Geluksgevoel

Talentenjacht (3)

VARA Gids 30/31 26 juli – 7 augustus 2020

Hoe herken je talent en wat doe je ermee? Ronald Giphart spreekt met Sacha en Jan Geluk, de ouders van presentator Jurre Geluk.

Er zijn in Nederland ’n 1500 mensen die van hun achternaam Geluk heten. Een van hen is presentator, zanger en danser Jurre Geluk (28), die werd geboren in Veenendaal, een van de grotere plaatsen in het Utrechtse deel van de biblebelt. Jurres vader, Jan Geluk (65), is goudsmid en moeder Sacha Geluk (61) stond jarenlang in de winkel van haar man. Het gezin – door Sacha omschreven als progressieve middenstanders – woonde boven de zaak. Jurre was de jongste van drie kinderen en al in zijn jonge jaren bleek hij de gave te hebben zijn omgeving te entertainen met grappen en grollen: hij hield vooral van toneelspelen, zingen en dansen. Als er ergens een verkleedkist stond, voerde hij meteen de ene act na de andere op.

Al op zijn elfde begon hij stemmetjes van animatiefilms in te spreken, en ook op andere gebieden spatte het talent eraf. Als scholier deed hij de vooropleiding en de hbo-opleiding van de Lucia Marthas Institute for Performing Arts, waarna hij een rol kreeg in de theaterproductie Jersey Boys. Hij besloot zich nog meer te verbreden en solliciteerde bij de BNNVARA Academy, waar jonge presentatoren worden klaargestoomd. Jurre’s talent werd opgepikt en zijn carrière ging vervolgens pijlsnel: hij mocht Spuiten en slikken, Club Hub, De seksmobiel en 3 op reis midweek presenteren en werd een van de gezichten van Yung DWDD. Sinds twee jaar voert hij ook indrukwekkende gesprekken in Je zal het maar hebben, met jongeren die een ziekte of beperking hebben (zoals de ontroerende aflevering met het meisje Esmee, dat openlijk praatte over haar vervormde gezicht).

Als presentator van Spuiten en slikken maakte Jurre Geluk spraakmakende items. Zo ging hij achter een van de ramen zitten op de Amsterdamse wallen, verhuurde hij zich als escort, liep hij met jongens hand in hand in een winkelstraat in Utrecht om de reacties te peilen en had hij een indringend gesprek met Evi, een vrouwelijke pedofiel. Om dat laatste item werd hij in NRC Handelsblad geprezen om zijn stijl van interviewen: niet veroordelend of gejaagd, maar kalm en inlevend.

‘Natuurlijk denk ik heel vaak na over hoe het voor mijn ouders moet zijn dat ik programma’s als Spuiten en slikken presenteer,’ vertelt Jurre over zijn opvoeding en de invloed van zijn ouders bij de ontwikkeling van zijn talent. ‘Mijn vader heeft nog steeds zijn juwelierswinkel op de markt in Veenendaal. Vroeger hebben we altijd geleerd dat we er op straat netjes moesten uitzien. Niet eten in het openbaar. Vriendelijk tegen mensen zijn. Je behoorlijk gedragen. Dat hebben mijn zus en broer altijd meegekregen. Daar denk ik weleens aan nu ik programma’s over seks en drugs presenteer. Ik hoop echt niet dat mensen bij mijn vader in de winkel komen en dan vragen: Jan, hoe moet dat met die losgeslagen zoon van jou?’

Jurre’s moeder Sacha geeft toe dat ze in het begin misschien wat bedenkingen had, maar dat die inmiddels allang verdwenen zijn. ‘Geen idee of erover wordt gesproken. Mensen die het afkeuren, zeggen dat meestal niet.’

Vader Jan: ‘Spuiten en slikken is natuurlijk een begrip. Dat Jurre daarvoor gevraagd werd, vonden wij heel bijzonder. In het begin vroeg ik me af of al die items niet al een keer zijn behandeld, maar inmiddels ben ik tot het besef gekomen: deze verhalen moeten verteld blijven worden. Dat is belangrijk voor jonge mensen. Ik zie Jurre onderwerpen bij de kladden grijpen waarvan ik denk: wat goed dat het wordt besproken. Hij heeft verantwoordelijkheidsgevoel genoeg om te bekijken wat wel en niet kan.’

‘Mijn ouders laten me daar echt heel vrij in,’ zegt Jurre. ‘Als een van mijn kinderen op tv zou doen wat ik doe, zou ik echt van alles op de hoogte gehouden willen worden, bij iedere draaidag willen weten wat er gaat worden opgenomen. Dat gevoel hebben zij mij helemaal nooit gegeven en daar ben ik ze echt dankbaar voor.’

