Dione de Graaff

Vara Gids 27/28, 4-17 juli 2015

Op verzoek van Mart Smeets interviewt Ronald Giphart de vrouw aan wie Smeets het stokje doorgeeft.

Journalist Nando Boers – partner van Dione de Graaff – doet de deur van hun Amsterdamse bovenwoning open en verontschuldigt zich dat Dione er niet is. Binnenkort reist ze naar Frankrijk voor Studio Tour, dat dagelijks tussen 19:00 uur en 20:00 uur wordt uitgezonden. Vijf minuten later valt Dione (46) binnen, zich uitputtend in excuses. Dit doet ze in het Frans. ‘Je suis maintenant totalement concentrée sur la langue française, ‘roept ze.

Pourquoi? Parce que je vais en Tour de France pour la premièrefois.

A oui! Et quand vous… eh… eh… Wanneer ga je? Wij beginnen met uitzenden op donderdag 2 juli. Het wordt echt een totaal ander programma dan De avondetappe, niet alleen omdat Mart Smeets er niet meer bij is, maar ook omdat we drie uur vroeger uitzenden. In Hilversum zit een basiskamp, zoiets als Studio Brasil, en van daaruit gaan we zoveel mogelijk schakelen met Frankrijk. Ik sta bij rennershotels of andere plekken die met de Tour te maken hebben en probeer hoofdrolspelers te pakken te krijgen.

Wat een feest! Ja, het is de eerste keer dat Ik het mag doen. Ik heb ooit twee dromen gehad. De eerste was Radio Tour de France presenteren. Dat heb ik gedaan. En meegaan met de Tour. Dat gaat nu gebeuren. Meer hoef ik niet, haha. Deze dromen zijn overigens pas op latere leeftijd gekomen. Als kind had ik nooit gedacht dat ik bij de radio of tv wilde werken.

Terwijl je vader (oud-VARA-man Jan de Graaff) als presentator werkte voor Achter het nieuws. Je stamt uit een ouderwets VARA-gezin. Ja! Ik zat op een heel rechtse school, dat was nog in de tijd dat ik ‘rooie rakker’ werd genoemd. Op een verkeersbord in mijn woonplaats Leusden stond ‘VARA DOOD!’ Die tijd kunnen we ons nu niet meer voorstellen. Ik weet ook nog dat wij thuis naar J.J. de Bom voorheen De Kindervriend keken, mijn lievelingsprogramma aller allertijden, maar mijn buurmeisje mocht dat niet zien. Die tijd.

En je vader zei nooit: joh Dione, is de journalistiek niets voor jou? Nooit. Ik kan me niet herinneren dat ik wilde doen wat mijn vader deed. Hij heeft het allemaal meegemaakt. Iedere keer als ik een uitzending had gehad belde ik hem op, of het nou op radio of tv was. Dan had hij altijd iets kritisch dóch rechtvaardigs te zeggen. Vaak technische adviezen, maar ook op mijn taalgebruik sprak hij me aan. Of hij vond dat ik niet duidelijk genoeg sprak. Vorig jaar is hij overleden. Hij heeft zijn fysieke grenzen een jaar of acht verlegd, na een periode van vervelende ziekten. Hij werd zeventig. Mijn vader heeft heel goed geleefd en daar word je blijkbaar niet heel oud van. Wat hij me nog wel heeft meegegeven, is dat hij zijn werk te veel op de eerste plaats heeft gezet. Ik wil ook altijd werken, dat vind ik ontzettend belangrijk, maar ik heb van hem meegekregen dat je daarmee moet oppassen.

Hij was zelf altijd aan het werk? Altijd. Hij kwam over de hele wereld en bij terugkomst kon hij daar fantastisch over vertellen. Je hoefde mij destijds niet uit te leggen wat het conflict in Libanon was, dat wist ik al van mijn vader. Dat vond ik een behoorlijke compensatie voor het feit dat hij zo vaak weg was. Later begreep ik pas wat dat voor mijn moeder betekende. Mijn ouders zijn gescheiden toen ik twaalf was.

