Geld vernietigen

De Volkskrant, 2 april 2011

Het was mijn vader die me ooit een fraaie anekdote over Rijk de Gooijer vertelde. Die zou op een avond aan een stampvolle toog hebben gestaan, naast een man die grote moeite deed om een barkeeper te wenken. Die kerel stond met een briefje van honderd gulden in zijn hand tevergeefs te roepen dat hij graag wilde afrekenen. De barkeeper had het heel druk, en de vent begon ongeduldig te wapperen met zijn bankbiljet.

Blijkbaar ergerde dit Rijk de Gooijer, die plotseling een greep deed naar het briefje, dit in zijn mond stopte en het tot verbijstering van de eigenaar opat. Op dat moment draaide de jongen achter de bar zich eindelijk in de richting van de schreeuwende klant.

‘U wilde afrekenen?’, vroeg hij, waarna hij het verschuldigde bedrag noemde. De man keek van jongen naar Rijk en weer terug.

‘Meneer de Gooijer heeft mijn honderd gulden opgegeten,’ stamelde hij, gebarend naar de acteur die verbaasd en ontkennend opkeek.

Ik kan me nog mijn schok herinneren toen ik dit verhaal voor het eerst hoorde. Ik begreep de grap, maar het leek me ontzettend vies om zo’n papieren bacteriemagneet op te eten en in alle kinderlijke burgerlijkheid vond ik het toch ook zonde van het geld.

Ik dacht aan deze anekdote toen ik deze week las over een nieuw project van de Amsterdamse kunstenaar Dadara (1965), die jaren geleden de wereld veroverde met zijn veelsoortige babyfiguren.

Denkend aan een uitspraak van Oscar Wilde (‘when bankers get together for dinner they discuss Art, when artists get together for dinner they discuss money’) besloot Dadara een heuse bank op te richten: de Exchanghibition Bank. In dit bedrijf gaat hij zich bezighouden met ’the art of turning art into money’.

Op verschillende plaatsen zal de EB mobiele wisselkantoren neerzetten, waar euro’s en dollars kunnen worden omgeruild voor door Dadara ontworpen biljetten van 0 en 1.000.000. Dadara’s doel is uiteindelijk een zwembad geheel te kunnen vullen met bankbiljetten, zodat bezoekers gekleed in badkostuum letterlijk een duik kunnen nemen in het geld, net als Dagobert Duck. ‘The Pool of Plenty’ heet deze droom.

Dadara liet zich tot dit voornemen inspireren door de Britse spraakmakende housegroep The KLF, die na een zeer succesvolle periode besloot uit de muziekbusiness te stappen. Ze vernietigden hun gehele back catalogue, betaalden belasting, namen al hun resterende geld op van bank, vlogen op 23 augustus 1994 naar het Schotse eiland Jura, waar ze voor het oog van een camera in een oven hun totale financiële vermogen verbrandden: ongeveer één miljoen pond. Ze noemden hun actie kunst.

De reacties waren geschokt. Niet alleen kreeg de band een boete voor het verbranden van staatseigendom, ook werden de leden keihard aangevallen op deze zinloze daad. Met hun geld hadden zij bijvoorbeeld iets kunnen doen aan de honger in Afrika.

‘We hebben geen eten verbrand’, was het verweer van The KLF, ‘we hebben papiertjes met nummertjes erop vernietigd.’

Kijkend naar de documentaire Watch The K Foundation Burn A Million Quid, waarin we de bandleden duizenden briefjes van 50 pond in het vuur zien gooien, kreeg ik eenzelfde reactie als op de anekdote over Rijk de Gooijer. lk snap de kunstzinnige gedachte. Denk ik. Maar het blijft zonde.