Dolf Jansen

VARA Gids 6, 6-12 februari 2021

Het rooie nummer

Dolf Jansen maakt zich zorgen over een systeem dat enkel gebaseerd is op groei. ‘Daarmee gaan we uiteindelijk ten onder.’

Veel mensen zullen vermoeden dat jij uit een heel links milieu komt. Dat is zeer ver bezijden de waarheid. Ik had een hardwerkende vader die net genoeg verdiende om een gezin met vier zoons overeind te houden, letterlijk drie hoog achter, in een huis waar de noordoostenwind doorheen woei. Hij was geboren in 1933 en zag na de oorlog in communisten de vijand. Wij lazen De Telegraaf en Troskompas, waarin dat beeld werd ondersteund. Vanwege zijn abjecte hekel aan links stemde hij VVD en ook een keer de Boerenpartij. Zijn zoons wilde hij ervoor behoeden aan de verkeerde kant te staan.

Ben je daarom links geworden, om je tegen hem af te zetten? Ik denk dat hij oprecht vond dat links nooit aan de macht mocht komen. Toen ik me zelf voor politiek begon te interesseren, eind jaren 70, las ik de programma’s van PPR en PSP. Ik vond dat die partijen een goed verhaal hadden over sociale ongelijkheid en ontwapening. Mijn oudste broer kwam in diezelfde hoek terecht, maar van de andere twee weet ik het niet. We hebben het onderling als broers nooit over politiek. Mijn vader had een erg duidelijke mening en daarover was thuis verder geen discussie mogelijk.

Wat trok je aan in politiek, toen je daar op je dertiende in geïnteresseerd raakte? Ik was een vrij stille jongen, politiek was het enige waarin ik iets durfde. Dat werd op school gestimuleerd. Mijn leraar Nederlands liet me een poster van de PSP ophangen en daarover moest ik voor de hele klas over vertellen. Ik denk niet dat ik echt bang was dat er oorlog zou komen, maar maakte me wel erg bezorgd over de constante dreiging van atoomwapens. Met vrienden demonstreerde ik regelmatig, niet alleen tegen die de wapenwedloop, maar bijvoorbeeld ook tegen autoverkeer. Op mijn veertiende deed ik mee aan Amsterdam Fietst, een van de mooiste demonstraties die ik ooit heb meegemaakt.’

Was je ook met kraken bezig? Nee, helemaal niet. Ik moest ook niets van die krakersrellen hebben, zodra er sprake was van geweld, was ik weg. Politiek bedrijfje met argumenten en debat, dat heb ik altijd gevonden.

Was je lid van een partij? Nee, dat kon ik mijn vader niet aandoen. Ik ging aan de VU in Amsterdam studeren, de UvA vond hij te links, en mijn plezier haalde ik uit bandjes bezoeken in Paradiso en hardlopen. Naar de kroeg ging ik nooit, dat interesseerde me echt niet. Op mijn vijftiende ben ik met lopen begonnen. Zo heb ik Lebbis leren kennen, op de atletiekvereniging. Hij was ook altijd aan het lopen, schreef voor de roeivereniging, had op feesten altijd een grote mond en ik helemaal niet. Ik denk dat hij graag het cabaret in wilde, maar te laf was om dat alleen te doen. Op een feestje hebben we toen samen op een tafel gestaan om grappen voor het publiek te maken, zo is het begonnen. We zijn elkaar eerst brieven gaan sturen, rond 1988 was dat, en daarna hebben we de sprong gewaagd.

Maakten jullie ‘links cabaret’, zoals dat in die jaren heette? Wij vonden het volstrekt logisch om onze opvattingen op een podium te delen. Maar het ging over veel meer dan over politiek, we hadden ook nummers over andere onderwerpen. Ons eerste programma heette Pas op de hond, omdat we beiden een haat/liefde-verhouding met honden hadden, waarin overigens de haat overheerste. In de loop der jaren werd ons materiaal steeds meer geëngageerd. Bij het begin van een nieuwe voorstelling bedachten we steevast een lijst met titels. Bovenaan stond altijd Steek een dildo in je hamster, maar dan zei onze impresario, God hebbe zijn ziel, dat we met die naam zo’n tachtig boekingen minder zouden krijgen. Je moet natuurlijk toch een beetje commercieel denken. Toch probeerde we jarenlang bij iedere voorstelling Steek een dildo in je hamster erdoor te drukken. Nooit gelukt.

Het kan nog… Nee, niet meer. Lebbis en ik zien elkaar nog wel, en als zich eenmalig iets aandient dan zullen we dat zeker doen, maar samen op tournee zit er niet meer in. We zijn vrienden, op een rare manier. In zeventien jaar hebben we zo godsgruwelijk veel samengedaan dat het echt een wonder is dat we elkaar niet dood hebben geslagen, al scheelde dat één of twee keer niet zoveel. Lebbis is sociaal bewogen en geëngageerd, maar niet specifiek heel links. Eigenlijk heb ik geen idee wat die man stemt, dat heb ik in al die jaren nooit aan hem gevraagd. Zal wel aan de linkerzijde zijn, misschien heeft hij wel z’n hele leven PvdA gestemd en is hij de laatste PvdA-stemmer in Amsterdam-Oost.