En sport? Ging je als meisje ook met je vader naar F.C. Amersfoort, toen nog een profclub? Ja! Ik weet nog dat ik met een partijtje voor mijn elfde verjaardag al mijn vriendinnen mee naar het stadion nam. Al die obligate bezoekjes aan het Dolfinarium was ik zat en dus ging ik met al die meisjes naar F.C. Amersfoort. Met grote ogen dachten zij: wat moeten we hier nou? Mijn oma was een fanatieke sporter, het komt van haar, denk ik. Ik speelde competitietennis door heel Nederland. Een aardig niveau, maar bij mij ontbreekt de winnaarsmentaliteit. Die heb ik wel op andere gebieden, maar niet met sport. Ik hoef een tenniswedstrijd niet te winnen om een heel leuke middag gehad te hebben. Als ik merkte dat iemand beter was dan zei ik ‘nou, gefeliciteerd!’ en hoefden we die wedstrijd eigenlijk niet meer af te maken. In mijn werk ben ik overigens wel degelijk heel erg fanatiek.

Hoe ben je bij Studio Sport terechtgekomen? Via een omweg besloot ik toch de School voor Journalistiek in Tilburg te doen. Ik had een enorme fascinatie voor sport en maakte in mijn studie veel sportonderwerpen. Regelmatig ging ik naar Willem II en ik volgde bijna alle sporten. Niet iedereen begreep dat. Als ik vertelde over een wedstrijd van Willem II, zeiden ze: ‘Weetje wel dat het in Joegoslavië helemaal aan het misgaan is?’ Een medestudent vroeg waarom ik niet stage ging lopen bij Studio Sport. Daar had ik zelf helemaal niet aan gedacht. Toen ik er stage liep trof ik alleen maar medestanders, mensen die begrepen wat sport is. Dat gaf zo’n goed gevoel.

Na je studie kwam je terecht bij de regionale omroep Amersfoort, en vervolgens ging je weer terug naar Studio Sport. Ik had destijds niet zoveel zelfvertrouwen, maar ik wist zeker dat ik er ooit zou terugkeren. Ik solliciteerde bij Het Jeugdjournaal en moest daar auditie doen. Op de gang kwam ik Martijn Lindenberg tegen, toen regisseur van Studio Sport. Hij vroeg wat ik kwam doen. ‘Bij Het Jeugdjournaal?‘ riep hij. Waarom niet bij ons?’ Uiteindelijk nam Kees Jansma de beslissing mij op het scherm te gooien. Ik kreeg een contract en meteen de volgende dag werd ik in het diepe gegooid.

Je bent inmiddels niet meer weg te denken van het scherm. Heeft dat iets veranderd? Ik merk er echt weinig van dat ik vaak op tv ben. Op straat zegt iemand wel eens wat, maar daarmee houdt het op. Nu woon ik in Amsterdam, waar het gebruikelijk is om bekende mensen niet te laten merken dat ze herkend worden. Ik merk aandacht ook gewoon echt niet op. Nando ziet het weleens, als hij achter me op straat loopt. Als ik soms ergens ben vragen mensen: ‘Hoe moet het nu vanavond met de sport?’ Dat is alleen maar grappig, verder is het totaal geen onderwerp in mijn leven.

Behalve dan dat je wel bent gestalkt. Begin dit jaar kreeg een man van de rechter gevangenisstraf en TBS met dwangverpleging omdat hij jou bestookte met vervelende mails, waarin je ook werd bedreigd. Dat was in twintig jaar de eerste keer dat het gebeurde. Natuurlijk was het een erg vervelende ervaring, maar in dit geval speelde mee dat mijn vader net was overleden en ik dus echt met heel andere dingen bezig was. Ik was zo gefocust om mijn werk te blijven doen en vooral te zorgen dat mensen thuis niet zouden zien dat ik mijn ogen uit mijn kop had gejankt, dat ik voor veel andere dingen geen aandacht had.

