Familie-comedy

De Volkskrant, 9 december 2008

Waarom is het leven niet als een Amerikaanse familie-sitcom? Zo eentje waar een gezin bestaat uit geweldige, wereldwijze, grappige kinderen met zo mogelijke nog wijzere humoristische ouders. Zo van dat er in het leven van de kinderen iets vervelends gebeurt, waar de ouders eerst niet goed mee omgaan, tot ze tot inkeer komen en een educatief verantwoord verhaal afsteken over hun eigen jeugd, waarna alle personages als betere mensen op de aftiteling wachten, net als de moreel gelouterde kijkers.

Helaas ben ik geen Bill Cosby, heet mijn vrouw niet Roseanne en is in ons gezin nobody the boss. Toch had ik afgelopen weekend drie keer het gevoel in een sitcom te zijn beland.

Onze jongste is 2 jaar en we hebben een open keuken, met een open vuilnisbak. De laatste weken begon het ons op te vallen dat er dingen verdwenen: fietssleutels, bestek, een parkeervergunning, een vulpen, de afstandsbediening, een briefje van twintig euro.

Zaterdag betrapte ik onze dreumes op heterdaad, toen hij met een onschuldig gezichtje een door mij van Sinterklaas gekregen dvd van het Amerikaanse HBO-programma Weeds in de prullenbak wierp (een drama serie over een weduwe die een handel in marihuana begint en ondertussen haar kinderen normen en waarden probeert bij te brengen). Hoe leer je een 2-jarige dat hij met zijn vieze jatten van andermans spullen af moet blijven? Hoe zou Bill Cosby dat hebben gedaan?

Een tweede comedy-moment hadden we met onze dochter van 8. Zaterdag had ze met vijftien andere nachtegaaltjes een uitvoering van de musicalcursus die ze al een half jaar volgt. Sinds mijn dochter deze lessen heeft, maakt ze onophoudelijk zangachtige geluiden. Ze zingt op haar kamer, ze zingt als we naar school lopen, ze zingt aan tafel tijdens het eten; ze zingt soms zelfs in haar slaap.

Natuurlijk is het erg vertederend om een zingende dochter te hebben. Tenminste, de eerste twee maanden. Op een gegeven moment begonnen haar aria’s me te vervelen en te ergeren. Ik hoorde mezelf dingen zeggen als: ‘Goudkeeltje, kun je nu niet eens even stoppen?’

Er kwamen zelfs zangverboden en zangvrije maaltijden. Hoe slecht ben je als ouder als je je vrolijke dochter gebiedt om minder vrolijk te zijn?

‘Ga je nog door met musical?’, vroeg ik na de uitvoering.

‘Ik weet niet of ik daarvoor genoeg van zingen hou’, zei mijn dochter zuinigjes.

En dan was er nog mijn zoon van 10. Zaterdag moest hij voor het eerst van zijn leven keepen. Zijn voetbalteam heeft sinds kort geen doelkind meer en dus moeten de spelers er bij toerbeurt aan geloven. Mijn zoon had zich vooraf grote zorgen gemaakt over zijn keeperscapaciteiten. Vorige week zijn we daarom op een trainingsveldje gaan oefenen, en in zijn schoen zaten echte doel handschoenen.

‘Met zulke honkbalachtige lappen hou je iedere bal tegen’, had ik vooraf tegen hem gezegd.

Zo ging het niet helemaal.

Toen mijn zoon bij de rust onder de lat ging, was de stand 1-0 voor het team van mijn zoon. Bij het laatste fluitsignaal stond het 2-8.

Mijn jongen was toen al in tranen. Hij dook ineen en probeerde zich te verschuilen onder mijn jaspand. Douchen met zijn teamgenoten kon hij niet meer opbrengen, hij wilde naar zijn kamer om te huilen.

‘Wil je erover praten?’, vroeg ik Cosbyiaans bij zijn kamerdeur, want in een sitcom zou de vader des series nu een wijze levensles opdissen.

‘Rot op!’, riep mijn zoon, en gelijk had hij. Een uur later hoorden we hem overigens alweer zingen met zijn zusje.