Niet lang nadat jullie doorbraken werd jij ambassadeur van Oxfam-Novib. Ik kende hen natuurlijk van hun spotjes en hun onderwijs-methode. Ze zagen mij optreden, onder andere bij Pauw & Witteman, en ik denk dat ik uitspraken deed die hen bevielen. Hun wereldbeeld kwam overeen met mijn wereldbeeld. Ik vind dat alles met alles samenhangt en dat mensen de verantwoordelijkheid hebben om misstanden op te lossen. Neem het klimaat: we zijn de planeet aan het opconsumeren. Marktwerking, polarisatie en populisme hebben met elkaar te maken. De macht van het geld is enorm toegenomen, met alle problemen van dien. Ik voel me betrokken bij de doelen van Oxfam, wat niet betekent dat ik elke dag wakker lig van Griekse vluchtelingenkampen of de gevolgen van klimaatverandering.

Een paar jaar geleden had je als ambassadeur een pittig vraaggesprek met Matthijs van Nieuwkerk, naar aanleiding van seksueel misbruik binnen de Engelse tak van Oxfam. Na de aardbeving in Haïti in 2010 vergrepen ingehuurde krachten zich aan prostituées. Die mensen werden al in 2011 ontslagen, maar in 2018 haalde het alsnog het nieuws. Jij werd bij DWDD ter verantwoording geroepen.

Ja, dat was voor mij een moment om heel duidelijk te maken waar Oxfam voor staat en wat we aan het doen zijn. Ik heb mijn grote afschuw over het schandaal uitgesproken, in de wetenschap dat alle bedrijven en alle instanties ter wereld met dit soort ernstige problemen te maken kunnen krijgen. Ik vond dat de negatieve spiraal waarin Oxfam terechtkwam onrecht deed aan de problemen en zaken die aandacht verdienen: vrouwenrechten, kinderrechten, onderwijs, veilige werkplekken, eerlijke lonen, de klimaatcrisis. Ik ben er honderd procent van overtuigd dat naastenliefde kan zorgen voor een rechtvaardiger wereld en minder armoede. Dat is niet per se links, dat is menselijk.

Wat is ‘links’? Dat je streeft naar economische gelijkheid en daarmee ook naar kansengelijkheid. Kijk naar Klassen, dan weet je dat wanneer je in een mindere buurt woont en je ouders hebt die het al dan niet vanwege hun afkomst wat minder doen op sociaal-economisch gebied, je ook minder kansen krijgt, een slechtere opleiding geniet, waardoor de kans groter is dat je later een mindere baan vindt. Het heeft allemaal te maken met economische ongelijkheid.

Het herstellen van deze ongelijkheid is wat een politicus als Geert Wilders toch ook propageert? Aan de economische kant streeft hij naar betere zorg, naar meer economische gelijkheid, alleen geeft hij de schuld van maatschappelijke problemen aan een vermeende massa-immigratie, aan ‘buitenlanders’ in de ruimste zin en aan alles wat des moslims is. Daarmee ga je in tegen de grondwet. Het is onmogelijk dat andere politieke partijen met hem zouden willen samenwerken als hij dat soort standpunten uitdraagt. Ik bestrijd overigens het idee dat het benoemen van Wilders’ verderfelijke standpunten ‘links’ zou zijn. Zoals ik, wederom, ook niet het idee heb dat strijden tegen de klimaatcrisis, voor gelijke kansen en voor een agrarische sector die wel kan overleven, per se links is.

Het is nu de tweede keer dat je dat noemt. Vind je jezelf links? Ik ben bezig met zaken die voor de hele wereld van belang zijn. Ik geloof oprecht niet dat de doelen waarvoor ik me inzet links zijn. In onze samenleving houden we vast aan een systeem van permanente groei. Dat betekent dat als het op de beurs goed gaat, we heel veel geld verdienen. Nou, wij verdienen in Nederland heel veel, onder andere aan de agrarische sector. Maar daarmee gaan we uiteindelijk ten onder, want je kunt niet altijd blijven groeien. Het grote internationale geld hoopt zich op en valt onder geen enkele staatsinvloed. Dat zie je aan ons belastingsysteem: multinationals maken tientallen miljarden winst en betalen vrijwel geen belasting, ten koste van de zich ontwikkelende landen, die ze vroeger ‘de derde wereld’ noemden. De offshore-macht is gebaat bij oncontroleerbaarheid, en die zin komt het opkomende populisme goed van pas, want het gaat populisten om het ontregelen of zelfs omverwerpen van de samenleving. Als het links is om daartegen te strijden, dan ben ik heel links.

