneel Petersen, duikinstructeur bij de brandweer. Rosalie van Lokeren is een gescheiden puzzelontwerpster.

1.1.1 Metafoor
Bij wijze van experiment vroeg ik meelezers mee te denken over mijn zoektocht naar een geschikte liefdesmetafoor (een vraagstuk dat me op dat moment al een minuut of tien bezighield). Ik wilde van twee geliefden zeggen dat hun levens in elkaar pasten als… tja… een vlecht. Of zo. Maar dan mooier, scherper, beter. Hoe passen levens in elkaar? ‘Iemand een idee?’ vroeg ik op Facebook. Er kwamen honderd reacties: mooie, grappige, diepzinnige, actuele en gezochte (allen na te lezen). Josine Sibum Siberius tipte een toepasselijke internetsite: thingsfittingperfectlyintothings.tumblr.com.

1.1.2. Schrappen
Een veel geciteerde schrijfwet (‘less is more’) stelt dat schrijven schrappen is. Als schrijvers dat consequent zouden doorvoeren zou er natuurlijk geen tekst meer overblijven, maar er zit een grond van waarheid in de wet. Zoekend naar bovengenoemde metafoor besloot ik een halve alinea te schrappen, waardoor ook die passage sneuvelde.

1.2 Yoga
Op internet is erg veel over yoga te vinden. Er staan veel yogacursussen online en vooral veel lichaamshoudingen worden fraai beschreven. Voor mij onbekende in die wereld een mer à boire van Gefundenes Fressen. Een halve werkdag lang heb ik me verlustigd aan uitdrukkingen als de zittende twist, de opwaartse hond, de adelaar, de halve kikker, de omgekeerde boot.

volkskrant.nl/feuilleton;
facebook.com/VolkskrantFeuilleton

Feuilleton, aflevering 22: De tien gouden regels van ontrouw

Voor Bibi is de affaire met Silvijn eigenlijk al passé maar haar vriendinnen willen nu alles weten.

Door: Ronald Giphart 25 februari 2013, 08:15

Er kwam geen huifkar om de koffers en de rest van het gezelschap op te halen, maar een petieterige bestelwagen met het logo van Strandresidence Duynstaete. Kick en Silvijn konden met de bagage meerijden, de vijf vrouwen moesten te voet terug naar het hotel. Voor Bibi een opluchting, omdat ze daarmee tijdelijk was verlost van het Silvijn-probleem. Weg met die man. Ze had er nu al spijt van hem ooit als yogacursist te hebben aangenomen.

Toen de vrouwen even later door het verder doodstille besneeuwde duinlandschap kuierden, ging hun gesprek – helaas voor Bibi – toch over de vreemdeling die zojuist in de keuken van de jeugdboerderij had gestaan, met zijn natte bordeelschuivers. Hoe bijzonder was het dat Kick een cliënt van Bibi kende en hem had meegenomen?

‘Was het mijn indruk of heb je eigenlijk nogal een hekel aan hem?’, zei Rosalie tegen Bibi.

Bibi keek naar haar op.

‘Was het mijn indruk of vond je hem eigenlijk nogal leuk?’, zei Sanne.
‘Heb, ja,’ zei Bibi tegen Rosalie, en tegen Sanne: ‘Vond, ja.’
Deze woorden bleven hangen boven de sneeuw, tot Klaartje vroeg: ‘Hoezo vond? Was je verliefd op hem?’

Ze zei het lachend, want het was een vraag die in feite te direct was voor hoe de groep de laatste jaren met elkaar omging. Volgens wetenschappers heeft meer dan vijftig procent van onze gedragingen en gedachten op een of andere manier te maken met onze – al dan niet gesublimeerde – geslachtsdrift. Wellicht dat dit verklaart waarom het thema door de eeuwen heen zo fascineert.

Ontrouw was een onderwerp dat bij De Vijf regelmatig ter sprake kwam, maar de gesprekken gingen vrijwel uitsluitend over de escapades van anderen, mensen buiten de groep, collega’s, familieleden, buren, beroemdheden. Er waren de afgelopen jaren geen bijeenkomsten geweest waar ze niet hadden gepraat over kennissen die al jarenlang geheime relaties hadden, collega’s die zich in een vergaderhokken lieten grijpen door hun bazen, buurvrouwen die dronken op familiefeesten met zwagers hadden getongd, verliefde moeders op het schoolplein die niet weg wilden gaan bij hun mannen vanwege huizen, kinderen en weemoed.

Vaak kwam het onderwerp ook in algemenere termen voorbij. Een op de tien mensen zou niet het kind zijn van de man die zij hun vader noemen. De helft van alle mensen zou eens of meerdere keren zijn vreemdgegaan, vrouwen minstens net zo vaak als mannen. Maar hun eigen eventuele misstappen en heimelijke verlangens werden in de regel niet en groupe besproken. Althans, niet de afgelopen jaren.
Ooit (op een avond die al diep was weggezakt in het moeras van hun collectieve geheugen) (lang geleden) (de eerste kinderen waren net geboren) hadden Bibi, Klaasje en Frederique elkaar in een eetcafé ontboezemingen gedaan over fantasieën en – schaarse – verboden momenten met vreemd volk. Ze waren met z’n drieën geweest, een samenstelling die klein genoeg was om eerlijk tegenover elkaar te zijn en veilig genoeg om elkaar niet openlijk te veroordelen.

Openhartigheid
Later waren Klaartje en Sanne ook aangeschoven en toevallig hadden zij over hetzelfde onderwerp gepraat, met eenzelfde openhartigheid. Het was er de avond naar: ze bespraken in het diepste vertrouwen de ondenkbare gevallen dat ze in een onbekend bed zouden belanden of zichzelf zouden terugvinden in een steeg met een man wiens voornaam ze hoopten te vergeten.

Ze moesten het namelijk nooit doen, was de overheersende gedachte, nooit nooit doen, nooit nooit nooit doen, en omdat ze het nooit nooit nooit nooit deden, was het ook niet verschrikkelijk erg als het dan per ongeluk toch een keer gebeurde. Mits ze hun grote mond erover hielden.

Hun stelregel was altijd een uitspraak van Helmut Lotti geweest ‘dat ge vreemdgaan zo geheim moest houden dat ge het bij wijze van spreken nie eens zelf wist’. Altijd ontkennen, aan niemand vertellen, niet aan bekenden, zeker niet aan vriendinnen, en zeker zeker niet aan partners. Bekennen veroorzaakte alleen maar ellende, ontkennen was een teken van liefde voor die ene man, die ene felbezuchte vurigbegeerde ebenbürtige, die gelijkhartige, die bijna alles bood wat nodig was, en andersom.

Deze al lang weer vergeten avond discussieerden de zusters-in-zonde over voorschriften in onbespreekbare gevallen. Het allerbelangrijkste: er is er maar één van wie oprecht wordt gehouden. De relatie is het enige wat telt, al het andere is onbeduidende spelerij (‘een geweldig niets’ zoals de moeder van Bibi het ooit noemde).

Tien Gouden Regels
Hoewel Bibi het later zou hebben ontkend, was zij degene die tijdens die nacht in dat café op een velletje ‘Tien Gouden Regels Van Ontrouw’ noteerde, mede gevoed door de ervaringen en wijsheid van de anderen.

Regel 1. Het gaat om gefrunnik in de marge en stelt dus in principe niets voor. Seks heeft met opspelende lust te maken, maar zodra dit gevoel omslaat in verliefdheid moet ‘de handrem er direct op’ (ook dit was een uitdrukking van Bibi’s moeder, maar dat vertelde Bibi er niet bij).

Regel 2. Een flirt mag maar een paar keer worden geconsumeerd, met minimaal enkele weken tussen de ontmoetingen.

Regel 3. Met zo min mogelijk mensen over de misstap praten en er al helemaal niet over opscheppen tegen vriendinnen.

Regel 4. Altijd ‘op de waarheid’ gaan zitten en zo min mogelijk liegen.

Regel 5. Voorkom fysieke herinneringen: geen schrammen, geen zuigzoenen, geen strepen. Verwijder haren.

Regel 6. Doe het veilig.

Regel 7. Mijd vreemde geuren. Neem eigen douchegel mee.

Regel 8. Wis alle digitale bewijzen: sms’jes, bel-geschiedenissen en mails.

Regel 9. Vermijd bij terugkomst al te grote stemmingswisselingen: wees niet te uitbundig, te somber, te zwijgend of te praatgraag.

Regel 10. Vertrouw de ander zoals we onszelf vertrouwen. Kom nooit in de verleiding te vertellen van dwaasheden. Wat het ook was: het stelde niets voor en het is voorbij. Opbiechten maakt de dingen alleen maar onherstelbaar kapot.

Wat er met het lijstje regels van die avond gebeurde, is weggezakt in de tijd. Waarschijnlijk is het papiertje verfrommeld achtergebleven in het eetcafé of misschien heeft Bibi het op een later moment weggegooid toen ze het in haar jaszak was tegengekomen. Zonder dat ze dat van elkaar wisten of het elkaar vertelden, hebben alle leden van De Vijf in de loop der jaren zo’n beetje alle regels geschonden.

‘Was je verlíefd op hem? Heb je wat met hem gehad?’ vroeg Klaartje nogmaals, waarop Bibi geïrriteerd een bevestigend grommend geluid maakte.

‘Jezus! Je hebt dus echt iets met hem gehad?’ zei nu ook Sanne, die haar zin hard begon en zachtjes eindigde, alsof er iemand in het bos hun gesprek zou kunnen afluisteren.

‘Ga je het aan Kick vertellen?’ vroeg Frederique, terwijl Rosalie tegelijkertijd zei: ‘Voel je je niet schuldig?’
‘Schuldig?’
‘Nou ja…’
‘Schuldig? Godsamme, het is niet zo dat ik mensen heb aangegeven bij de SS of oude vrouwtjes van hun spaargeld heb beroofd: ik heb even iets gehad met een andere man. Big deal. Duurde alles bij elkaar opgeteld tweeënhalf uur van mijn leven. De wereld is er niet slechter op geworden. Waarom zou ik dat vertellen aan Kick als dat alles in mijn leven op z’n kop zal zetten?’

‘Maar waarom heb je het dan überhaupt gedaan?’ zei Rosalie.
‘Waarom jij dat soort dingen ook überhaupt hebt gedaan, Rosalie. Ik dacht er niet over na. Het gebeurde. Ik was gevleid door de aandacht. Ik voelde me gewild. Het was een uit de hand gelopen spelletje. Wéét ik veel. Het was niet zo dat ik mijn tong in zijn mond had en me ondertussen afvroeg waarom ik dat deed. Waarom hebben jullie het ooit gedaan? Ik ben toch niet de enige, of wel?’

Ook deze vraag bleef hangen boven de sneeuw.

Wat eraan vooraf ging
De Vijf is een groep van vijf vrouwen die elkaar al kent sinds de studietijd. Ze willen gezamenlijk Oud en Nieuw vieren op Vlieland, met mannen en kinderen. Omdat het hotel is overboekt, wijkt het gezelschap uit naar een verlaten jeugdboerderij, waar Bibi onder de dekens tekstberichten heeft uitgewisseld met haar geheime minnaar Silvijn. De volgende ochtend komt Bibi’s man Kick tijdens een ochtendwandeling diezelfde Silvijn tegen in het dorp. Hij neemt hem mee naar de jeugdboerderij, waar Bibi in één klap al haar gevoel voor haar minnaar verliest. Wat doet hij in godsnaam op het eiland?

Personogram
Er zijn vier gezinnen mee en een alleenstaande moeder met kinderen. Spil zijn Bibi Roskam (yogalerares en uitvaartverzorgster) & Kick Groen (platenbons). Kicks vader wordt Opa Kick genoemd. Cameravrouw Frederique Severijn heeft al jaren de geheimen van haar vriendinnen verzameld. Ze is getrouwd met tv-maker en practical joker Pim Staal. Sanne Moens is persrechter en getrouwd met Bram Laprice, redacteur bij Libelle. Klaasje Binninga is ambtenaar, getrouwd met Korneel Petersen, duik-instructeur bij de brandweer. Rosalie van Lokeren is een gescheiden puzzel- ontwerpster.

1.1. Ontrouw
Op 2 oktober jongstleden stelde ik de meelezers op Facebook de algemene vraag of vreemdgaan een onderwerp was dat vijf bevriende vrouwen van een jaar of 38 à 40 en groupe zouden bespreken. De vele reacties spraken elkaar diametraal tegen. Klaske de Haan zei dat vrouwen het niet in groepsverband vertellen, maar eerder aan één vriendin uit de groep. Die staat volgens Marjolijn van Kooten hoger in de ‘vertrouwelijkheidshiërarchie’. Het gaat juist precies andersom, vond Miriam Piters. Tenzij, volgens Anke Millenaar, de vrouwen ook bevriend waren met de mannen, in verband met loyaliteitsconflicten.
Volgens Anne-Marieke Staal wordt alleen ‘de theorie (of fantasie) over wat je zou doen als’ in de groep besproken, de praktijk niet. Volgens Petra Teeuwen zijn de meeste vrouwen bang voor ‘be- en veroordelingen’ en houden ze dus publiekelijk hun mond. Behalve als het, volgens Yvonne van Oers en Patricia Jimmink, over ‘verjaarde acties’ uit het verleden gaat. Een vrouw schreef anoniem: ‘Echt wel, de vrouwen waarmee ik omga wel. Wij kennen elkaars ins en outs. Weten van elkaars minnaar en als we écht goed met elkaar zijn, delen wij nog wel eens elkaars man.’

1.2 Gouden regels
Een paar jaar geleden kwam ik op een sociale verplichting wat oude schoolvrienden tegen. We waren vijfentwintig jaar rijper, wijzer en sadder. Na een tijdje riep de enige vrouw van deze onverwachte reünie brutaal: ‘En, mannen? Gaat er nog wel eens iemand vreemd?’ Hierop werd voorzichtig gestotterd, waarna de vrouw ‘de tien gouden regels van het vreemdgaan’ opdreunde. Ik vroeg of zij die zelf had opgesteld, maar het bleek te gaan om een lijstje dat circuleerde onder haar vriendinnen (‘iedereen kent ze, maar niemand heeft ze bedacht’). Ze beloofde me de regels te sturen, maar dat heeft ze nooit gedaan.

Paradox
In de aflevering van vorige week stond de passage: ‘hoe moeilijk het was geweest weer sleur in het leven te vinden’. Op Facebook vroeg Elly Claasen zich af of dat niet ‘kleur’ moest zijn?: ‘Ik wist niet dat het vinden van sleur een streven kon zijn. Dat is een voorbeeld ven een paradox, een schijnbare tegenstelling. Sleur staat voor ‘gewone dingen’. Na de dood van een geliefde kan het lang duren voor iemand het leven weer als een sleur ervaart. Het lijkt negatief, sleur, maar het werd in deze passage positief bedoeld.

twitter.com/vfeuilleton
volkskrant.nl/feuilleton;
facebook.com/VolkskrantFeuilleton

Feuilleton, aflevering 23: Remedies tegen liefde

In de overdadig nautisch ingerichte eetzaal ontdekt Bibi dat haar minnaar Silvijn inderdaad in het hotel is.

Door: Ronald Giphart 4 maart 2013, 09:17

Bibi kwam als laatste de uitpuilende eetruimte van Strandresidence Duynstaete binnen. Ze keek uit over de zaal, die meer dan een half voetbalveld besloeg. De andere vrouwen zochten in de menigte naar de rest van hun gezelschap, Bibi wist niet waarnaar ze zocht.
‘Ik word hier een beetje zeeziek’, zei ze.

De binnenhuisarchitect van het hotel was maniakaal losgegaan op het thema ‘burleske nautiek’. Aan het plafond hing een grote omgekeerde boot, naast visnetten en katrollen. Overal waren fleurige houten vissen bevestigd. In een hoek van de zaal was een muziekpodium neergezet met een reddingsboei in een glazen stulp, twee grote strandstoelen en een roestig anker met lichtjes eromheen. In een andere hoek was van juthout een kajuit annex bar gebouwd. Er hing een groot ingelijst bord met een zeemansspreuk: ‘Krimpende wind en uithuizige vrouwen zijn niet te vertrouwen.’

In het midden van de eetzaal stond een immens ontbijtbuffet, dat al half geplunderd was op het moment dat De Vijf het restaurant betrad. Gasten verdrongen zich voor de tafels met troggen vleeswaren, kazen en eieren. Op een oude viskar met huif lagen broden en taarten. Sap en melk kon worden getapt uit rode vuurtorens.

Nieuwe vrienden
Bibi’s zucht na haar blik op dit interieur klonk als een scheepshoorn.
Toen de vrouwen in een hoek bij het raam de mannen en kinderen ontwaarden, liepen ze in optocht langs de lange tafels van andere groepen. Zich omdraaiend naar Bibi zei Rosalie zacht: ‘Dus dit zijn de families die vanavond ook Oud & Nieuw vieren? Onze nieuwe vrienden. Wist jij dat we met zoveel zouden zijn?’

Bibi zei: ‘Kunnen we nog terug? Zullen we dit scheepvaartmuseum achter ons laten? Stiekem het veer naar Harlingen nemen?’

Op dat moment zag Bibi Silvijn, ze keek hem recht in zijn ogen. Hij zat aan een tafeltje met mensen die ze niet kende. Het was dus waar: hij was echt in het hotel. Zijn grapje ‘dat ze een enorm feest gingen bouwen’ bleek geen grapje. Met een afgemeten glimlach gaf Silvijn haar een kleine maar veelbetekenende hoofdknik.

Het moest stoppen. Vijf minuten later zag Bibi, zittend aan de lange tafel van haar gezelschap, toe hoe haar vriendinnen zich met hongerige verbetenheid mengden in de meute voor de voedertafels. Zelf had ze geen trek, in de wetenschap dat de man die ze tot vannacht haar minnaar noemde daadwerkelijk in hetzelfde hotel als zij sliep. Het moest echt stoppen.

De kinderen van de groep waren inmiddels uitgeweken naar de jeugdhoek, waar ze speelden met een authentiek stuurwiel, een scheepskompas en twee gebogen metalen dekschoorstenen. De vaders hadden bij hun vrouwen vriendelijk geïnformeerd hoe het ging, om daarna hun discussie over een door hen onlangs bezocht herriebandje voort te zetten.

Bibi keek met een schuin oog naar Kick en de opgewonden manier waarop hij zijn argumenten kracht bijzette. Hij leek op geen enkele manier wantrouwend of ontzet.

Het moest stoppen
Ze dacht aan het knikje van Silvijn en rilde van zijn aanwezigheid in haar territorium. Het moest stoppen. Het moest stoppen. Vandaag zou ze een moment zoeken om hem kort en duidelijk te vertellen dat hun omgang voorbij was en dat hij haar verder met rust moest laten. Wat hem naar Vlieland had gebracht interesseerde haar niet (of misschien een beetje). Wat haar stak was dat Silvijn haar voor het blok had gezet door haar niets te vertellen of vragen. Ze vond het geen ‘romantisch idee’ dat hij er was. Hij had moedwillig haar huwelijk in gevaar gebracht en dat nam ze hem kwalijk. Het moest stoppen.

Een paar jaar na de geboorte van Christus legde Ovidius in zijn leerdicht Ars Amatoria (‘De kunst van de liefde’) uit hoe mensen elkaar konden verleiden en veroveren. Verliefd worden en blijven is een moeilijke opgave, elkaar verlaten en liefde kwijtraken is zo mogelijk nog zwaarder. Daarover schreef Ovidius zijn al even frivole Remedia Amoris (‘Remedies tegen de liefde’), met vermakelijke wenken hoe mensen van hun hartstocht af kunnen komen.

Hoewel Bibi de werken van Ovidius nooit had gelezen, bedacht ze veel van de remedies die hij aandroeg tegen ongelukkige liefde zelf. Haar besluit kort en krachtig afscheid te nemen kwam, zonder dat ze dat wist, rechtstreeks uit Ovidius’ vers. Een van zijn andere tips was ‘blijf nuchter en kalm’, een voornemen dat Bibi zich ook inprentte. Wat er mocht gebeuren deze vakantie; ze zou een ijzige rust in acht nemen. De jaren dat ze met Kick was, wilde ze niet in de waagschaal leggen voor een man die ze amper twee maanden zag.

Strategie
Nog een strategie – tweeduizend jaar geleden al door Ovidius opgeschreven – was om de slechte kanten van haar voormalige beminde te benadrukken. In snel tempo zocht Bibi naar momenten dat Silvijn in haar bijzijn iets had gedaan of gelaten dat haar verbazing of irritatie had gewekt. Ze wilde deze ergernissen cultiveren en laten samensmelten tot haar gevoel voor hem was omgeslagen in pure afkeer.

Dat hij niet aardig sprak over andere mensen. Dat hij weinig vertelde over zijn overleden vrouw. Dat hij nog minder kwijt wilde over de amoureuze escapades die hij tussen Nathalie’s dood en zijn verliefdheid op Bibi had gehad. Dat hij grillig was in zijn meningen en voorkeuren. Dat hij geen moment geïnteresseerd was in haar kinderen (waar ze eigenlijk niet mee zat, maar in de opsomming van zijn slechte kanten kwam het goed van pas). Dat hij twee keer niet was klaargekomen (waar ze eigenlijk wel mee zat, al zei ze tegen hem van niet). Dat hij deed of hij geïnteresseerd was in yoga, maar dat alleen maar voorwendde om haar liefde te winnen.

Ongemerkt dacht ze – zoekend naar zijn mindere kanten – toch ook aan zijn verleidelijke eigenschappen, de dingen waarom haar beginnende verliefdheid had opgespeeld. Gelukkig was daar ook een remedie tegen. ‘Buig de goede kwaliteiten van je geliefde om tot slechte’ had Ovidius geadviseerd, een overlevingsmechanisme dat Bibi zich op eigen houtje meester maakte.

Passie
Silvijn had haar uitgekozen om te overstelpen met passie, omdat ze een gebonden vrouw was en hij haar dus niet blijvend aan zich hoefde te binden. Lekker makkelijk. Wat zei dat over zijn liefde? Silvijn whatsappte haar steeds ‘dat hij haar miste’ en ‘dat hij aan haar dacht’ en ‘of ze hem miste’ en ‘of ze aan hem dacht’ – en dat dan meerdere malen achter elkaar. Welke vrouw zou zich niet laten benauwen door zoveel wurgende aandacht, die ze overigens op de momenten zelf aangenaam had gevonden (maar dat verdrong ze).

Toen Bibi toch ook maar een bescheiden ontbijtbordje bij de viswagen en de vuurtorens had gehaald, was haar gevoel voor de man die ze haar affaire noemde afdoende weggeredeneerd, dacht ze. Het was voorbij en voorgoed.

Met lichte opluchting zette ze haar tanden in een broodje, toen plotseling Silvijn bij hun lange familietafel stond.

‘Ik begreep dat jullie na het ontbijt een stuk gaan fietsen over het eiland’, zei hij tegen niemand in het algemeen. ‘Niemand van mijn kennissen heeft daar met deze sneeuw zin in, maar ik zie een tocht wel zitten. Dus…’
‘Je wilt met ons mee?’ zei Kick.
De vraag was simpel en niet te weigeren.
‘Geen probleem’, riep Pim, namens de groep.
‘Als je het tempo van onze kinderen kunt bijhouden’, zei Bram.
Hierop richtte Silvijn zich tot Bibi.
‘Dan sluit ik me gezellig bij jullie aan.’
Weer een kleine hoofdknik.
Bibi voelde zich nu daadwerkelijk zeeziek worden. Zo kalm mogelijk zuchtte ze in haar broodje, een geluid dat desalniettemin klonk als een krimpende bries over de golven. Ze wilde dat het stopte.

Wat eraan vooraf ging
De Vijf is een groep van vijf vrouwen die elkaar al kent sinds de studietijd. Ze willen gezamenlijk Oud en Nieuw vieren op Vlieland, met mannen en kinderen. Omdat het hotel is overboekt, wijkt het gezelschap uit naar een verlaten jeugdboerderij, waar Bibi onder de dekens tekstberichten heeft uitgewisseld met haar geheime minnaar Silvijn. De volgende ochtend komt Kick tijdens een ochtendwandeling diezelfde Silvijn tegen in het dorp. Hij neemt de man mee naar de jeugdboerderij, waar Bibi in één klap haar gevoel voor haar minnaar verliest. Wat doet hij in godsnaam op het eiland?

Personogram
Er zijn vier gezinnen mee en een alleenstaande moeder met kinderen. Spil zijn Bibi Roskam (yogalerares en uitvaartverzorgster) & Kick Groen (platenbons). Kicks vader wordt Opa Kick genoemd. Cameravrouw Frederique Severijn heeft al jaren de geheimen van haar vriendinnen verzameld. Ze is getrouwd met tv-maker en practical joker Pim Staal. Sanne Moens is persrechter en getrouwd met Bram Laprice, redacteur bij Libelle. Klaasje Binninga is ambtenaar, getrouwd met Korneel Petersen, duikinstructeur bij de brandweer. Rosalie van Lokeren is een gescheiden puzzelontwerpster.

1.1 Hotelinrichting
Ik verbaas mij regelmatig over de inrichting van hotels en restaurants. Daarom vroeg ik de lezers op Facebook mee te denken over typische versiersels en ornamenten om de eetzaal van een hotel als Strandresidence Duynstaete mee op te leuken. Dat was niet tegen dovemansoren gezegd: men ging los. Van koperen scheepshoorns tot gefiguurzaagde meeuwen, versleten trossen touw tot visfuiken, gebreid serviesgoed tot roestige ankers en andere zeeparafernalia, de pratende vis niet te vergeten. Vaste blogger Etienne Stekelenburg vond het alleen jammer dat de zeemeermin niet kwam langsgezwommen: ‘Zo’n foeilelijke, een van hout gesneden lekker wijf met een vissenstaart…’

1.2 Schoorsteen
Voor mijn gevoel was er een beter woord voor ‘schoorsteen op het dek van een schip’. Ik deed een #durftevragen op Twitter. Schoorsteen is wel degelijk het goede woord, al meldden @seadike en @TobiasPieffers dat men aan boord ook spreekt van funnel, de Engelse term.

1.3 Repetitio
Met stijlfiguren kan de aandacht van de lezer op bepaalde punten worden gevestigd. Een anafoor is een herhaling (repetitio) van een woord of woorden aan het begin van opeenvolgende zinnen. De herhaling van de zin ‘het moest stoppen’ is een uitgebreide repetitio.

1.4 Haak
Een vriend van mij die niet bij naam genoemd wil worden tipte me de Remedia Amoris van Ovidius, 814 verzen over hoe de kwaal van het liefdesverdriet in de kiem kan worden gesmoord. Van de voorloper van dit boek, Ars Amatoria, had ik wel gehoord, maar de Remedia zeiden me niets. Het werk sloot wonderwel aan bij de aflevering die ik al in de steigers had staan (een cadeautje van de Onvoorzienigheid). Vaak is het bij het schrijven wachten op een haak om een scène of fragment aan op te hangen.

Klaasje, Klaartje, eh
In De houdgreep (1988), de debuutroman van Joost Zwagerman, zijn twee voor het verhaal onbelangrijke jongetjes aan het begin van het boek aan het eind plotseling twee meisjes geworden. Dat was door de eindredactie geslopen, en niemand die het verder was opgevallen. In de aflevering van vorige week noemde ik het personage Klaasje per ongeluk Klaartje. Gelukkig had op Facebook meelezeres Wilma Hofman door dat dit een test was om te zien of de lezers wel opletten. Kuch.

twitter.com/vfeuilleton;
volkskrant.nl/feuilleton;
facebook.com/VolkskrantFeuilleton

Feuilleton aflevering 24: Praten

FEUILLETON Terwijl Bibi de kinderen extra dik heeft aangekleed voor een fietstocht, zoekt haar minnaar weer contact.

Door: Ronald Giphart 12 maart 2013, 07:27

Op een van de wanden in haar yoga-studio had Bibi een ansichtkaarthangen met een dichtregel van J.C. Bloem: ‘Alles is veel voor wie niet veel verwacht.’ Een voorschrift waarmee ze in het leven probeerde te staan, al lukte dat niet altijd. De hotelkamer van Bibi had een bordje family suite op de deur. Dat klonk aanmerkelijk beter dan hoe de kamer er feitelijk uitzag, vond ze. Familiesuite. Twee hokjes met een overloopje ertussen. In een hoek was een extra kinderbed geplaatst, in een andere stond een klein aanrecht met een koelkast die het niet deed.

Bibi was in de kamer met haar drie jongste kinderen (haar oudste zoon en zijn logée sliepen in een tweepersoonskamer ernaast). Hoewel het winter was, hadden de drie kinderen zich aangekleed alsof ze op zomervakantie waren. Bibi lette erop dat ze voor de fietstocht dikke truien aantrokken, winterjassen, sjaals, handschoenen en snowboots. Toen ze eindelijk klaar waren, vertrokken de kinderen uitgelaten in de richting van de lobby.

Het aankleden had Bibi zo veel moederlijke inspanning gekost dat ze een tijdje daas op de rand van haar bed naar de duintoppen aan de eilandzijde keek. Scène uit een arthousefilm: omgeven door weekendtassen zit een vrouw in een verlopen hotelkamer alleen op een bed, starend over een besneeuwd landschap. Ze hoorde alleen de geluiden van een autistische centrale verwarming en – door het dubbele glas heen – zeemeeuwen die boven een afvalcontainer van de hotelkeuken krijsten.

De kamer had een klein troosteloos balkon van beton. Bij de deurklink zag Bibi twee tekstjes: ‘In De Winter Verboden Openen’ en ‘Goed Deur Sluiten’. Prompt stond ze op van het bed om de deur van het slot te halen. Direct blies een ijsfrisse weldadige duinlucht rond haar gezicht. Ze stapte het balkon op.

In de verte, bij de hoofdingang, zag ze de kinderen van de groep bij elkaar staan. Ze hadden afgesproken alvast naar het dorp te lopen om huurfietsen uit te zoeken. Bibi volgde met haar blik haar jongste zoon, Kick jr., die een moment daarvoor bij het aantrekken van de winterkleren nog had moeten huilen, omdat zijn oudere zusjes hadden besloten dat hij in het kinderbedje bij de overloop moest slapen.

‘Ik wil bij jullie…’, had hij met gevoel voor theater gekermd, toen hij merkte dat hij de strijd ging verliezen. ‘Nu ben ik ongelukkig.’

‘Je bent helemaal niet ongelukkig’, zei zijn oudste zus. ‘Mam, Kick is toch echt niet ongelukkig?’

‘Nee hoor’, had Bibi geroepen, in een weekendtas zoekend naar handschoenen en moonboots.

‘Wééél!’, riep Kick jr. Hij had nog niet door dat hij zijn troefkaart niet te vaak moest inzetten. ‘Ik ben ongelúúúkkig!’

