Een dagje op de set

Column in Pauze nr 5, februari 2001

Een groot café, 07.15 uur. Mannen slepen met sadomasochistische werktuigen, overal staan mooie meisjes met bijna onzichtbare uitgaanskieren en jongens met platte buiken afwachtend om zich heen te kijken, maar toch zijn we niet op een kinky afterparty of een andere chili out lounge. We zijn bij de set van Ik ook van jou – de verfilming van mijn debuutroman. Nu heb ik het eenzaamste beroep ter wereld, en daarom is het een fraai geschenk dat mijn vriend Bert en ik ‘een dagje op de set’ mogen meemaken. In onze zenuwen vergeten we te melden dat we er zijn. Anoniem lopen we tussen de first, second en third assistants, location scouts, focus pullers, clapper loaders, grippers, gaffers, best boys, proppers, wards, dressers, enzovoort. Misschien zullen er twee figuranten uitvallen, hebben we bedacht, en zal de regisseur plotseling vervangers nodig hebben, en zullen wij voorzichtig onze vingers opsteken en zal de regisseur ons vragen in te vallen en zullen we dat heel goed doen, zo goed dat we zelfs een zinnatie mogen zeggen, en misschien nog meer, en zullen we plotseling de sterren van de hemel spelen, zo goed dat de regisseur zal zeggen bedankt Antonie Kamerling en bedankt Beau van Erven Dorens, maar ik neem toch liever Bert en Ronald voor de hoofdrollen en de vele liefdesscènes met Angela Schijf, en zullen we een jaar later een Oscar krijgen voor beste buitenlandse filmproductie en zullen we worden uitgenodigd om De Grote Stap Over Zee te maken voor een internationale carrière en vele liefdesfilms met Patricia Arquette, Cameron Diaz, Heather Graham en Drew Barrymore.

Dan roept een second assistant in een megafoon: ‘Alle figuranten naar de set!’ en dit is het moment waarop Bert & ik ons in cognito aansluiten bij de figuranten (sommigen kijken ons aan met een blik van ‘wat doen die bejaarden hier?’, waarop we wraak nemen door te vragen of ze ook vijfhonderd gulden per dag salaris krijgen ‘net als de figuranten eergisteren’). Een uur heeft niemand door dat we in het publiek zitten, maar dan worden we ontdekt door de regisseur: ‘Hé kijk nou, de schrijver zelf.’

Hierop roept hij de grime, omdat hij inderdaad een rolletje voor Bert & mij in gedachten had. We krijgen een likje bijtende glycerinezalf onder onze ogen gesmeerd, en terwijl Antonie Kamerling een fragment voorleest uit Ik ook van jou zitten wij aan de bar hardop te huilen van ontroering.

‘Dat was echt heel dramatisch gespeeld: zegt de regisseur na afloop van de opname, maar voordat wij ons kunnen verliezen in fantasieën over Patricia, Cameron, Heather en Drew, vervolgt hij: ‘Als je tenminste houdt van het gehuil van Stan Laurel en Oliver Hardy.’