Jij zegt ‘wat ze vroeger de derde wereld noemden’, want dat is inmiddels een omstreden benaming. Toch wel opmerkelijk aan die zogenaamde wokeness, dat je je steeds bewust moet zijn van alle op dat moment heersende politieke gevoeligheden. Regelmatig vraag ik: jongens, meiden, hoe noemen we dit of dit tegenwoordig? Ik vind die wokeheid en daarmee gepaard gaande ‘cancelcultuur’ in de meeste gevallen vreselijk. Je kunt mensen om één verkeerd gebruikt woord of één verkeerd gevallen grap buitensluiten of kaltstellen, terwijl je juist moet proberen in gesprek te blijven. Je kunt best proberen bepaalde termen niet te gebruiken, maar als je het toch een keer hebt over ‘slaaf in plaats van ’tot slaaf gemaakte’, betekent dat niet dat je verwerpelijk bent. Mensen daarom uitsluiten is onzinnig. Het is veel waardevoller om in gesprek te blijven.

Onlangs zei je in een interview dat je vindt dat de wereld toe is aan een grote ‘systeemverandering’. Wat bedoel je daarmee? Er moet, móet, een eerlijkere verdeling komen van geld, mogelijkheden en middelen. Dus waar het al heel goed is, hoeft het niet nog beter te worden als dat ten koste gaat van mensen die daar niet van profiteren. Rechtvaardigheid is voor mij om bij alle beslissingen, zowel politiek, economisch of maatschappelijk, te denken: doen we hier goed mee?

En het antwoord is dan? Dat we niet meer ten koste van alles moet groeien én dat we alles beter moeten verdelen. Nee, je hoeft geen bomen om te hakken bij Amelisweerd omdat je een bredere snelweg wilt. Om meerdere redenen maak je daar niemand gelukkiger mee. Groei is niet het streven, maar geluk. Alleen heeft geluk geen economische waarde in onze maatschappij, en een snelweg helaas wel.

De kans is groot dat er na 17 maart weer een centrum-rechts kabinet komt, ondanks alle problemen die de neoliberalisatie en het marktdenken hebben veroorzaakt. Hoe kan het nou toch dat links na al die jaren geen gat kan slaan in het rechtse bastion? Het lukt links niet om een overtuigend beeld van zichzelf te schetsen, er is gebrek aan samenwerking en niemand maakt een vuist. In plaats daarvan laat links het zich gebeuren dat zij overal de schuld van krijgen, terwijl ze nota bene geen regeringsverantwoordelijkheid dragen. De PvdA wordt erop afgerekend dat ze één keer aan een kabinet heeft meegedaan dat flink moest bezuinigen, terwijl de kiezers van de VDD er juist mee wegliepen. De gedachte is dat links miljarden wil uitgeven aan het klimaat en iedereen naar Nederland mag komen, terwijl rechts een veel realistischer beeld heeft van wat er speelt in de wereld. Dit is verre van waar, maar deze vals spin werkt uitstekend. Wij aan de linkerkant moeten beter leren spinnen.

Wat stem je eigenlijk zelf? Jansens woordenstroom hapert heel even en dan antwoordt hij: ‘Partij voor de Dieren, de enige partij die snapt dat groei niet het antwoord is. Ik geloof niet dat de PvdD een linkse partij is, dat weet ik vrijwel zeker, maar ze kijken naar de economie en de wereld met slechts één vraag: hoe overleeft de mens zichzelf? Die vraag stel ik ook.

CV

Amsterdam, 25 juni 1963

  • Cabaretier, presentator, schrijver, ambassadeur van Oxfam Novib.
  • Al 26 jaar met fotografe Margriet Jeninga, met wie hij een zoon en dochter heeft.
  • Speelde 28 cabaretprogramma’s met Hans Sibbel en 17 soloprogramma’s.
  • 1981-1988 studie Nederlands recht en criminologie
  • 1994 Persoonlijk record op de marathon: 2:28.22
  • 2000 Presentator Later wordt het leuk en VARA laat
  • 2005 Spijkers met Koppen
  • 2006 Laatste oudejaarsshow met Hans Sibbel

TV

‘Voor zover ik het aankan kijk ik talkshows, mits er geen ‘influencers’ aanschuiven, sport als het niet puur om ‘het grote geld’ en ‘de belangen’ gaat en Media Inside zo gauw de tweede reeks begint. Vroeger keek ik naar Hill Street Blues en The Sopranos. Op de radio wil ik muziek horen die ik nog niet ken en NPO Radio1 voor het nieuws. In de podcast LiedjesLust op NPO Radio2 spreek ik met makers/singers/songwriters over het schrijven van muziek.’