Vanaf het balkon zag Bibi hoe kleine Kick en de zesjarige dochter van Sanne vrolijk achter elkaar aan renden in de sneeuw, achterna gezeten door een paar oudere kinderen. Volgens Jackie Kennedy is een moeder zo gelukkig als haar ongelukkigste kind. Met geamuseerde vertedering keek Bibi toe. Haar irritaties over de uitgeleefde suite en de slordigheid van haar gezin begonnen alweer weg te ebben. Tevreden en leeg keek ze over de natuur.

Vlak voordat ze weer naar binnen wilde gaan om zichzelf om te kleden voor de fietstocht, voelde en hoorde ze haar mobiele telefoon trillen. Met een voorgevoel pakte ze haar toestel. Een whatsapp van Silvijn.

‘Alles goed met jou? Zullen we proberen elkaar zo even in private te spreken ergens? Ik mis je.’

Zuchtend keek Bibi naar de tekst. In private spreken, wat dacht hij niet? Toen ze zag dat hij nog steeds ‘online’ was, typte ze terug: ‘Jezus man, verbaasd dat je hier bent. En behoorlijk in de war. Ik denk dat het goed is om elkaar voorlopig te ontlopen, want ik vind dit veel te eng. Je hebt me aan het schrikken gemaakt met je onverwachte komst. We spreken elkaar later.’

Ze drukte op de stuurknop en wachtte tot er een leesbericht verscheen. Toen ze haar bericht teruglas, schrok ze van de directheid. Omdat ze plotseling bang was dat deze ondertoon Silvijns ongenoegen zou opwekken, stuurde ze er een smiley achteraan. Waar ze ook weer direct spijt van had.

Even bleef Silvijns status ‘online’, en toen begon hij een antwoord te typen.

Op dat moment hoorde Bibi een geluid dat ze niet kon thuisbrengen. Omdat het aanhield, stapte ze haar family suite weer binnen, waar stevig op de deur werd gebonkt.

‘Hoorde je me niet? Ik sta verdomme vijf minuten op die deur te rammen.’

Kick, die met ingehouden ergernis de kamer binnenkwam. Bibi zei dat ze buiten stond en niet door had dat hij naar binnen wilde.

‘Buiten in deze kou?’, zei hij, er verder geen aandacht aan schenkend. Hij zocht in zijn weekendtas naar zijn portemonnee en zonnebril. Bibi wilde iets zeggen, maar haar telefoon gaf weer een zoemend bliepgeluid. Ze negeerde het.

‘Kick?’, zei ze.

Een kleine zucht. Een hapering.

‘Ik wil even met je praten.’

Ze hoorde het zichzelf zeggen. Even met je praten. Dat klonk als het allerergste dat echtparen tegen elkaar kunnen zeggen. Kick en zij voerden voortdurend gesprekken als ze bij elkaar waren, ze belden elkaar sowieso een paar keer per dag, ze skypeten langdurig als hij in het buitenland zat, maar nu wilde ze nadrukkelijk met hem praten.

‘Nu?’, zei Kick, die zijn winterjas had aangetrokken en naar zijn handschoenen en muts zocht. ‘De kinderen staan op ons te wachten, we gaan alvast fietsen huren. Jij komt toch ook zo?’

‘Die Silvijn…’, begon Bibi.

Toen ze eenmaal zijn naam had uitgesproken, gebeurde er iets vreemds. Ze had niet precies geweten wat ze met Kick wilde bepraten over Silvijn, maar met het noemen van zijn naam verdween stante pede haar behoefte Kick op de hoogte te stellen van… Van wat eigenlijk? Ze had geen idee hoe ze het tegenover Kick zou moeten benoemen van wat er tussen Silvijn en haar – kortstondig – was gebeurd. Wat was er gebeurd? Er waren een paar zoenen gebeurd. Er waren een paar verliefde fluisteringen gebeurd. Wat intimiteit. Wat lichaamsdelenyoga. Alle woorden die Bibi kon bedenken, klonken te groot of juist te klein, te onbenullig of te confronterend, te eerlijk of te definitief.

‘Ja, wat een toeval om hem hier te treffen’, zei Kick, die onder een stapel kinderkleren zijn Noorse poolmuts zag liggen en deze opzette. Guitig keek hij haar aan. Een viking in een benauwde suite van twee keer drie bij drie.

‘Uit welke stad kende je hem ook alweer?’, zei Bibi.

Kick knikte ongeduldig .

‘Uit Barcelona’, zei hij. ‘Hoewel ik eigenlijk daar z’n vrouw tegenkwam. Hem ontmoette ik pas later.’

Met grote ogen keek Bibi hem aan.

‘Z’n vrouw? Nathalie?’

‘Ja!’, riep Kick. ‘Kende je haar ook?’

‘Ik wist niet dat jij haar kende. Ik heb op haar begrafenis gewerkt. Zelf heb ik haar nooit ontmoet.’

Inmiddels stond Kick weer bij de deur van hun kamer. Hij zei dat hij de kinderen echt achterna moest.

‘Kom jij zo snel? Zal ik een tandem voor ons huren?’

‘Nee, geen tandem’, riep Bibi hem na.

Toen Kick de deur achter zich had dichtgetrokken, liet ze zich zakken op het bed. Weer een arthouse-shot van een vrouw peinzend op een bed. Na een tijdje pakte ze haar mobiele toestel, om het bericht te lezen dat Silvijn haar nog had gestuurd. Ze las: ‘We moeten écht even praten.’

Wat er aan vooraf ging
De Vijf is een groep van vijf vrouwen die elkaar al kent sinds de studietijd. Ze willen gezamenlijk Oud en Nieuw vieren op Vlieland, met mannen en kinderen. Omdat het hotel is overboekt, wijkt het gezelschap uit naar een verlaten jeugdboerderij, waar Bibi onder de dekens tekstberichten uitwisselt met haar geheime minnaar Silvijn. De volgende ochtend komt Kick tijdens een wandeling Silvijn tegen in het dorp. Hij neemt de man mee naar de jeugdboerderij, waar Bibi in één klap haar gevoel voor haar minnaar verliest. Wat doet hij in godsnaam op het eiland? Het gezelschap mag terug naar het hotel, waar Silvijn zich bij de ontbijttafel komt opdringen mee op fietstocht te gaan.

Personogram
Er zijn vier gezinnen mee en een alleenstaande moeder met kinderen. Spil zijn Bibi Roskam (yogalerares en uitvaartverzorgster) & Kick Groen (platenbons). Kicks vader wordt Opa Kick genoemd. Cameravrouw Frederique Severijn heeft al jaren de geheimen van haar vriendinnen verzameld. Ze is getrouwd met tv-maker en practical joker Pim Staal. Sanne Moens is persrechter en getrouwd met Bram Laprice, redacteur bij Libelle. Klaasje Binninga is ambtenaar, getrouwd met Korneel Petersen, duikinstructeur bij de brandweer. Rosalie van Lokeren is een gescheiden puzzelontwerpster.

1.1 Alles is veel
Vorige week zag ik ergens een ansichtkaart met het gedicht ‘De Dapperstraat’ van J.C. Bloem, een van de bekendste gedichten uit de Nederlandse poëzie. Wellicht een beetje uitgekauwd, maar toch was het mooi om op een onverwachte plek poëzie tegen te komen. ‘De Dapperstraat’ komt uit de bundel Quiet though sad uit 1947. De beroemde beginregels: ‘Natuur is voor tevredenen of legen / En dan: wat is natuur nog in dit land? / Een stukje bos, ter grootte van een krant, / Een heuvel met wat vil- laatjes ertegen.’

1.2 Mooie uitspraken
Al een jaar of vijfentwintig verzamel ik mooie zinnen en uitspraken die ik tegenkom (Hugo Claus: ‘Een grote hartstocht moet je volgen’). Eind vorig jaar las ik in NRC Handelsblad een interview met Redmond O’Hanlon, waarin hij zei: ‘Je bent zo gelukkig als je ongelukkigste kind.’ Deze schreef ik over in mijn mooie-uitsprakenverzamelmap. Ik dacht dat deze zin van O’Hanlon zelf was – en misschien is dat ook wel zo -, maar op internet vond ik meerdere mensen die dit hebben gezegd. Zo wordt de uitspraak onder andere toegeschreven aan Jackie Kennedy.

1.3 Korte stop
Herkenbaar is de uitspraak van een schrijver dat het hem of haar soms niet lukt een personage een kamer uit te laten gaan. Dat is mij nu ook overkomen. Dit hoofdstukje zou zich afspelen tijdens een fietstocht, maar de las van ‘ontbijten’ naar ‘fietsen’ ging mij iets te snel. Vandaar dat ik een korte stop in de family suite invoegde, bedoeld om de overgang soepeler te laten voelen. Eenmaal in die hotelkamer kreeg ik Bibi daar niet meer uit. Halverwege besloot ik haar daar maar te laten.

Feuilleton aflevering 25: Eén vlees

FEUILLETON Een ouderwetse fietsrace, waarin de mannen zich weer jongens tonen, geeft ruimte voor nieuwe bekentenissen.

Door Ronald Giphart 18 maart 2013, 11:27

De drie oudste jongens Hidde, Roel en Yf waren vooruit gefietst met een camera die ze van Frederique mochten gebruiken. Ze hadden bedacht om een documentaire over de vakantie te maken. Roel en Yf waren de presentatoren en Hidde schoot de beelden. Zijn shots van het eiland waren fraai, al had hij moeite met de witbalans van het licht spetterende besneeuwde landschap. De filmploeg was bij een hoge duin gestopt om een pan shot te maken van de horizon en hun fietsende familieleden.

Geluid gaat voor het beeld uit, had Frederique de dag ervoor aan Hidde uitgelegd. De jongens hoorden het verwaaide gegil van aanstormende kinderen, maar zagen nog niemand. Hidde zoomde zijn camera in op het fietspad in de verte en zag de groep naderen. Hij registreerde dat de kinderen een wedstrijd hielden, waarschijnlijk omdat een van de vaders had geroepen ‘wie het eerst bij die struik op die duintop is’.

Een tijdje lagen de oudste kinderen voorop, totdat plotseling ook vier volwassen mannen zich in de strijd mengden. De vraag wie er het eerst bij de struik op die duintop kwam, was inmiddels geen onschuldig spelletje meer: het ging er nu echt om wie het eerste boven was.

Hidde filmde hoe Pim en Korneel in een verbeten gevecht om de koppositie streden, gevolgd door Bram en Kick, de laatste in een niet meer in te lopen positie. Nu reed hij in zijn eentje op een tandem, wat zijn achterstand verklaarde. Silvijn racete niet mee, hij bleef hangen bij de vrouwen, die de sprint lafjes aan zich voorbij lieten gaan.

Volgens wetenschappers berusten de meeste vriendschappen op een verschijnsel dat in vakjargon ‘homofilie’ wordt genoemd: liefde voor hetzelfde. Mensen die in elkaars buurt verblijven, raken bevriend omdat zij dezelfde voorkeuren hebben en hetzelfde in het leven staan. De hechte band van de groep die door de besneeuwde duinen van Vlieland fietste, was niet alleen gesmeed doordat de vrouwen al jarenlang hun voorkeuren met elkaar deelden, maar ook doordat de mannen elkaar hadden gevonden in hun homofilie (in de betekenis die sociologen en psychologen aan dit begrip toekennen).

Wat hen bond, waren de bandjes, de muziek die ze uitwisselden, de popconcerten die ze bezochten. Voor de herrie die ze liefhadden, gold het voorschrift ‘hoe jonger en energieker, hoe beter’. Zoals Kicks oude vader een paar dagen voor hun vakantie naar Vlieland nog had gezegd, toen hij met zijn zoon en diens vrienden een optreden bijwoonde van een Noord-Iers lawaaicombo in poptempel de Ancienne Belgique in Brussel: ‘In mijn tijd waren veertigers mannen van middelbare leeftijd.’

Kijkend naar hoe de mannen opgingen in de zwampende dansende zingende schreeuwende vibrerende jongerenmeute, zei hij: ‘Jullie zijn 40-ontkenners.’

‘Jij bent 82, pa, en je staat ook nog steeds bij een concert’, had Kick geantwoord, schreeuwend om boven het geluid van het bandje uit te komen. ‘Jij bent een 80-ontkenner.’

En toen begon het voor het Brusselse podium te kolken. Het gebeurt niet bij ieder optreden dat er in het midden voor de instrumenten een chemische reactie lijkt te ontstaan en de bezoekers plotseling samensmelten tot één pulserende massa. Als een onstuimig energierijk bandje dit bij zijn publiek weet te doen ontvlammen, gaan de mensen eromheen zich op twee manieren gedragen: de zaal explodeert en implodeert tegelijk. De helft van de aanwezigen deinst terug naar de randen van de zaal, de andere helft schiet toe om zich aan te klampen bij het vleesmonster.

De avond in Brussel werd het een erekwestie: de mannen – vaders van zoons en dochters – wilden zich voor zichzelf en elkaar niet laten kennen, en stortten zich met overgave in de kolkende menigte voor het podium. Een directeur, een redacteur, een instructeur en een regisseur werden springend, duwend en pogoënd opgeslorpt door een deinende buidel koesterende lichamen. Het was homofilie dat ze daar met elkaar deelden.

Hidde filmde hoe Korneel als eerste de top van de duinheuvel bereikte, direct gevolgd door Pim en de andere twee. Korneel balde zijn vuist en liet een ontladende schreeuw horen. Na een meter of tien kneep hij in een van zijn handremmen, om met zijn fiets een cirkelvormige zwaai te maken. Hierna stapte hij doodvermoeid af, legde zijn fiets neer en liet zich languit achterover in de sneeuw vallen, alsof hij zwaargewond was.

Korneel werd gevolgd door Pim en Bram, die ook van hun fiets stapten en amechtig hijgend ter aarde stortten. Als laatste kwam Kick aan op zijn tandem.

‘Ik ben hier te oud voor,’ riep Pim, met een dierlijke kreet. Op dat moment passeerden de jongste kinderen van de groep.

‘Mietjes!’, riep Duco, de twaalfjarige zoon van Bram, naar de in de sneeuw liggende vaders. Er werd door de kinderen in het voorbijgaan hartelijk gelachen. Ook de vijf vrouwen reden langs in een rustig vakantiegangetje. Toen Klaasje voor de grap begon te bellen, werd dit overgenomen door de vier andere vrouwen, en een moment later ook door de kinderen.

Liggend in de sneeuw keken de mannen de rinkelparade na. Helemaal achteraan reed Silvijn, tussen Bibi en Freek in. Voorzover de mannen dat konden beoordelen was hij de enige die zijn fietsbel niet liet tingelen.

‘Wat doet die flikker hier eigenlijk?’ vroeg Korneel, toen Silvijn en de vrouwen buiten gehoorafstand waren. De mannen maakten geen aanstalten op te staan en hun fietsen weer te pakken. Het was de eerste keer dat ze de aanwezigheid van Silvijn bespraken.

‘Geen idee’, zei Kick. ‘Ik kwam hem hier tegen. Hij slaapt toevallig in hetzelfde hotel.’

Pim vroeg waarom Silvijn met hen mee fietste.

‘Heeft hij zelf geen vrienden?’

‘Ik weet het echt niet’, zei Kick.

‘Dus omdat we hem wel eens tegenkomen in Tivoli denkt hij dat wij ons verwaardigen met hem over Vlieland te kuieren?’, zei Bram, die – met de kinderen uit het zicht – een sigaret had opgestoken. Hij gooide het pakje met een iets te hoge boog naar Kick, die zich uitstrekte en de sigaretten nog net uit de lucht ving.

‘Hij viert vanavond ook Oud en Nieuw in de eetzaal,’ zei Kick.

‘Ken je zijn gezelschap?’, vroeg Korneel.

‘Korneel bedoelt…’ zei Pim. ‘Zitten er nog leuke vrouwen bij? Heeft hij zelf een beetje een leuke vrouw?’

‘Leuke vrouw…’, herhaalde Bram, het beschaafde accent van Pim imiterend. ‘Leuke vrouw. Leuk. Leuke vrouw, hoor.’

‘Lekker wijf’, zei Pim. ‘Heeft die Silvijn een beetje een lekker wijf?’

‘Had’, zei Kick, een woord dat even bleef hangen.

Bram vroeg of Silvijn gescheiden was, maar Kick schudde van niet.

‘Niet gescheiden’, zei Bram.

‘Dood.’

‘Dood?’, riep Pim.

Wederom waren ze even stil.

‘Auto-ongeluk. Net 30 was ze. Paar jaar geleden.’

Korneel, die er spijt van had dat hij Silvijn het moment daarvoor nog flikker had genoemd, vroeg ingetogen of Kick haar had gekend.

‘Ja’, antwoordde Kick, ver rook uitblazend. ‘Behoorlijk goed ook.’

‘Als in?’ vroeg Bram.

‘Als in dat ik haar behoorlijk goed gekend heb.’

‘Je spreek het uit…’, zei Pim.

‘Wat?’

‘Alsof je haar ook in de bijbelse zin hebt gekend.’

Kick nam een lange trek van zijn peuk.

‘In bijbelse zin. Ik ben inderdaad één vlees met haar geworden, als je dat bedoelt. Om het bijbels te zeggen.’

Alle mannen keken nu naar Kick.

‘Eén vlees… En weet Silvijn dat?’, zei Pim.

‘Ik mag hopen van niet’, zei Kick, die nog steeds niet doorhad dat zijn woorden werden gefilmd door Hiddes camera.

Wat eraan vooraf ging
De Vijf is een groep van vijf vrouwen die elkaar al kent sinds de studietijd. Ze willen gezamenlijk Oud en Nieuw vieren op Vlieland, met mannen en kinderen. Omdat het hotel op Vlieland overboekt is, wijkt het gezelschap uit naar een verlaten jeugdboerderij, waar Bibi onder de dekens tekstberichten uitwisselt met haar geheime minnaar Silvijn. De volgende ochtend komt Kick Silvijn tegen in het dorp. Hij neemt hem mee naar de jeugdboerderij, waar Bibi hevig schrikt. Wat doet Silvijn op het eiland? Hoe kan het dat Kick hem kent? Het gezelschap gaat terug naar het hotel, waar Silvijn zich bij de ontbijttafel komt opdringen mee op fietstocht te gaan. Als het gezelschap zich opmaakt te vertrekken, stuurt Silvijn Bibi een sms dat hij met haar moet praten. Dat was precies wat zij ook tegen Kick had gezegd.

Blogs
Ik heb er al eerder op gewezen dat er twee aanbevelenswaardige bloggers zijn die dit feuilleton publicitair begeleiden (hun bijdragen zijn na te lezen op www.facebook.com/volkskrantfeuilleton). Etienne Stekelenburg (www.eschrijft.com) heeft al 11 stukken geschreven en Theo Stepper (www.dewarmloper.wordpress.com) zelfs 24, ofwel bij elke aflevering één. Zo langzamerhand levert dit een schaduwfeuilleton op over mogelijke ontwikkelingen en plotwendingen. Soms heb ik het idee dat zij dit feuilleton beter kennen dan ik.

Opa Kick
In zijn laatste bijdrage schreef Stepper: ‘In mijn versie van het verhaal zou opa Kick zich op het eiland melden. Ik wil die oude man erbij! Maar het zou te snel gaan en te veel personages zouden in te korte tijd ge(her)introduceerd worden en dat net nu Giphart het aantal personen waar het in het verhaal om draait met succes heeft gereduceerd. Maar toch, die opa Kick, die moet erin.’

Dit is wat Stepper voor zich ziet: ‘Opa Kick en Kick worden met elkaar verward. Niet alleen door de schrijver, maar ook door Silvijn. Zijn vrouw heeft het tegen hem over Kick gehad, maar ze kent slechts één Kick, opa Kick, terwijl Silvijn ook een Kick kent, Kick Groen. Het is de reden voor een gruwelijk misverstand. Opa Kick reed in Kicks auto toen Nathalie verongelukte, stel ik mij voor en heeft daar iets mee te maken, of hij leende diens auto toen hij bij haar thuis langs ging om… Ga zo maar door.’

1.1 Homofilie
Op zoek naar wetenschappelijk materiaal over vriendschap streepte ik twee citaten aan uit De wetenschap van liefde en bedrog van de Engelse evolutiebioloog Robin Dunbar (Spectrum, 2012). ‘Een hechte vriendschap wordt volgens onze studies vooral bevorderd door vijf overeenkomsten: hetzelfde gevoel voor humor, dezelfde hobby’s/interesses, dezelfde morele waarden (en/of godsdienst), hetzelfde opleidings- en intelligentieniveau, en geboren of in elk geval getogen zijn in dezelfde streek.’ En: ‘Wij en anderen kwamen tot de bevinding dat de meeste vriendschappen berusten op dezelfde voorkeuren, hetgeen in vakjargon ‘homofilie’ (liefde voor hetzelfde) wordt genoemd.’

1.2 Eén vlees
Om de nieuwe paus te verwelkomen spontaan een bijbelse verwijzing. Genesis 2:24: ‘Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en zij zullen één vlees zijn.’ Over ‘kennen’ of ‘bekennen’ als synoniem voor de geslachtsdaad vond ik op de katholieke internetsite www.rkdocumenten.nl: ‘Met het bijbelse ‘kende’ dat voor het eerst in Genesis 4, 1-2 voorkomt, staan wij dus (…) anderzijds voor heel de werkelijkheid van de echtelijke samenleving en vereniging waarin man en vrouw ‘één vlees’ worden.’

twitter.com/vfeuilleton;
volkskrant.nl/feuilleton;
facebook.com/VolkskrantFeuilleton

Personogram
Er zijn vier gezinnen mee en een alleenstaande moeder met kinderen. Spil zijn Bibi Roskam (yogalerares en uitvaartverzorgster) & Kick Groen (platenbons). Kicks vader, Opa Kick, is een voormalige platenbons. Cameravrouw Frederique Severijn heeft al jaren de geheimen van haar vriendinnen verzameld. Ze is getrouwd met tv-maker en practical joker Pim Staal. Sanne Moens is persrechter en getrouwd met Bram Laprice, redacteur bij Libelle. Klaasje Binninga is ambtenaar, getrouwd met Korneel Petersen, duikinstructeur bij de brandweer. Rosalie van Lokeren is een gescheiden puzzelontwerpster.

Feuilleton, aflevering 26: Roddelen

FEUILLETON Als Bibi telefonisch contact zoekt met haar minnaar Silvijn, roddelen de andere vrouwen er lustig op los.

Ronald Giphart 25 maart 2013, 06:56

http://s.vk.nl/s-a3415156/
In de verte zagen de vrouwen het besneeuwde oude Posthuys, een gebouw dat tot 1927 dienst deed om zeebrieven te versturen tussen scheepsbemanningen en handelaren in Amsterdam. Inmiddels is er in het pand een restaurant gevestigd: het verstgelegen baken van beschaving op het eiland.

Uit de schoorsteen dwarrelde een langwerpige rookpluim en dat duidde erop dat er een goed vuur brandde. De boodschap was: hier pruttelt een pot op de stoof, hier kan men zich laven aan warmte en spijzen. En dat was precies wat de vrouwen hoopten te vinden.
Aangekomen bij het Posthuys zagen ze, tot hun teleurstelling, bij de ingang tientallen huurfietsen van andere toeristen: groepen kinderen hielden voor het pand sneeuwballengevechten, binnen in de eetzaal was het afgeladen vol. Klaarblijkelijk waren ze niet de enige vakantiegangers die de sneeuw hadden getrotseerd om dit behouden huis te bereiken.

Op het moment dat De Vijf hun fietsen bij elkaar tegen de houten hekken voor het restaurant zetten, zei Silvijn de groep vrouwen plotseling gedag. Hij legde uit dat hij niet had geweten dat Pim telefonisch voor het hele gezelschap had gereserveerd voor de lunch. Vanzelfsprekend werd Silvijn, met name door Rosalie en Sanne, uitgenodigd met de groep mee te eten, maar daar ging hij niet op in. Hij groette de vrouwen en vertrok abrupt richting het dorp en Strandresidence Duynstaete. Bibi oogde niet aangeslagen door zijn vertrek, maar de rest van De Vijf keek Silvijn verbaasd na. Rosalie vroeg Bibi plagerig: ‘Heb je hem weggejaagd?’

Binnen bleek dat Pim – die met de andere mannen op zich liet wachten – zo slim was geweest twee afzonderlijke tafels te bespreken: één voor de kinderen en één voor de ouders. De meeste kinderen hadden hun tafel al betrokken: ze tekenden, lazen tijdschriften en speelden computerspelletjes.

In het restaurant zaten veel groepen en bezoekers die het gezelschap ’s ochtends had gezien bij het ontbijtbuffet. De vijf vrouwen trokken bekijks van mannen in het restaurant, en nog veel meer van andere vrouwen. Over en weer werden dezelfde kijkgevechten gevoerd als eerder die ochtend: dus dit waren de lieden met wie men later in de avond Oud en Nieuw zou vieren?

Toen een serveerster hun drankjes had opgenomen, zei Klaasje tegen Bibi: ‘Vertel nu eens wat over die bezoeker van je.’
Het was het onderwerp waarin ze allen het meest geïnteresseerd waren en dat verhulden ze niet.

‘Ik weet niet wat ik moet vertellen…’, zei Bibi. ‘Hij zit in een van mijn yogaklassen en hij begon me berichten te sturen. Ik heb hem misschien drie keer eh… gezien.’

‘Gezien,’ herhaalde Klaasje met nadruk.

Bibi maakte geen aanstalten dieper op haar geschiedenis met Silvijn in te gaan, en daarom vertelde Sanne dat ze soms ook met een man omging die haar sms’jes stuurde. ‘En behoorlijk onthullende, eigenlijk. Alleen neuk ik niet met hem.’

Rosalie zei: ‘Wat voor man?’

‘Een getrouwde man die me berichtjes stuurt.’

‘Maar wat voor berichtjes? En wat voor man?’, vroeg Rosalie.
‘Een rechter’, zei Sanne.
‘Een réchter?’, riep Klaasje.
‘Ja, vreemd hè? Hij is niet zo heel erg oud, begin vijftig, en ook best knap. Soms moet ik een zaak met hem doornemen voor het persrapport. Dat zijn heel professionele bijeenkomsten, waarin we nauwgezet dingen uit het dossier bespreken.’
‘Opwindend’, zei Bibi.
‘En dan stuurt hij me een kwartier na de vergadering een sms met een boodschap als dat hij me wel had willen zoenen.’
‘Wát?’ (Rosalie)
‘Zoenen. Dat schrijft hij. Dat hij me had willen zoenen.’
‘Een rechter? En wat dan als je hem de keer daarop weer ziet?’ vroeg Frederique.
‘Niets’, zei Sanne. ‘Dan hebben we het er met geen woord over. Praten we gewoon weer heel zakelijk. Tot ik een kwartier nadat ik hem heb gezien wéér een berichtje krijg. O, je was zo mooi, ik had je wel willen zoenen.’
‘Dat is harassment!’, riep Rosalie.
‘Waarom? Het is toch maar een tekstberichtje?’
Rosalie: ‘Die man is rechter!’
‘Gewoon een beetje een bange man’, zei Sanne. ‘Te bang om daadwerkelijk een poging te doen me te versieren, blijkbaar. Waar ik overigens blij om ben, want ik moet er niet aan denken om echt met hem te zoenen. Maar die sms’jes vind ik wel grappig.’
‘Wat een verhaal,’ zei Klaasje.
‘Ik haat mannen’, zei Rosalie.

Inmiddels was Bibi opgestaan om naar het toilet te gaan. Althans, ze hoopte dat de anderen dat zouden denken. Terwijl haar vriendinnen verder praatten over Sanne’s bange rechter, had Bibi de tijd genomen over dingen na te denken. Snel liep ze de gang van het Posthuys in, achter de wc’s langs, in de hoop op een rustige plek waar ze onopgemerkt zou kunnen bellen. Ze vond een hoek, vlak bij de ingang, en pakte haar mobieltje. Direct nadat de telefoon overging, werd er opgenomen.

‘Ik hoopte al dat jij het was,’ hoorde Bibi Silvijn zeggen.
‘Ik bel niet omdat ik zo graag je stem wil horen.’

Wat Bibi niet wist, maar wel had kunnen vermoeden, was dat er 9 meter verderop in het restaurant over haar en haar onverwachte bezoeker uitvoerig werd gesproken. De afgelopen jaren hebben veel wetenschappers, met name evolutionair-psychologen, onderzoek gedaan naar het fenomeen roddelen. Overal waar mensen met elkaar omgaan, praten mensen over anderen die er op dat moment niet bij zijn. Roddelen – een begrip dat een uitgesproken negatieve bijklank heeft – blijkt door vrijwel iedereen te worden gedaan, wat onderzoekers doet vermoeden dat het gedrag evolutionaire voordelen biedt. Roddelaars verstevigen niet alleen hun positie binnen de groep, ze hopen ook te leren van de fouten van anderen. Er zijn zelfs wetenschappers die denken dat roddelen van oudsher een dusdanig krachtig mechanisme is, dat het ons gebruik van taal hielp evolueren. We praten, omdat we willen roddelen, omdat we dat nodig hebben in ons sociale overlevingsgevecht.

Niet dat De Vijf zich daarvan bewust waren. Zodra Bibi uit het zicht was verdwenen, had Rosalie aan niemand in het bijzonder gevraagd: ‘Wat is dat nou met die Silvijn? Wat is het verhaal van die kerel?’
‘Doet ze het nou nog steeds met hem?’, vroeg Sanne luchtig, ook aan niemand in het bijzonder. Hoe ze het had gezegd hield het midden tussen luim en ernst. Blijkbaar leefde Sanne’s vraag ook bij Klaasje, want op een samenzweerderige toon zei zij: ‘Ja, ze heeft toch nog steeds iets met hem? Dit lijkt echt meer dan een uit de hand gelopen WhatsApp-flirt…’

Alle ogen waren nu gericht op Frederique, die altijd het best op de hoogte was van de wederwaardigheden van haar vriendinnen. Toch was het Rosalie die zei: ‘Het lijkt me duidelijk.’
‘Wat?’, zei Sanne.
‘Die man is verliefd op haar. Helemaal hoteldebotel.’
Sanne gebaarde dat ze dat niet begreep.
‘Zag je dan niet die afhoudende blikken waarmee ze hem aankeek?’, zei Rosalie.
‘Zag je dan niet de blikken waarmee hij háár aankeek?’, zei Klaasje. ‘Dat had iets van wanhoop. Alsof hij haar het liefst ter plekke wilde ontvoeren.’
Op dat moment kwam Bibi terug uit het toilet.
‘Gaat het over mij?’ ,vroeg ze zangerig, vanaf een afstandje.
Even werd er gezwegen.
‘Niet alles gaat altijd over jou, Bibi’, zei Rosalie, in de hoop dat er een grappige ondertoon in haar woorden lag.

