AD Magazine, 22 december 2018
Om deze foto’s te kunnen gebruiken, neem contact op met Shody Careman & @careman_fotografie
Rubriek: Gipharts kookeiland
Ronald Giphart verdiept zich in de legende van de ‘olde wieven’ op het opgeslokte eiland Schokland.
Afgelopen week werd ik weer een jaartje ouder, een gebeurtenis die me elke verjaardag steeds lauwer laat. Ik ben op een leeftijd waarop ik soms oprecht moet nadenken of ik 51 of 52 ben (o nee, 53). Hoewel ik er steeds minder moeite mee heb, vraag ik mij wel elke ochtend af als ik in mijn badkamerspiegel kijk: djiezus, wanneer is dát in godsnaam gebeurd?
Dit magazine brengt deze week een eerbetoon aan 50-plussers, wat we natuurlijk ook kunnen betrekken op eten en drinken. Als producten en ingrediënten ouder worden, nemen voedingswaarde en voedselveiligheid niet per se toe, maar kan de smaak wel degelijk aangenamer worden.
Dat proces heet rijpen, een mechanisme waarbij smaak zich ontwikkelt (bijvoorbeeld bij dranken) of het vochtgehalte afneemt en daardoor de intensiteit toeneemt (bijvoorbeeld bij kaas). Smaak komt vaak met de jaren.
Neem bijvoorbeeld dry aging, een rijpingstechniek die vlees met het verstrijken van de tijd aangenamer maakt. Tegenwoordig staan bij veel slagerijen en restaurants glazen cellen met grote hompen vlees die weken achtereen te drogen hangen. Zo worden de biefstukjes steeds malser en appetijtelijker. Oude vleeslappen: genotvolIer krijg je het eigenlijk niet.
Toch koos ik voor het recept bij dit stukje niet voor een gerecht met oude kaas, gerijpte wijn of mature meat. Eergisteren ging in het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen het spektakel Zuiderzeelicht van start, een hedendaagse son et lumière. Lichten, beelden en geluiden roepen drie weken lang een eeuwenoude legende tot leven.
Museumbezoekers kunnen zich laven aan een (door mij herschreven) moderne versie van een eeuwenoude sage genaamd De motketel van Schokland.
Deze oude volksgeschiedenis speelt zich af op Schokland, een inmiddels opgeslokt eiland in de voormalige Zuiderzee. Bij storm en ontij kwamen daar vroeger olde wieven in de nacht bijeen om mensen angst aan te jagen. De Schokkers, zoals de eilandbewoners werden genoemd, waren bang voor deze secreten. Bij nader inzien onterecht, want de oudere dames leken misschien wel boze heksen, maar waren in feite bezorgde vrouwen in de finale van hun leven die amechtig probeerden jongeren te behoeden voor leed en smart. De moraal: als we beter luisteren, kunnen we veel leren van mensen in de nabloei van hun leven.
Daarom speciaal voor vandaag een recept van Schokkermoppen, eenvoudig te bereiden winterse koeken, als ode aan iedereen van zekere leeftijd.
Schokkermoppen
Een schaal vol
Schokkermoppen zijn ronde dikke koeken. Tot de ontruiming van Schokland in 1859 werden ze op het eiland verkocht aan tjalkschippers en toeristen. Over het internet waaieren meerdere recepten. Ik vond zelfs een bereidingswijze in dialect, van de oude Urkse bakker Leendert Hakvoort. Voor de leesbaarheid heb ik het toch maar hertaald.
Roer de boter en suiker door elkaar. Klop de kruiden en bakpoeder door de bloem en doe ze samen met het ei bij het botersuikermengsel in een grote schaal. Goed kneden en het deeg wat steviger laten worden (‘effien wat stever lotten worren’). Vervolgens rollen draaien zo dik als een oude rijksdaalder. Snijd daarvan schijfjes van ongeveer 1,5 centimeter.
Leg deze op een bakplaat (ik had er twee nodig) met een tussenruimte van ongeveer 2 centimeter. Bak de koeken ongeveer 25 tot 30 minuten in een oven op 210 graden.
Even laten afkoelen en serveren aan jong en oud