Doktersromans

AD Magazine, Zaterdag 7 & zondag 8 november 2020.

Schrijver en veellezer Ronald Giphart leidt ons door zijn goedgevulde boekenkast en bespreekt Doktersromans.

“Op 7 november, de Dag van de medische dokter, aandacht voor vier romans met een dokter in de hoofdrol die wél de moeite waard zijn.”

Ian McEwan – Zaterdag

Zaterdag 13 februari 2003 lijkt een onbetekenende datum, maar in de literatuur is deze dag vereeuwigd in de roman Zaterdag (2005), van de Engelse schrijver Ian McEwan.

Ogenschijnlijk gaat het om een zaterdag als zovele, tot er iets in het leven van de 48-jarige hoofdpersoon Henry Perowne gebeurt dat grote gevolgen heeft. Perowne, als neurochirurg werkzaam in een groot ziekenhuis, leidt en rustig en bevredigend leven, al lijkt de wereld om hem heen dankzij de nasleep van 11 september een draaikolk van gebeurtenissen.

Als Henry vroeg wakker wordt, ziet hij een vliegtuig in noodlanding naar Heathrow en direct denkt hij aan een aanslag.

Door zijn ogen volgen we wat er de rest van de dag gebeurt, momenten die McEwan nauwgezet beschrijft. Veel van de handelingen zijn nogal triviaal, conform een doorsneezaterdag. Zeer gedetailleerd lezen we over een hersenoperatie, over een stevig potje squash, over het verzorgen van een demente moeder en wat niet al. Maar dan transformeert de roman langzaamaan tot een ware thriller en nemen de gebeurtenissen een dusdanige loop dat 13 februari 2003 voor altijd in het geheugen blijft.

Simon Vestdijk – De dokter en het lichte meisje

In literaire kringen wordt er geklaagd dat vrijwel niemand Simon Vestdijk (1898-1971) meer leest. Zijn roman De dokter en het lichte meisje uit 1951 (ook te koop als e-book) heeft zo nu en dan een taalgebruik waarvoor een gemiddelde hedendaagse lezer een beetje moeite zal moeten doen, maar de beloning is groot: hoe verder je in het boek raakt, hoe minder archaïsch de stijl en hoe dwingender het plot.

Hoofdpersoon is de net afgestudeerde arts Paul Schiltkamp, die in dansclub Ebenova een jonge prostituee ontmoet. Zij geeft haar bestaan voor hem op en trekt bij hem in als zijn huishoudster. Uiteraard blijkt dit een slecht idee. Funfact: voor Ebenova staat het nog steeds bestaande Casablanca op de Amsterdamse Zeedijk model, een club die door Vestdijk regelmatig werd bezocht.

Anna Enquist – De verdovers

In het nawoord van De verdovers (2011) schrijft Anna Enquist over haar reden over anesthesie te schrijven. ‘In mijn eigen vak, de psychoanalyse, gaan we ervan uit dat het voor de patiënt in de meeste gevallen heilzaam is te voelen wat er in hem of haar omgaat.

De anesthesist beschermt zijn patiënt juist tegen het voelen en acht zijn werk geslaagd als de patiënt totaal geen weet heeft van de pijn die hem tijdens de ingreep wordt aangedaan.’ De anesthesist in de roman is de zus van een psychoanalist wiens vrouw net is gestorven. Zonder al te veel te verklappen: een van zijn patiënten zal een grote rol gaan spelen in het leven van haar en haar man.

De verdovers is een spannende relatiethriller over de vraag of we pijn moeten ondergaan, moeten wegstoppen of verdoven.

Jan de Hartog – Het ziekenhuis

In 1962 verhuisde de succesvolle Nederlandse schrijver Jan de Hartog (1914-2002) naar het Amerikaanse Houston. Hij hoorde over de slechte omstandigheden in een liefdadigheidsziekenhuis aldaar, waarna hij en zijn echtgenote besloten er als vrijwilligers te gaan werken.

Toen ze van dichtbij de mensonterende omstandigheden zagen van de vooral zwarte patiënten en hun artsen, begon De Hartog lezingen te geven om geld in te zamelen en problemen bespreekbaar te maken. In 1964 publiceerde hij de even vlammende als ontroerende non-fictieroman The Hospital. Het boek veroorzaakte grote controverse en de De Hartogen werden zelfs beschoten.

In 1965 kwam er ook een succesvolle Nederlandse editie, Het ziekenhuis, maar helaas is het boek alleen tweedehands leverbaar. Jammer, want deze roman is nog steeds urgent.