Personogram
Er zijn vier gezinnen mee en een alleenstaande moeder met kinderen. Spil zijn Bibi Roskam (yogalerares en uitvaartverzorgster) & Kick Groen (platenbons). Kicks vader, Opa Kick, is een voormalige platenbons. Cameravrouw Frederique Severijn heeft al jaren de geheimen van haar vriendinnen verzameld. Ze is getrouwd met tv-maker en practical joker Pim Staal. Sanne Moens is persrechter en getrouwd met Bram Laprice, redacteur bij Libelle. Klaasje Binninga is ambtenaar, getrouwd met Korneel Petersen, duikinstructeur bij de brandweer. Rosalie van Lokeren is een gescheiden puzzelontwerpster.

Wat eraan vooraf ging
De Vijf is een groep van vijf vrouwen die elkaar al kent sinds de studietijd. Ze willen samen Oud en Nieuw vieren op Vlieland, met mannen en kinderen, nadat de mannen daags ervoor in Brussel naar een popconcert zijn geweest. Omdat het hotel op Vlieland overboekt is, wijkt het gezelschap uit naar een verlaten jeugdboerderij, waar Bibi onder de dekens tekstberichten uitwisselt met haar geheime minnaar Silvijn. De volgende ochtend komt Kick Silvijn tegen in het dorp. Hij neemt hem mee naar de jeugdboerderij, waar Bibi hevig schrikt. Wat doet Silvijn in godsnaam op het eiland? Hoe kan het dat Kick hem kent? Het gezelschap gaat terug naar het hotel, waar Silvijn zich bij de ontbijttafel komt opdringen mee op fietstocht te gaan. Als het gezelschap zich opmaakt te vertrekken, stuurt Silvijn Bibi een sms dat hij met haar moet praten. Dat was precies wat zij ook tegen Kick had gezegd. Na afloop van een fietssprint onthult Kick aan de andere mannen dat hij de inmiddels overleden vrouw van Silvijn heeft gekend ‘in de bijbelse betekenis’.

Rock-‘n-roll
Nico Dijkshoorn noemt het ‘rock-‘n-roll-schrijven’: zonder vooropgezet plan beginnen aan een eerste alinea en nog niet weten waar je tweede, laat staan je derde of vierde over zal gaan. ‘Dat is schrijven met de ingebakken mogelijkheid dat je gigantisch op je muil gaat,’ zei Dijkshoorn over schrijvers die dit genre beoefenen. Ik ben zelf geen uitgesproken fakkeldrager van de rock-‘n-roll-methode, maar soms hanteer ik hem toch, gedwongen door de omstandigheden. Bijvoorbeeld de omstandigheid van een deadline.

Deadline
In de geschiedenis van de literatuur hebben veel schrijvers gedijd onder de druk van een inlevertijdstip. Nu ben ik – onder normale omstandigheden en waar het fictie betreft – geen voorstander van tijdsdruk en vaak probeer ik voor mijn deadline een stuk of bijdrage in te leveren. Maar dit lukt niet altijd. De deadline voor dit feuilleton is bijvoorbeeld donderdagochtend om 08.00 uur. Terwijl ik dit typ is het 07.45 uur.

Kapot-herschrijven
In sommige gevallen kom ik er een dag voor de deadline achter dat ik op een verkeerd spoor zit. Zoals bijvoorbeeld bij deze aflevering. Afgelopen maandag en dinsdag noteerde ik drie motieven die ik in deze bijdrage een rol wilde laten spelen: ‘posthuys’, ‘roddels’ en ‘bange mannen’. Ik schreef een schets en daarna begon het proces van schrijven en herschrijven. Nu bestaat er een schrijfwet die stelt: ‘Hoe harder je schaaft, hoe groter de kans dat je uiteindelijk alles weggooit.’ Je kunt een tekst ook kapot-herschrijven. Dat is wat ik woensdagmiddag – in een kleedkamer van een Eindhovens theater waar ik ’s avonds met Nico Dijkshoorn moest optreden – constateerde. Er zat maar één ding op: woensdagnacht na mijn optreden een andere invalshoek voor deze aflevering uitwerken, met de deadline van donderdagochtend in het verschiet.

twitter.com/vfeuilleton
volkskrant.nl/feuilleton
facebook.com/VolkskrantFeuilleton

Feuilleton aflevering 27: De kracht van de liefde

FEUILLETON Nasidderend van haar telefoongesprek met Silvijn zit Bibi aan de lunch als de mannen aanschuiven.

Door: Ronald Giphart 2 april 2013, 08:53

Ze noemde het zelf ook beroepsdeformatie. Frederique zag de dingen om haar heen vrijwel altijd vanuit mogelijke camerastandpunten. Onophoudelijk hield ze zich bezig met wat filmers découpage noemen: ze deelde de werkelijkheid op in shots en korte fragmenten. Zittend met haar vriendinnen aan een lange tafel in restaurant Het Posthuys zag ze een wide shot voor zich van De Vijf, een totaaltje van het interieur, een exterieur van het oude gebouw in het besneeuwde landschap, een medium shot van de trouwringloze hand van Rosalie, een close-up van de trilling van Bibi’s ooglid toen zij terugkwam van het toilet.

Frederique wist niet dat Bibi nasidderde van het telefoongesprek dat ze het moment daarvoor op de gang had gevoerd met Silvijn. Ze zag wel dat er iets aan de hand was, maar begreep niet dat haar vriendin enorm behoefte voelde erover te vertellen, te roepen, het uit te schrééuwen. Bibi’s verlangen dit ook daadwerkelijk te doen werd getemperd door de komst van de mannen. Point of view door het raam van het restaurant op Bram, Korneel, Pim en Kick, die hun fietsen zetten tegen de balken voor het restaurant.

De vrouwen hadden ondertussen een fles sauvignon blanc laten aanrukken voor bij de lunch. Terwijl Frederique registreerde hoe de serveerster de glazen inschonk en Bibi zwijgend aan tafel ging zitten, zei Sanne: ‘Waar proosten we op?’

‘Op lusten, liefde, leven, mensen, de wereld, toekomst, vriendschap, alles!’, zei Klaasje, met haar glas omhoog.

Rosalie maakt een geluid van walging.

‘De liefde’, zei ze, schamperend. ‘Dat vind ik zo’n overschat begrip. Blèègh.’

Er werd gelachen.

‘Dus op de liefde!’, riep Sanne.

Drie van de vijf vrouwen brachten hun glazen bij elkaar. Rosalie weigerde te toosten op een fenomeen dat louter haar weerzin opriep en Bibi had haar glas al aan haar mond gezet om minimaal de helft van haar wijn in één teug achterover te slaan – een shot dat Frederique niet ontging.

Een van de meest tot de verbeelding sprekende oorsprongsverhalen stamt uit de 5de eeuw voor Christus. Volgens de Griekse filosoof Empedocles was de wereld in de oertijd bezaaid met ontelbaar veel lichaamsdelen, klein en groot. Soms gebeurde het dat armen, benen, levers, hersens, geslachtsdelen en andere organen aan elkaar vast plakten. Het mechanisme dat hiervoor verantwoordelijk was noemde Empedocles ‘de kracht van liefde’.

Veel van die liefdessamensmeltingen leverden monsterlijke creaturen op, die gedoemd waren te sterven en te verdwijnen, maar een minderheid bleef in leven en kon zich zelfs voortplanten. Hoe sterker de liefde, hoe ingewikkelder het samengesmede schepsel. Het meest succesvolle wezen dat uit de lichaamsdelensoep tevoorschijn wandelde was – hoe kon het ook anders – de mens. Wij zijn het toevallige resultaat van de grootst mogelijke liefde, een kracht die ons heeft verdoemd.

Het toeval dat onze voorouders volgens dit verhaal ooit bij elkaar bracht, speelt nog steeds een allesbepalende rol. Ieder liefdespaar zal zich onvermijdelijk de vraag stellen of hun liefde voorbestemd was en dus van een hogere orde, of het resultaat van een willekeurige samenloop van omstandigheden. Geliefden hopen natuurlijk op het eerste. Liefde die zo heeft moeten zijn, voelt inniger dan liefde die in feite inwisselbaar is.

Aan de lunchtafel van restaurant Het Posthuys zaten vijf vrouwen, vier gebonden en één gescheiden. Die laatste geloofde ook ooit hevig in liefde, tot haar man Pjotr na de ouderborrel van een kinderfeestje zijn Renault Espace in volle vaart tegen een boom reed en nog diezelfde avond verliefd werd op de verzekeringsconsulente die de schade op kwam nemen. Inmiddels woont hij met deze vrouw in Nieuw-Zeeland, ver van Nederland, zijn kinderen, zijn ex-echtgenote vooral. Probeer Rosalie niets uit te leggen over toeval en de kracht van liefde.

‘O heerlijk, zijn jullie al aan de wijn?’, riep Pim, toen hij als eerste van de vier mannen de tafel van de vrouwen bereikte. Hij vroeg net iets te luid of ze het op een zuipen gingen zetten. Het woord zuipen viel niet bij iedereen even goed, want sinds een tijdje was alcohol binnen het gezelschap een teer punt. Het ongeluk dat Pjotr had veroorzaakt – waarbij zijn kinderen in de auto zaten, al waren ze zo goed als ongedeerd – was te wijten aan het bier dat hij na afloop van het partijtje met andere ouders had genuttigd. Althans dat besloot de rechter, een directe collega van Sanne, die Pjotr een rijontzegging van een half jaar gaf. Pjotr beloofde zowel aan de rechtbank, als aan Rosalie, als aan de bewoners van het pand dat door de omvallende boom was geraakt, in therapie te gaan voor zijn gedrag – maar het is niet bekend of hij zich hier in Nieuw-Zeeland aan heeft gehouden.

Zijn auto-ongeluk was voor veel ouders aanvankelijk aanleiding niet meer te drinken in het bijzijn van hun kinderen, hoewel niemand zich hier gaandeweg meer aan hield.

Toen Pim doorhad dat de bestelde wijn al bijna leeg was, gebaarde hij naar de serveerster om een nieuwe fles. Het was 31 december. Niemand hoefde de volgende dag naar zijn of haar werk. Ze waren verlaten op een eiland, omringd door gezelschappen die ook al aan de drank zaten.

‘Doe er maar twee’, riep Pim, en tegen het gezelschap: ‘Die komen wel op, toch? We zijn allemaal op de fiets.’

Niemand protesteerde.

Volgens sommige psychologen is jaloezie de pijn die mensen voelen als ze gedwongen worden hun beeld van zichzelf en de wereld bij te stellen. De werkelijkheid is vaak anders dan mensen hopen of willen, en volgens wetenschappers hebben we jaloerse gevoelens om ervoor te zorgen dat we ons hiervan bewust zijn. Jaloezie is onaangenaam, maar heeft als functie dat het ons leert ons aan te passen aan de realiteit. Jaloezie is gezond.

Deze vermeende corrigerende werking was Bibi onbekend en had ze er wel van geweten, dan zou het haar dat op dat moment in het Posthuys worst zijn geweest. Hoewel het onderwerp bij De Vijf en de rest van haar vriendenkring regelmatig ter sprake was gekomen en ze natuurlijk ook had nagedacht over haar eigen momenten van ‘onnauwkeurigheid’ (zoals ze de in haar ogen schaarse keren dat ze iets met andere mannen had uitgespookt eufemistisch omschreef), had ze er nooit lang bij stilgestaan of Kick wellicht al die jaren eenzelfde onzorgvuldigheid aan de dag had gelegd.

Dat had te maken met hoe hun liefde, alweer een jaar of achttien geleden, was begonnen: hoe Kick zijn vorige vriendin in bed had betrapt met een of andere breedgeschouderde gitarist, hoe hij direct woedend haar huis was ontvlucht en de straat opgerend, waar hij per ongeluk Bibi omver had gekegeld. Samen waren ze over de tegels van het trottoir gerold. Toen Kick haar, overmand door schuldgevoel, weer overeind had geholpen, vertelde hij plompverloren van het lugubere beeld dat hij het moment daarvoor had moeten aanschouwen. Bibi troostte hem, en het was alsof het zo moest zijn: Kicks jaloezie verdween zonder dat hij er erg in had. De liefde tussen Bibi en Kick werd daar op straat gesmeed, het was voor hen beiden alsof het zo had moeten zijn.

De jaloerse pijn die Bibi inmiddels voelde, jaren later, kijkend naar Kick, die na het uitschenken van een nieuwe fles wijn vrolijk meeproostte met het gezelschap, had in het geheel niets helends of gezonds.

Wat eraan vooraf ging
De Vijf is een groep van vijf vrouwen die elkaar al kent sinds de studietijd. Ze willen gezamenlijk Oud en Nieuw vieren op Vlieland, met mannen en kinderen. Na een onverwachte nacht in een jeugdboerderij, waar Bibi onder de dekens tekstberichten uitwisselt met haar geheime minnaar Silvijn, komt Kick dezelfde Silvijn tegen in het dorp. Bibi schrikt hevig als Kick hem meeneemt. Wat doet Silvijn in godsnaam op het eiland? Hoe kan het dat Kick hem kent? Het gezelschap gaat terug naar het hotel, waar Silvijn zich bij de ontbijttafel komt opdringen mee op fietstocht te gaan. Als het gezelschap zich opmaakt te vertrekken, stuurt Silvijn Bibi een sms dat hij met haar moet praten. Dat was precies wat zij ook tegen Kick had gezegd. Na afloop van een fietssprint onthult Kick aan de andere mannen dat hij de inmiddels overleden vrouw van Silvijn heeft gekend ‘in de bijbelse betekenis’. In een restaurant roddelen de vier vriendinnen over Bibi’s promiscue gedrag.

Personogram
Er zijn vier gezinnen mee en een alleenstaande moeder met kinderen. Spil zijn Bibi Roskam (yogalerares en uitvaartverzorgster) en Kick Groen (platenbons). Kicks vader, Opa Kick, is een voormalige platenbons. Cameravrouw Frederique Severijn heeft al jaren de geheimen van haar vriendinnen verzameld. Ze is getrouwd met tv-maker en practical joker Pim Staal. Sanne Moens werkt bij de rechtbank en is getrouwd met Bram Laprice, redacteur bij Libelle. Klaasje Binninga is ambtenaar, getrouwd met Korneel Petersen, duikinstructeur bij de brandweer. Rosalie van Lokeren is een gescheiden puzzelontwerpster.

Persrechter
Chris Oostdam, strafrechter én persrechter bij de Rechtbank Noord-Nederland mailde: ‘Ik zie het elke week en elke week stoor ik me er een heel klein beetje aan. In jouw verhaal is Sanne Moens persrechter. Maar persrechter is niet een zelfstandig beroep. Je bent rechter (bijvoorbeeld strafrechter, kinderrechter, kantonrechter, bestuursrechter, rechter in civiele zaken of voor vreemdelingenzaken) en het persrechterschap is iets dat je er bijdoet, meestal voor een paar jaar. Je taak is dan, desgewenst en desgevraagd, een toelichting te geven op door collega’s gewezen vonnissen, uitspraken of beslissingen. Nooit over je eigen zaken.’

1.1 Découpage
Wikipedia: ‘Découpage is een begrip uit de filmtaal. Découpage is het verknippen of opdelen van een scène in kleine stukjes of shots (…). De wijze van découperen is nooit willekeurig, maar afhankelijk van de sfeer of de spanning die men wil oproepen.’

1.2 Empedocles
Leefde waarschijnlijk van 492 tot 432 v. Chr. Empedocles was een zogenoemde natuurfilosoof. Niet alleen was hij wijsgeer, staatsman, dichter, profeet, arts, redenaar en wat niet al, hij dacht ook van zichzelf dat hij een god was.

1.3 Jaloezie
De wetenschappelijke informatie over jaloezie komt uit het boek Liefde van Volkskrant-medewerker Mark Mieras (2010, uitgeverij Nieuw Amsterdam).

Concentratie
‘Hoeveel mensen lezen het feuilleton van Giphart?’, vroeg Ria van Hes uit Steenwijk zich op Twitter af. De vraag was oprecht, lichtte zij in een mail toe: ‘Denkend aan Couperus en Eline Vere ben ik benieuwd naar het aantal lezers. Mensen lezen al minder boeken en een feuilleton is nog moeilijker. Ik merk ook aan mezelf dat ik me met m’n iPhone/iPad steeds minder kan concentreren.’ Een interessante opmerking, want ook ik merk in mijn omgeving (mijzelf niet uitgesloten) een concentratieverlies als het om het lezen van fictie gaat. Zorgt de versmartphonisering voor structureel ander leesgedrag?

Feuilleton aflevering 28: Scène

FEUILLETON Na dat verwarrende telefoontje van Silvijn, vraagt Bibi zich af wat er is veranderd aan haar liefde voor Kick

8 april 2013, 07:58

Verderop in het restaurant bestelden de kinderen aan hun tafel, met hulp van Frederique en Pim, de lugubere combinatie knakworsten met flensjes. Meestal was het Bibi die zich bemoeide met de fourage van de nazaten, maar zij was te daas om op te staan en erheen te lopen.

De gesprekken aan tafel gingen langs haar heen, omdat ze almaar echo’s hoorde van haar telefoongesprek met Silvijn. Ze keek naar Kick, aan de andere kant van de tafel, hoe hij van zijn wijn dronk en met de mannen discussieerde over het Engelse herriebandje dat ze een paar dagen ervoor hadden bezocht.

Onlangs had Bibi in een interview met de eindredactrice van een succesvol tv-programma gelezen hoe de redactie bij het zoveelste verbroken kijkcijferrecord was gestopt met het laten aanrukken van taart. Tegen al die mijlpalen viel niet op te vieren. Dat klonk als de meeste relaties in Bibi’s omgeving, waar iedereen hoogtepunt na record bereikte. Twaalfenhalf jaar bij elkaar. Tweede huis. Derde kind. Vierde auto. Wat valt er nog te feesten als zoveel records sneuvelen?

Bibi dacht eraan hoelang Kick en zij al bij elkaar waren. De langste verhouding die Bibi voor Kick had gehad, duurde bijna twee jaar. Dat ze met Kick die mijlpaal had bereikt, drong pas jaren later terloops tot haar door. Inmiddels waren Kick en zij alweer zeventien, achttien jaar bij elkaar. Nog een paar jaar en dan leefde ze – nieuwe mijlpaal – langer met dan zonder Kick. In het begin van hun relatie zeiden ze tegen elkaar, liggend op de hoogslaper van haar studentenkamer in de Joris van Spilbergenstraat: ‘Het voelt alsof we elkaar al ons hele leven lang kennen.’ Ooit zou het zover zijn, als de tijd de eeuwigheid had ingehaald. Die gedachte boezemde haar geen angst in.

Terwijl de anderen aan tafel praatten over eerdere vakanties op Vlieland, sneeuw, vakanties op andere Waddeneilanden, uit eten gaan met kinderen en bezochte concerten, dacht Bibi aan haar liefde voor Kick. Volgens wetenschappers houden verschillende hersengebieden zich bezig met verschillende facetten van liefde. Een gebied zorgt voor een diep gevoel van verbintenis met een partner, een ander gebied regelt romantische verliefdheid en een derde deel van het brein is verantwoordelijk voor seksuele aantrekkingskracht. Deze gebieden overlappen elkaar voor een deel, maar opereren vaak ook op eigen houtje. Een daarom is het mogelijk een onwrikbare innige band met een teerbeminde te voelen, en aan de andere kant opgewonden te raken van willekeurige passanten.

Zonder deze aannamen te kennen, wist Bibi maar al te goed hoe waar ze zijn. Haar liefde voor Kick stond al jaren buiten kijf, althans als ze nuchter was. Kick was de liefde van haar leven, de vader van haar kinderen, de man aan wie ze het eerst dacht als ze bij het openen van een blik maïs een snee in een ader opliep, de man die haar in dat geval moest redden, de man wiens naam ze zou prevelen vlak voordat ze haar laatste ademstoot zou uitslaan als hij te laat arriveerde. […] Liefde is de hunkering die iedereen kent, maar niemand begrijpt – zeker Bibi niet.

De momenten dat ze met andere mannen was geweest, hadden niets van haar liefde voor Kick afgekalfd. Soms dacht ze zelfs dat ze nog meer van Kick hield als ze – ontnuchterd – terugkwam van een schaarse afspraak met een man van wie ze zich feitelijk niets meer herinnerde dan een naam en de vervlogen zoete geur van een onbekend lichaam.

Maar na achttien, zeventien jaar kantelde soms Bibi’s gevoel, zeker na wat ze een moment daarvoor van Silvijn had gehoord.

De laatste keer dat het gezelschap publiekelijk was opgeschrikt door een aanvaring van echtelieden was anderhalf jaar geleden. Het speelde zich af in hun voormalige afgeleefde stam- en eetcafé Over Den Tong, vlak achter de Joris van Spilbergenstraat. De Vijf en aanhang hadden ontelbaar maal bij Over Den Tong gegeten, Sanne en Rosalie hadden er gewerkt, Bram stond er jarenlang achter de bar.

Het was een traditie: om de paar jaar spraken de vriendinnen – al dan niet met aanhang – af bij hun oude verzamelplek, waarna ze iedere keer weer vaststelden dat er helemaal niets was veranderd, noch aan de kaart, noch aan de inrichting. Alleen de prijzen waren met de tijd meegegaan.

Die laatste, memorabele, keer zat het gezelschap er zonder Korneel en de zwangere Klaasje. Rosalie en Pjotr waren nog bij elkaar en het was aanvankelijk een avond zoals zovele, zij het dat iedereen het rustig aan probeerde te doen met drank, omdat iedereen nog vol was van het door Pjotr veroorzaakte ongeluk.

Bij het hoofdgerecht ging Pjotrs telefoon.

‘De oppas’, zei hij tegen Rosalie, waarna hij zijn toestel aan haar overhandigde. Kinderzaken waren in hun huwelijk per definitie niet voor hem. Om rustiger te bellen liep Rosalie naar de gang bij de toiletten van het café. Het duurde zeker tien minuten voordat ze terugkwam, met een felle, nijdige pas.

‘Autosleutels’, zei ze tegen Pjotr, met haar vingers knippend. En tegen de anderen: ‘Het ligt niet aan jullie.’

‘Autosleutels!’, riep ze nog een keer, toen de verbouwereerde Pjotr geen aanstalten maakte die te pakken. Rosalie deed een greep richting zijn broek om de bos dan maar zelf te pakken. Toen ze die in haar handen had, blafte ze nogmaals tegen haar vriendinnen: ‘Het ligt niet aan jullie.’

Hierop verdween ze naar de uitgang. Iedereen keek haar na, Pjotr zei dat hij het ook niet begreep, waarna hij schoorvoetend opstond. Tien minuten later kwam hij terug, met een rode zwelling op zijn voorhoofd. Zijn telefoon was gebarsten en lag in meerdere stukken. Het enige dat Pjotr kon uitbrengen, was de vraag of iemand hem na de maaltijd kon afzetten bij het station.

Wat er was gebeurd: nadat Rosalie de oppas te woord had gestaan over iets onbenulligs, had ze het gesprek weggedrukt. Meteen had een melding geklonken dat Pjotr een nieuwe sms had. Op zijn welkomstscherm zag Rosalie een voorvertoning.

‘Het was geweldig vanmiddag. Jammer dat je…’, las Rosalie. Geweldig vanmiddag? Jammer dat je wat? Rosalie besloot dat ze er recht op had de rest van de zin te lezen en opende het bericht. De minuten daarna las ze een deel van de 338 sms’jes die Pjotr en de schade-expert van zijn ongeluk inmiddels hadden uitgewisseld. Liefdesboodschappen. Opwindende woorden. Zinnen waarin Pjotr en de vrouw elkaar vertelden hoeveel ze elkaar misten. Hoe graag hij bij haar wilde zijn. Wat ze met zijn pik zou doen als ze die weer in haar mond had.

De rode plek op Pjotrs voorhoofd kwam door de klap die Rosalie hem voor de deur van eetcafé Over Den Tong had gegeven. Zijn telefoon had Rosalie kapotgegooid op de keien. Bij het weglopen naar de auto heeft ze ook haar trouwring op straat gegooid. Zij noch Pjotr is daar later naar gaan zoeken.

Terug in Het Posthuys op Vlieland schoten bij Bibi verschillende scenario’s door haar hoofd. Ze kon stilletjes wegsluipen van het gezelschap, terug naar Residence Duynstaete fietsen om Silvijn in de ogen te kijken en hem uit te horen. Ze kon slikken, stevig slikken, en tegenover Kick en de rest van het gezelschap doen alsof er niets aan de hand was. En ze kon een vergelijkbare scène trappen als Rosalie anderhalf jaar daarvoor in eetcafé Over Den Tong: Kick confronteren met wat ze te weten was gekomen, hem publiekelijk een enorme dreun verkopen en daarna – een kleine variant – het hele Posthuys bij elkaar te krijsen.

WAT ERAAN VOORAF GING
De Vijf is een groep vrouwen die elkaar al kent sinds de studietijd. Ze willen met hun gezinnen Oud en Nieuw vieren op Vlieland. In een jeugdboerderij wisselt Bibi onder de dekens tekstberichten uit met haar geheime minnaar Silvijn. Later komt Bibi’s man Kick deze Silvijn tegen in het dorp. Bibi schrikt. Wat doet de weduwnaar Silvijn in godsnaam op het eiland? Hoe kan het dat Kick hem kent? Het gezelschap gaat naar een hotel, waar Silvijn zichzelf uitnodigt mee te gaan op fietstocht. Na afloop van een fietssprint onthult Kick aan de andere mannen dat hij destijds een affaire heeft gehad met de vrouw van Silvijn. In restaurant Het Posthuys roddelen de vier vriendinnen over Bibi’s promiscue gedrag. Silvijn vertrekt voor de lunch terug naar het hotel. Later krijgt Bibi hem aan de telefoon, waarna ze bleek aan tafel terugkomt.

1.1 Deleted scene
Schrijven is schrappen. Aan de volgende alinea heb ik lang geschaafd, maar toch besloot ik hem te schrappen vanwege lengte en leesbaarheid. Schrappen? Kelen.

‘Alles wat Bibi wist over liefde was waar. Liefde is alles. Liefde is een afspraak. De allerschoonste last. Liefde is een rots waarlangs water stroomt. Liefde is lavendelblauw. Een werkwoord. Een kaartspel. Liefde is vooral goed luisteren en angsten laten varen. Liefde is een eiland, het warme zand waarop je samen ligt. Een raadsel, een valkuil ook. Liefde zuigt. Liefde is als een sigaret. Liefde ruikt als rozengeur. Liefde is een bandenlichter, een verbond, een vlam, verlangen. Een slagveld is liefde. Een ziekte van jij. Een zwaar beroep. Liefde is zoet, zuur, lekker, doof en blind tegelijk. Liefde is een rood van kleur, grillig en ongewis. Een knappende luchtbel. Liefde is als de wind, die je voelt maar niet ziet. Liefde is de ruimte zijn. Een boodschap. Liefde overwint de dood.’

1.2 Eetcafé
Facebook kwam met veel suggesties voor een naam voor het oude eetcafé van De Vijf. Enkele: De Hete Breij (Mischa Bijenhof), In Het Verkeerde Keelgat (Rudolf Vos), D’Oublier (Jan Geuken), In den Vergulden Pischpot (Ingrid van Melis), Annie’s verjaardag (Heleen Bronder), Bar Horizontaal (Suzanne Gisbertz), ’t Schele Hoekje (Esther van Meerten-Petray), Toen (Joris Scheepers), Het Avontuur (Dorine Stook-Muller), De Boekanier (Anne-Marieke Staal), De Zwijger (Trea Scholten), Fabels (Marjon Brouwer), De Vrijheid (Bart van Aanholt), De Tol (Erik Helleman), ’t Klapstuk (Rutger Arisz), De Rustende Jager (Evelijn in ’t Veld), Anita’s Bar (Jef Heuberger), Het Groene Gras (Nanne Meulen-dijks) en De Kurk (Irmgard Westenberg).

Poll
Er waren zes kandidaten voor de naam:
De Heilige Boon (Ineke Scheffers) 10 stemmen (15 %), In Den Doofpot (Sabijn Gorter-Wijnheijmer) 8 stemmen (12 %), De Doerak (Chantal Blaauw-Klerks) 15 stemmen (22 %), In De Gouden Geit (Ernestine Kossmann) 3 stemmen (4 %), De Baliekluiver (Mascha Lammes), 3 stemmen (4 %), De Bijzaak (Luna Westerik) 10 stemmen (15 %) en de winnaar: Over Den Tong (Theo Stepper), 18 stemmen (28 %)

PERSONOGRAM
Er zijn vier gezinnen mee en een alleenstaande moeder met kinderen. Spil zijn Bibi Roskam (yogalerares en uitvaartverzorgster) & Kick Groen (platenbons). Kicks vader, Opa Kick, is een voormalige platenbons. Cameravrouw Frederique Severijn heeft al jaren de geheimen van haar vriendinnen verzameld. Ze is getrouwd met tv-maker en practical joker Pim Staal. Sanne Moens werkt bij de rechtbank en is getrouwd met Bram Laprice, redacteur bij Libelle. Klaasje Binninga is ambtenaar, getrouwd met Korneel Petersen, duikinstructeur bij de brandweer. Rosalie van Lokeren is een gescheiden puzzelontwerpster. Haar man Pjotr woont in Nieuw-Zeeland, nadat hij een verhouding begon met een schade-expert.

Feuilleton aflevering 29: Het Interview

FEUILLETON De 6-jarige Kick jr. zorgt voor een vrolijk intermezzo, totdat het woord liefde valt.

15 april 2013, 07:32

Toen de kinderen hun lugubere combinatie knakworsten, flensjes en vanille-ijs op hadden, besloten ze van tafel te gaan voor een sneeuwballengevecht met andere jeugdbendes. In optocht verlieten ze restaurant Het Posthuys. Hidde, de oudste jongen van de groep, was al buiten, maar kwam teruggerend om zijn van Frederique geleende camera achter te laten. Daarna volgde hij de andere kinderen naar de sneeuw. Het jongste kind, de 6-jarige Kick jr., drentelde achter hem aan. Zijn ingehouden pas verraadde dat hij eigenlijk niet de kou in wilde.

Kick jr. liet zich gewillig door zijn vader grijpen en belandde op diens schoot, in het midden van de tafel. Vrolijk werd hij door velen begroet, waarna hij zich perfect schikte in zijn rol als jongste van de bent, het oogappeltje, de guit die iedereen in weke vertedering wist te versieren.

Kick jr. glimlachte met gespeelde verlegenheid, draaide zich naar zijn vader en vroeg met een plechtige ondertoon: ‘Pappa, waarom is sneeuw wit?’

