Dierenliefde 2

Kijk Magazine 2014, nummer 9

Een paar weken geleden zond de BBC een documentaire uit over een dierenonderzoeker die in de jaren zestig en zeventig een erotische relatie onderhield met een… dolfijn. De vrouw zat in een ruimtevaartprogramma dat onderzocht hoe zoogdieren konden worden ingezet voor communicatie. Een van de beesten was een mannetjesdolfijn genaamd Peter, die in zijn dolfijnenpuberteit zat en nogal kampte met zijn seksualiteit. Het probleem kwam hierop neer: Peter was altijd geil.

Regelmatig werd hij in een bad gezet met twee vrouwtjesdolfijnen, maar omdat die zijn sekshonger niet konden stillen, besloot de onderzoeker hem een beetje bij te staan. Ze liet het toe dat hij tegen haar knie en voet wreef, en ook hielp ze hem af en toe met haar hand.

De onderzoeker zou zichzelf niet beschrijven als een delphinophile; iemand die opgewonden raakt van dolfijnen. Dat soort mensen bestaat wel degelijk, een subdivisie van de veel grotere groep genaamd zoöfielen. Die heb je in soorten en maten, en het onderwerp bestialiteit – seks met dieren – is altijd reden tot grote controversie, want de meerderheid van de mensen vindt dat verwerpelijk. In Nederland is het verboden, maar in sommige landen is het toegestaan, mits het dier er geen schade van ondervindt. (Er gaan verhalen dat er in Denemarken zelfs dierenbordelen zouden zijn.)

Zoöfilie is al geruime tijd bekend, maar er is nooit veel onderzoek naar gedaan. In 2011 publiceerde een gezaghebbend medisch tijdschrift een Braziliaanse studie naar het verband tussen seks met dieren en peniscarcinoom (peniskanker). In het onderzoek werden 171 mannen met deze ziekte en 374 gezonde mannen uit twaalf verschillende steden ondervraagd.

Van de patiënten had 44,9 procent ooit zijn lusten op een dier gebotvierd, van de controlegroep 31,6 procent. Schokkende cijfers, niet zozeer vanwege het verband tussen peniskanker en seks met dieren, maar… dat zoveel mannen dat laatste blijkbaar überhaupt hebben gedaan. Volgens dit onderzoek ligt het gemiddelde op 34,8 procent. Dat zou een derde van mijn mannelijke kennissenkring betekenen!

Ter verdediging: de gemiddelde leeftijd waarop Braziliaanse mannen zich aan dieren vergrijpen lag volgens hetzelfde onderzoek tussen 13,5 en 17,1 jaar. Het zijn dus voornamelijk pubers die zich bij ontstentenis van lieden van dezelfde soort op andere diersoorten storten, of dat nu mensenpubers of dolfijnenpubers zijn. Niets dierlijks is ons vreemd.