Eric van ’t Zelfde

VARA Gids 6, 8-14 februari 2025

Foto’sErik Smits

Had ‘na dertig jaar buffelen’ even geen zin meer in het onderwijs en werd sociaal werker in de Pauluskerk. Binnenkort verschijnt een nieuw boek over zijn bevindingen als rector.

Het is altijd fijn om iemand tegen te komen uit een ouderwets links arbeidersmilieu. Dat is mijn achtergrond. Ik werd geboren in een klassieke arbeiderswijk met veel sociale controle. Mijn vader was onder andere bankwerker en hij heeft tien jaar op de grote vaart gezeten. Ik had een heel goede band met hem. Het was vooral een liefdevol milieu. Mijn moeder was huisvrouw en zorgde altijd voor thee als wij uit school kwamen. We hadden niet veel geld, maar waren niet arm, want we kregen trainingspakken van oudere neven als die eruit waren gegroeid. Het sleutelwoord was veiligheid. Dat je als kind je vader ’s avonds de voordeur op slot hoorde draaien en je je geborgen voelde.

Was er ook aandacht voor politiek? Er hingen PvdA-posters en als premier Joop den Uyl op tv werd aangevallen, dan ontplofte mijn vader. Bij kernwapendemonstraties werd gedemonstreerd en dan namen onze ouders ons mee, ik heb daarvan nog een sjaaltje uit 1983. Toen ik wat ouder werd, vond ik mijn vader op een gegeven moment niet links genoeg en dus sloot ik me aan bij de SP. Daar kon je in de kroeg goeie sier mee maken.

Wat wilde je worden? Ik heb vijf middelbare scholen versleten, waaronder één in Schotland, waar mijn ouders toen terecht waren gekomen. Ik wist het echt niet. Op mijn tiende begon ik met het schrijven van verhaaltjes en daarin werd ik gestimuleerd door docenten. Op mijn twaalfde las ik The moon is down van John Steinbeck en dat vond ik zo geweldig. Ik had een oom die me stimuleerde om te lezen: The old man and the sea van Hemingway, Painted bird van Jerzy Kosinski, Vunnegut, ik las al die boeken in het Engels. Op de middelbare school zei een decaan tegen mij: waarom ga je niet de lerarenopleiding doen? Dat was de wenk die ik nodig had.

In een interview zei je eens dat je in je studententijd vier jaar lang dronken bent geweest. Ja, ik had heel erg leuke medestudenten, het hek ging echt van de dam. Ik had het geluk dat lesgeven iets was waarvan ik vooraf niet had geweten dat het met zo zou aanspreken. Dat noem ik ‘gratis mazzel’. Toen ik eenmaal voor de klas stond, wist ik: hier heb ik echt goed aan gedaan. Lesgeven was een verrijking van mijn leven. Dat heb ik die decaan later nog wel eens verteld.

Wat was je eerste school? Op 5 december 1995, een datum die ik altijd heb onthouden, werd ik gebeld door de adjunct-directeur van het Johan de Witt College in de Haagse Schilderswijk. Hij kon geen docent Engels vinden en via via was hij aan mijn naam gekomen. Ik begon met negen uur les, maar al snel werden dat er meer en meer. Toen ik in mijn tweede jaar een eigen lokaal kreeg, was dat echt een cadeau. In Engeland kocht ik allemaal posters die ik in mijn lokaal ophing, onder andere een van mijn held, voetballer Éric Cantona. Dat vonden mijn kids tof. In mijn derde jaar werd ik mentor van een klas en kreeg ik echt het idee dat ik mijn eigen gezinnetje had. Ik was het natuurlijk al, maar vanaf dat moment was ik écht verliefd op het onderwijs.

Je hebt een lange carrière achter de rug met vele scholen en functies. Meestal begon ik me na een jaar of vijf een beetje te vervelen. Ik zag dat je in het onderwijs door aan sommige knoppen te draaien dingen echt kon verbeteren. En dat begon ik te ambiëren, ik wilde leiding gaan geven en die kans werd me geboden. Ik zat vijf jaar in Scheveningen, voor weer een ander soort publiek. Maar ook daar wilde ik na een tijdje opnieuw uitgedaagd worden. Het moet niet te makkelijk worden, want dan ga ik me vervelen. Ik vertrok naar Gorinchem, waar een heel fijne inspirerende rector zat, een oud-politieagent. Hij leerde me dat je als leidinggevende altijd mens moet blijven.