Hij zat in de fase dat hij zijn ouders en iedereen om hem heen bestookte met soms wijze, soms aandoenlijk, vaak wezenloze vragen waarop moeilijk een antwoord viel te geven. Kan kaas rollen? Als opa dood gaat, weet hij dat dan? Wie heeft gordijnen bedacht? Kunnen honden lachen? Waarom is een toetje een toetje? Is een strijkplank zelf gestreken? Schijnt het licht ook aan de achterkant van de zon? Waarom zegt een koe alleen boe? Heeft de koningin een eigen dekbed?

‘Dat is een heel goede vraag.’

‘Sneeuw is niet wit, maar doorzichtig’, legde Pim uit. ‘Omdat het licht aan alle kanten door sneeuwvlokken schijnt, lijken ze wit. Snap je dat?’

Kick jr. knikte bedachtzaam, tot vrolijkheid van Klaasje en Sanne, die niets van het antwoord begrepen.

‘Wat wil je nog meer weten van oom Pim?’, zei Kick tegen zijn zoon. Terwijl zijn vader zijn winterjasje weer uittrok, zei Kick jr. weifelend: ‘Weten egels dat ze leven?’

Het gezelschap viel even stil.

Pim herhaalde de vraag. ‘Dat is weer een hele goeie.’

‘Jaha, oom Pim, geef daar maar eens antwoord op’, zei Rosalie.

‘Ik denk niet dat egels dat weten…’, zei Pim.

‘Ga even door op de filosofische vraag of een wezen dat niet weet dat het leeft, wel echt leeft. Of een geluid in een verlaten bos wel een geluid is’, zei Bram.

‘En waarom moeten we ’s avonds tanden poetsen en dan meteen ’s ochtends weer?’, ging kleine Kick verder, blijkbaar tevreden met het antwoord over de egels.

‘Heel goed, gast. Worden tanden ’s nachts soms vies? Goed bedacht!’, riep Pim.

‘Waarom moeten we ’s ochtends tandenpoetsen?’, riep kleine Kick overmoedig.

‘Omdat dat moet’, zei Kick sr..

‘Van wie?’, zei Klaasje. ‘Van God?’

‘Van mij’, zei Kick.

Frederique zei, met de camera in haar hand: ‘Ik heb een idee. Zullen we er een echt interview van maken?’ Ze richtte haar camera op Kick jr. ‘Een interview met de toekomstige minister-president.’

‘Oké…’, zei Kick jr. aarzelend. ‘Wat is een interview?’

‘Een gesprek’, zei Rosalie. ‘We gaan je uithoren over de toestand van het land. Dat heb je toch wel eens op tv gezien, dat iemand wordt geïnterviewd?’

Inmiddels had Frederique het kijkschermpje van haar camera opengeklapt. ‘Oké, band loopt. Geluid loopt. Klaar voor het interview?’

Pim, die voor zijn werk al honderden items had gedraaid, nam direct overdreven professioneel het woord. ‘Meneer Kick, wat aardig dat u ons te woord wilt staan, terwijl u zo druk bent met het sneeuwballengevecht buiten. Wat is uw weloverwogen mening over het afgelopen jaar? Heeft u in dat licht goede voornemens? Is er voortschrijdend inzicht? Kunnen we voorspoed verwachten, of toch weer tegenslag? Gaat de mondiale financiële crisis op macroniveau zijn doorwerking hebben op microniveau, volgens uw opinie?’

Kleine Kick zweeg en zei toen voorzichtig: ‘Ik begrijp eigenlijk niet wat je bedoelt.’

‘Heb je een leuk jaar gehad?’, vroeg Pim.

Kick keek achterom naar zijn vader.

‘Daar moet je zelf antwoord op geven, vriend.’

‘Ik heb eigenlijk wel een leuk jaar gehad’, zei kleine Kick.

‘Wat was er het leukst?’, vroeg Rosalie. Kick dacht even na, voordat hij leep antwoordde: ‘Deze vakantie…’

Het gezelschap was vertederd.

Kick sr. zei: ‘Jij bent een slijmjurk.’

‘Is dat een jurk van slijm?’

‘En meneer Kick’, ging Pim verder. ‘Wat betekent vriendschap voor u? Heeft u daar een definitie van? Wat verstaat u onder vriendschap?’

‘Dat je samen dingen doet?’, antwoordde kleine Kick aarzelend. ‘En samen praat, en zo.’

‘En wat is liefde?’, vroeg Sanne. ‘Ken je dat ook? Wat vind jij liefde?’

Weer zocht het jongetje steun bij zijn vader, maar die knikte dat hij zelf antwoord moest geven.

‘Wat is liefde?’, zei Kick.

‘Dat je elkaar kusjes geeft,’ zei Kick jr..

Wederom ging er een aahh-geluid langs de tafel.

‘Misschien is het leuk als we dit fragment tonen op uw toekomstige huwelijksfeest, excellentie… Mag ik u – voor later – vragen waaraan u vindt dat uw echtgenote moet voldoen?’, zei Pim. Toen Kickje weer hoofdschuddend en met grote ogen in de camera keek, ging Pim verder: ‘Hoe hoop je dat jouw vrouw later zal zijn?’

‘Of jouw vriend, meneer Pim’, zei Kick sr.. ‘Daar zijn wij heel ruimhartig in.’

‘Of jouw vriend. Wil je later trouwen, Kick?’

‘Dat weet ik nog niet.’

‘Heel verstandig’, zei Rosalie. ‘Jij vindt natuurlijk ook dat het huwelijk een overschat en gedateerd instituut is dat zijn langste tijd heeft gehad. Mensen moeten elkaar een huwelijk niet aandoen, dat vind jij toch ook, Kick?’

‘Ja’, zei Kick jr..

Er werd hard gelachen.

‘Tot slot nog dit’, zei Pim. ‘Laatste vraag. Ik wil dat u er goed over nadenkt. Wat is het familiegeheim?’

Sanne en Klaasje zeiden tegelijk: ‘Oehhh.’

‘Wat is een familiegeheim?’

‘Een geheim dat alleen in de familie bekend is’, legde Pim uit. ‘Wat mogen wij niet weten, omdat het geheim is?’

‘Nou…’, begon kleine Kick, die naar zijn vader keek en daarna aarzelend naar zijn moeder.

‘Ik ben ook wel benieuwd wat hij nu gaat vertellen’, zei Kick.

Kick jr. sloeg zijn hand voor zijn mond en speelde dat hij onbedaarlijke pret had.

‘Weet je een geheim?’, vroeg Pim.

Proestend knikte het jongetje.

‘Ik heb pappa en mamma wel eens zien zoenen!’, gilde hij over de tafel, gevolgd door zijn punchline: ‘Zonder kleren aan!’

Na die laatste drie woorden ontplofte het bijna voltallige gezelschap in gebrul. Er werd zo hard gelachen dat er aan andere tafels werd opgekeken.

‘Wat zeg je nou?’, riep Pim. ‘Gezoend zonder kleren aan? Walgelijk. Wat een viezeriken!’

‘En weet je zeker…’

Dit was de stem van Bibi. Ze had moeite om over het gelach van haar tafelgenoten uit te komen. Toen ze eindelijk de aandacht had, riep ze: ‘En weet je zeker dat het niet met Frederique was?’

WAT ERAAN VOORAF GING
De Vijf is een groep vrouwen die elkaar al kent sinds de studietijd. Ze willen met hun gezinnen Oud en Nieuw vieren op Vlieland. In een jeugdboerderij wisselt Bibi onder de dekens tekstberichten uit met haar geheime minnaar Silvijn. Die nacht verdwijnt Bibi’s man Kick met iemand anders uit het gezelschap in het donker. Later komt Kick Silvijn tegen in het dorp. Bibi schrikt. Wat doet de weduwnaar Silvijn op het eiland? Hoe kan het dat Kick hem kent? Het gezelschap gaat naar een hotel, waar Silvijn zichzelf uitnodigt mee te gaan op fietstocht. Na afloop daarvan onthult Kick aan de andere mannen dat hij een affaire heeft gehad met de vrouw van Silvijn. In restaurant Het Posthuys roddelen de vier vriendinnen over Bibi’s promiscue gedrag. Silvijn vertrekt alleen naar het hotel. Later krijgt Bibi hem aan de telefoon, waarna ze bleek aan tafel terugkomt.

Rendez-vous
In Aflevering 15 vertrok Kick plotseling ’s nachts uit zijn stapelbed in de jeugdboerderij, gevolgd door iemand anders. Wie was dit en wat deden deze twee? Een maand geleden vroeg ik op Facebook in een poll om wie het zou kunnen gaan. Ted van Putten vond dat het om niemand anders kon gaan dan Frederique ‘die Kick al jaren de haar toevertrouwde geheimen doorvertelde’. Menno van der Busse vond Frederique erg voor de hand liggen, maar ‘Klaasje, nogal onbrave Klaasje’ kon volgens hem ook. Voor Silvia Nobis was er maar één kandidate: ‘Frederique, het valse loeder!’ Vaste lezer Erik Helleman koos ook voor Frederique, hoewel: ‘Als Klaasje Kick volgt, hebben we, wel leuk, waarschijnlijk een geheim erbij. Van wie is het kind van Klaasje?’

Poll
Dit was de uitslag op de vraag ‘Door wie werd Kick ’s nachts gevolgd’: Frederique: 6 stemmen, Rosalie, Klaasje en Bram: 2 stemmen, Sanne: 1 stem.

Huwelijk
Deze week stelde Ellen Wiestra op Facebook voor: ‘We kunnen wel gaan wedden op de voortgang van het huwelijk tussen Bibi en Kick. Ziet er niet best uit!’ Direct barstte de discussie los. Volgens Elly Claasen is de rek uit het huwelijk, maar Katrien de Cnijf stelt dat er na 17 jaar wel wat meer voor nodig moet zijn dan een beetje overspel om een huwelijk te laten klappen. ‘Ik hoop toch op een knallend einde,’ schreef Etienne Stekelenburg. Lysbeth Rixt Kuipers vulde aan: ‘Ik heb al vanaf het begin van het feuilleton het gevoel dat het op een gigantische ontploffing uitloopt.’ Rebecca Luijten bracht nuchterheid: ‘Ik denk dat ze bij elkaar blijven, gebutst en wat illusies armer, dat wel.’ Marjan Kloosterman: ‘Ze hebben te veel met elkaar om uit elkaar te gaan. Zielsverwantschap.’ De discussie loopt nog door.

Eindredactie
Deze week kwam ik er bij herlezing van mijn typo-script achter dat ik een suffe fout had gemaakt: tot twee keer toe schreef ik in een cruciale passage ‘Bibi’ waar ‘Rosalie’ had moeten staan. Met een halve hartverzakking haalde ik de krant van zaterdag uit de papierbak. Goddank had de eindredacteur van dienst de fout verbeterd.

PERSONOGRAM
Er zijn vier gezinnen mee en een alleenstaande moeder met kinderen. Spil zijn Bibi Roskam (yogalerares en uitvaartverzorgster) en Kick Groen (platenbons). Kicks vader, Opa Kick, is een ex-platenbons. Cameravrouw Frederique Severijn heeft al jaren de geheimen van haar vriendinnen verzameld. Ze is getrouwd met tv-maker Pim Staal. Sanne Moens werkt bij de rechtbank en is getrouwd met Bram Laprice, redacteur bij Libelle. Klaasje Binninga is ambtenaar, getrouwd met Korneel Petersen, duikinstructeur bij de brandweer. Rosalie van Lokeren is een gescheiden puzzelontwerpster.

Feuilleton aflevering 30: Stilte

FEUILLETON Bibi laat iedereen in verwarring achter als ze erop zinspeelt dat haar man een verhouding heeft met Frederique.

Door Ronald Giphart 22 april 2013, 08:07

Dieren die in sociale groepen leven, maken in elkaars aanwezigheid constant geluidjes, of dat nu gegrom, gekwaak, geneurie of gepraat is. Biologen noemen dat contactcalls: klanken en toontjes die zijn bedoeld om elkaar te laten weten dat de kust veilig is. Men wil elkaar niet uit het oor verliezen. Bij plotseling potentieel gevaar stopt deze geluidjesstroom subiet. Stilte is bij dieren een voorbode van dreiging en onraad – en daarom worden we er zo onrustig van.

De uitdrukking wil dat er een stilte valt, maar de stilte na de geschreeuwde woorden van Bibi stortte, kletterde, donderde over het gezelschap heen. Verbijsterde gezichten, grote ogen, open monden. Rosalie probeerde de gespannen stilte te doorbreken met een ontwapenend bedoelde monosyllabische uitroep van gespeelde ontzetting. Het klonk bijna verlekkerd.

Het voltallige gezelschap bleef naar Bibi staren, die op haar beurt naar Kick keek. Peilend bekeken ze haar uitdrukkingsloze gezicht. Wat had ze gezegd na de onthulling van haar 6-jarige zoon dat hij haar en Kick wel eens ‘had zien zoenen zonder kleren aan’? Ze had gezegd: ‘En weet je zeker dat het niet met Frederique was?’

Als het er de situatie naar was geweest had Frederique op dat moment, voor wie het per se wilde weten, een boom kunnen opzetten over het zogenaamde Koelesjov-effect: een stokoude manier van filmmonteren om uitdrukking te geven aan onbestemde gezichten. In het begin van de 20ste eeuw kwam een Russische filmer erachter dat exact dezelfde shots van personages door het publiek anders werden geïnterpreteerd wanneer de beelden eromheen veranderden.

Werd een man getoond na een beeld van een doodskist, dan vond het publiek hem somber. Zag men dezelfde man na een shot van een lachende knappe vrouw, dan dacht men juist een vrolijk iemand te zien. Gelaatsuitdrukkingen blijken in de ogen van anderen afhankelijk te zijn van associaties.

Het gezicht van Bibi had in een filmmontage op verschillende manieren kunnen worden ingevuld. Direct na het beeld van een kernexplosie (Bibi was verbijsterd). Na een neerstortend vliegtuig (ze was ontredderd). Na een mislukte sprong van een duikplank (ze was geschrokken). Na een leeggeschoten mitrailleur (ze was woedend of opgelucht). Na een pitbull die zich had vastgebeten in het leren pak van een instructeur (ze oogde standvastig). Na de buiteling van een omstander over een bananenschil (ze was geamuseerd). Na een bevrijdende bulderlach van een theaterzaal (Bibi stond zich te verkneukelen).

Kick was de eerste die zich hernam. Tegen zijn zoontje, dat nog steeds op zijn schoot zat en vragend naar hem opkeek, zei hij lachend en sussend: ‘Mamma maakt maar een grapje.’

Hij haalde zijn schouders op en trok een clownesk gezicht naar Kick jr.. Ja, dat was het natuurlijk. Mamma maakte maar een grapje. Bij sommigen van De Vijf klonk opgelucht gelach en anderen maakten verzoenende geluiden. Dat soort grapjes werden in de vriendenkring wel vaker gemaakt. Met name Pim, Frederiques echtgenoot, was hier een meester in. De practical jokes van De Vijf: op het moment zelf moesten ze altijd schrikken, maar later lachten ze er hartelijk om.

Hèhè, Bibi zat te stangen, ze had het gezelschap in de maling genomen met haar uitroep. Om de mond van Pim verscheen een vrolijke glimlach. Ook Kick keek Bibi stralend aan. Ha, Mamma zat maar wat te dollen. Bibi zei, emotieloos: ‘Ik maak helemaal geen grap. Wat denk je, dat ik daar grappen over maak?’

Een kernexplosie. Een neerstortend vliegtuig. Een mitrailleur die wordt leeggeschoten.

Weer die stilte, weer die gestokte stroom contact calls, weer die blikken in de richting van Bibi. Bibi keek nog steeds strak naar Kick.

Het kon nog steeds een grap zijn. Grap op grap. Iedereen die mensen aan het lachen probeert te krijgen, kent de kracht van herhaling. Een goede grap komt in twee of drie: eerst de inkoppers, dan de afmaker.

Het voltallige gezelschap wachtte op Bibi’s spottende glimlach, de bevrijdende ontlading. Nee, natuurlijk vroeg ze zich niet serieus af of haar man Kick en haar beste vriendin Frederique wel eens naakt met elkaar in bed hadden liggen vozen. Dat was een onzinnig idee.

‘Kappen nou, Bibi’, zei Kick plotseling, en tegen Kick jr., gedecideerd: ‘Mamma maakt een grap.’

Hoe lang was het geleden geweest dat Kick de naam Bibi zo nadrukkelijk had uitgesproken? Hij pakte het winterjasje van zijn zoon. Met een soepel gebaar tilde hij Kick jr. van zijn schoot op de grond. Hij zei: ‘Volgens mij zouden de kinderen buiten het ontzettend leuk vinden als jij ook sneeuwballen komt gooien.’

Met lichte tegenzin liet Kick jr. zich zijn jasje aantrekken, terwijl de anderen van de groep voorzichtig weer begonnen te murmelen en zich vooral met hun borden bezighielden.

Pim hield zich stil. Frederique zat verstijfd achter haar voor de helft opgegeten bord geitenkaassalade met honing-cranberrysaus.

Toen het Kick niet lukte om het ritsje van het winterjasje dicht te krijgen, zakte Bibi plotseling door haar knieën. Ze nam de rits van haar man over, en met een venijnig gebaar lukte het haar wel de jas te sluiten.

‘Ik loop wel even met je mee naar buiten’, zei ze tegen kleine Kick, waarna ze hem met een beetje dwang in de richting van de uitgang begeleidde. Toen Bibi bij de deur was, liet Rosalie weer een langgerekte monosyllabische uitroep van ontzetting horen, die opnieuw bijna verlekkerd klonk.

Buiten waaide een koude wind langs het restaurant. Kick jr. rende meteen nadat hij over de drempel was gestapt in de richting van Josje, Tienne en Robine, die op een nabijgelegen veldje een sneeuwpop aan het versieren waren met schelpen en stenen. Staande bij de ingang keek Bibi hem na. Aan de overkant van het oude gebouw gooiden andere kinderen sneeuwballen naar elkaar. Bibi luisterde naar de opgewonden kreten, naar meisjes die gilden terwijl ze werden ingezeept.

Misschien dat Bibi verwachtte dat Kick, of wie dan ook van het gezelschap, haar achterna zou komen om te vragen wat haar had bezield zoiets te zeggen of desnoods om ruzie te maken over haar weerzinwekkende suggestie – maar er kwam niemand.

Een paar minuten lang bedacht ze wat ze moest doen. Ze voelde er niets voor om terug te gaan naar de tafel van De Vijf, waar ze zou moeten praten en uitleggen wat ze had bedoeld.

Ze had geen zin in de confrontatie, noch met Kick, noch met Frederique. Zelfs had ze geen zin om haar jas te gaan halen bij de garderobe, uit angst dat wie dan ook haar zou zien.

Na een tijdje voor de ingang te hebben gedrenteld, voelde ze de sleutel van haar huurfiets in de zak van haar spijkerbroek. Ze haalde de sleutel tevoorschijn. Zonder er lang over na te denken liep ze – met een onbestemde gelaatsuitdrukking – naar het grindpad voor het restaurant. Ze ontgrendelde haar fiets en met haar beide handen aan het stuur reed ze deze naar de weg.

Kick jr. keek haar niet na en ook in Het Posthuys zag niemand van De Vijf haar vertrekken. Bibi wilde per se weg, hoe koud het ook was, hoe lang de tocht naar het dorp zou duren, hoe stil het onderweg zou zijn.

WAT ERAAN VOORAF GING
De Vijf is een groep vrouwen die elkaar al kent sinds de studietijd. Ze willen met gezinnen Oud en Nieuw vieren op Vlieland. In een jeugdboerderij wisselt Bibi onder de dekens tekstberichten uit met haar geheime minnaar Silvijn. Die nacht verdwijnt Bibi’s man Kick met iemand anders uit het gezelschap in het donker. Later komt Kick Silvijn tegen in het dorp. Bibi schrikt. Wat doet de weduwnaar Silvijn in godsnaam hier? Hoe kent Kick hem? Het gezelschap gaat naar een hotel, waar Silvijn zichzelf uitnodigde mee te gaan op fietstocht. Na afloop van een fietssprint vertelt Kick aan de andere mannen dat hij destijds een affaire heeft gehad met de vrouw van Silvijn. Ondertussen onthult Silvijn aan Bibi informatie over haar man. Tijdens een vrolijk moment met haar zoon barst de bom en beschuldigt Bibi haar man ervan met Frederique het bed te hebben gedeeld.

1.1 Stilte
De ‘evolutionalair-musicoloog’ Joseph Jordania (1954) kwam met de theorie dat stilte en bewegingsloosheid een teken van gevaar kan zijn, een verband dat al door Charles Darwin was beschreven voor paarden en ander vee. Ook mensen zouden stilte proberen te vermijden, zelfs als zij alleen zijn. Dit zou verklaren waarom we, zelfs in eenzaamheid, behoefte hebben aan neuriën, fluiten en luisteren naar muziek, radio of televisie.

1.2 Het Koelesjov-effect
Is vernoemd naar de Sovjet-filmer Lev Koelesjov (1899-1970), oprichter van de eerste filmschool ter wereld, die van Moskou. Het naar hem vernoemde effect is voer voor psychologen en filmers geweest. Zo toonde Alfred Hitchcock aan dat zijn eigen gezicht in combinatie met beelden van een moeder met een baby, oogde als dat van een vriendelijke oude man. Werd de moeder echter vervangen door een aantrekkelijke jongedame in bikini, gebeurde er iets met Hitchcocks (exact gelijke) gezicht. ‘Now look,’ zei Hitchcock daar zelf over, ‘he has become a dirty old man.’

Conceptual continuity
Twee bloggers houden wekelijks hun aantekeningen over dit feuilleton bij: Theo Stepper en Etienne Stekelenburg. Hun wenken en analyses zijn nuttig en vaak verrassend. In de stuk over Aflevering 29 kwam Stekelenburg met de mij onbekende, door Frank Zappa bedachte term ‘conceptual continuity’: oftewel in het eigen werk teruggrijpen naar iets uit het eigen werk. Zappa zei daar zelf over: ‘The conceptual continuity is this: everything, even this interview, is part of what I do for, let’s call it, my entertainment work.’ Stekelenburg, in zijn blog: ‘Ik weet niet hoe Giphart het noemt, maar het idee om de kleine Kick levensvragen te stellen had ik in een zelfde vorm gelezen in Gipharts boek De wake.’

Vragen
Meefeuilletonist Theo Stepper stelt in zijn blog over Aflevering 29 onder meer de volgende vragen (och, als ik de antwoorden toch eens wist). Weet Silvijn dat Kick vreemdging met Nathalie? Heeft hij dit verzwegen voor Bibi, omdat schuinsmarcheren met Freek, hartsvriendin en één van de Vijf, nu eenmaal veel erger moet zijn voor haar? Wat is het doel van zijn onthulling?

PERSONOGRAM
Er zijn vier gezinnen mee en een alleenstaande moeder met kinderen. Spil zijn Bibi Roskam (yogalerares en uitvaartverzorgster) & Kick Groen (platenbons). Kicks vader, Opa Kick, is een oud-platenbons. Cameravrouw Frederique Severijn heeft al jaren de geheimen van haar vriendinnen verzameld. Ze is getrouwd met tv-maker Pim Staal. Sanne Moens werkt bij de rechtbank en is getrouwd met Bram Laprice, redacteur bij Libelle. Klaasje Binninga is ambtenaar, gehuwd met Korneel Petersen, duikinstructeur bij de brandweer. Rosalie van Lokeren is een gescheiden puzzelontwerpster.

Feuilleton aflevering 31: Andere tijden, andere plaatsen

FEUILLETON Pim racet achter Bibi aan, nadat ze het restaurant is ontvlucht. In het bos komt het gevoel van vroeger weer terug.

Door: Ronald Giphart 6 mei 2013, 11:42

De eerste meters na haar vlucht voelde Bibi opluchting. Ze was in een destructieve roes, die haar zelf ook verbaasde. Ze wilde weg van iedereen, van alles, van dit hele verdomde eiland. Op het moment dat ze uit het zicht van restaurant Het Posthuys raakte, begon de kou toe te slaan, tezamen met de twijfel. Wat had haar bezield zo’n scène te schoppen? Hoe lang zou de fietstocht naar strandresidence Duynstaete duren? Kon ze niet alsnog omkeren en doen alsof het een langgerekte practical joke was? Als ze het nu al koud had, hoe zou dat dan over een kwartier zijn? Hoe sterk was haar huwelijk? Hoe goed kende ze Kick na al die jaren?

Ze luisterde naar het geknisper van sneeuw onder haar banden. Haar ademhaling was wild, de spieren in haar benen waren krachteloos. Ze merkte dat ze huilde, hield haar fiets stil. Luid zuchtend keek ze om zich heen naar het witte eilandschap. Na een minuut of wat hoorde ze geschreeuw in de verte. Het kwam van achter haar. Ze had het gevoel of iemand haar naam riep. Zich vermannend keek ze achterom. Er kwam iemand aanfietsen, een man. Toen hij dichterbij kwam, zag ze dat het Pim was, de echtgenoot van Frederique. ‘Bibi!’, riep hij voor de zoveelste keer. Sneeuw stoof op toen zijn fiets naast die van haar tot stilstand kwam. Het eerste wat hij deed was Bibi haar winterjas toewerpen. ‘Ben je gek geworden, of zo?’ riep hij. Het was Bibi niet duidelijk of hij haar vlucht zonder winterjas bedoelde, haar vlucht in het algemeen of de dingen die ze had geroepen over Kick en Frederique. ‘Ik weet het niet’, zei Bibi, die geen aanstalten maakte haar jas aan te trekken. Pim hijgde na van de krachtsinspanning die het hem had gekost Bibi achterna te racen. Uit zijn zak haalde hij een pakje sigaretten. Het leek of hij een filmscène imiteerde: routineus pakte hij twee sigaretten, die hij beide tegelijk aanstak, waarna hij er een aan Bibi gaf. Zwijgend nam ze de peuk aan.

Och, dat haar kinderen maar niet zagen dat ze stond te roken. ‘Kun je me vertellen wat er aan de hand is?’, zei Pim, nadat hij de rook van zijn sigaret, vermengd met de condens van zijn adem zo ver mogelijk van zich af had geblazen. Toen Bibi geen antwoord gaf, zei hij: ‘Hebben Frederique en Kick een verhouding?’ Bibi zuchtte diep. ‘Ik weet het niet.’ Pim knikte bedachtzaam en keek om zich heen naar niets in het bijzonder. ‘Trek je jas eens aan’, zei hij. ‘Het is veel te koud. Doe niet zo idioot.’ Bibi trok haar wenkbrauwen op en pakte hoofd-schuddend haar jas aan, om van het gezeur af te zijn. ‘Maar waarom suggereer je dat dan?’ ‘Wat?’ ‘Dat Kick en Frederique samen in bed hebben gelegen. Dat suggereerde je toch?’ Bibi keek hem strak aan. Er was een geschiedenis tussen haar en Pim. Niet dat er feitelijk ooit iets onbetamelijks of onoorbaars tussen hen was voorgevallen, maar ooit was er ‘een gevoel’, een liefdesschijnbeweging geweest. Destijds – jaren geleden – noemden ze het een ‘op andere tijden andere plaatsen ooit’-moment. Ze zaten in dezelfde vriendengroep, sliepen regelmatig onder hetzelfde dak (zij het op andere matrassen en met andere partners), gingen naar dezelfde feesten en zagen elkaar vele vakanties achtereen.

Liefde kan eenkennig zijn, maar aantrekkingskracht is dat niet. Bibi was in die jaren alleen verliefd op Kick, maar dat betekende niet dat andere mannen onzichtbaar waren. Pim vond ze niet onaantrekkelijk en ze was erg gesteld op zijn humor. Het was goed drinken met hem, hij was geen doetje en avonden met hem waren nooit saai. Wanneer dat wat er nooit tussen hen was voorgevallen precies voorviel, is weggezakt in de tijd. Het was op een feest, of in het café, of na een uit de hand gelopen feestelijk diner. Natuurlijk lag het aan de alcohol en de roes van de avond. Er was de keer dat Pim een grap maakte, Bibi in lachen uitbarstte en ze elkaar vijf seconden later plotseling in hun armen sloten. Misschien gebeurde dit in een nis bij een gang, misschien waren ze met z’n tweeën overgebleven na een nachtelijke kroegentocht waarbij alle anderen waren afgehaakt. En omdat ze alleen waren, bleven ze elkaar vasthouden. Bibi rook Pims geur, zijn handen rustten op haar rug. In het halfdonker keken ze elkaar aan, een zachte gloed van licht in hun ogen, dicht bij elkaar. ‘We moeten dit niet doen,’ zeiden ze, precies tegelijkertijd, waardoor het voor geen van beide pijnlijk voelde. ‘Ik vind jou wel heul leuk’, zei Pim, of Bibi, en de ander beaamde dit, waarna ze lacherig tot hun vaststelling kwamen dat de omstandigheden er op dat moment niet naar waren, en dat het zo goed was.

Op andere tijden, hadden ze besloten, elkaar weer loslatend, andere tijden andere plaatsen, ooit. Pim kuste Bibi nog één keer zacht en zedig in haar hals, en zij hem, en daarmee was het voor altijd af. Nooit meer zijn ze erop teruggekomen, ze hebben er naar elkaar toe nimmer op gehint en beiden hebben ook niet aan anderen verteld over deze efemere intimiteit. Achteraf bedacht Bibi dat ze het wellicht die nacht niet erg had gevonden als Pim verder was gegaan dan haar in haar hals te zoenen en met zijn vingers zacht over haar lichaam te gaan. Maar voor haar schuldgevoel was ze achteraf blij dat hij dit niet had gedaan. En voor Pim gold hetzelfde, al hebben ze het daar dus nooit meer over gehad. ‘Ik heb er ook recht op om te weten waarom je dat suggereerde van Frederique, vind je niet?’, ging Pim verder, terwijl Bibi haar winterjas dichtritste. Uiteindelijk zei ze: ‘Iemand vertelde me dat hij hen een paar jaar geleden samen had gezien.’ ‘Iemand?’, zei Pim. Het klonk bijna blaffend. ‘Wie?’ ‘Zeg ik niet.’ Pim nam een ongeduldige trek van zijn sigaret. ‘En wat zei die iemand dan?’ ‘Dat hij ze samen uit een hotelkamer had zien komen.’