Het schijnt wel bijzonder te zijn dat de man na zijn straf ook nog TBS kreeg. Was het niet een kleine opluchting dat hij nu in een inrichting zit? Nee… Nee. Opluchting is het niet. Ik heb mij zo min mogelijk bezig gehouden met die rechtszaak. Hij heeft strafbare dingen gedaan, voor zijn delict stond een straf en die heeft hij gekregen. Ik hoop dan ook maar gewoon dat hij geholpen wordt.

Krijg je verder reacties? Vroeger kreeg ik veel meer brieven, maar dat wordt wel steeds minder. Wat ik moeilijk vind aan social media is tegelijkertijd een zegen, want mensen schrijven geen fanmail of vervelende brieven meer, maar plaatsen hun reacties tegenwoordig op Twitter en Facebook. Daar kunnen ze hun meningen kwijt, zodat ik het allemaal niet hoef te lezen. Dat is heel rustig. Ik hou mij een beetje afzijdig, want ik weet dat ik het me ga aantrekken als ik het wel allemaal zou lezen. Dat is nou zelfbescherming, RonaId. Zelf hoef ik mijn mening ook niet zo nodig kwijt. Nando en ik zitten vaak voor de buis over van alles te roepen en soms denk ik: waarom schrijf ik dit eigenlijk niet op?

Terwijl dat meer iets voor hem is: schrijven. Hoe is het überhaupt gekomen dat… Dat twee van dat soort types hier samen op de bank zitten? Eigenlijk was Mart Smeets de schakel. Het is een heel corny verhaal. Nando had in 2009 over wielerploeg Skil-Shimano het boek Het is koers! geschreven, en daarover mocht hij in De avondetappe bij Mart vertellen. Ik zat in Hilversum te kijken en zei tegen collega’s: ‘Kijk, dát vind ik nou een leuke man.’ De eindredacteur is toen achter mijn rug om met Frankrijk gaan bellen om te polsen of Nando ook vrijgezel was, net als ik. Na die Tour hebben we een blind date gehad, en zo is het gekomen. In Privé stond toen later zoiets als: ‘MART vindt NIEUWE LIEFDE voor DIONE.’

In die zin is Mart dus belangrijk voor jou. Het is grootmoedig van hem dat hij, als gasthoofdredacteur, vraagt om een interview met jou. Terwijl het hem pijn moet doen dat hij De avondetappe is kwijtgeraakt. Dat weet ik niet. We hebben het daar niet over gehad.

Smeets is een uitgesproken mediafiguur. Iedereen roemt zijn vakmanschap, maar hij roept ook controverses op. En zoekt die. Dat doe jij niet. Ik ben daarin heel anders. Ik ga ook nooit zo uitgesproken als hij worden, dat zit niet in me. Ik zou wat meer mogen laten zien dat ik weet waarover ik het heb. Voor een presentator is het goed, vind ik, om niet al te veel op te vallen. Je moet informatie overbrengen, de boel aan elkaar praten. Het gaat om de sport en niet om mij. De aanwezigheid van de presentator nemen veel kijkers op de koop toe. Ik ben meer op de achtergrond. Mart is anders.

Meet je je aan hem? Ik wil mezelf niet transformeren in Mart, maar ik kijk natuurlijk hoe hij het doet. In Frankrijk ga ik mezelf zeker niet wegcijferen, want het is mijn ooggetuigenverslag. Ik ga de kijkers vertellen over mijn dag. Nu gaat het bij dit programma toch wat meer over mij.

En daarom moet je nu ook interviews geven, zodat kijkers een beeld krijgen wie Dione de Graaff eigenlijk echt is. Dat vind ik heel lastig. Mijn eerste reactie is altijd: wat moeten de mensen daarmee? Maar ik hoop, als ik heel eerlijk ben, dat mensen dan meekrijgen dat ik… ja… best leuk en aardig ben, haha.

