Een minkukel in de masturbatie-industrie

Het Parool, 17 december 1993

Boekrecensie: Hans van der Kamp: Nette mensen in een nieuwe tijd, Veen, ƒ 29,90

Debutanten vertolken in de Nederlandse literatuur eigenlijk louter de rol van gemakkelijke schietschijven voor critici. Een uitgever zei een tijdje geleden in deze krant dat als Willem Elsschot heden ten dage zou zijn gedebuteerd, de huidige recensenten hem zeker hadden afgekraakt. Ik denk dat ook. Er is niets simpeler dan het kielhalen van een debutant, want een debuutroman waarop niets aan te merken valt, moet nog worden geschreven (zo mag De Avonden een prul worden genoemd, in vergelijking met het latere werk van Reve). Er is geen schrijver die zijn magnum opus als eerste publiceert, en de verzamelde kritiek lijkt het een genot te vinden hedendaagse jonge schrijvers dit in de gemeenst mogelijke bewoordingen kwalijk te nemen.

De vraag is of een debuut welwillender behandeld moet worden dan het zoveelste boek van een gearriveerd schrijver, of dat er één universele maatstaf is voor alle boeken. Natuurlijk is er maar één universele maatstaf voor alle boeken, dat staat buiten kijf, maar ik vind dat een beetje recensent ook een scout moet zijn, een schrijverscoach die de kwaliteiten van een aankomend talent wat meer belicht dan diens gebreken. De manier bijvoorbeeld waarop een paar weken terug in deze krant het toch alleszins acceptabele debuut Het uur van lood van Rob van Erkelens de grond in werd geschreven, gaat mijn pet te boven.

De negatieve kritiek op een belofte als Van Erkelens stelt mij voor een probleem: in welke bewoordingen moet ik dan in godsnaam Nette mensen in een nieuwe tijd, het debuut van Hans van der Kamp (1955), neersabelen?

Een paar jaar terug won Van der Kamp twee verhalenwedstrijden van het studentenweekblad Propria Cures, waarna hij benoemd werd tot ‘meeloper van de redactie’ (dit is de Propria Cures-term voor aspirant-redactielid). Tot redacteur schopte hij het echter nooit, want toen de redactie een stuk van hem weigerde, stapte hij woedend op. Geheel in de stijl van het blad leverde hem dit enkele hardhandige trappen na op: zo plaatste men een foto van een aan Van der Kamp toegeschreven geërecteerde penis op ware grootte. Kijk, dat iemand die zo voor lul is gezet inmiddels heeft mogen debuteren met een roman, terwijl de toen zittende redacteuren van Propria Cures zijn weggezakt in een eerloze vergetelheid, moet vele met aspiraties kampende schrijf hobbyisten in Nederland goed doen. Overigens doet Van der Kamp op zijn beurt niet lullig en vermeldt hij op de achterflap van Nette mensen in een nieuwe tijd grootmoedig dat ‘vingeroefeningen’ voor zijn roman in het Amsterdamse studentenblaadje zijn gepubliceerd.

Hoewel ik het mis kan hebben, is Nette mensen in een nieuwe tijd een sleutelroman over de seksbladenmarkt en de 06-lijnenindustrie in het Amsterdamse grachtengeitenoog. Hier is een man die zijn geile gal gaat storten! dacht ik uitgelaten, toen ik een vlijmscherp verband legde tussen de mededeling op de achterflap dat Van der Kamp hoofdredacteur is geweest van de Nederlandse Playgirl en het blad High Society, en het feit dat in het boek de hoofdpersoon Max van Norden hoofdredacteur wordt van het vrouwenblootblad Partydoll en het blad Upper ten. Zat ik er even naast zeg. Die Max van Norden (die overigens zijn naam deelt met een oud pseudoniem van Van der Kamp) is een even slappe zak als de geslachtsdelen destijds in Playgirl. J

Het verhaal, de Werdegang van een arme minkukel bij een imperium-in-oprichting, is te onbeduidend om na te vertellen. Er gebeurt van alles, maar er boeit werkelijk niets. Gekeken naar de vele schijnbaar willekeurige en overbodige gebeurtenissen lijkt het alsof Van der Kamp zijn boek sterk naar de werkelijkheid heeft willen tekenen en alles wilde vertellen wat hij in de fascinerende wereld van de masturbatie-industrie: heeft meegemaakt. Geen van de personages (nette en minder nette zakenmannen) wordt uitgewerkt, waardoor ze veel op elkaar lijken en zelfs Van Norden blijft steken in de rol van omhooggekomen sextekstschrijver.

Ik vind het vervelend om in deze bewoordingen over een literair werk te moeten schrijven, maar ik heb mij in lange tijd niet zo geërgerd aan een roman, als aan deze truttige en humorloze aaneenschakeling van lelijke zinnen, ranzige clichés, misse formuleringen en machteloos zwak gebabbel. Hoe kan iemand over een in potentie zo interessant onderwerp als de seksindustrie een zo slaapverwekkend verhaal schrijven? Je moet er niet aan denken dat Van der Kamp indertijd hoofdredacteur zou zijn geweest van Bloem en Plant of het Vaktijdschrift voor de gehandicaptentzorg en hij daar nog wat rekeningetjes te vereffenen had. Ik weet dat Nette mensen in een nieuwe tijd een debuut is, maar ik kan niets welwillenders over het boek opmerken dan dat het plotseling zonder enig reden afloopt.