‘Frederique en Kick? Uit een hotelkamer?’ Pim kon zijn verbijstering niet voor zich houden. ‘Wat een onzin! Wie is die iemand? En wanneer dan? Welk hotel? Een paar jaar geleden? En waarom heeft die iemand dat dan onthouden en waarom kom jij er nu pas mee? Goddomme, en wat dan nog? Wat betekent het als ze een hotelkamer uitkwamen? Waarschijnlijk iets compleets onschuldigs.’ Bibi keek naar haar peuk en zweeg. ‘Hoe lang weet jij dit al?’, riep Pim. ‘En waarom ben je verdomme niet naar mij gekomen? Het is altijd de bedrogene die het het laatste hoort…’ ‘Ik hoorde het vanmorgen’, zei Bibi. ‘Vanmorgen? Van die halve nicht met z’n hippe sjaal? Heeft hij je dat verhaal op je mouw gespeld? Waarom heb je niet aan Kick of desnoods aan Frederique persoonlijk gevraagd wat er waar van is, waarom moest je dit publiekelijk doen? En welk hotel was dat waar hij ze zou hebben gezien? En waarom…’ ‘In Barcelona.’ Dit antwoord onderbrak zijn ondervraging. Snuivend keek Pim Bibi aan. Zacht zei hij: ‘Frederique is een jaar of vier geleden met een vriendin in Barcelona geweest.’ Plotseling schoot hij zijn peuk weg, waarna hij zijn stuur beetpakte en op zijn fiets sprong. Toen hij drie meter van haar vandaan was, riep Bibi hem na.

Wat eraan vooraf ging
De Vijf is een groep vrouwen die elkaar al kennen sinds de studietijd. Ze willen met gezinnen Oud en Nieuw vieren op Vlieland. In een jeugdboerderij wisselt Bibi onder de dekens tekstberichten uit met haar geheime minnaar Silvijn. Die nacht verdwijnt Bibi’s man Kick met iemand anders uit het gezelschap in het donker. Later komt Kick Silvijn tegen in het dorp. Bibi schrikt. Wat doet de weduwnaar Silvijn in godsnaam op het eiland? Hoe kan het dat Kick hem kent? Het gezelschap gaat naar een hotel, waar Silvijn zichzelf uitnodigt mee te gaan op fietstocht. Na afloop van een fietssprint onthult Kick aan de andere mannen dat hij destijds een affaire heeft gehad met de vrouw van Silvijn. Ondertussen onthult Silvijn aan Bibi informatie over haar man. Tijdens een vrolijk moment met haar zoon barst de bom en beschuldigt Bibi haar man ervan met Frederique het bed te hebben gedeeld, waarna ze het restaurant ontvlucht en wegfietst.

1.1 Het eerste wat/dat
Lang geleden was ik columnist van de Volkskrant. In een van mijn eerste bijdragen schreef ik ‘het eerste wat puppelpuppel…’. Het kan ook zijn dat ik ‘het eerste dat puppelpuppel…’ schreef. Er kwam een schuimbekkende ingezonden brief van een woedende azijnlezer met het bevel dat ik direct als medewerker diende te worden geschrapt. Een schrijver die het verschil niet wist tussen ‘het eerste wat’ en ‘het eerste dat’, was de krant niet waardig. Eerlijk gezegd weet ik het nog steeds niet, en mijn naslagwerken en internet bieden ook niet veel soelaas. Gelukkig zijn er redacteuren, persklaarmakers en correctoren.

1.2 Barcelona
In aflevering 21 (‘Incidentsbestrijdingsprocedure’) liet ik Silvijn aan Bibi vertellen dat hij en Kick elkaar toevallig waren tegengekomen in Barcelona. Over wat er destijds in Barcelona zou zijn gebeurd, had ik op dat moment geen idee. Ik weet niet wat de officiële narratologische term hiervoor is, zelf noem ik het ‘ankertjes’. In het verhaal neem ik soms elementjes en motiefjes op die me op dat moment zelf ook nog niets zeggen, maar die later kunnen worden ingevuld. Of niet, en dan schrap ik weer.

E.H.B.P.
Redacteuren krijgen normaal gesproken weinig eer, het is de schrijver die alle lof krijgt toegewaaid (en alle klappen vangt). Ik heb het al eerder geschreven: een schrijver schrijft nooit alleen. Op cruciale momenten kan hij vertrouwen op redacteuren en meelezers. Zo heb ik vaak overlegd met mijn inmiddels voormalige redacteuren Tom Harmsen en Denise Larsen. Bij dit feuilleton werk ik niet met een redacteur, maar met meedenkende volgers op Facebook. Met een deadline in het verschiet had ik plotseling behoefte aan Eerste Hulp Bij Plotproblemen, en dus riep ik de hulp in van blogger Theo Stepper. Hij was zo vriendelijk telefonisch mee te denken over mogelijke plotontwikkelingen. Zo zijn we samen gekomen tot de opzet van deze aflevering (en van een paar die nog gaan komen). Ere wie ere toekomt.

Personogram
Er zijn vier gezinnen mee en een alleenstaande moeder met kinderen. Spil zijn Bibi Roskam (yogalerares en uitvaartverzorgster) en Kick Groen (platenbons). Kicks vader, Opa Kick, is een voormalige platenbons. Cameravrouw Frederique Severijn heeft al jaren de geheimen van haar vriendinnen verzameld. Ze is getrouwd met tv-maker en practical joker Pim Staal. Sanne Moens werkt bij de rechtbank en is getrouwd met Bram Laprice, redacteur bij Libelle. Klaasje Binninga is ambtenaar, getrouwd met Korneel Petersen, duikinstructeur bij de brandweer. Rosalie van Lokeren is een gescheiden puzzelontwerpster. Haar ex-man Pjotr woont in Nieuw-Zeeland, nadat hij een verhouding kreeg met een schade-expert.

Feuilleton aflevering 32: Het zwembad

FEUILLETON Opa Kick blijkt ook op Vlieland, Bibi treft hem aan de bar met Silvijn. Niet veel later huilt ze het zwembad vol.

Door: Ronald Giphart 13 mei 2013, 07:28

Pim liet zich niet terugroepen en verdween in de richting van restaurant Het Posthuys. Bibi overwoog om hem te volgen, maar ze vreesde confrontaties en onherstelbare breuken. Misschien was het laf, maar vast ook beter om de gemoederen voorlopig te laten bedaren. Na een minuut vertrok ze in tegengestelde richting.

Onderweg, rijdend door het witte bos, vroeg ze zich af wat ze in godsnaam had veroorzaakt? Waarom had ze zo jaloers gereageerd, nota bene in het bijzijn van een kind? Welk recht had zij, met haar eigen druistige gedrag?

Het vuurtje dat ze had aangestoken ontvlamde in haar hoofd. Tegen de tijd dat ze Strandresidence Duynstaete naderde stond het hele eiland, haar hele bestaan, in brand. Ze verwierp de optie om haar spullen te pakken en naar de haven te gaan, in de hoop dat er nog een veerboot naar het vasteland zou vertrekken.

Het deerde haar niet dat de receptioniste kon zien dat ze snotterend het hotel binnenkwam. Goddank had Bibi de sleutel van de family suite, zodat ze er niet bij de balie om hoefde te vragen. Ze liep snel door de gang, richting de vleugel waar haar kamer lag, toen ze vanuit de open bar naast de eetzaal haar naam hoorde roepen. De stem kwam haar bekend voor.

Bibi keek naar de toog waarvanuit de kreet had geklonken. Ze schrok. Wat deed híj hier plotseling? En wat moest hij in godsnaam met Silvijn? Glimlachend zat die hufter naast hem, hij keek Bibi aan met geamuseerde bezorgdheid. Verbijsterd deed Bibi een paar stappen in de richting van de bar.

‘Kick!’ riep ze, hem met grote ogen aanstarend. Haar schoonvader kwam van zijn kruk en spreidde zijn armen. Schor riep hij: ‘Favoriete schoondochter!’ Een omschrijving die iets minder indruk maakte in de wetenschap dat Bibi zijn enige schoondochter was.

Opa Kick omhelsde Bibi. Toen hij haar losliet ging hij heel even met zijn wijsvinger langs haar wang, om vocht weg te vegen.

‘Moet je huilen dat je me ziet?’ vroeg hij.

Bibi mompelde glimlachend dat ze in de wind had gefietst. Hierna hernam ze zich en riep: ‘Maar wat doe je hier? Weet Kick dat je er bent?’

Kick Senior schudde zijn hoofd. ‘Ik heb vanmorgen in een opwelling besloten hier naartoe te komen. Ze hadden gelukkig nog een kamer vrij.’

Hij ging weer op zijn kruk zitten en gebaarde Bibi aan te schuiven, maar ze bleef staan.

‘Hoeveel Oud en Nieuwen maak ik nog mee? Niet heel veel. Misschien is dit wel mijn laatste. Dan kan ik beter hier vanavond een paar jonge borrels drinken en een beetje genieten, dan in mijn huis eenzaam naar die ellende op tv kijken. Kan ik meteen ook op de kinderen passen, als dat nodig is.’

‘Dit is echt niet je laatste Oud en Nieuw, ouwe’, zei Bibi. ‘Daarvoor ben je veel te fit.’

Kick vroeg wat Bibi wilde drinken, maar ze gebaarde van niets, met een blik op Silvijn.

‘Kom’, zei Kick, ‘ik zit hier in een gesprek met deze alleraardigste meneer, die bij allemaal concerten blijkt te zijn geweest waar ik ook bij was. En ik begrijp van hem dat jullie elkaar kennen…’

Bibi keek Silvijn snuivend aan, langzaam knikkend. Ze voelde het verlangen Silvijn te slaan. Hoorde dit bij zijn spel?

‘Kom op, wat drink je?’ zei Kick nogmaals.

Bibi antwoordde dat ze niet kon blijven, omdat ze een afspraak had.

‘Een afspraak? Met wie? Je bent op vakantie?’ zei Kick, die met zijn vingers knippend een barman probeerde te wenken. ‘Een afspraak… Dûh!’

Bibi had werkelijk geen behoefte om met haar schoonvader en een ex-minnaar aan de hotelbar te keuvelen, in de wetenschap dat de rest van het gezelschap haar zo zou kunnen treffen. Ontredderd keek ze om zich heen. Overal in de strandresidence stonden en hingen geschilderde houten borden met bewegwijzering naar de verschillende locaties in het gebouw. Ze zag een bord met een pijl en de tekst ‘ZWEMBAD SAUNA MASSAGE’.

‘Ik word zo gemasseerd’, zei ze tegen Kick. ‘Ik heb een afspraak met een masseuse.’

‘Een masseuse?’

Bibi deed een paar stappen van haar schoonvader vandaan. ‘Ik ben al te laat. Praten jullie verder. Ik zie je straks, Kick. Leuk dat je er bent. Ik ben al te laat. Eet je met ons? Ik ben al laat.’

Dat laatste riep ze nog een keer, in haar vlucht.

Gelukkig wist ze nu wel wat ze kon doen. In de family suite trok ze haar badpak aan en in een badjas van het hotel liep ze op slippers naar de kelder, de borden ‘ZWEMBAD SAUNA MASSAGE’ volgend.

In het zwembad was het warm en het rook er naar chloor en wasverzachter. Het bleek er vrijwel uitgestorven. Bibi zag alleen twee oudere mensen, die op strandstoelen dicht tegen elkaar lagen, met hun badjassen aan. Ze reageerden vreemd schichtig op de komst van Bibi, die de indruk kreeg dat ze het bejaarde echtpaar stoorde in hun voorspel, of naspel, of wat die geilaards op die strandstoelen aan het uitspoken waren. Het deerde of amuseerde Bibi niet, ze was te verdiept in haar eigen beslommeringen.

Ze bedacht of ze langzaam via het ondiepe gedeelte in het zwembad naar het diepe zou waden, of er zonder dralen in zou springen. Ze besloot het eerste, maar deed plotseling toch het laatste.

Het water voelde fris en lauw tegelijk, Bibi bleef lang onder. Op het moment dat ze bovenkwam was het meteen een stuk minder benauwd in de ruimte. De ouden van dagen waren ondertussen opgestaan van hun strandstoelen. Bibi keek hen na. Toen het echtpaar was verdwenen, kon ze hen niet meer tegenhouden: haar tranen. Ze begon te huilen, bijna hartstochtelijk. Ze was alleen, wie kon haar zien? Bibi huilde, staand in het halfdiep. Ze huilde, onder water. Ze huilde, drijvend op haar rug. Ze huilde, terwijl ze een baantje probeerde te zwemmen.

Na verloop van tijd hoorde ze geluiden op de gang. Naderend kindergeschreeuw. Felle hoge kreten. Meisjesgegil, jongensgestamp. Binnen vijftien seconden was het zwembad veranderd in een klankkast van lawaai. Hupla, kinderen doken elkaar achterna, water spatte vrolijk op, wilde golven sloegen over de randen van het bad.

‘Mamma!’ riep Kleine Kick, Bibi’s jongste, de benjamin. Als enige kind bleef hij aan de kant staan, uitgelaten zwaaiend naar zijn moeder. ‘Opa is er ook!’

‘Ik weet het!’ snotterde Bibi terug. Op dat moment zag ze Rosalie, Sanne, Klaasje en Frederique het zwembad binnenkomen, met handdoeken onder hun armen. Ook zij bleven aan de kant staan kijken naar de zwemmende kinderen. Hoe lang was het geleden dat Bibi haar vriendinnen in badpak had gezien? Wanneer hadden ze überhaupt afgesproken alleen nog maar in badpak te zwemmen?

Ze legden hun baddoeken op de strandstoelen, en alsof ze het hadden afgesproken sprongen de vier plotseling met een kleine aanloop in het water. Een grote golf trok door het bad.

Rosalie, Sanne en Klaasje bleven bij elkaar hangen, terwijl Frederique in Bibi’s richting kwam gezwommen. Binnen drie schoolslagen was ze bij haar. Bibi en Frederique keken elkaar aan, trappelend, onwennig.

‘Hoe gaat het?’ vroeg Frederique.

Bibi’s blik was er een van ontreddering.

‘Ik heb net het hele bad vol gehuild’, zei ze, waarna ze weer volschoot. Frederique zei: ‘Ik moet je een geheim vertellen.’

WAT ERAAN VOORAF GING
De Vijf is een groep vrouwen die elkaar al kennen sinds de studietijd. Ze willen met gezinnen Oud en Nieuw vieren op Vlieland. In een jeugdboerderij wisselt Bibi onder de dekens tekstberichten uit met haar geheime minnaar Silvijn. Die nacht verdwijnt Bibi’s man Kick met iemand anders uit het gezelschap in het donker. Later komt Kick Silvijn tegen in het dorp. Bibi schrikt. Wat doet de weduwnaar Silvijn in godsnaam op het eiland? Hoe kan het dat Kick hem kent? Het gezelschap gaat naar een hotel, waar Silvijn zichzelf uitnodigt mee te gaan op een fietstocht. Kick onthult ondertussen aan de andere mannen dat hij een affaire heeft gehad met de vrouw van Silvijn. Op zijn beurt vertelt Silvijn aan Bibi over het gedrag van haar man, waarop ze een scène schopt in een restaurant. Zo beschuldigt Bibi haar man ervan met Frederique het bed te hebben gedeeld, waarna ze het restaurant ontvlucht en wegfietst. Frederiques man Pim fietst haar achterna en hoort van het overspel van zijn vrouw.

Nog acht afleveringen
Met Chris Buur, de chef van dit katern, heb ik vorige week afgesproken dat de laatste aflevering van dit feuilleton verschijnt op zaterdag 6 juli. Daarna is half Nederland op vakantie. Dat betekent dat we nog acht afleveringen hebben te gaan. Nog maar acht! Mede daarom was het tijd om afgelopen donderdag de noodtroepen weer in te roepen. Met zeven Facebook-meefeuilletonisten hebben we in een café gebrainstormd over de naderende ontknoping. In verband met Hemelvaartsdag viel de deadline deze week al op woensdag, dus over het werk van deze zogenoemde ‘Bastaardgroep’ volgende week meer.

Het slot
Aanvankelijk wilde ik het verhaal laten eindigen op 2 januari, bij de terugreis, maar dan hebben we in acht afleveringen weinig verteltijd. Als voorschot op de discussie in café De Bastaard stelde ik aan Facebook de (vrijblijvende) vraag wanneer het verhaal zou kunnen eindigen? Rond 00.00 uur, tijdens het vuurwerk? Op 1 januari, bij het einde van de nacht? Op 1 januari, na de nieuwjaarsduik? Op 1 januari, aan het einde van de middag?

De eerste optie had een lichte voorkeur. ‘Met een symbolische knal eruit’, schreven Silvia Nobis en Rudolf Vos. Miriam Piters stelde voor om een deel van de groep al eerder te laten vertrekken. Maike Ypinga vond het einde van de nacht een goed moment: ‘Als alle ruzies zijn uitgevochten en iedereen dronken en moe zijn bed in rolt.’ De poll op Facebook staat nog open.

Een vervolg?
Over acht aflevering stopt dit feuilleton. In het gesprek hierover met Chris Buur ontstond het voorzichtige en idiote idee het feuilleton volgend seizoen wellicht te laten voortzetten door een andere schrijver. Dit legde ik voor aan Facebook. Nimmer werd een poll zo eensluidend beantwoord. 1 persoon stemde voor de optie ‘Nee, vooral stoppen!’ en 36 voor ‘Ja, doorgaan!’. Er werden zelfs verlanglijstjes ingevuld. De genoemde namen: Ernest van der Kwast, Nico Dijkshoorn, Herman Koch, Dimitri Verhulst, Arthur Japin, Arnon Grunberg, A.F.Th. van der Heijden, Tommy Wieringa, Sylvia Witteman, Aaf Brandt Corstius en Renate Dorrestein. Wordt (misschien) vervolgd.

PERSONOGRAM
Er zijn vier gezinnen mee en een alleenstaande moeder met kinderen. Spil zijn Bibi Roskam (yogalerares en uitvaartverzorgster) & Kick Groen (platenbons). Kicks vader, Opa Kick, is een oud-platenbons. Cameravrouw Frederique Severijn verzamelde jarenlang de geheimen van haar vriendinnen. Ze is getrouwd met tv-maker Pim Staal. Sanne Moens werkt bij de rechtbank en is getrouwd met Libelle-redacteur Bram Laprice. Klaasje Binninga is ambtenaar, getrouwd met duikinstructeur Korneel Petersen. Rosalie van Lokeren is een gescheiden puzzelontwerpster. Haar ex-man Pjotr woont in Nieuw-Zeeland.

Feuilleton aflevering 33: De Muilpeer

FEUILLETON Frederique confronteert Bibi met Kicks escapades. Bibi denkt dat Frederique dit doet om haar eigen zonden te verhullen.

Door: Ronald Giphart 21 mei 2013, 11:39

Terug naar wat er eerder die middag was gebeurd. Frederiques zoon Hidde had niet door dat hij op weg naar het restaurant in het geheim iets explosiefs filmde met Frederiques camera: het heimelijke gesprek tussen de vaders in het bos. Ze hadden zich onbespied gewaand en, rokend in de sneeuw, gepraat over vrouwen. Later, tijdens de lunch, had Frederique met dezelfde camera een interviewtje opgenomen met kleine Kick, die aandoenlijke dingen over de toekomst zei. Dit was voordat Bibi suggereerde dat Kick en Frederique samen in bed zouden hebben gelegen. Bibi verdween na deze aantijging, direct gevolgd door Pim, die wilde weten wat ze godsamme had bedoeld.

Het gezelschap was ongemakkelijk blijven zitten. Er waren heus vaker irritaties en ruzies, maar nooit zo heftig over dit onderwerp. Een onderwerp dat overigens vaak ter sprake kwam. Geen gesprek van De Vijf dat niet op een bepaalde manier ging over buitenechtelijkheden in hun omgeving. Om zichzelf een houding te geven wilde Frederique, toen Kick jr. was teruggekomen van een sneeuwballengevecht, het vraaggesprekje met hem laten zien. Misschien dat zijn vertederende antwoorden het gezelschap op andere gedachten zouden brengen dan vreemdvrijen en wie er met wie wanneer waarom. Frederique spoelde echter het bandje zonder het te weten te ver terug en belandde midden in het terloops opgenomen gesprek van de mannen.

Die spraken over de vraag of Nathalie, de vrouw van Silvijn, ‘een lekker wijf’ was. O, was geweest. Aanvankelijk keken alleen kleine Kick en Frederique naar deze opname, want de rest van het gezelschap praatte over iets anders.

Maar toen trok Frederiques opengevallen mond de aandacht van Sanne, Klaasje en Rosalie, die mee begonnen te kijken naar de beelden. Er werden door de mannen termen gebruikt die ze in gezelschap van hun vrouwen niet snel bezigden. De drie vrouwen luisterden toe hoe Kick onthulde dat hij met Nathalie naar bed was geweest. Hij gebruikte de uitdrukking dat hij ‘één vlees met haar was geworden’.

‘Eén vlees? Zegt Kick nu dat hij heeft geneukt met de vrouw van Silvijn?’ had Rosalie gezegd, zo hard dat het de aandacht van het hele gezelschap had getrokken. Frederique werd gevraagd de band opnieuw terug te spoelen. Kick keek met grote ogen toe hoe hij zichzelf hoorde vertellen van zijn escapades met de vrouw van Silvijn.

‘Jezus christus!’ riep Sanne. ‘Spoel nog eens terug. Wat zeg je daar nou, Kick?’ Iedereen keek naar Kick, die stamelde dat hij dat er dat een grapje dat hij maar grapje dat het natuurlijk niet dat hij wat zat te dollen met de mannen. Het had niet overtuigend geklonken.

‘Godverdomme’, riep nu ook Rosalie. ‘Ik heb hier helemaal geen zin meer in’, had Klaasje gezegd, waarna ze opstond. ‘Kan ik met jullie spreken?’ Met jullie bedoelde ze haar drie vriendinnen, niet de mannen. Ze overlegden kort en deelden de overgebleven echtgenoten mee dat ze stante pede teruggingen naar het hotel, op zoek naar Bibi. Ze hadden behoefte aan tijd voor zichzelf.

‘Het was een grap’, riep Kick hen na. ‘En daarbij, ze leeft niet meer.’ Watertrappelend in het zwembad van strandresidence Duynstaete vertelde Frederique aan Bibi wat ze op de band van haar camera had gehoord. Ze zei: ‘Ik ben je achterna gekomen omdat ik vind dat je het moest weten. Iedereen heeft het gehoord. Kick zegt dat het maar een grap was, maar we hebben het hem allemaal serieus horen vertellen. Hij heeft iets gehad met de vrouw van Silvijn.’

En iets zachter voegde ze eraan toe: ‘Dat heeft hij altijd geheimgehouden.’
Vanaf een afstand keken de andere drie vrouwen gespannen toe. De kinderen – die met hen mee naar het hotel waren gefietst – buitelden in een andere hoek van het zwembad nog steeds gillend over elkaar heen.
‘Je vertelt me dat alleen maar om te verhullen dat je zelf iets met Kick hebt gehad’, zei Bibi. Haar ondertoon was kil, haar blik scherp.
‘Hoe kom je daar nou toch bij?’ riep Frederique. ‘Dat heb je al een paar keer gezegd.’
‘Dat heeft Silvijn me verteld.’
Frederique had moeite zich te hernemen.
‘Silvijn? Maar hoe komt hij daar dan in godsnaam bij? Hij verzint maar wat. Het is een intrigant, die man.’
‘Jij hebt Silvijn ontmoet in Barcelona’, zei Bibi, met een trilling van woede in haar stem. ‘Vluchtig op de gang. Dat weet jij niet meer, want jij had alleen maar oog voor Kick. Dat heeft Silvijn me vanmiddag over de telefoon verteld.’
‘Ik heb hem daar nooit gezien.’
‘Maar hij jou wel. Je maakte blijkbaar indruk op hem. Toen hij je vanmorgen in de jeugdboerderij in de keuken zag, herkende hij je meteen. Ga je ontkennen dat je in Barcelona was? Jij was er met Kick. In het W Hotel. Silvijn was er met zijn vrouw Nathalie.’
‘Bibi, Kick heeft iets met die Nathalie gehad, dat heeft hij net zelf aan de mannen verteld. Ik heb het op band. Daarom zit die Silvijn te stoken.’
‘Tegen mij heeft Kick gezegd dat hij Nathalie in Barcelona leerde kennen, in gezelschap van Silvijn. En Silvijn vertelde me dat hij jou daar zag. Lange, te slanke vrouw met rode krullen.’
‘Dat kan iedereen zijn geweest… die te slank is met rode krullen.’ ‘Verdomme, Frederique.’
Er keken kinderen naar hen. Bibi vroeg, iets zachter: ‘En nu eerlijk, ben jij wel of niet met Kick in Barcelona geweest? Net in het bos sprak ik Pim en die zei dat jij daar met een vriendin een lang weekend hebt gehad.’
‘Ik bén met een vriendin in Barcelona geweest’, zei Frederique.
‘En heb je Kick daar wel gezien?’
Frederique gaf geen antwoord.
‘Verdomme! Silvijn zei dat hij jou met Kick uit een hotelkamer zag komen. Ik heb gezegd dat hij loog.’
‘Ik heb Kick daar gezien.’
Watertrappelend keken de vriendinnen elkaar indringend aan.
‘En was dat een toevallige ontmoeting, of hadden jullie het zo gearrangeerd?’

Toen Frederique geen antwoord gaf, was Bibi met een paar slagen bij de kant. Bibi rende, zonder zich af te drogen en met haar badjas in haar hand, terug naar haar kamer. Misschien dat gasten vreemd opkeken, maar dat interesseerde haar niets. In badpak liep ze langs de open bar van het hotel, op weg naar haar vleugel.

Ze wilde de blikken van opa Kick en Silvijn vermijden, maar dat lukte haar niet. Ze zag de mannen van de groep gebroederlijk bij elkaar staan. Opa Kick in het midden, Silvijn stond er niet meer bij. Er werd gelachen.

Kick zag Bibi, stond op van zijn kruk, deed een paar stappen in haar richting en riep haar.
‘Bibi! Ik heb het net allemaal aan Pim uitgelegd: het berust allemaal op een misverstand. Bibi! Een misverstand.’
Wild snuivend deed Bibi ook een paar stappen naar Kick en ze haalde uit. Dit was het beeld: een nadruipende vrouw in badpak die in een bar een man een enorme klap verkocht.

De muilpeer was zo hard dat Kick, niet de kleinste, achterover tegen de toog viel. Iedereen keek geschrokken toe. Opa Kick zei: ‘Moet dat?’ ‘Godsamme, Bibi!’ Kick vanaf de grond. ‘Echt? Is dit wat je wilt?’ ‘Klootzak!’ riep Bibi.
Kick voelde aan zijn gezicht.
‘En zal ik jou eens een dreun verkopen voor die keer dat je met Korneel hebt liggen vozen?’ zei hij. ‘Of dacht je dat ik dat niet wist? Iedereen wist dat. Jullie allemaal. Daar heb je mij nooit over gehoord. Over jouw verzetje met Korneel.’

Grote ogen bij Bibi. En bij Korneel. En bij Klaasje, die met haar badpak aan in de gang stond. Naast haar vriendinnen. Of wie daarvan over waren.

Wat eraan vooraf ging
Een groep van vijf vrouwen (‘De Vijf’) wil Oud en Nieuw vieren op Vlieland met gezin en kinderen. In een nood-jeugdboerderij wisselt Bibi onder de dekens berichten uit met haar geheime minnaar Silvijn. Die nacht verdwijnt Bibi’s man Kick met iemand anders uit het gezelschap in het donker. Later komt Kick Silvijn tegen in het dorp. Bibi schrikt. Wat doet de weduwnaar Silvijn op het eiland? Hoe kan het dat Kick hem kent? Onderweg naar een lunchtent onthult Kick aan de andere mannen dat hij destijds een affaire heeft gehad met de vrouw van Silvijn. Op zijn beurt vertelt Silvijn aan Bibi over het gedrag van haar man. Hierop schopt ze een scène in het restaurant. Ze beschuldigt Kick ervan met Frederique het bed te hebben gedeeld, waarna ze het restaurant ontvlucht en wegfietst. Frederiques man Pim fiets haar achterna en hoort van het overspel van zijn vrouw. Pim gaat terug en Bibi neemt een duik in het zwembad van het hotel. Daar komen Frederique en de drie andere vrouwen langs.

1.1 Hotel in Barcelona
Ik ben nog nooit in Barcelona geweest, maar voor het verhaal was een goed en groot bekend hotel in Barcelona gewenst, het liefst met een hippe bar die tot laat openblijft en een mooie ontbijtzaal (de vraag verraadt iets van het plot van een volgende aflevering). Aan Facebook stelde ik de vraag welk hotel dit zou kunnen zijn. Noor van der Kleij kwam met het B-hotel. Erik Helleman met Hotel Do Placa Reial. Barbara Kramer tipte het W Hotel, en keuze die door localo Arthur van Vliet werd goedgekeurd.

1.2 Uiterlijk Frederique
Over het uiterlijk van de personages ben ik tot nu toe zeer terughoudend geweest. Ik vind dat je hoofdpersonen niet al te veel moet tekenen, maar dat moet overlaten aan de creatieve wensen en het inlevingsvermogen van de lezer. Toch had ik van Frederique iets kenmerkends van haar uiterlijk nodig (iets dat een buitenstaander zou kunnen beschrijven op een manier dat een bekende van Frederique haar daaraan direct zou herkennen). Ik stelde de vraag aan Facebook. Uit de (35) reacties bleek dat toch iedereen een eigen beeld had. Uiterlijkheden Ineke Scheffers: slank, lang en altijd zwart gekleed. Irene van der Rol: lang stevig, slecht geknipt haar, blond, slordige kleren, meestal T-shirts. Esther Peeters: litteken op haar bovenlip. Annemarie van den Brink: loenzend oog. Etienne Stekelenburg: Tomboy, kort geknipt, spijkerbroek, overhemd, op sneakers en met jongenshumor. Hetty van den Berg: rode krullen, lange vrouw. Lysbeth Rixt Kuipers: haar haar lang in een staart. Rudolf Vos: ze heeft een widows peak. Irene Kraal: een irritante lach. Kathelijn Korver: lang zwart haar met een witte pluk. Enzovoort, enzovoort.

Bastaardgroep
Voor de tweede keer kwam de zogenoemde Bastaardgroep bijeen, meelezers die elkaar tot dit feuilleton onderling niet kenden. Vorige week donderdag discussieerden we tot kwart over drie ’s nachts in een café over de komende afleveringen en de ontknoping. Met dank aan Erik Helleman, Theo Stepper, Etienne Stekelenburg, Anke Millenaar en Marjon Troost-Roos.

Personogram
Er zijn vier gezinnen mee en een alleenstaande moeder met kinderen. Spil zijn Bibi Roskam (yogalerares en uitvaartverzorgster) & Kick Groen (platenbons). Kicks vader, Opa Kick, is een voormalige platenbons. Cameravrouw Frederique Severijn heeft al jaren de geheimen van haar vriendinnen verzameld. Ze is getrouwd met tv-maker en practical joker Pim Staal. Sanne Moens werkt bij de rechtbank en is getrouwd met Bram Laprice, redacteur bij Libelle. Klaasje Binninga is ambtenaar, getrouwd met Korneel Petersen, duikinstructeur bij de brandweer. Rosalie van Lokeren is een gescheiden puzzelontwerpster.