Sacha: ‘Jurre is altijd heel erg respectvol naar mensen, hij is nieuwsgierig en geïnteresseerd, gewoon een heel lief mens. Ik maak me dus echt geen zorgen, want hij is oprecht. Al kan ik wel verklappen dat toen hij op de Wallen als mannelijke prostitué achter een raam ging staan, Jurre’s oudere broer aan de overkant stond om in de gaten te houden of er niets geks zou gebeuren.’

‘Dat item op de Wallen draaiden we nog als drie studentjes van de BNNVARA Academy,’ legt Jurre uit. ‘Op zo’n plek is dat natuurlijk niet zonder risico. Mijn broer en ik woonden op dat moment in hetzelfde huis in Amsterdam, vandaar dat hij meeging voor als er iets zou gebeuren. Hij is een oude en brede heteroseksuele versie van mij.’

Het voorval wordt door Jurre en zijn ouders lachend besproken. Jan en Sacha, die een paar jaar geleden sans rancune zijn gescheiden, wonen nog steeds dicht bij elkaar en praten liefdevol over elkaar en hun gezin. Ze leerden elkaar kennen in 1977, toen ze beiden werkten voor een groothandel in sieraden, hij als goudsmid en zij in de verkoop. De vonk sloeg over, waarbij Sacha onder de indruk was van zijn creativiteit. De vader van Jan was uurwerkmaker van beroep en zijn ouders hadden een juwelierszaak in Veenendaal, waar het gezin boven de winkel woonde.

Jan: ‘Ik had eigenlijk niet zo’n zin om die winkel over te nemen, want mijn vader was dag en nacht aan het werk. Goudsmeden trok me wel, veel meer dan het repareren van horloges. Toen ik op de vakschool kwam, waren er duidelijk twee groepen leerlingen: de goudsmeden, oftewel de meiden en jongens met lang haar die genoten van het leven, en de uurwerkmakers, pietjes precies die niks leukers te doen hadden dan de hele dag met een loepje in een uurwerk te kijken. Eh, ik voelde me meer tot de goudsmeden aangetrokken.’

Sacha: ‘Jan was het type om eigen baas te zijn en niet bij een groothandel te werken, dus toen zijn vader voorstelde om eens een halfjaar in Veenendaal in de zaak te staan, heeft hij dat geprobeerd. Ik ben hem vanuit Amsterdam gevolgd en dat was een culture shock, want de mensen waren hier zo aardig. Ze hielden hier de deur voor je open en er werd je in winkels een aardige dag gewenst. Dat was ik niet gewend.’

Zelf was Sacha met haar zusje opgevoed door een alleenstaande moeder, in een milieu waar weinig tijd en waardering was voor culturele vorming. ‘Het was een andere tijd,’ vertelt ze. ‘Het idee was: je moet kinderen niet op een voetstuk plaatsen, want dan kunnen ze er alleen maar afvallen. Als ik tekende of een balletvoorstelling had, moest ik vooral niet denken dat het bijzonder was. Zo ging dat destijds, maar dat heeft me achteraf toch wel erg dwars gezeten. Wij hebben dat met onze opvoeding anders gedaan, door vooral te benadrukken wat de kinderen goed deden, ze te begeleiden, trots op ze te zijn. Overigens op mijn andere twee kinderen net zo goed als op Jurre.’

Jurre: ‘Mijn moeder zei over alles wat ik deed en wilde dat ze het zo leuk vond. Ook zei ze dat zij die dingen op haar leeftijd misschien ook graag had gedaan, als zij net zo’n vrije opvoeding had gehad als ik. Daar ben ik heel benieuwd naar. Dat ik mijn talent heb kunnen ontwikkelen komt ook echt door haar.’

Jan: ‘Een omgeving kan zeker belemmerend werken, bijvoorbeeld als ouders heel gelovig zijn. Ik denk dat het belangrijk is om een kind bagage mee te geven en altijd open te staan voor zijn of haar wensen.’

‘Let wel, ik ben geen wonderkind dat uit elkaar barst van talent,’ zegt Jurre. ‘Ik denk dat er veel mensen overstromen van talent, maar helaas geen omgeving hebben die hen steunt, waardoor ze een moeilijkere weg moeten bewandelen die soms ook doodloopt. Bij mij ging het andersom: ik heb alle vrijheid gekregen om iedere millimeter talent die ik had te kunnen ontplooien.’