Uiteindelijk ging je in 2009 aan de slag bij het OSG Hugo de Groot in Rotterdam, destijds een van de slechtste scholen van Nederland, met dramatische examenresultaten en criminaliteit. In je boek Superschool (2015) beschrijf je hoe je daar met een geweldig team het tij hebt kunnen keren, met welke tegenslagen en successen. Iedere dag moesten we die school een stukje beter maken, en dat ging vaak met grote opofferingen van docenten gepaard. De inspectie meet alleen maar data. Het lukte ons in Rotterdam om steeds betere resultaten te halen, maar vaak ging dat wel ten koste van iets. De inspectie meet nooit de verhalen waaruit de data voortkomen, leraren die een deel van hun privéleven investeren. Ik noem dat de onzichtbare gesprekken. Aan het einde van mijn periode bij de Hugo dacht ik: niemand weet wat hier werkelijk is gebeurd en hoe het ons is gelukt om van een zeer slechte school in een goede school te veranderen. Dat was voor mij de reden om dat boek te schrijven.

Het boek sloeg waanzinnig aan en je werd ook als spreker gevraagd om over je werk als rector te vertellen. Twee jaar achter elkaar werd je uitgeroepen tot Spreker van het jaar. Had je iets aan je onderwijskwaliteiten bij dat soort lezingen? Natuurlijk. Als docent kun je lezen wie er in een zaal zenuwachtig is en wie niet. Als je geen boeiend verhaal hebt, ben je weg, dat had ik wel geleerd.

Je kwam ook terecht bij het tv programma Dream school, dat inmiddels z’n zevende seizoen beleeft. Ja, ik zat gewoon op mijn kantoortje in Rotterdam-Zuid toen ik werd gebeld. Het programma werd in Engeland gepresenteerd door Jamie Olivier. Ik had wat sessies met de makers en ze vroegen me of ik eraan mee wilde doen. Natuurlijk was ik in het begin zenuwachtig, want het was een heel nieuwe carrière. Op mijn eerste draaidag stond ik gladgeschoren naast Lucia Rijker, de oud-bokskampioen. Daar was ik van onder de indruk, maar toen bleek dat zij ook een achtergrond in Amsterdam-West had, zoals ik uit Schiedam kom.

Wat was voor jou belangrijk om aan deze serie mee te doen? We hebben in Nederland een systeem opgetuigd met een filter waar veel kinderen niet doorheen komen. We hebben hier inmiddels zeventigduizend thuiszitters. Die groep is heel divers en veel kinderen worden om wat voor reden dan ook vaak al vroeg afgeschreven. We hebben hier de kernvakkenregel dat je om te slagen hooguit één vijf mag hebben voor bepaalde vakken. Iedereen is bang geworden voor de inspectie, die alleen maar naar data kijkt. Als jij dan als twaalfjarige een docent hebt die acht weken ziek is of gewoon geen goede leraar is, dan zak je al aan het begin van je schoolcarrière door het ijs. Die kernvakkenregel start bij sommige scholen in leerjaar een en kinderen die daarvan extra last hebben zitten bijna altijd in de onderklasse. Die hebben geen cultureel kapitaal, geen intellectueel kapitaal, die worden in het gezin niet aangemoedigd, die hebben misschien honger, en dan laat ook het onderwijs hen in de steek. Een paar van die kinderen kwamen uiteindelijk bij Dream school terecht. Ik vond en vind het heel belangrijk om te laten zien dat die kinderen met goede begeleiding wel talent hebben, wel mogelijkheden, wel hoop.

Geef daar eens een voorbeeld van. Zo was er een heel boze jongen die wel een lief hart had. Zijn vader was niet in beeld, zijn moeder was verward en zijn zus was ernstig vermagerd. Hij deed zijn best, maar was door iedereen verwaarloosd. Door zijn agressie was hij op straat in problemen gekomen en natuurlijk had iedereen een mening over hem. Dat soort kinderen zullen me altijd bijblijven. Natuurlijk hadden wij maar drie weken met hem, om zaken uit de klit te halen en te luisteren naar zijn verhaal. Na de opnames kreeg hij dan nog zes maanden begeleiding van een coach, maar de echte meerwaarde zat vooral in de uitzending zelf, toen hij zichzelf zag over zichzelf nadacht.

Wat leerde je daarvan voor de leerlingen van je scholen? Op iedere school moeten ook een psycholoog en een aantal orthopedagogen zijn. Het type kinderen dat in de problemen kan raken, moet al veel eerder worden behoed en gezien. Door een gebrek aan expertise zijn er veel drop-outs. Ik denk dat je met simpele maatregelen veel kunt veranderen. Schrap die kernvakkenregeling. Geef docenten maximaal tweeëntwintig lessen. Probeer niet te handelen op basis van data, maar op basis van mensen.