Feuilleton aflevering 34: De val

FEUILLETON In de hotelbar wordt geschreeuwd en gescholden, terwijl het personeel geschrokken toekijkt.

Door: Ronald Giphart 27 mei 2013, 08:45

Wat er was gebeurd tussen Korneel en Bibi? Nou ja, niets. Min of meer. Korneel had – jaren geleden – een meet cute met de voltallige Vijf. Een of andere crimineel had tijdens een achtervolging door de politie een pistool in de gracht gegooid. Het team van Korneel werd ingeroepen om het wapen op te duiken, maar in het geelbruine grachtwater bleek het onvindbaar. Daarom werd een deel van de gracht door de brandweer bij de bruggen afgestoken en leeggepompt.

De Vijf was destijds uitgelopen om naar het spektakel te kijken. Beschenen door grote bouwlampen waadden Korneel en zijn collega’s over de drieënhalve meter diep gelegen modderige bodem, door groenzwarte waterplanten, fietskadavers en weggegooide spullen. Het was Korneel die het pistool vond. Met het wapen in zijn hand riep hij zijn collega’s, waarop De Vijf aan de reling van de gedempte gracht begonnen te joelen en applaudisseren, een ovatie die als een wave van brug tot brug ging.

Een kwartier later zagen de vriendinnen Korneel toevallig bij een brandweerauto, waar hij zich stond te verkleden. Klaasje floot op haar vingers, Sanne slaakte een baltskreet en Bibi riep hem toe dat zij op weg waren naar Over Den Tong, hun stamcafé. En dat hij niet moest schromen daar een biertje te komen drinken. Anderhalf uur later kwam hij met een paar collega’s naar het café, dat hen als helden onthaalde. Later die nacht liet Korneel zich als enige brandweerman door De Vijf overhalen een afzakker te nemen in de Joris van Spilbergen.

Korneel kende de sfeer van studentenhuizen helemaal niet en liet zich overdonderen door de liederlijke vrijmoedigheden. Anderhalve maand later vertelde Klaasje aan de rest van De Vijf dat het haar eindelijk was gelukt een afspraakje te regelen met die brandweerman van toen. Haar vriendinnen reageerden verrukt. Bibi verzweeg dat Korneel de nacht van hun ontmoeting half- tot driekwartdronken bij haar in bed was geëindigd. In het geheim, want Bibi was al een tijdje met Kick en die hoefde natuurlijk niets te weten. Nog voor iemand in huis wakker werd, was Korneel alweer verdwenen. Ook later – toen Klaasje en hij officieel iets kregen – heeft Bibi het eenmalige samenzijn nooit aan Klaasje opgebiecht, om haar niet te verontrusten met iets dat waarschijnlijk nooit was gebeurd. Korneel hield ook al die tijd zijn mond. Het was Bibi een raadsel hoe Kick ervan had gehoord.

Het leek wederom op een Mexican standoff, maar nu tussen vier echtgenoten, vijf nadruipende vrouwen en een bejaarde man in het midden. Er werd ge-schreeuwd en gescholden. Personeel keek geschrokken toe, andere hotelgasten in de loungebar deden discreet of de scène hen ontging.

Het was Sanne, de rechter, die de groep volwassenen tot rust probeerde te manen. De door Bibi naar de grond geslagen Kick werd overeind geholpen door Bram en Pim, terwijl Rosalie Klaasje troostend probeerde te omarmen, een gebaar dat te ruw werd afgeslagen. Rosalie had Klaasje willen troosten, omdat ze zich de regel van W.H. Auden herinnerde die Klaasje daags ervoor op de platbodem naar Vlieland had geciteerd: dat elk huwelijk, gelukkig danwel ongelukkig, oneindig veel interessanter is dan om het even welke romance, hoe hartstochtelijk ook.

‘Blijf van me af’, zei Klaasje.

‘Iedereen nu kalm blijven, verdomme’, riep Sanne, zelf niet bijster kalm. Kick sr. zette zijn jeneverglaasje met een tik op de toog en kondigde aan dat hij bij de kinderen in het zwembad ging kijken. Op de gang draaide hij zich om.

‘Jullie zouden moeten voorkomen dat zij getuige zijn van jullie gedrag. Ik weet niet wat er speelt en wil het ook niet weten. Zonder me ergens mee te bemoeien, maar in godsnaam… Het is onbelangrijk. Wat het ook is, het is de ruzie niet waard, geloof mij nou maar. Ik ben 82, het is het allemaal niet waard.’

Niemand reageerde.

Toen opa Kick de gang uit was, zei Klaasje tegen Korneel, ijzig en getergd: ‘Wat is er tussen jou en die slet van een Bibi gebeurd? Ik wil het weten, verdomme.’

Korneel bewoog zijn armen, maar er kwam geen geluid uit zijn mond. Bibi antwoordde voor hem: ‘Die slet van een Bibi? Dat is een goede. Wat er is gebeurd? Hetzelfde wat er destijds is gebeurd tussen jou en Bram.’

Dat klonk al even getergd.

‘Namelijk helemaal niets,’ ging Bibi verder. ‘Wat dacht je? Dat niemand dat wist? Het stelde toch niets voor, tussen jou en Bram?’

Grote ogen, bij Bram, bij Sanne. Ontzetting wederom. Kreten van ongeloof. Iemand zei: ‘Godsamme.’

‘Wát?’, krijste Sanne, die een moment daarvoor nog om kalmte had verzocht. Ze deed een stap in de richting van Bram, die amechtig zuchtend en hoofdschuddend naar de grond stond te kijken.

‘Ik weet niet wat ze bedoelt’, zei hij, zonder zich op te richten en met een intonatie die anders deed vermoeden. De Mexican standoff was voorbij, want het was Sanne die uithaalde. Haar vlakke hand sloeg tegen Brams achterhoofd. De droge pets klonk na in de bar. In vaktaal zou dit, met gevoel voor juridisch drama, vallen onder ‘eenvoudige mishandeling’. Artikel 300 uit het Wetboek van Strafrecht. De richtlijn voor ‘met eigen ledematen slaan of schoppen waarbij aanzienlijk letsel is ontstaan’ is vier weken gevangenisstraf, waarbij pijn al snel als letsel wordt gezien. En Bram voelde pijn.

Sanne riep dat Bram een klootzak was en beende weg van het gezelschap, Klaasje riep hetzelfde tegen Korneel en verdween ook, waarop Bibi een andere kant op rende, en de rest zwijgend achterbleef.

Bibi kwam terecht in een verlaten vleugel van het gebouw, ver verwijderd van haar family suite. Bij een raam aan het einde van de gang stond een bankje, waarop ze zich moedeloos liet zakken. Minutenlang staarde ze naar het duinlandschap.

Ze hoorde het geluid van een binnenkomende Whatsapp. Een bericht van Silvijn, die vroeg of ze hem wilde bellen, want hij moest haar nog iets vertellen. Hoewel ze zag dat Silvijn online op haar reactie bleef wachten, typte ze niets terug.

De kinderen trokken ondertussen hun eigen plan, ongewis van de aanvaringen tussen hun ouders. Na het zwemmen hadden ze zich met z’n allen teruggetrokken op de kamer van de oudste jongens om een huurfilm te kijken. Bij de hoofdober regelden ze later op eigen houtje een lange tafel vlak bij het enorme eetbuffet, waarbij ze verzochten of hun ouders zo ver mogelijk van hen vandaan konden zitten. Toen het buffet om half zeven opende, waren de kinderen als eerste van alle hotelgasten in de eetzaal, opgedoft en aangekleed voor het feest.

De ouders hielden zich ondertussen met andere zaken bezig. Ze zaten gevangen op het eiland. Er gingen geen boten meer, cafés en restaurants waren gesloten of volgeboekt, er zat voor niemand iets anders op dan in de strandresidence te blijven en in die verrotte eetzaal te dineren.

Twee uur na de ruzie in de bar zat het gezelschap volwassen bij elkaar aan één tafel en dat was misschien de grootste krachtsinspanning die de groep in al die jaren had geleverd. Het kwam voor een deel door

Kick sr., die na zijn bezoek aan het zwembad had gehoord wat er was gebeurd en daarna, als Lord Owen op Vlieland, verscheidene hotelkamers was afgewandeld om met clans en facties te onderhandelen over voorwaarden waaronder ze weer met elkaar wilden praten. Ook sommige van de vriendinnen en vrienden hadden zelf bij elkaar aangeklopt, om de rust in de groep te herstellen. Er was het besef dat er gepraat moest worden. Als ze dat nu niet deden zou de vriendschap, na bijna twintig jaar, geheid uit elkaar spatten. En wellicht vier relaties meesleuren in de val.

WAT ERAAN VOORAF GING
Een groep van vijf vrouwen (‘De Vijf’) wil Oud en Nieuw vieren op Vlieland met gezin en kinderen. De eerste nacht wisselt Bibi onder de dekens berichten uit met haar geheime minnaar Silvijn. Die nacht verdwijnt Bibi’s man Kick met iemand anders uit het gezelschap in het donker. Later komt Kick Silvijn tegen in het dorp. Bibi schrikt, want wat doet de weduwnaar Silvijn op het eiland? Onderweg naar een lunchtent onthult Kick aan de andere mannen dat hij destijds een affaire heeft gehad met de vrouw van Silvijn.

Silvijn licht op zijn beurt Bibi in over het gedrag van haar man. Hierop schopt ze een scène in het restaurant. Ze beschuldigt Kick ervan met Frederique het bed te hebben gedeeld, waarna ze hier meer over vertelt aan Frederiques man Pim. Later, in het zwembad, wordt Bibi door Frederique ingelicht over de verhouding die Kick had met de vrouw van Silvijn. In badpak gaat Bibi naar de hotelbar, waar ze Kick naar de grond slaat. Hierop onthult Kick dat Bibi iets met Korneel heeft gehad.

1.1 Meet cute
Blogger Theo Stepper schreef in zijn wekelijkse verslag van dit feuilleton dat hij begreep dat het door de verschijningsvorm van dit vervolgverhaal soms onontkoombaar is terug te grijpen op eerdere gebeurtenissen: ‘De niet zo trouwe lezer moet worden teruggewonnen.’

Daarom voor mensen die het hebben gemist. Meet cute werd geïntroduceerd in Aflevering 17: een term uit de Amerikaanse filmkunde waarmee een grappige, bijzondere of schattige ontmoeting van een toekomstig liefdesduo wordt bedoeld. Mexican standoff (uit Aflevering 11 en 12), ook een filmterm, is een scène waarin meerdere partijen elkaar onder schot houden.

1.2 Slaan
Hoewel iedere burger geacht wordt de wet te kennen, wist ik niet onder welk wetsartikel ‘slaan’ zou vallen. DC Wendy (@DC_De_Waarden), diender in district Gelderland-Zuid, deelde via Twitter mee dat dit Artikel 300 uit Wetboek van Strafrecht was, uitgaande van de zogenoemde ‘droge klap zonder ernstig letsel’. Theoretisch kan hier maximaal drie jaar gevangenisstraf op staan.

Juridisch adviseur Olivier Braspenning (@olivier1976) vulde aan: ‘Ik lees 3 jaar (lid 1) en 4 jaar in geval van zwaar letsel (lid 2). Maar met wederzijdse toestemming in sm-kelder is een tik niet strafbaar.’ Dat is goed om te weten. Miriam Piters citeerde op Facebook haar vriendin, advocate Titia Fuchs: ‘Poging tot mishandeling bestaat niet, er moet letsel zijn. Maar pijn voldoet als letsel.’

Zelfhulpboeken
Vorige week, in de bibliotheek van Eindhoven voor wie het per se weten wil, vroeg iemand me naar aanbevelingswaardige zelfhulpboeken over schrijven. Dit zijn er drie. How Fiction Works van de Engelse criticus James Wood (in het Nederlands vertaald als Hoe fictie werkt (2012, uitgeverij Querido), een diepgravende en gedetailleerde opsomming wenken en analyses. De wil en de weg van Jan Brokken (2006, uitgeverij Augustus, ook als e-book verkrijgbaar), volgens een recensent ‘een van de belangrijkste schrijfboeken van het laatste decennium’. En de onlangs verschenen essaybundel Mijn leven is mooier dan literatuur van Jannah Loontjes (2013, uitgeverij Ambo), een persoonlijk lees- en schrijfverslag met anekdotes en filosofische bespiegelingen.

PERSONOGRAM
Er zijn vier gezinnen mee en een alleenstaande moeder met kinderen. Spil zijn Bibi Roskam (yogalerares en uitvaartverzorgster) & Kick Groen (platenbons). Kicks vader, Opa Kick, is een voormalige platenbons. Cameravrouw Frederique Severijn heeft al jaren de geheimen van haar vriendinnen verzameld. Ze is getrouwd met tv-maker en practical joker Pim Staal. Sanne Moens werkt bij de rechtbank en is getrouwd met Bram Laprice, redacteur bij Libelle. Klaasje Binninga is ambtenaar, getrouwd met Korneel Petersen, duikinstructeur bij de brandweer. Rosalie van Lokeren is een gescheiden puzzelontwerpster.

Feuilleton aflevering 35: Pinken

FEUILLETON De sfeer in het gezelschap is er ondanks de bemiddelingspoging van opa Kick niet beter op geworden.

Door: Ronald Giphart 3 juni 2013, 07:32

Bij het buffet zat opa Kick met de kinderen, die hij vermaakte met smeuïge verhalen over popmuzikanten waarvan de meesten nog nooit hadden gehoord. Verderop, aan de tafel van de volwassenen, hingen de kruitdampen van de gewapende vrede tussen de negen kampen. Er werd gepraat over de vriendschap en ‘dingen die er waren gebeurd’, vaak kregelig en verwijtend, met een bijtend sarcasme over nieuwe onthullingen. Het was vooral Rosalie, de gescheiden puzzelmaakster, die met een nogal opzichtig opgewekt geëtaleerd gevoel van betrokkenheid helende verbanden probeerde te leggen en probeerde te lijmen wat er te lijmen viel.

Frederique zag de aanvoer van de vele flessen wijn, luisterde naar de uiteenzettingen over wie met wie, waarom, wanneer, en dacht aan beruchte pijnlijke scènes uit Who’s afraid of Virginia Woolf? en Journey to Italy, over huwelijken in verval, jaloezie en overspel. Ze zat er daas bij en hoe langer de getergde gesprekken om haar heen duurden, hoe afweziger en tegelijkertijd meer geërgerd ze raakte.

Voortdurend maakte ze zichzelf het verwijt dat zij in gang had gezet wat er nu binnen de groep speelde. Al die jaren had ze de geheimen van haar vriendinnen bijgehouden, zoals een ander boeken, aardewerk of sierbloemen verzamelt. In haar dagboeken had ze regelmatig geschreven over de dingen die haar werden toevertrouwd. Kleine weetjes, majeure geheimen, al lang weer verjaarde ontboezemingen, gemene roddels, geheimen die alles op losse schroeven konden zetten: Frederique noteerde er vele en onthield ze allemaal.

Niet dat ze ooit iets met haar kennis had gedaan, nooit roddelde ze wat door, nimmer liet ze doorschemeren dat ze meer wist dan een ander. Tot afgelopen nacht.

Vier jaar geleden bezochten Frederique en Pim een barbecue bij vrienden, waar toevallig ook Kick en Bibi waren. De tuin van het feestje grensde aan een meertje in het bos. Er was een reling, waartegen Frederique halverwege de avond stond geleund, terwijl ze uitkeek over het golvende lichtmozaïek op het water. Kick kwam in het halfschemer naast haar staan. Ze babbelden over een onderwerp dat Frederique toen al niet kon onthouden.

Terwijl de zon onderging, de grote barbecue verderop in de tuin steeds penetranter begon te walmen en de rest van het gezelschap stond te schreeuwen, leunde Kick naast Frederique, om heel voorzichtig zijn rechterpink over haar linkerpink te leggen. Onschuldiger kon een gebaar niet zijn, twee pinken over elkaar – en toch voelde het zeer intens. Frederique trok haar hand niet weg.

Na verloop van tijd vroeg Kick naar een bepaalde avond, een paar weken daarvoor, toen Pim en Bibi na het stappen samen zouden zijn overgebleven in het café. Althans, dat was de conclusie van Kick. Hij had Bibi betrapt op een leugentje over het tijdstip dat zij die nacht was thuisgekomen.

‘Ik denk dat Pim en Bibi een verhouding hebben’, zei hij. ‘Waarom zouden ze verzwijgen hoe laat ze thuis kwamen?’

Frederique zei dat Pim tegenover haar eerlijk had verteld dat hij en Bibi waren geëindigd in een nachtkroeg genaamd Het Afvoerputje. Ze had er niets verdachts in gehoord.

Kick knikte en zweeg.

Samen keken ze naar de ondergaande zon in het water. Een maand na deze barbecue aan het meer zou Frederique met een collegacameravrouw een weekend in Barcelona doorbrengen, om musea te bezoeken en te stappen. Dat haar getrouwde vriendin daar in het geheim een via Facebook herontdekte Spaanse vakantieliefde zou ontmoeten, verzweeg Frederique voor iedereen, zelfs voor Pim.

Kick zei dat hij van Pim had gehoord van Freeks Barcelona-reis, en vertelde en passant dat hij voor zijn werk dat weekend toevallig ook in Barcelona moest zijn. Hij stelde voor elkaar daar te treffen. Frederique knikte. Ze zwegen en na een tijdje zei Kick dat hij hierover niets aan Bibi ging vertellen. Zijn pink lag op dat moment nog op die van Freek.

Frederique bedacht om Pim vooralsnog ook niets over de mogelijke ontmoeting met Kick in Barcelona te vertellen. Dat was niet liegen, dat was ‘verzuimen een voorschot te nemen op een toekomstige waarheid’. En toen het daadwerkelijke rendez-vous eenmaal had plaatsgevonden – in het W Hotel, op de kamer van Kick, terwijl Frederiques vriendin onderwijl in de armen van haar Spaanse vakantieliefde lag – besloot Frederique de gebeurtenis wijselijk te verzwijgen voor Pim, want het zou zeker een huwelijkscrisis hebben opgeleverd.

Waarom ze zich met Kick had ingelaten, kon ze niet benoemen. Misschien was het omdat ze er toch aan twijfelde dat er wellicht iets tussen Pim en Bibi was gebeurd. Misschien voelde ze wroeging over alle Männergeschichte die Bibi haar had toevertrouwd. Misschien omdat haar vriendin ook in de armen van een ander had gelegen. Misschien omdat Kick onthulde dat hij helemaal niet toevallig in Barcelona moest zijn, maar de reis speciaal voor haar had geboekt.

Frederique had geen wroeging over wat er was gebeurd, maar besloot dat het samenzijn met Kick eenmalig was en dat ze het er met niemand ooit over zou hebben, zelfs niet meer met Kick. Tot afgelopen middag.

Toen het gezelschap gisteren op de platbodem De Progressie richting het eiland zeilde, stond één reizigster aan een reling uit te kijken over het water. Kick kwam naast haar staan en het was duidelijk dat de twee zich onbespied waanden. Niet dat het argwaan had opgeroepen als twee vrienden uit het gezelschap gezamenlijk over de Waddenzee keken.

Vanuit een raampje in het kombuis zag Frederique het gebeuren. Zij stond glazen af te drogen, toen haar blik registreerde hoe buiten aan de reling Kick plotseling – en hier slikte ze – zijn pink achteloos legde op de pink van de vrouw naast hem. Onschuldiger kon een gebaar niet zijn, maar voor Frederique had het grote betekenis. Kick hield zijn vinger zeker een volle minuut op die van de vrouw.

Een paar uur later slenterde het gezelschap over de zandplaat. Frederique manoeuvreerde zich wandelend naast haar vriendin en vroeg fluisterend, buiten gehoorsafstand van de anderen, of zij iets met Kick had. Geschrokken keek de ander op.

‘Jezus, hoe weet jíj dat nu weer?’

‘Jij bent niet de enige die wel eens puzzelt’, had Frederique geantwoord.

‘Wil je het in godsnaam aan niemand vertellen?’, zei Rosalie, die eraan voorbij ging dat al haar andere geheimen bij Frederique tot dan toe veilig waren geweest.

Afgelopen nacht, in de noodkampeerboerderij, merkte Frederique, die klaarwakker in haar stapelbed lag, dat Kick het slaapvertrek verliet, waarschijnlijk voor een plas. In een opwelling besloot ze hem achterna te gaan. Gespannen wachtte ze hem op in de gang.

‘Ontzettende klootzak’, fluisterde ze Kick schreeuwend toe, toen hij uit het toilet kwam, waarna ze hem confronteerde met zo’n beetje alles wat ze over hem wist.

‘Jezus Rosalie, hou nou eens even je bek’, hoorde Frederique zichzelf roepen. Haar ergernis had een smeltpunt bereikt. Iedereen keek verbijsterd in Freeks richting, want dit waren geen woorden voor haar. Rosalie staarde haar met open mond aan.

‘Gewoon even ophouden met die triomfantelijke superieure houding van je, want die komt me de strot uit’, ging Frederique verder. ‘Je bent moeder Teresa niet, Rosalie, en ook niet Ghandi.’

En de korte stilte die hierop volgde, wordt in taal van Frederiques vakgebied een beat genoemd, een doorleefd moment van inzicht van een personage.

‘Vertel het gezelschap anders even over je warme band met Kick.’

Geschrokken gezichten. Kick liet zijn hoofd zakken.

‘Ik wist het!’, riep Bibi, die met een klap haar wijnglas op tafel zette en tot drie keer toe riep: ‘Godverdomme!’

Weer een beat, nu bij Bibi.

‘Is er godsamme een van jullie wijven op wie Kick niet heeft gelegen?’

Woest keek Bibi naar het gezelschap, maar voor ze kon aandringen op een antwoord stond Kick op, om zwijgend de tafel te verlaten. Iedereen keek hem na.

‘Nou? Nou?’

WAT ERAAN VOORAFGING
Een groep van vijf vrouwen (‘De Vijf’) wil Oud en Nieuw vieren op Vlieland met gezin en kinderen. De eerste nacht wisselt Bibi onder de dekens berichten uit met haar geheime minnaar Silvijn. Die nacht verdwijnt Bibi’s man Kick met iemand anders uit het gezelschap in het donker. Later komt Kick Silvijn tegen in het dorp. Bibi schrikt, want wat doet de weduwnaar Silvijn op het eiland? Onderweg naar een lunchtent onthult Kick aan de andere mannen dat hij destijds een affaire heeft gehad met de vrouw van Silvijn. Silvijn licht op zijn beurt Bibi in over het gedrag van haar man. Hierop schopt ze een scène in het restaurant. Ze beschuldigt Kick ervan met Frederique het bed te hebben gedeeld, waarna ze hier meer over vertelt aan Frederiques man, Pim. Later, in het zwembad, wordt Bibi door Frederique ingelicht over de verhouding die Kick had met de vrouw van Silvijn. In badpak gaat Bibi naar de hotelbar, waar ze Kick naar de grond slaat. Hierop komen er verschillende onthullingen over wie in het verleden iets met wie zou hebben gehad. Er volgt een grote ruzie. Na twee uur gaat het gezelschap, voornamelijk door bemiddeling van opa Kick, toch aan tafel.

1.1 Geheimen
In Aflevering 7 stond: ‘Freek verzamelde geheimen van haar vriendinnen. Een ander verzamelt bloemzaadjes, boeken van Couperus of schoenen, Freek onthield al een jaar of vijftien nauwgezet de dingen die haar door vriendinnen waren toevertrouwd. Vaak hadden die haar in vertrouwen genomen over zichzelf of over andere vriendinnen, collega’s en familieleden. Freek luisterde altijd aandachtig naar onthullingen, dacht mee en oordeelde nooit. Misschien werd haar daarom regelmatig iets verteld.’

In de aanloop naar dit feuilleton sprak ik van ‘een vrouw die een boekje bijhield met de geheimen van haar vriendinnen’, maar in het daadwerkelijke feuilleton kwam tot nu toe alleen ter sprake dat Frederique geheimen verzamelde (zie citaat hierboven). Met ‘de Bastaardgroep’ hebben we lang gediscussieerd of dit geheimenboekje bestaat of niet. Ik vroeg op Facebook om raad.

Een kleine greep uit de discussie. Steven De Froy stelde dat niemand vijftien jaar lang een boekje bijhoudt. Rudolf Vos bracht daar tegenin dat ‘nauwgezet’ voor hem iets van noteren impliceert. Ook Anne-Marieke Staal stelde dat er wel degelijk mensen zijn die een dagboek bijhouden waarin ook geheimen van vriendinnen staan.

Marjon Brouwer illusteerde dit met een citaat uit haar eigen dagboek: ‘[Mijn vriendin en ik] hadden afgesproken, samen naar de film. Toen ik haar aan zag komen lopen, keurig gekleed en gekapt. Voelde ik mij lomp. Haar rode pumps staken sexy af bij haar zwarte kousen met naad. Ze zei: je ziet er goed uit. En vlak daarna volgde haar ontboezeming over haar romance met […]. Tuurlijk kan ze het aan mij kwijt, maar gvd ik moet natuurlijk weer mijn mond houden.’

Later voegde Brouwer hier op Facebook aan toe: ‘Er zijn ook vrouwen, onder wie ik, die zonder dagboek zeer gedetailleerd (smerige) details kunnen onthouden uit de ontboezemingen van hun vriendinnen, soms beter dan zijzelf!’. Vaste meelezer Elly Claassen reageerde: ‘Ik denk dat ik mij er maar bij neer moet leggen, dat het boekje niet bestaat… (zucht).’

1.2 Beat
Beat heeft veel betekenissen. Wikipedia zegt over een beat in filmtaal: ‘The timing and movement of a film or play. In the context of a screenplay, it usually represents a pause in dialogue. In the context of the timing of a film, a beat refers to an event, decision, or discovery that alters the way the protagonist pursues his or her goal.’

PERSONOGRAM
Er zijn vier gezinnen mee en een alleenstaande moeder met kinderen. Spil zijn Bibi Roskam (yogalerares en uitvaartverzorgster) & Kick Groen (platenbons). Kicks vader, opa Kick, is een voormalige platenbons. Cameravrouw Frederique Severijn heeft al jaren de geheimen van haar vriendinnen verzameld. Ze is getrouwd met tv-maker en practical joker Pim Staal. Sanne Moens werkt bij de rechtbank en is getrouwd met Bram Laprice, redacteur bij Libelle. Klaasje Binninga is ambtenaar, getrouwd met Korneel Petersen, duikinstructeur bij de brandweer. Rosalie van Lokeren is een gescheiden puzzelontwerpster.

Feuilleton aflevering 36: Everybody hurts

FEUILLETON Buiten komt het tot een confrontatie tussen Kick en Silvijn, binnen barst het oudejaarsfeest los.

Door: Ronald Giphart 10 juni 2013, 07:50

Voor de tweede keer deze dag liep Kick eenzaam door een hem onbekend gebied. Vanmorgen vroeg wandelde hij nog zelfbewust, zogenaamd als een boeddhistische monnik, door het lege en besneeuwde Vlielandse landschap, nu zocht hij heimelijk zijn weg in de stille gangen van het hotel. Het ironische proces van zelfobservatie van die ochtend – dat als doel had ‘de geest tot in de diepste lagen te zuiveren van negativiteit’ – was ingeruild voor een andere gemoedstoestand: die van het gevecht te overleven. Kick lag onder vuur. Zijn hart sloeg sneller dan normaal, de diepste lagen van zijn gedachten werden gevuld met woede en onbegrip.

Wederom dacht hij na over de begrippen die een uur of vijftien daarvoor ook door zijn hoofd waren geschoten: het verschil tussen eros en agapè, tussen lust en genegenheid. Plat gezegd: tussen seks en vriendschap. Tussen lust en lust die vriendschap is geworden. Bibi was de grote liefde van zijn leven, en hij zonder enige twijfel die van haar. Alle anderen met wie beiden in het verborgene verkeerden, waren passanten. Schepen in de nacht. Zo was het toch?

Het geheim van een goed huwelijk is een slecht geheugen, had Kick ooit een wijze vrouw horen beweren. De onuitgesproken afspraak tussen Bibi en hem was al die jaren – althans in zijn beleving – dat hun omgang met vreemden niet in de openbaarheid mocht komen. Dat zou alles alleen maar compliceren. En die afspraak was vandaag definitief verleden tijd. Zo slecht bleek het geheugen dus toch niet te functioneren.

Na een korte zoektocht kwam Kick bij zijn family suite, aan het eind van een afgelegen vleugel. Hij pakte zijn winterjas, sjaal en portemonnee, zonder dat hij wist wat hij daarmee wilde. Iets joeg hem voort. Onderweg terug in de gang hoorde hij de zoete opzwepende klanken van het feest in de eetzaal. Muziek dreunde door het gebouw. Voor de tweede keer vandaag besloot Kick zijn heil elders op het eiland te zoeken, waarna hij langs de receptie richting de uitgang liep. Toen hij door de draaideur was en hij de vrieskoude buitenlucht op zijn gezicht voelde slaan, stond hij plotseling oog in oog met Silvijn. Bij een grote staande asbak rookte deze in zijn eentje een sigaret. Silvijn leek niet verbaasd hem te zien.

‘Ga je weg?’, vroeg hij.

Kick hield zijn pas in en draaide zich naar hem toe.

‘Wat doe jij hier op het eiland? Dat heb ik me sinds vanmorgen afgevraagd. Waarom fiets jij met ons mee? Waarom praat jij met mijn vader? Waarom bemoei jij je met onze levens? Wat heb jij tegen wie geluld en waarom? Welk spel speel jij?’

De mannen stonden tegenover elkaar, de wasem van hun ademstoten wolkte ineen. Hun opstelling oogde als een klassieke gunslinger uit een western. Twee outlaws, in een verlaten straat, tegenover el-kaar, met hun handen op hun holsters. Good versus bad. Villain versus heroe. Gieren daalden neer op het dak van de saloon.

‘Welk spel ik speel?’, zei Silvijn. ‘Mijn vrouw, de moeder van de kinderen die ik niet heb gehad, is verongelukt terwijl ze naar jou op weg was, Kick. Jij bent medeverantwoordelijk voor haar dood, en dat weet je. Denk je dat ik een spel speel?’

Kick keek hem lange tijd zwijgend aan. Hij deinsde iets terug en hernam zich.

‘Hoe… eh?’, zei hij, maar vervolgde zijn zin niet.

‘Ik heb jou in Barcelona met haar gezien’, zei Silvijn. ‘Toen is het begonnen tussen jullie, dat weet ik, dat weet jij. Lieg er niet over.’

Kick hernam zich voor de tweede keer.

Zacht zei hij: ‘Oké, ik snap het. En kom je nu wraak nemen? Ben je daarom naar het eiland gekomen?’

‘Je weet wat er is gebeurd met Nathalie?’

‘Ik heb een vermoeden.’

