Gefeliciteerd

Kijk Magazine 2010, nummer 5

Als we over een miljoen jaar op aarde zouden kunnen kijken, zal het er anders uitzien. Werelddelen zijn verder van elkaar afgedreven, bergen zijn ontstaan, nieuwe landschappen hebben zich gevormd. Hoogstwaarschijnlijk zal er nog wel ‘leven’ zijn, maar of de mens als soort nog zal rondwandelen, is de grote vraag. Er zijn een paar mogelijkheden: mensen sterven op den duur uit (als gevolg van zelfvernietiging of een veranderde habitat) of uit de mens zal een aangepaste diersoort evolueren. Uitsterven klinkt erger dan het is, een soortje meer of minder maakt niet zoveel uit. En wat het aanpassen betreft: dat procedé is allang begonnen. Elke generatie van iedere levensvorm past zich aan aan de omstandigheden, dat is de essentie van evolutie.

Wij mensen zijn – net als andere levensvormen – in een onderhuids gevecht met elkaar over onze genetische bijdrage aan de toekomst. Stel: KIJK-lezer X krijgt later vijf kinderen en KIJK-lezer Y twee. Op het eerste gezicht lijken de genen van X een grotere kans op voortplantingssucces te hebben dan de genen van Y. Maar misschien is het blakende kroost van de Y-tak op termijn beter in staat te overleven dan de vele bleke kindertjes van de X-familie. Net als dieren voeren mensen een voortplantingsstrijd met elkaar om kwantiteit én kwaliteit. Vaak zullen de meest dominante individuen in een groep dieren zich makkelijker kunnen voortplanten dan de sukkels onder aan de ladder. Dat betekent niet dat deze alfadieren per definitie ook fysiek de sterkste dieren zijn, zoals vaak wordt gedacht. Net als in de mensenwereld – waar rijkdom en adelijkheid op volgende generaties worden overgedragen – kennen ook diersoorten dynastieën.

Neem bijvoorbeeld meerkatten, een Afrikaanse apensoort. De meerkatwereld is onverdeeld in alfa- en bètafamilies. De alfa’s zijn de regenten, zij eten op de beste plekken en maken de dienst uit. De bèta’s schikken zich naar hun lot en gedragen zich onderdanig naar de alfa’s. In hun jeugd ravotten de jonge meerkatkindertjes vrolijk met elkaar, ongeacht hun alfa- of bèta-achtergrond. Maar wanneer bètameerkitten te hardhandig omgaat met een alfakitten dan schiet de alfaoma toe om haar kleinkitten bij te staan. Geen bètaoma die dit haar belet.

Op deze manier worden de verhoudingen in de groep pijnlijk helder. Het alfakindje hoeft helemaal niet het sterkst of imposantst te zijn, door de bescherming van de familie is zijn of haar positie in de groep duidelijk. Sociale dominantie is bij meerkatten dus iets erfelijks. Voorspoed in het leven heeft ook bij meerkatten onder andere te maken met hun afkomst.

Dit nummer van KIJK gaat over succes, een onderwerp waar welbeschouwd alles om draait. Maar laat je niet bedotten! Het feit dat je mijn column kunt lezen, is in de eerste plaats omdat wij beiden geslaagde nazaten zijn van een extreem succesvolle voortplantingslijn die op een paar dagen na zo’n 3,8 miljard jaar geleden begon. Deze lijn heeft ontzettend veel doodlopende takken, maar onze soort, onze familietak, heeft het tot nu toe gered. Wij leven, en hoe geslaagd of mislukt dat leven er ook uit mag zien: we zijn succesvol omdat we er zijn. Gefeliciteerd! En wat de toekomst brengt, weet geen aap.