In 2023 kwam je in het nieuws met de publicatie van je boek Code rood waarin je onder andere ook je tijd als rector bij het lyceum in Drachten besprak. Je stapte daar op na een conflict met de medezeggenschapsraad, mede omdat je een enorme bak anonieme ellende over je heen kreeg op social media en je niet gesteund werd door de inspectie. Ja, dat heeft me enorm geraakt. Ik heb het daar een paar maanden uitgehouden en ik voel nog steeds grote teleurstelling hoe dat is geëscaleerd. Ik wil er verder niet te diep op ingaan, maar het heeft me echt verbaasd hoe eenzijdig en hardvochtig de berichtgeving was. Er was zelfs een Kamerlid van D66 dat negen Kamervragen stelde, à raison van vierduizend euro per vraag. Voor dat geld had ook een noodlijdende basisschool kunnen worden geholpen. Eind april verschijnt mijn nieuwe boek Super sociaal, waarin ik dieper op de kwestie en de achterliggende problematiek in het onderwijs in zal gaan.

Je hebt het onderwijs inmiddels verlaten en dat is nogal een stap. Dit interview vindt plaats in de Pauluskerk in Rotterdam, jouw nieuwe werkgever. Ik had er echt even helemaal geen zin meer in, na dertig jaar buffelen. lk wilde terug naar de basis en iets gaan doen met mensen in de verdrukking met armoedeproblematiek. Dienen in plaats van verdienen. De telefoon opnemen bij de politie of koffie inschenken in het verpleeghuis. Plotseling kwam de Pauluskerk voorbij, een plek waar ik vroeger iedere dag langsliep. Drie dagen heb ik er als vrijwilliger rondgelopen en direct wist ik: hier wil ik werken.

Moest je solliciteren? Ja, we hebben wel drie gesprekken gehad. Zij zagen een gehavend iemand aan tafel, want ik zat er door wat me in Drachten was overkomen echt doorheen. Ze wilden weten of ik er mentaal toe in staat was om dit werk te doen, want er komt hier bij de Pauluskerk enorm veel op je af. We hebben in Nederland achthonderdduizend arbeidsmigranten die soms voor vijf of zeven euro per uur smerig werk doen, terwijl het minimumloon veertien euro dertig is. Die mensen zijn kwetsbaar en worden vaak uitgebuit. Dan huren ze voor honderdvijftig euro per maand een matrasje, dat net als zij ploegendiensten draait. Bij de Pauluskerk krijgen dakloze arbeidsmigranten die in de verdrukking zijn geraakt een plek, een luisterend oor, een warm drankje. Er zit hier enorm veel liefde en iedereen die hier werkt heeft een innerlijk drang om te dienen, want voor het salaris van 1540 euro per maand hoef je het niet per se te doen.

Van rector naar sociaal werker. Heeft het ie leven verrijkt? Honderd procent. Sterker nog: ik had het veel eerder moeten doen. In het onderwijs en in de samenleving is een gesprek gaande over maatschappelijke diensttijd. Ik dacht altijd: joh, laat die jongeren met rust. Maar ik weet zeker dat als ik dit werk op mijn tweeëntwintigste een jaar zou hebben gedaan, ik toch een ander type directeur of rector was geworden. Mijn denkbeelden over de wereld zijn hier bij de Pauluskerk veranderd. Dakloosheid betekent niet alleen dat ie geen dak boven je hoofd hebt, het betekent vooral dat je niemand hebt om de dag even mee door te nemen, even de veilige koestering te voelen. Dat is wat ieder mens, van jong tot oud, verdient.

CV

1972, Schiedam

Basisschool de Sint-Jan in Schiedam-0ost

Versleet vijf middelbare scholen

1990-1994 Lerarenopleiding Engels

1995- 2000 docent Engels op Johan de Witt college (JWC) in de Haagse Schildenwijk

2000-2005 Coördinator Havo Johan de Witt College

2005-2008 Senior Teamleider Lyceum 0udehoven in Gorinchem

2008-2009 Plaatsvervangend rector Aloysius College in Den Haag

2009-2016 OSG Hugo de Groot in Rotterdam

2014-heden Lezingen over onderwijs en leidinggeven

2015 Publicatie boek Superschool

2016-2019 Rector Lyceum 0udenhoven in Gorinchem

2017-heden Presentator Dream school

2017 Lijstduwer PvdA Tweede-Kamer verkiezingen

2019-2023 College De Brink in Laren

2023 Drachtster Lyceum

2023 Publicatie boek Code rood

2024 Sociaalwerker bij de Pauluskerk in Rotterdam

TV

‘lk ben groot fan van Tegenlicht, maar dat wordt weer geschrapt, en dat vind ik een schande. lk kijk verder de Journaals, hier en op de BBC. Met kerst kijk ik wel eens een Netflix-film. Als ik film kijk dan het liefst in de bioscoop, zoals in het Rotterdamse icoon Cinerama, maar die gaat ook dicht. Toen lk nog veel in de auto zat, luisterde ik naar NP0 Radio 1 en BNR, maar dat komt er nu ook niet meer van. En ik vind Napleiten een aardige podcast.