‘Nee, ik ben niet naar Vlieland gekomen om wraak te nemen, ik ben gekomen…’

Silvijn drukte zijn sigaret uit in de grote ronde asbak. ‘…omdat ik van Bibi hou.’

Het woord hou weergalmde in de nacht als een pistoolschot. Even stokte de wasem uit de mond van Kick.

‘Ik hou van Bibi,’ zei Silvijn, ‘en ik denk dat ze ook van mij houdt. Daarom ben ik op Vlieland.’

Het waren woorden die Kick raakten.

De vrouw om wie het ging, hing 65 meter verderop somber in haar stoel in de eetzaal, ongewis van het gesprek tussen haar echtgenoot en de man die ze tot vanmorgen haar minnaar noemde. Het gevecht tegen haar tranen had ze een paar keer verloren: ze had gehuild, met getergde uithalen. En hierop hadden de andere vrouwen aan tafel ook gehuid. Weer anderen van het gezelschap hadden hun boosheid weggezucht. Er was voorzichtig getroost. De jarenlange vriendschap tussen de vrouwen werd beweeklaagd. Schoorvoetend werd er hier en daar verzoend, tot ruzies weer oplaaiden. Er werden verwijten en verwensingen geroepen. Er werd nog meer gehuild en nog meer getroost. En er werd gedronken. En veel gezwegen. Andere feestgangers keken bevreemd naar het gezelschap. Gelukkig hadden de kinderen van De Vijf niets door van de sfeer, verdiept als zij waren in hun tekenplaten en de verhalen van Opa Kick.

Toen het buffet op z’n eind liep, beklommen twee dj’s in feestelijke glitteruitdossing het podium, om aan te kondigen dat het oujaarsfeest echt ging beginnen. Een van hen riep in de microfoon: ‘Wij gaan u vanavond naar het Nieuwjaar toe swingen. Hebben we er zin in? Are you happy?’

Op de groep rond Bibi na werd er uitzinnig geroepen. Ja, ze waren happy. De andere dj riep dat er ter verhoging van de feestvreugde verzoeknummers konden worden aangevraagd.

Serveersters liepen rond met schalen oliebollen en appelflappen, en vele glazen wijn. Aanvankelijk bekeken de bezoekers van verschillende tafels elkaar met lichte argwaan, tot vanuit allerlei hoeken kinderen in vele leeftijdsgroepen de dansvloer bezetten. Na een tijdje probeerden zij ook hun ouders mee te tronen.

Toen de alcohol indaalde, lieten sommige vrouwen van andere gezelschappen zich verleiden tot een dansje (de mannen niet). Aan tafel bij De Vijf voelde niemand daar nog voor. Hun kinderen begonnen daarom steeds luider te jengelen, steeds steviger aan mouwen te trekken. Het was oudejaarsavond, ze hadden al weken naar dit hoogtepunt toegeleefd. Als eerste volwassende van de groep liet Opa Kick zich overhalen, voortgetrokken en geduwd door zeker zeven kinderen. Tot hilariteit van de rest van de zaal begon hij te jiven en te twisten.

Aan tafel bij De Vijf, waar de sfeer nog steeds drukkend was, ontlokte dit eindelijk wat ontspanning. Opa Kick wenkte zijn schoondochter naar de dansvloer. Plotseling stond ze op, het verbaasde haar zelf ook. Bibi liep niet direct naar hem toe, maar maakte een omweg via de dj, om Love Will Tear Us Apart van Joy Division aan te vragen. Toen dit nummer over de dansvloer schalde, danste Bibi met Opa Kick, omgeven door stuiterende en springende kinderen. De rest van De Vijf liet zich uiteindelijk ook overhalen richting dansvloer.

Waar ze elkaar eerst hadden bestookt met verwijten en verwensingen, begonnen ze dat richting middernacht te doen met toepasselijke nummers. Sanne vroeg Love is battlefield aan. Pim kwam met I hate you so much right now van Kelis. Iemand vroeg Je loog tegen mij van Drukwerk. Iemand anders Fuck you (very much) van Lily Allen. De dj’s draaiden op verzoek REM’s Everybody hurts. En later, tegen middernacht, toen het inmiddels stampvol was op de dansvloer: Robert Palmers Can we still be friends? Verbeten werd dit nummer door iedereen meegeschreeuwd.

twitter.com/vfeuilleton;
volkskrant.nl/feuilleton;
facebook.com/VolkskrantFeuilleton

WAT ERAAN VOORAF GING
Een groep van vijf vrouwen (‘De Vijf’) wil Oud en Nieuw vieren op Vlieland met gezin en kinderen. De eerste nacht wisselt Bibi onder de dekens berichten uit met haar geheime minnaar Silvijn. Die nacht verdwijnt Bibi’s man Kick met iemand anders uit het gezelschap in het donker. Later komt Kick Silvijn tegen in het dorp. Bibi schrikt, want wat doet de weduwnaar Silvijn op het eiland? Onderweg naar een lunchtent onthult Kick aan de andere mannen dat hij destijds een affaire heeft gehad met de vrouw van Silvijn. Silvijn licht op zijn beurt Bibi in over het gedrag van haar man. Hierop schopt ze een scène in het restaurant. Ze beschuldigt Kick ervan met Frederique het bed te hebben gedeeld, waarna ze hier meer over vertelt aan Frederiques man Pim. Later, in het zwembad, wordt Bibi door Frederique ingelicht over de verhouding die Kick had met de vrouw van Silvijn. In de hotelbar slaat Bibi Kick tegen de grond. Hierop komen er verschillende onthullingen over wie in het verleden iets met wie zou hebben gehad. ‘Is er godsamme een van jullie wijven op wie Kick niet heeft gelegen?’ vraagt Bibi haar vriendinnen.

1.1 Goed huwelijk
Voor de zin ‘Het geheim van een goed huwelijk is een slecht geheugen’ heb ik mij laten inspireren door een fraaie column van Youp van ’t Hek (NRC Handelsblad, 25 mei 2013). ‘[Ik] moest aan de woorden van mijn leuke vrouw denken: het geheim van een goed huwelijk? Een slecht geheugen.’

1.2 Verzoeknummers
Ik zag een scène voor me waarin de leden van De Vijf elkaar bestookten met toepasselijke nummers die bij de dj werden aangevraagd. Twee weken geleden stelde Facebook daarom de vraag welke nummers dit zouden kunnen zijn. Dit leverde 86 reacties en veel creatief vermaak op. Sara Dijkshoorn-Verheij tipte Everybody hurts van R.E.M, vooral vanwege het zinnetje: ‘Take comfort in your friends.’ Andere opmerkelijke titels: Don’t give up van Pink Floyd. Live for the kill van Amon Amarth. It wasn’t me van Shaggy. Fuck it van Eamon. Lost van Coldplay. Love hurts van Nazareth. Vuile leugenaar van Renée de Haan. Je loopt je lul achterna van Doe maar. Smack my bitch up van The Prodigy. Happy Together van The Turtles. Enzovoort. Blogger Theo Stepper stelde voor om een speciale soundtrack bij het Feuilleton samen te stellen.

Theo Stepper
Al 35 afleveringen lang heeft blogger Theo Stepper dit feuilleton begeleid met een stuk op dewarmloper.wordpress.com. Hij weet zo langzamerhand uitstekend te voorspellen welke kant het opgaat. In zijn bijdrage over de vorige aflevering schreef hij: ‘Kick kan het niet meer aan en verlaat de tafel. Hij moet even alleen zijn. In Aflevering 18, genaamd ‘Sneeuwstilte’, wandelde Kick in zijn eentje over het eiland. Toen ‘voelde (hij) zich verward, maar wist zich toch nog steeds in de wetenschap dat het leven hem welgezind was’. Dat is nu wel anders. Kick liep destijds Silvijn tegen het lijf. Dat kan nu weer…’

PERSONOGRAM
Er zijn vier gezinnen mee en een alleenstaande moeder met kinderen. Spil zijn Bibi Roskam (yogalerares en uitvaartverzorgster) & Kick Groen (platenbons). Kicks vader, Opa Kick, is een voormalige platenbons. Cameravrouw Frederique Severijn heeft al jaren de geheimen van haar vriendinnen verzameld. Ze is getrouwd met tv-maker en practical joker Pim Staal. Sanne Moens werkt bij de rechtbank en is getrouwd met Bram Laprice, redacteur bij Libelle. Klaasje Binninga is ambtenaar, getrouwd met Korneel Petersen, duik-instructeur bij de brandweer. Rosalie van Lokeren is een gescheiden puzzelontwerpster.

Feuilleton aflevering 37: As We Know It

FEUILLETON Op de dansvloer wordt afgeteld naar het nieuwe jaar. Bibi maakt zich zorgen waar haar man uithangt.

Door: Ronald Giphart 18 juni 2013, 15:09

Het was vijf voor twaalf. De meeste feestgangers hadden hun winterjassen al uit hun hotelkamers gehaald, om dadelijk snel buiten bij het vuurwerk te zijn. De verzamelplaats was de dansvloer, waar obers en serveersters rondliepen met dienbladen bubbelwijn. Op een van de muren van de eetzaal werd een grote klok geprojecteerd en een deejay kondigde het officiële laatste nummer van het jaar aan: It’s The End Of The World As We Know It van R.E.M.. Het refrein van dit feestnummer werd uitbundig meegezongen, met name door mensen die het niet kenden.

De sfeer tussen De Vijf en aanhang was nog steeds niet al te joyeus, al werd er – nu de kinderen voortdurend om hen heen drentelden – niet meer nagepraat over wie met wie wanneer waar hoe vaak waarom hoe lang hoe laat. Toen R.E.M. was uitgezongen duurde het nog één minuut voor het nieuwe jaar in zou gaan.

‘Het aftellen is begonnen’, brulde een deejay, die de seconden begon af te roepen. Zo langzamerhand maakte Bibi zich zorgen waar Kick uithing, ze had hem niet meer gezien sinds hij eerder die avond het diner had verlaten. Hij kneep er wel vaker tussenuit, maar altijd kwam hij terug. Bibi zocht haar man en wenkte ondertussen haar kinderen. Alleen haar jongste reageerde. Kick jr. kwam met een gloeiend gezicht bij haar staan en zei dat hij wel vijf uur achter elkaar had gedanst.

‘Mamma, het is bijna nieuwe jaar’, riep hij met grote ogen van opwinding. Bibi boog zich naar hem toe en tilde hem van de grond. De mensen op de dansvloer brulden: ‘Tweeënvijftig… Eenenvijftig… Vijftig…’

‘Waar is pappa?’, vroeg Kick jr..

Bibi, die zichzelf soms ook verbaasde over de snelheid waarmee ze dit soort antwoorden gaf, zei: ‘Die controleert of het vuurwerk buiten wel veilig is.’

Kleine Kick knikte.

‘Maar hij is er nog wel?’

‘Waarom zou hij er niet meer zijn?’

Het jongetje aarzelde.

‘Andere kinderen zeggen dat jullie uit elkaar gaan. Ze zeggen dat jullie gaan scheiden.’

Bibi keek haar zoon aan, nu toch even sprakeloos. Om zichzelf een houding te geven haakte ze monter in bij het scanderen van seconden. ‘Drieëndertig… Tweeëndertig… Eenendertig…’

Kleine Kick nam dit meteen over en vergat zijn vraag. Vrolijk gilde hij de getallen met de menigte mee.

‘Dertig… Negenentwintig…’

Bibi keek naar haar vriendinnen en hun kinderen. Sanne en Bram hielden elkaar vast, met een droevige, maar saamhorige blik.

Frederique en Pim stonden bij elkaar, Korneel en Klaas ook, en Rosalie omhelsde haar beide kinderen. Opa Kick stond er zelfgenoegzaam tussen, met een flûte in zijn hand.

En toen schoot Bibi plotseling vol, midden op de dansvloer. Ze probeerde zich in te houden, maar verloor het gevecht tussen traanvocht en haar oogleden. Vluchten kon ze niet, want ze had Kick op haar arm en waar moest ze naartoe? Kleine Kick had al weken naar het moment van de jaarwisseling toegeleefd.

‘Drieëntwintig… Tweeëntwintig…’

Alles was verkeerd gegaan. Bibi had alles verpest voor iedereen. En Kick had ook alles verpest. Allemaal hadden ze alles verpest. Het jaar, hun vriendschap, had niet somberder kunnen eindigen. Wat was er in godsnaam gebeurd, waarom op dit moment? Was het rente op hun gedrag?

‘Zeventien… Zestien… Vijftien…’

Waar was de man in haar leven? Waarom was hij nu niet hier? Waarom kon ze hem niet vasthouden? Alle verwensingen en onvolmaaktheden zouden later komen. Wat was er met al die lichtzinnigheid tussen hen? Alle trotse hoge woorden van vroeger. Als ze één ogenblik in het jaar samen moesten zijn, was het nu. Al achttien jaar hadden zij elkaar het nieuwe jaar in gezoend, in omhelsd, in geknepen – en vanavond was hij er niet. Alles was voorbij. Liefde doodt.

God, wat hunkerde ze naar hem, haar man, de verrader van alles wat ze samen hadden… Bibi keek om zich heen of ze hem niet ergens in de menigte zag staan. Ze zou hem wenken, naar hem rennen desnoods. In elkaars moegezworven armen vallen.

‘Acht… Zeven… Zes…’

Buiten klonk al gedonder van eilandbewoners die niet konden wachten met het inluiden van het nieuwe jaar. Door de ramen van de feestzaal waren vuurpijlen zichtbaar, maar Bibi had alleen oog voor Kick.
Hij was er niet. Ze voelde de greep van haar zoon verstevigen. Nog een keer keek ze langs de gezichten van haar vriendinnen.

‘Vier… Drie…’

‘Huil je, mamma?’

‘Wat?’

Ze zag dat hij nogmaals ‘huil je?’ vroeg, maar ze hoorde hem niet, want zijn uitroep werd overstemd door het gejoel van zaal.

‘O, Kick’, zei ze.

Het was zeven over twaalf. De vriendinnen en vrienden hadden elkaar allemaal omarmd en het beste voor het nieuwe jaar gewenst, alsof er niets was gebeurd en gezegd. Glazen Spumante werden geheven en toasts uitgebracht. Niemand had het over de afwezigheid van Kick, ook zijn vader niet.

Van buiten klonk gedonder en geknal. Het hotel had voor de gasten een vuurwerkshow opgesteld, die om kwart over twaalf zou worden ontstoken. De kinderen waren al om anderhalf over twaalf naar buiten gerend, de ouders volgden later.

Buiten rook het naar verwaaid kruit van het vuurwerk dat de kinderen en sommige hotelgasten afstaken. De hemel was een mozaïek van veelkleurige lichtspetters. Door de sneeuw nam Vlieland de kleur aan van de pijlen in de lucht.

Bibi’s kinderen kwamen om de beurt vragen waar hun vader was, maar ze werden met een smoes weer terug naar het vuurwerk gestuurd. Voelt zich niet zo lekker. Is even de veiligheidsbril voor Kleine Kick zoeken. Moest naar de wc. Ligt waarschijnlijk een of andere vreemde vrouw een gelukkig nieuwjaar te wensen.

Bibi’s zorgen om Kicks afwezigheid begonnen om te slaan in ergernis. Toen adolescente eilandbewoners geheel volgens de traditie op opgevoerde brommers over het eiland kwamen knetteren en er voor omstanders geen enkele normale vorm van communicatie meer mogelijk was, besloten De Vijf weer naar binnen te gaan. De mannen bleven aanvankelijk buiten om op de ogen en ledematen van de kinderen te letten.

In de eetzaal was het feest alweer in volle gang. De Vijf trokken opvallend veel mannen van andere groepen aan, mannen die wilden zoenen en bestewensen. Andere vrouwen kwamen nauwelijks langs. De muziek stond op een stevig volume, dus echte gesprekken waren ook hier nauwelijks mogelijk. De strandresidence had naast de eetzaal twee barren en een kleinere feestkelder. Tot twee keer toe ging Bibi op deze plekken kijken om te zien of ze Kick zag, maar hij leek verdwenen. Ook in de family suite was hij niet, noch bij het zwembad of de uitkijk over het duinlandschap.

Toen Bibi voor de derde keer aankwam bij de zo goed als verlaten bar waar ze zeven uur daarvoor Kick nog een enorme dreun had gegeven, hoorde ze achter zich: ‘Hebben wij elkaar al gelukkig nieuwjaar gewenst?’

Ze herkende de stem en draaide zich om.

Silvijn stond er, met een flûte in zijn hand. Bibi was vergeten dat hij er ook nog was.

‘Mag ik je alle goeds wensen?’, zei hij en boog zich naar haar toe om haar te zoenen, maar Bibi hield hem af.

‘Ik heb hier echt geen zin in’, zei ze. ‘Mijn huwelijk is naar de klote en dat is nooit de bedoeling geweest. Waarom ben je in godsnaam hier naartoe gekomen?’

Silvijn knikte inlevend en maakte een kalmerend handgebaar.

‘Het enige wat ik wil is je iets vertellen over de dood van Nathalie’, zei hij. ‘En over jou.’

twitter.com/vfeuilleton;
facebook.com/VolkskrantFeuilleton

WAT ERAAN VOORAF GING

Een groep van vijf vrouwen (‘De Vijf’) wil Oud en Nieuw vieren op Vlieland met gezin en kinderen. De eerste nacht wisselt Bibi onder de dekens berichten uit met haar geheime minnaar Silvijn. Die nacht verdwijnt Bibi’s man Kick met iemand anders uit het gezelschap in het donker. Later komt Kick Silvijn tegen in het dorp. Bibi schrikt, want wat doet de weduwnaar Silvijn op het eiland? Onderweg naar een lunchtent onthult Kick aan de andere mannen dat hij een affaire heeft gehad met de vrouw van Silvijn. Silvijn licht Bibi in over het gedrag van haar man. Hierop schopt ze een scène in het restaurant. Ze beschuldigt Kick ervan met Frederique het bed te hebben gedeeld, waarna ze hier meer over vertelt aan Frederiques man Pim. Later wordt Bibi door Frederique ingelicht over de verhouding die Kick had met de vrouw van Silvijn. In de hotelbar slaat Bibi Kick naar de grond. Hierop komen er meerdere onthullingen over wie iets met wie zou hebben gehad. ‘Is er godsamme een van jullie wijven op wie Kick niet heeft gelegen?’, vraagt Bibi haar vriendinnen. Als Kick het hotel verlaat, komt hij in confrontatie met Silvijn. De vriendinnen vechten hun ruzie uit door tegen elkaar te zingen in de feestzaal.

1.1 Liedje

Mijn E.H.B.M. (Eerste Hulp Bij Muzieknood) is mijn beste vriend, schrijver Bert Natter, die zich al 31 jaar bezighoudt met mijn muzikale opvoeding. Ik vroeg hem naar een toepasselijk liedje om als laatste in het jaar te worden gedraaid. Bert vond de verleiding groot mensen naar huis te jagen met het orgelstuk van Bach Das alte Jahr vergangen ist, twijfelde over My Year In Lists van Los Campesinos!, maar hield het toch op zijn eerste ingeving: It’s The End Of The World As We Know It van R.E.M..

1.2 Behoud

Amerikaanse scriptschrijvers werken vaak met een zogenoemde logline, een zinnetje dat – al dan niet figuurlijk – aan hun muur hangt om hen bij de les te houden. Vormgevers werken met een moodboard, een fotocollage met inspiratiemateriaal. Ik hang soms een gedicht naast mijn scherm. Bij deze aflevering was dat Behoud van Hugo Claus:

Behoud de begeerte. Vergeet waarvoor je in de kou wou staan en sterven toen je dacht dat de wereld een lente was of een vrouw. Verwacht dag en nacht maar vergeet de vrees die je was. Betaal geen rente voor je gedrag. Morgen versnelt. Gisteren zwelt liefde doodt, gaat niet dood. Behoud geen resten. Stap over haar schreef. Zij blijft de welkriekende dreef in jouw verwoeste gewesten.

(Uit: Ik schrijf je neer, 2002)

Voortgang

Meeblogger Theo Stepper constateerde in zijn wekelijkse analyse dat ik in de laatste afleveringen minder vaak een beroep doe op Facebook en Twitter (en heus niet alleen omdat de Amerikaanse overheid meeleest). Dat heeft er denk ik mee te maken dat ik inmiddels, vier aflevering voor het einde, een notie heb welke kant het op moet, al is het nog steeds worstelen. De andere vaste blogger, Etienne Stekelenburg, schreef over #36: ‘Ik neem aan dat de blauwdrukken voor de laatste vier afleveringen al klaar liggen. […] [Giphart] laat het toch niet gebeuren dat de Coq au vin de keuken uitkomt zonder de kip, omdat de kok er niet op voorbereid was dat er kip in moest?’

Daarom zeer summier een opzet van de komende drie afleveringen:

#38 gaat door waar #37 eindigt. Silvijn vertelt zijn verhaal.

#39 speelt zich af aan het einde van de nacht, begin van de ochtend, uitmondend in… dat hou ik nog even voor me.

#40 gaat daarop verder en eindigt met een… en ook dat onthul ik nog niet.

PERSONOGRAM

Er zijn vier gezinnen mee en een alleenstaande moeder met kinderen. Spil zijn Bibi Roskam (yogalerares en uitvaartverzorgster) & Kick Groen (platenbons). Kicks vader, Opa Kick, is een voormalige platenbons. Cameravrouw Frederique Severijn heeft al jaren de geheimen van haar vriendinnen verzameld. Ze is getrouwd met tv-maker en practical joker Pim Staal. Sanne Moens werkt bij de rechtbank en is getrouwd met Bram Laprice, redacteur bij Libelle. Klaasje Binninga is ambtenaar, getrouwd met Korneel Petersen, duikinstructeur bij de brandweer. Rosalie van Lokeren is een gescheiden puzzelontwerpster.

Feuilleton aflevering 38: haar laatste woorden

FEUILLETON Silvijn vertelt Bibi wat er in Barcelona is gebeurd en hoe het daarna verder ging.

Door: Ronald Giphart 24 juni 2013, 06:58

Bibi en Silvijn gingen zitten aan een tafeltje in de bar naast het feest. Het geknal van buiten was verstomd, vanuit de eetzaal klonk het muziekgedreun onverminderd hard. Eerder die middag had Silvijn Bibi telefonisch al verteld over Barcelona, nu gaf hij haar de lange versie. Dat hij er een korte vakantie met Nathalie zou doorbrengen, maar dat hij door omstandigheden een dag vertraging had. Nathalie ging wel al eerder en kwam in haar eentje aan in Hotel W, een opvallend zeilvormig gebouw aan het strand.

Aan de loungebar, met een hoog uitzicht over de Middellandse Zee, ontmoette ze Kick – althans dat reconstrueerde Silvijn later. Wie er contact legde, wist hij niet, noch wat er die eerste keer tussen hen gebeurde en waar hun zeil hen bracht. Silvijn zou volgens zijn planning de volgende dag pas ’s middags in Barceloneta arriveren, maar door een afgezegde meeting kon hij onverwachts een vroege vlucht nemen. Hij verheugde zich erop Nathalie te verrassen.

Toen hij haar noch op haar kamer noch bij het zwembad vond, besloot hij een kop koffie te drinken in de ontbijtzaal. Daar zag hij Kick en Nathalie samen aan een tafeltje zitten. Silvijn zag hen, maar zij hem niet, te verdiept als ze waren in hun conversatie. Een minuut of wat hield Silvijn hen vanuit een hoek in de gaten. Toen liep hij naar hun tafeltje. Nathalie was eerst zeer verbaasd en compenseerde dat meteen door Silvijn omstandig liefdevol te begroeten. Ze stelde hem voor aan Kick, een Nederlander die toevallig ook alleen in het hotel verbleef.

Silvijn schoof aan, waarna Kick familiair begon te vertellen over de internationale popwereld. Later die avond – Nathalie wachtte beneden in de lobby – zag Silvijn Kick nogmaals, toevallig, op een van de gangen, met een vrouw van wie Silvijn aannam dat het zijn echtgenote was. Hij groette hem en de vrouw die hij pas vanmorgen in de jeugdboerderij weer zou zien.

Terug in Nederland zat het beeld van Nathalie en Kick aan die ontbijttafel hem steeds dwars. Nathalie gedroeg zich de weken na hun bezoek aan Barcelona veel te normaal, er was niets op haar gedrag aan te merken. Een paar keer gaf zijn intuïtie aan haar telefoon te checken, maar steeds weerhield zijn gevoel hem hiervan. In de liefde controleerde je elkaar niet. Achteraf heeft hij zich hierom vaak vervloekt. Had hij maar eens stiekem haar mobieltje bekeken, dan leefde ze wellicht nog.

‘Hoezo?’, vroeg Bibi, die aanvankelijk met terughoudendheid naar Silvijns verhaal had geluisterd.

Omdat hij in dat geval achter haar geheim was gekomen. Omdat dan alles anders was geweest. Omdat ze dan nooit op dat moment die fatale oprit op de A27 had genomen. Omdat Nathalie daar die onverklaarbare verkeersmanoeuvre dan misschien niet had gemaakt, niet uit de bocht was geschoten, niet over de kop geslagen.

Toen het politieonderzoek naar het ongeluk was afgerond, na Nathalies begrafenis, kreeg Silvijn haar persoonlijke items terug. Daar zat ook haar telefoon bij. Hij dacht er lang over na of hij Nathalies bel- geschiedenis en eventuele duisterheden zou bekijken, en besloot het niet te doen om zijn beeld van haar te behouden.

En deed het vervolgens toch. Hoewel zijn intuïtie er niet naast zat, was hij toch verbijsterd. Nathalie bleek onnoemlijk veel whatsapp-berichten te hebben gestuurd aan een man genaamd Kick, die hotelgast uit Barcelona. Veel groeten en kussen in de morgen. Veel nachtwensen. Veel opgewonden praat. Een paar foto’s van benen en bovenlijven.

Ook op de dag van haar dood hadden Nathalie en Kick zinnetjes uitgewisseld, als opmaat van een ontmoeting. Tien minuten voor haar dood had hij een whatsapp gestuurd met de tekst: ‘Stuur me alvast een foto van je borsten in je auto. Weet ik wat ik zo in mijn handen heb.’

‘Schreef hij dat echt?’, vroeg Bibi.

Het was niet hun laatste contact geweest. Silvijn vertelde dat Nathalie daarna nog één whatsapp stuurde, een paar minuten later.

‘Met een foto van haar tieten?’

‘Nee, met een bericht’, zei hij, waarop Bibi knikte. Silvijn zei dat het geen prettige tekst was.

‘Ik ken die woorden uit mijn hoofd. Ze schreef letterlijk: ‘Ik zit me nu te vingeren op de snelweg, denkend aan jouw pik.’ Dat schreef ze. Haar laatste woorden. Famous last words.’

Bibi keek hem lang aan, hij haalde diep adem door zijn neus.

‘Godverdomme.’

‘Ja, die zin heb ik nog weleens herlezen. Kick zal zich die woorden toch ook nog weleens herinneren, hoop ik.’

Hierna zwegen ze lange tijd, met de feestgeluiden op de achtergrond. Bibi hoorde de woorden nadreunen in haar hoofd.
Toen Silvijn voor hen beiden bier had gehaald, durfde ze te vragen of wat er tussen hen was gebeurd, hiermee te maken.

‘Natuurlijk’, zei hij. ‘Aanvankelijk wel. Daarom ben ik ook hier om je dat te vertellen.’

In de maanden na de dood van Nathalie was Silvijn geobsedeerd geraakt door Kick, de man aan wie zijn vrouw de seconden voor haar dood had gedacht. Hij kwam achter zijn adresgegevens, zocht hem op in de popgroepjesscène, papte met hem aan. Kick herkende hem uit Barcelona, maar had toch niet door dat Silvijn wist van de fatale verhouding met zijn vrouw.

Hij zag hem bij concerten en na afloop in cafés met nog meer vrouwen aanpappen. Silvijn kwam erachter dat Kick was getrouwd met Bibi. Na een tijd besloot hij bij haar yogalessen te volgen, niet om wraak te plegen of voor moord of doodslag, want het echte leven is geen aflevering van een Scandinavische thrillerserie.

Hij zocht antwoorden, de zin van wat er was gebeurd. Dat Bibi als uitvaartmedewerkster bij Nathalies begrafenis had gewerkt was van een toeval dat niemand had kunnen bedenken.

‘En juist dat zorgde voor een voor mij onverwachts gevoel’, zei hij, met zachtere stem, waardoor Bibi naar hem toeboog. ‘Dat je me hebt gezien op dat moment, in de ontreddering die ik toen had. Ik denk dat dat er mede voor zorgde.’

‘Waarvoor?’, zei ze, toen hij er niet op doorging.

‘Dat ik verliefd op je werd. Oprecht. Het overviel me en greep me bij de strot. Geen idee dat dat ooit nog kon gebeuren. Ik ben verliefd op je en ik ben gekomen om je op te halen.’

‘Me op te halen?’

Bibi keek hem aan. Silvijn zei dat hij van haar hield, pakte met een hand haar vingers en met zijn andere haar achterhoofd. Hij trok haar naar zich toe, zoende haar en heel even, luttele seconden, zoende Bibi met hem mee. Toen wurmde ze zich uit de omhelzing.

‘Sorry’, riep ze en ze stond op. Ze riep het nog een keer, terwijl ze verdween in de gang.

Bibi rende, vluchtte, door de gangen van de strand- residence. Weg van Silvijn, weg van het feest en de slemppartijen, weg van iedereen. Als ze in godsnaam maar niet Kick tegen het lijf liep, want op dit moment was hij de laatste die ze wilde zien.

Ze kwam aan bij de kelder van het hotel, waar ze tot haar ontsteltenis kleine Kick zag staan. Het joch drentelde in zijn eentje bij de ingang van het zwembad, waar hij wachtte op een groepje oudere kinderen. Die jongens lagen stiekem in het water en hij mocht daar niet bij zijn, omdat ze bang waren dat hij toch niet zo goed kon zwemmen als hij zei dat hij kon. Dat laatste mompelde hij vermoeid en beteuterd.

Bibi tilde kleine Kick op en stelde fluisterend voor er samen vandoor te gaan.

Personogram
Er zijn vier gezinnen mee en een alleenstaande moeder met kinderen. Spil zijn Bibi Roskam (yogalerares en uitvaartverzorgster) en Kick Groen (platenbons). Kicks vader, Opa Kick, is een oud-platenbons. Cameravrouw Frederique Severijn heeft al jaren de geheimen van haar vriendinnen verzameld. Ze is getrouwd met tv-maker en practical joker Pim Staal. Sanne Moens werkt bij de rechtbank en is getrouwd met Bram Laprice, redacteur bij Libelle. Klaasje Binninga is ambtenaar, getrouwd met Korneel Petersen, duikinstructeur bij de brandweer. Rosalie van Lokeren is een gescheiden puzzelontwerpster.