Mart kan over jongere collega’s nogal onaardig uitpakken. Dat jullie autocue nodig hebben, en zo. Hij zegt soms iets een beetje onhandig. Dat ik ook denk: ‘Sorry?’ Smeets is van een generatie – en mijn vader heeft me daar dus voor gewaarschuwd – die altijd móest werken. Je werkt zeven dagen per week, punt. Dat is veranderd. Ik heb zelf gezien hoe dat kan eindigen en zo wil ik niet eindigen. Eén keer heb ik me echt aangesproken gevoeld, toen Mart het in een interview had over zijn opvolging in de Tour. Hij noemde veel namen, maar er zat niet één NOS-collega bij. Dat vond ik vervelend. Maar daar hebben we nooit over gesproken.

Dat hij je vraagt voor dit interview, is dat een Smeetsiaanse manier om te laten zien dat je zijn zegen hebt? Misschien. We kunnen het goed vinden, Mart en ik. Ik heb veel aan hem gehad, met name bij het schaatsen.

Welke truien je moet dragen bijvoorbeeld? Dat is echt onzin! Hoe lang dat blijft hangen! Het is zeker tien jaar terug dat Mart zo’n opvallende trui heeft gedragen tijdens een schaatstoernooi, en nog steeds hebben wij het erover! Ik heb dat met een jurk waarover men steeds begint, dankzij Paul de Leeuw. Of begin ik.er nu zelf over? Sommige dingen blijven aan iemand kleven.

Wat ook aan jou blijft kleven is de dood van jouw vriend, Chris Götte, drummer van BIøf. Inmiddels is het veertien jaar geleden. In interviews word ik er altijd naar gevraagd en ik weet echt niet meer wat ik erover moet zeggen. Eén keer heb ik een interview aan Algemeen Dagblad gegeven en naïef dacht ik dat het onderwerp daarmee gedaan was. Nou, dat was niet zo. Ik ken veel presentatoren met ook veel heftige verhalen, maar daarover wordt niet gesproken. Wat ik vervelend vind aan die vraag is dat er vaak wordt gedaan alsof ik er zelf over ben begonnen. Ik begin er nooit over. Ik ben echt bang dat mensen denken: 0, daar heb je haar weer.

CV

Dione de Graaff (Bussum, 9 juni 1969). Haar moeder studeerde Frans en haar vader was VARA-presentator en eindredacteur Jan de Graaff. Dione groeide op in Leusden. Aanvankelijk wilde ze tolk-vertaalster of fotograaf worden, maar koos na een jaar Frans in Amsterdam voor de School voor Journalistiek in Tilburg. Daar studeerde ze af op het werk van fotograaf Vincent Menzel. Na haar studie werkte ze bij Omroep Amersfoort (1993-1995), tot ze in 1995 werd aangenomen bij Studio Sport. De Graaff presenteerde Radio Tour de France (2010-2014), vele liveprogramma’s en ze won in 2002 de Nationale Nieuwsquiz. Ze is supporter van voetbalclub Willem II.

TV

‘Natuurlijk kijk ik héél véél sport en nieuwsprogramma’s, maar daarnaast ook alle documentaires die ik kan vinden. Een documentaireserie als De ijzeren eeuw van Hans Goedkoop over de negentiende eeuw, daar stem ik echt op af. Ook volg ik Downtown Abbey en de Nederlandse gangsterserie Penoza, vanwege acteur Loek Peters natuurlijk. Radio luister ik vooral in de auto. Wat ik vaak hoor is Met het oog op morgen als ik net uitzending heb gehad. En ik probeer zo veel mogelijk naar Rob Stenders op NPO Radio 2 te luisteren. De muziek die ik thuis opzet, loopt van de Neville Brothers tot Jason lsbell, voorheen van de Drive by Truckers.