Feest (2)

De Volkskrant, 20 juni 2008

Tijdens de wedstrijd van zaterdagavond verdween mijn zoon langdurig naar de wc. ‘Als ik op de pot zit, scoort het Nederlands elftal’, zei hij behulpzaam. Een 10-jarige die de loop der dingen denkt te beïnvloeden vanaf een wc-bril in Utrecht. Een onrealistische kijk op de eigen invloed is volgens psychologen een teken van geestelijke gezondheid. Hoe realistischer iemand zijn eigen greep op de wereld ziet, hoe groter de kans op depressies.

Inmiddels is het de morgen na de vernedering. In vroeger tijden zou ik zuchtend van teleurstelling in bed zijn blijven liggen, nu zit ik schouderophalend op de bank, met een verbeten ‘ik-neem-dit-voor-kennisgeving-aan-blik’. Cognitieve dissonantie in praktijk. Het is maar een spelletje. De Russen waren veel beter. We zaten in een heel zwakke poule. Ik gun het Guus Hiddink ook heel erg, die aangespoelde waterbuffel.

Ook het gebruik van termen als ‘cognitieve dissonantie’ is vluchtgedrag. Plotseling voel ik de behoefte om iets simpels als een verloren voetbalpot te duiden met wetenschappelijk geëpibreer. De afgelopen dagen heb ik gelezen dat bioloog Desmond Morris voetbal een substituut voor oorlog noemde. In vroeger tijden sneden naburige stammen elkaar op hobbelige knollenveldjes de strot door, tegenwoordig organiseren we een EK. Door de Russen ons te laten vernederen, voorkwamen we een stammenoorlog. Gelukkig maar, want die hadden we natuurlijk helemaal nooit gewonnen, met ons kernwapenarsenaal.

Afgelopen vrijdag stond in deze krant ook de verpletterende wetenschappelijke onthulling dat oranjegekte ‘ritueel gedrag’ is. Volgens een Duitse docent rituele studies aan de Radboud Universiteit in Nijmegen vervult voetbalkoorts een vitale functie. ‘Feest is een belangrijke categorie in rituele studies, omdat we ons bij een feest even anders mogen gedragen dan alle andere dagen’, aldus de man. Gefeest hebben we. Zaterdagavond konden we het voetbal overal in wijken en cafés zien op grote schermen, we konden naar Basel (naar een nog veel groter scherm) of we mochten de wedstrijd volgen in het stadion. In dat laatste geval waren we uitgenodigd door een zakenrelatie of bevriende sponsor, want voor gewone stamleden was er geen kaartje te vinden. Op de radio hoorde ik een reportage over deze sponsorreizen: veel bedrijven boden hun relaties een geheel verzorgde trip naar de kwartfinale aan. Grappig om te zien hoe iedereen elkaar tijdens zo’n toernooi probeert af te troeven. Wij hebben het grootste scherm. Wij hebben de oranjeste straat. Wij zien er het mensonterendst uit. Wij hebben Frits Barend voor de analyse. Bij ons zit Máxima op de tribune. Wij toeteren het hardst na afloop.

Het heeft allemaal met status te maken. De biologie leert dat veel primaatsoorten een sociaal systeem hebben waarin ‘posities binnen de groep’ een overheersende rol spelen. Ook mensen en hun voorouders zijn al een jaartje of dertig miljoen geobsedeerd door de sociale ladder. Antropologen zien ‘feesten’ als een belangrijk middel voor mensen om status te verwerven. Wie een goed feestje geeft, komt hoger in aanzien (iedereen met kinderen weet dat dit klopt). Als 10.000 jaar geleden een stam de buren uitnodigde voor een feestmaal, konden die buren niet achterblijven. Volgens antropologen zijn ook feestgelagen een geritualiseerd substituut voor oorlog. Een oorlogsfeest dat we zaterdag dus verloren hebben.

‘Kenmerkend voor ritueel gedrag is dat het zich uit in dingen die op het eerste gezicht zinloos lijken, maar die emoties kanaliseren’, legde de docent rituele studies ook nog uit, De emoties die horen bij verliezen bijvoorbeeld. Of de schaamte over het zelfverlies. Wat hebben we ons weer lächerlich aangesteld.

Martin Bril is afwezig en wordt vervangen door Ronald Giphart