Wat eraan vooraf ging
Een groep van vijf vrouwen (‘De Vijf’) wil Oud en Nieuw vieren op Vlieland met gezin en kinderen. De eerste nacht wisselt Bibi onder de dekens berichten uit met haar geheime minnaar Silvijn. Die nacht verdwijnt Bibi’s man Kick met Frederique, die hem confronteert met zijn overspelige gedrag. Later komt Kick Silvijn tegen in het dorp. Bibi schrikt, want wat doet de weduwnaar Silvijn op het eiland? Onderweg naar een lunchtent onthult Kick aan de andere mannen dat hij destijds een affaire heeft gehad met de vrouw van Silvijn. Silvijn licht op zijn beurt Bibi in over het gedrag van haar man. Hierop schopt ze een scène in het restaurant. Ze beschuldigt Kick ervan met Frederique het bed te hebben gedeeld, waarna ze hier meer over vertelt aan Frederiques man Pim. Later, in het zwembad, wordt Bibi door Frederique ingelicht over de verhouding die Kick had met de vrouw van Silvijn. In de hotelbar slaat Bibi Kick tegen de grond. Hierop komen er verschillende onthullingen over wie in het verleden iets met wie zou hebben gehad. ‘Is er godsamme een van jullie wijven op wie Kick niet heeft gelegen?’, vraagt Bibi haar vriendinnen. Als Kick het hotel verlaat, komt hij in confrontatie met Silvijn. Bij het feest wordt er gezongen, ondanks alle spanning. Na de jaarswisseling gaat Bibi op zoek naar Kick, maar ze treft Silvijn bij de bar.

Mag Opa Kick blijven leven?
In het interview bij de start van dit feuilleton kondigde ik aan de het publiek zou kunnen meedenken en meebeslissen over het lot van personages. Zelfs bij zaken als leven of dood. Nu, met het einde van het feuilleton in zicht, doet de omstandigheid zich voor dat ik deze vraag inderdaad heb voorgelegd aan de meelezers op Facebook. Zonder dat ik kan uitleggen hoe en waarom, en zonder de belofte dat ik me zal houden aan de uitslag, heb ik gepolst of Opa Kick aan het einde van een van de twee komende af-leveringen blijft leven of niet. Donderdagmiddag hadden 13 lezers ervoor gekozen dat Opa Kick blijft leven, 10 kozen voor ‘Opa Kick overleeft het niet’. Er kan nog steeds worden gestemd.

Reacties
Een paar reacties op het mogelijke sterven van Opa Kick. Sanne de Waard schreef: ‘Hij loopt wel blijvende schade op en zal nooit meer dezelfde Opa Kick zijn.’ Ester Peeters: ‘Wat dacht je van een coma? Daar kun je nog alle kanten mee op.’ Evelyn Keyser: ‘Nee, gewoon dood laten gaan, dat halfzachte gedoe.’ Etienne Stekelenburg: ‘Gezien de laatste ontwikkelingen sluit ik niet uit dat de middelste Kick naar de andere wereld gestuurd wordt. Uit wraak, uit woede of door een onduidelijk ongeluk. Het feuilleton als preambule voor een misdaadroman?’ Ellen Weistra zag iets positiefs in Opa Kicks mogelijke dood: ‘Daar staat dan tegenover dat Kick jr. en Bibi weer helemaal naar elkaar toe komen – of ben ik nu een beetje erg melodramatisch aan het fantaseren?’ Silvia Nobis: ‘Als de opa ook nog dood gaat, wordt dit voor de meiden echt een oud en nieuw from hell, maar zijn dood zou alle andere gebeurtenissen in de schaduw plaatsen. Dus dat kan goed, vind ik.’

Feuilleton aflevering 39: Sneeuwvuur

FEUILLETON Bibi kruipt in bed bij haar zoontje, terwijl haar vriendinnen zich opnieuw in het feestgewoel storten.

Door: Ronald Giphart 1 juli 2013, 07:37

Ze nam een omweg om vooral de deinende feestzaal te ontlopen. Met kleine Kick loom hangend in haar armen, liep Bibi naar haar family suite. Aangekomen bij haar gang zag ze bij een andere kamerdeur Klaasje staan, die aangeschoten worstelde met een keycard. Het lukte haar niet de deur te openen. Bibi’s eerste reactie was haar te mijden, maar toen ze Klaasjes tranende ogen zag, hield ze haar pas in. Zonder naar Bibi op te kijken zei Klaasje dat alles kapot was.

‘Maar de kinderen vermaken zich uitstekend, en daar doen we het toch allemaal voor?’, zei Klaasje.

‘En jij?’, vroeg Bibi.

Klaasje zei dat ze weer werd geplaagd door haar opspelend bubbuvuddu, het gemis van haar dochtertje Frances. Toen ze dit had gezegd, brak ze. Met lange uithalen begon ze te kermen. Bibi liep naar haar toe en probeerde haar te omhelzen, voor zover dat ging met Kick in haar armen.

Bibi trok Klaasje mee naar haar suite, waar ze Kick in het tweepersoonsbed op de plek van zijn vader legde. Knikkebollend van de slaap liet het jongetje toe dat zijn moeder zijn schoenen uittrok en hem uitkleedde. In het keukenblokje van de suite zette Klaasje snikkend water op voor thee.

Een paar minuten later stonden de vrouwen op het balkon te roken en dampende thee te slurpen. Af en toe waaide er vanuit het dorp geluiden van napruttelend vuurwerk, maar verder was er alleen de koude furie die over het besneeuwde landschap raasde. Klaasje vertelde aan Bibi over de situatie op het feest. Frederique en Pim hadden openlijk ruzie over alle geheimen die Frederique zou hebben verzwegen, Korneel liep rond met een steeds leger wordende fles whisky, Rosalie probeerde voortdurend Pjotr in Nieuw-Zeeland te bellen met de vraag waarom hij verdomme zijn kinderen niet had gebeld, en Bram had op een nogal agressieve manier staan huilen op de dansvloer.

‘Kortom, een redelijk normale avond’, zei Klaasje. Hierna zwegen ze. Bibi vroeg Klaasje niet naar Kick, Klaasje vroeg Bibi niet naar Korneel. En er viel ook niets te vragen. Ze keken stilletjes naar de steeds wisselende groep rokende feestgangers bij de ingang van het hotel en probeerden te zien of ze de twee schimmen herkenden die verderop in de duinen op een bankje zaten te blauwbekken. Na een tijdje kwamen er drie vrouwen naar buiten die hen bekend voorkwamen. Ze hadden geen winterjassen aan en staken kleumend een sigaret op, ongewis van de toeschouwers boven zich. Hun conversatie konden Klaasje en Bibi niet volgen.

‘Lullig’, riep Klaasje na een tijdje naar beneden. ‘Zouden we er deze trip met z’n vijven wat van maken, zijn wij heel even weg… Hebben jullie het al gezellig.’

‘Ontzettend achterbaks is dat’, zei Bibi.

De drie keken omhoog. Sanne stapte richting het balkon van Bibi’s family suite, maar het was Rosalie die als eerste iets terugriep: ‘We zijn gevlucht.’

Sanne: ‘Bram zit Korneel steeds zogenaamd voor de grap uit te dagen en Pim heeft het aangepapt met een of ander bezopen blond wijf.’

‘Met alleen wat lichtgevende veters rond haar tepels’, riep Frederique. Tegen het woedende gekrijs van de storm in, zei Rosalie: ‘Wij houden het even voor gezien binnen.’

Klaasje antwoordde: ‘Wij ook.’

Daar stonden ze dan, de gezworen vriendinnen, naar elkaar te zwijgen en bibberend van de kou.

‘Het is hier niet uit te houden!’, schreeuwde Sanne. ‘Wij gaan weer naar binnen.’

Klaasje gebaarde dat Bibi en zij er ook aankwamen, tot Bibi riep: ‘Ik niet.’

Klaasje en de drie vrouwen beneden keken haar met grote ogen aan. Ze had ‘ik niet’ geroepen.

‘Jij zeker wel’, riep Rosalie. ‘Jij bent altijd de gangmaker en de laatste die blijft hangen op welke avond dan ook, dus je gaat ons vannacht helemaal niet in de steek laten. Jij hebt deze ellende veroorzaakt. Die kerels zijn binnen een puinhoop aan het veroorzaken en de kinderen moeten zo naar bed.’

‘Naar beneden komen jij!’, schreeuwde Sanne. ‘We gaan feestend en ruziënd ten onder. Allemaal. Dit is de eerste avond van het nieuwe jaar, erger kan het niet worden. Als die mannen al hun sores wegzuipen, kunnen wij dat ook.’

Bibi riep dat ze geen zin meer had in een feest. Sanne zei: ‘Wij rossen die Silvijn wel voor je in elkaar, als dat het probleem is.’

‘Nee, we hebben genoeg gefeest, de afgelopen jaren. En daarbij maken Klaasje en ik hier ons eigen feestje. Hier’, zei Bibi, en glimlachend hield ze een pot thee omhoog.

‘Waar?’, riep Sanne, die het slecht had verstaan.

‘Hier!’, riep Bibi.

‘Hoer? Nee, jij bent een hoer!’, riep Rosalie naar boven. Even bleef dit woord hangen als de geur van het vuurwerk eerder die avond. Het was een woord dat hoorde bij de vriendschap. In al die jaren was het onderdeel van hun idiolect geworden, hun persoonlijke taalgebruik. Het woord had ooit – op 7 september 1995 om half zes ’s middags – het begin van De Vijf gemarkeerd. Het bepalende moment dat ze zich als groep verweerden tegen de gemeenheid van de wereld.

‘Jullie zijn zelf hoeren!’, riep Klaasje terug, het vaste vervolg op dit woord. ‘Hoeren!’

‘Hoeren!’

Om haar uitroep kracht bij te zetten greep Klaasje met twee handen sneeuw van de balkonrichel en wierp een bal in de richting van de drie vrouwen beneden. Haar worp miste Sanne maar net.

‘Wel verdomme’, riep deze, en ze deed een paar stappen naar een geparkeerde ondergesneeuwde auto, om haar eigen bal bij elkaar te prakken. Binnen een halve minuut vlogen er tientallen sneeuwballen door de lucht. Sommige knalden tegen het grote raam van de family suite en de glazen balkonwand.

Bibi en Klaasje verscholen zich gillend achter deze wand, ondertussen van overal witte munitie bij elkaar grijpend voor hun eigen sneeuwvuur. Frederique raakte Klaasje, Bibi had een voltreffer op het achterhoofd van Rosalie.

‘Godsamme Pisemmer, die was raak!’, gilde Rosalie. Ze begonnen elkaar, zoals altijd in dit soort situaties, toe te roepen met de zogenaamde koosnamen uit de door hun verfoeide ontgroening. ‘Inderdaad raak, Ruftje Knoflook.’

‘Deze is voor jou, Vette Oen’, riep Klaasje Binninga – ook bekend als Kutje Binnengaan – tegen Sanne, terwijl Frederique ‘Vreetzwijn’ Severijn zich verschool achter een auto.

Het sneeuwballengevecht duurde niet lang, want al snel waren hun handen te verkleumd van de kou. Sanne en Rosalie riepen dat ze een wapenstilstand wilden, omdat ze anders zouden doodvriezen.

‘Jij!’, riep Sanne tegen Bibi, toen het luchtruim was geklaard. ‘Wij zien jou zo beneden op de dansvloer. En waag het niet, niet op te dagen.’

Ze wees haar vriendin indringend aan. Rosalie en Frederique gingen naast haar staan en wezen al even priemend.

Binnen sloot Bibi de schuifdeur van het balkon. Klaasje wreef omstandig in haar handen en zei nahijgend van het gevecht dat het in de suite aangenaam was. Ze liep naar de ingang van de kamer en opende de deur, maar Bibi aarzelde.

‘Ga je mee naar beneden?’, vroeg Klaasje warm.

Bibi zweeg en dacht na. Uiteindelijk schudde ze van niet.

Ze opende de deur van haar slaapkamer.

‘Ik blijf bij Kick’, zei ze. ‘Echt. Ik kan hem niet verlaten nu. Ik blijf bij Kick.’

Haar besluit had haar opgelucht. Ze sloot de gor-dijnen in de suite, kroop in bed naast een jongetje dat diep lag te slapen en laafde haar koude lichaam aan zijn warme lijfje. Van het feest verderop was niets te merken. De nacht ervoor om dezelfde tijd had ze afwachtend geluisterd naar de woedende onmacht van de gure storm over het eiland, deze nacht blies diezelfde wind haar in een weldadige slaap. Alles zou anders worden.

Wat eraan vooraf ging
Een groep van vijf vrouwen (‘De Vijf’) viert Oud en Nieuw op Vlieland met gezin en kinderen. Op 30 december moet het gezelschap noodgedwongen uitwijken naar een jeugdboerderij. Daar wisselt Bibi onder de dekens berichten uit met haar geheime minnaar Silvijn. Die nacht verdwijnt Bibi’s man Kick met Frederique, die hem confronteert met zijn overspelige gedrag. Later komt Kick Silvijn tegen in het dorp. Bibi schrikt, want wat doet in godsnaam de weduwnaar Silvijn op het eiland?

Onderweg naar een lunchtent onthult Kick aan de andere mannen dat hij destijds een affaire heeft gehad met de vrouw van Silvijn. Silvijn licht op zijn beurt Bibi in over het gedrag van haar man. Hierop schopt ze een scène in het restaurant. Bibi beschuldigt Kick ervan met Frederique het bed te hebben gedeeld, waarna ze hier meer over vertelt aan Frederiques man Pim. Later, in het zwembad, wordt Bibi door Frederique ingelicht over de verhouding die Kick had met de vrouw van Silvijn. In de hotelbar slaat Bibi Kick tegen de grond. Hierop komen er verschillende onthullingen over wie in het verleden iets met wie zou hebben gehad. ‘Is er godsamme een van jullie wijven op wie Kick niet heeft gelegen?’, vraagt Bibi haar vriendinnen. Als Kick het hotel verlaat, komt hij in confrontatie met Silvijn. Bij het feest wordt er gezongen, ondanks alle spanningen. Na de jaarwisseling gaat Bibi op zoek naar Kick, maar ze treft Silvijn bij de bar. Die vertelt haar over het ongeval van zijn vrouw en de rol van Kick, die zeer expliciete berichten met haar deelde. Silvijn verklaart Bibi zijn liefde, maar zij vlucht van hem vandaan.

Een na laatste aflevering
Dit is geen fragment uit een vooraf in elkaar getimmerde roman, maar een aflevering van een feuilleton dat per week wordt geschreven. In principe zou een krantenfeuilleton tot het einde der tijden kunnen doorgaan, maar volgend week hou ik ermee op. Daarom ben ik al een paar weken lang bezig ‘af te bouwen’.

Voor een roman zou ik anders te werk gaan. Er zijn, zoals ik in de zijbalk van aflevering 9 schreef, twee groepen schrijvers. Zij die hun reis en bestemming in het geheel niet plannen, en zij die goed voorbereid op pad gaan. Hoewel ik bij het schrijven van mijn romans tot de tweede groep behoor, dwong de feuilletonopzet me te kiezen voor de eerste methode. Inmiddels heb ik het idee wat er in de laatste aflevering zal geschieden (al kan alles nog wijzigen).

Het einde
T.S. Eliot zei: ‘The end is in the beginning.’ Samuel Beckett ging nog veel verder. Hij zei: ‘The end is in the beginning and yet you go on.’ Misschien dat zij hiermee bedoelen dat schrijvers om een verhaal rond te krijgen vaak teruggrijpen op het begin.

Ook in deze aflevering verwijs ik naar de eerste bijdrage (die verscheen op 15 september 2012), waarin de vriendschap tussen De Vijf werd gesmeed. Deze aflevering is – net als alle andere 38 afleveringen – terug te lezen op volkskrant.nl.

Gouden Regels
Regisseur Jim Jarmusch gaf onlangs zijn Vijf Gouden Regels Voor Filmmakers. Vier van de vijf zijn direct te adapteren als Gouden Regel Voor Schrijvers. Zeer kort samengevat: 1. Er zijn geen regels. 2. Mensen kunnen je helpen of niet helpen, maar ze kunnen je niet stoppen. 3. De productie is er voor de film, de film is niet voor de productie. 4. Leer samenwerken. 5. Niets is origineel, durf alles te stelen dat je diep raakt. ‘Always remember what Jean-Luc Godard said: It’s not where you take things from – it’s where you take them to.’

Theo Steppers regels
Op Facebook postte ik de regels van Jarmusch met de vraag om Gouden Schrijfregels. Dit zijn die van vaste blogger Theo Stepper, die ik van harte onderschrijf: 1. Begin. 2. Maak tijd en zet door. 3. Sla concepten op. 4. Vraag feedback en doe er wat mee. 5. Durf te schrappen. Helderder kon ik het niet zeggen.

Personogram
Er zijn vier gezinnen mee en een alleenstaande moeder met kinderen. Spil zijn Bibi Roskam (yogalerares en uitvaartverzorgster) en Kick Groen (platenbons). Kicks vader, Opa Kick, is een voormalige platenbons. Cameravrouw Frederique Severijn heeft al jaren de geheimen van haar vriendinnen verzameld. Ze is getrouwd met tv-maker en practical joker Pim Staal. Sanne Moens werkt bij de rechtbank en is getrouwd met Bram Laprice, redacteur bij Libelle. Klaasje Binninga is ambtenaar, getrouwd met Korneel Petersen, duikinstructeur bij de brandweer. Rosalie van Lokeren is een gescheiden puzzelontwerpster.

volkskrant.nl/feuilleton;

twitter.com/vfeuilleton; facebook.com/VolkskrantFeuilleton

Feuilleton, aflevering (en slot) 40

FEUILLETON Bibi heeft na de emotionele oudejaarsavond een gat in de dag geslapen. Kick jr wekt haar voor de nieuwjaarsduik.

Door: Ronald Giphart 6 juli 2013, 09:58

Iets over half twaalf werd Bibi gewekt door kleine Kick, die in een oversized badjas naast haar bed aan haar schouders stond te trekken. Al die tijd had Bibi geslapen. Kleine Kick was ongeduldig, want om twaalf uur vond op het strand voor het Residence Duynstaete de traditionele nieuwjaarsduik plaats. Bibi begreep uit zijn opgewonden gehijg, dat vannacht was besloten dat iedereen van de groep mee in zee zou gaan, zowel kinderen als volwassenen.

‘We gaan onze zonen wegwassen’, riep hij, zoekend naar zijn winterjas. ‘Ik ga ook zwemmen!’

‘Heb je pappa al gezien?’, vroeg Bibi, die haar dekbed opzij sloeg en wilskracht zocht om uit bed te stappen. Kleine Kick was inmiddels naar de deur van de family suite gerend. Vanaf de gang schreeuwde hij een onhoorbaar antwoord.

Een kwartier later kwam Bibi aan bij het strand, waar een paar honderd gasten zich bij elkaar verkleumden. Bibi zag Kick er zo op het eerste gezicht niet tussen, en Silvijn ook niet. Ongeveer de helft van de mensen was gekleed op een duik in zee. Het regende en een ijzige wind blies over het strand. Er stonden twee kramen met dampende worst en glühwein. In een open jeep stond een man met een hoorn in zijn hand.

Bibi werd opgelucht verwelkomd door de rest van de groep. Sanne en Klaasje, beiden gekleed in badpak en winterjas, spreidden hun armen en omhelsden haar. Frederique, omwikkeld in handdoeken, boog zich voorover om haar te zoenen, terwijl Rosalie Bibi vanachter beetpakte. Er werd aan haar gevraagd waarom ze geen zwemkleren droeg voor de zonden die ze gingen afspoelen.

‘Daar is het toch veel te guur voor?’, zei Bibi. ‘En ik heb net mijn nagels gelakt.’

Op dat moment blies de kerel in de jeep op zijn hoorn. De duik was nu officieel begonnen, en hoewel een paar badgasten richting zee renden, hield het merendeel zich toch in. De nieuwjaarszwemmers die het water bereikten, schreeuwden van ontzetting. Zelfs de kinderen, tot nu toe in alles kuikentjes de voorste, bleven staan bij de branding. Er ging een daverende lach door het gezelschap, zowel onder de toeschouwers als de zwemmers zelf, over de angst die de vrieskou inboezemde. Er waren bikkels die de temperatuur en de snijdende wind trotseerden, maar de rest durfde de duik niet aan. Van het gezelschap rond De Vijf deed niemand een poging.

Tot… een jong knulletje met een klein aanloopje gillend richting de zee rende. Niemand lette eigenlijk op hem. Zonder een krimp te geven vloog kleine Kick in het water. Er steeg applaus op toen men doorhad hoe ver het knulletje al was. Na een paar meter raakte Kickje de bodem kwijt onder zijn voeten. Hij draaide zich om naar het strand en zwaaide naar de achterblijvers. Bibi probeerde terug te schreeuwen, zichzelf vervloekend dat ze haar badpak niet had aangetrokken.

Uitgerekend op dat moment klonk er een donderslag bij zwaar bewolkte hemel. Live in hun eigen Sage van Wanda – het volksverhaal over de vloek die de gure vorstin Wanda over Vlieland had uitgesproken – keken badgasten toe hoe strandmeesters de weinige zeezwemmers terug probeerden te dirigeren. Bibi riep naar kleine Kick dat hij ook echt aan de kant moest komen, maar hij hoorde haar niet of wilde haar niet horen. Niemand maakte aanstalten het water in te gaan om Kick te halen.

Tot… zijn grootvader zich plotseling uit de geslonken menigte losmaakte, zijn badjas afwierp en de zee inrende. De weinige overblijvers keken toe hoe Opa Kick, lenig voor zijn leeftijd, in zee sprong en met een paar slagen bij zijn kleinzoon was. Opa Kick ontfermde zich over kleine Kick en wilde hem meetrekken.

Wederom donderde het hevig boven zee. Almaar hield Bibi, inmiddels nat van de regen, haar ogen strak op haar zoon. Het ontging haar misschien daarom dat Opa Kick kopje onder ging. Andere toeschouwers zagen het wel gebeuren en schreeuwden van ontzetting. Opa Kick leek weer boven te komen, maar toen verdween hij opnieuw in de deinende zee.

Het kwam er nu op aan. Iemand moest het water in om hulp te bieden, maar de meeste gasten waren al gevlucht naar de kraampjes. Bibi zette een paar stappen richting het water, maar bleef toen lethargisch staan.

Tot… Kick kwam aangestormd vanuit de verte. Hij ontdeed zich al rennend van zijn winterjas. Woedend riep hij naar Bibi: ‘Godverdomme, doe dan iets!’

Met een paar grote stappen was hij voorbij de branding, waarna hij wild naar zijn zoon zwom, de plek waar zijn vader kopje onder was gegaan. De actie van Kick had de aandacht van de schuilers getrokken. Korneel, Bram en Pim kwamen aangerend en volgden Kick direct in het water. Hierna arriveerden de vrouwen, samen met de oudste kinderen.

Bibi stond nog steeds verankerd in het zand, maar werd door Sanne en Frederique meegetrokken. Ze liet zich de zee insleuren. Het deerde niet dat ze haar kleren nog droeg, de kou voelde ze geen moment. En zo kwamen De Vijf gezamenlijk zwemmend aan bij de plek waar Opa Kick voor het laatst was gezien. Alle vrouwen en mannen met elkaar in het water. In de lichamensoep hield Korneel kleine Kick stevig in z’n armen. Wat er nu verder nog gebeurde: kleine Kick was veilig. Korneel gaf de jongen over aan Bibi, die met al haar kracht terugzwom naar de kust. Weer aan land drukte ze haar jongen huilend tegen zich aan.

Ondertussen doken alle mannen onder water, met hun armen wijd tastend naar Opa Kick. Het was Kick zelf die zijn vader greep en hem boven water tilde. De oude man was halfbewusteloos, maar leefde. Begeleid door de anderen werd hij snel naar land gebracht, wat bijna oogde als een overwinningsoptocht, met als soundtrack een wagneriaans loeiende storm.

Eenmaal op het strand werd Opa Kick op zijn rug gelegd. De situatie was nu tot iedereen doorgedrongen. Mensen brachten handdoeken, iemand kwam aanrennen met mokken en een pan glühwein, een ander meldde dat het Search And Rescue Squadron was gealarmeerd. Langzaamaan kwam Opa Kick bij, omgeven door zijn kleinkinderen, zijn zoon, zijn schoondochter, de voltallige Vijf plus aanhang. Zijn eerste vraag was: ‘Is hij veilig?’

Ja, kleine Kick stond ongedeerd aan de kant.

‘Ben jij veilig?’, vroeg Bibi.

Het was Kick die deze vraag beantwoordde, voor zijn vader de kans kreeg. ‘Maar niet dankzij jou, Bibi. Je stond er gewoon apathisch naar te kijken.’

Bibi keek woedend naar hem op.

‘En waar heb jij de hele tijd uitgehangen?’

‘Hoe durf je me die vraag te stellen?’

Er volgde een luid geschreeuwde woordenwisseling tussen de twee – een ontlading van schrik, onmacht, woede, twee dagen opgekropte frustraties.

‘Met wie heb je vannacht liggen krikken?’

‘En jij dan, hypocriet?’

De rest van het gezelschap keek zwijgend toe. De ruzie zou nog langer hebben geduurd als Opa Kick niet een reservoir van kracht vond. Hij richtte zijn broze oudemannenlichaam een paar centimeter op en bracht met moeite uit: ‘Kan het nu verdomme afgelopen zijn?’

Bibi en Kick keken naar hem op en sloegen beiden hun ogen neer.

‘Kan het verdomme echt afgelopen zijn?’

Nog steeds sprak niemand, er was alleen het geluid van wegsijpelend water in het zand. Het regende niet meer.

‘Ik wil dat iedereen om me heen komt staan’, zei Opa Kick, met nog meer moeite. Hij probeerde zich wederom op te richten. ‘Iedereen moet horen wat ik nu ga vertellen. Ik voel mijn energie wegzakken en ik wil iets kwijt. Jullie hebben me met z’n allen gered uit het water en daar ben ik jullie dankbaar voor. En daarom wil ik uit de grond van mijn hart iets tegen jullie zeggen.’

Er werd gedaan wat hij vroeg. Men schaarde zich om Opa Kick, ook de kinderen.

‘Kan…’, begon hij. ‘Kan verdomme…’

De grauwe oude man hijgde en probeerde zich te hernemen. Omdat hij zacht praatte, kwam iedereen dicht bij elkaar om niets te missen.

‘Kan verdomme dat geruzie ophouden? Kan verdomme dat oeverloze geouwehoer over wie met wie wanneer waarom nu eindelijk ophouden? Wat is er oninteressanter dan de vraag of degene van wie je houdt misschien ook wel eens vertier zoekt of heeft gezocht bij een ander? Je houdt toch verdomme van je geliefde? Wat is het probleem? Wat kan het schelen dat iemand plezier heeft zonder jou? Dat alles goed is wanneer jullie bij elkaar zijn, is het enige dat telt. Veel mensen zien hun liefde als de jarenlang durende nabeschouwing van een korte wielerproloog. Dat is onzin. Liefde is niet de nabeschouwing, liefde is de hele tour. Maak er verdomme niet voortdurend iets hoogdravends van. Liefde is geen gevangenis. Gun elkaar vrijheid, zuurstof en af en toe eens een ontsnapping. Jullie moeten nog een jaar of vijftig met elkaar, beseffen jullie dat dan niet? Mijn leven lang heb ik honderden relaties en huwelijken uit elkaar zien spatten om volstrekte onbenulligheden. Mannen die zich op een zakenreis in een bar hadden laten verleiden. Vrouwen die in een hotel met een vreemdeling hadden afgesproken. Wat stelde het allemaal voor? Niets en alles tegelijk. Hadden ze het kunnen missen? Waarschijnlijk wel. Hadden ze het willen missen? Geef dat antwoord zelf maar. Ik ben altijd gelukkig geweest met je moeder, Kick, en zij ook met mij. Maar ik ben ook kortstondig diep geraakt geweest door jouw moeder, Bibi, ver na jouw geboorte, voor als je dat niet wist. Destijds noemde jouw moeder onze omgang een geweldig niets. Hoe treffend was dat? Wat jullie allen samen hebben, is een geweldig alles. Och kinderen, vergooi jullie geluk niet met al die woedende, verongelijkte gedachten aan al lang weer vervlogen momentjes van buitenshuise lust. Koester verdomme toch eens wat je thuis hebt, stelletje idioten. Heb de moed om wijs te zijn en je ogen dicht te knijpen. Ik heb gisteravond en vannacht naar jullie gekeken. Dachten jullie dat de kinderen en ik het niet doorhadden? Jullie houden van elkaar, en toch maken jullie elkaar het leven zuur. Waarom? Wie in een slecht huwelijk zijn geil elders zoekt, is dom. Dan kun je maar beter scheiden. Maar jullie hebben geen slechte huwelijken, jullie hebben goede huwelijken, al beseffen jullie het niet. Wie in een gelukkig huwelijk al dan niet per ongeluk een keer valt voor charmes van een voorbijganger, weet dat het niets voorstelt en dat het tegelijkertijd niet meer dan menselijk is. Niemand kan van nature zijn hartstocht onderbreken. Zoek daarom verdomme geen problemen die er niet zijn. Stel dat je op je sterfbed krijgt te horen dat je geliefde, die jou bijna alles heeft gegeven en vrijwel altijd bij je is geweest, in jouw afwezigheid en zonder jouw medeweten een paar luttele ogenblikken met een ander heeft verkeerd. Zou je dat op dat specifieke moment oprecht raken? Zou je liefdesleven voor niets zijn geweest? Of zou je denken: mijn liefde heeft mij onnoemelijk veel moois gebracht, ik heb zonder terughoudendheid van iemand gehouden en ben bemind geweest? Ik hoop waarachtig het laatste.’

Opa Kicks bibberig uitgesproken woorden werden net niet overstemd door het geluid van de naderende helikopter van het Search And Rescue-team. De komst van het toestel ontlokte bij de kinderen, ondanks alle ellende, onstuimigheid. Toen de heli was geland, takelde een broeder een brancard uit de cabine. Er werd overlegd met Opa Kick, waarna hij – gesteund door Bibi en Kick – op de brancard werd getild en naar het toestel werd gereden.

Het afscheid ging snel. Kick wilde met zijn vader mee, maar voor familie was geen plek. Toen de broeder de deuren van de cabine sloot, riep iedereen Opa Kick gedag. Glimlachend keek hij terug.

Op gepaste afstand zagen De Vijf en hun aanhang hoe de helikopter brullend van de grond kwam, een kort moment bleef hangen boven het zand, om in een geweldige vlucht weg te stuiven. De menigte op het strand werd snel kleiner. Een camera had kunnen registreren hoe het gezelschap al zwaaiend vervaagde in de waterige nevels boven het besneeuwde eiland. Hoe hoger de oude man vloog, hoe witter en onschuldiger de wereld hem voorkwam.