Dat begon op school, toen hij en zijn zus lid werden van een koor. Toen Jurre later op vakantie in Italië jongens en meisje van het animatieteam van de camping zag, keek hij daar vol bewondering naar. En vol van verlangen ook zo uitbundig te kunnen zijn als zij. In Italië leerde hij een meisje kennen dat op dansen zat in Leersum. Sacha reed hem er altijd heen, wals ze hem ook vaak reed naar Hilversum, waar Jurre was gecast als stem van het jongetje Noddy, uit de van oorsprong Frans-Brits-Amerikaanse animatieserie Speelgoedland (Noddy, Toyland Detective). Jurre: ‘Wel tweeduizend afleveringen heb ik ingesproken, kun je nagaan hoe druk mijn moeder daarmee is geweest.’

De autotochtjes tussen moeder en zoon werden nog intensiever toen Jurre rond zijn vijftiende werd aangenomen op de vooropleiding van de Lucia Martha Institute for Performing Arts. Vele vrijdagen en zaterdagen reden ze op en neer naar Amsterdam, pratend over van alles. ‘Het heeft ervoor gezorgd dat mijn moeder en ik een enorme goede band kregen, ik herinner me die autotochten echt als heel warm en gezellig. Met mijn vader bracht ik noodgedwongen minder tijd door, omdat hij altijd met de zaak bezig moest zijn. Hij was er met het avondeten natuurlijk, maar vaak moest hij dan ’s avonds toch weer doorwerken. Tijd was kostbaar. Het voelt dubbel om dit te vertellen, want ik weet dat als hij tijd vrij had kunnen maken dat hij dat had gedaan. Als hij binnenkort met pensioen gaat, hoop ik nog eens met hem op een vakantie te kunnen gaan om wat tijd in te halen.’

Jurre vond de juwelierszaak van zijn vader altijd iets magisch hebben. ‘Al die juwelen, dat goud. Ik wilde ook graag ringetjes van plastic maken, maar mijn vader stimuleerde dat niet. En dat deed hij om mij te beschermen, denk ik. We hebben weleens gevraagd of hij zou willen dat een van ons de zaak van hem zou overnemen, maar dat wilde hij niet. Hij zei dat we iets moesten zoeken waar wij gelukkig van zouden worden.’ Tijdens de vele autotochten bespraken Jurre en Sacha natuurlijk ook liefde en verliefdheden. Jurre had een paar kalverliefdes achter de rug en kreeg verkering met een meisje genaamd Femke. Toch voelde Sacha dat haar zoon misschien meer op jongens viel en ze stelde hem die vraag ook weleens, maar Jurre wist het antwoord zelf nog niet eens. Dat kwam pas toen hij op zijn zeventiende inmiddels was aangenomen bij Lucia Marthas en in Amsterdam op kamers woonde. Hij deed een project met een jongen die een klas hoger zat, waarna de verliefdheid toesloeg.

Jurre besprak dit met Femke, nog steeds zijn vriendinnetje. Jurre: ‘Ik zei tegen haar: ik twijfel of ik wel op vrouwen val. Zij zei: ik twijfel ook of ik niet op vrouwen val. Nou, toen konden we samen twijfelen en dingen uitzoeken.’

Sacha: ‘We wisten het natuurlijk van hem, en het was ook geen enkele issue. Een kind moet er zelf achter komen. Jan en ik hebben er nooit een punt van gemaakt.’

Dat lijkt een constante in Jurre’s opvoeding: de onvoorwaardelijke vrijheid te kunnen zijn wie hij wil zijn. Jan: ‘In geval van Jurre misschien wel, maar het verschilt natuurlijk ook per persoon. Ik wil me niet verliezen in gemeenplaatsen zoals dat je puur alleen naar je kind moet kijken, want ik vind wel dat kinderen sturing nodig hebben. Sturing, maar binnen heel ruime grenzen. Een kind heeft de regie over zijn of haar eigen leven en jij bent er als ouder om dat kleine zetje naar links of naar rechts te geven.’

Sacha: ‘Ik denk wel dat je als je kind ergens in uitblinkt, je daar als ouders wat voor over moet hebben, al besef ik dat niet iedere ouder daartoe in staat zal zijn. Kinderen moeten betonsterk in hun schoenen staan om toch uit te kunnen blinken, als ze geen ouders hebben die hen bijstaan.’

Uiteindelijk betalen alle inspanningen zich uit. Sacha herinnert zich de voorstelling Jersey Boys, waarin Jurre op zijn negentiende als understudy speelde. Op de avond dat het gezin Geluk kwam kijken, speelde hij de hoofdrol: ‘Zit je gewoon drie uur lang naar je eigen kind te kijken, nou, dan barst je bijna uit elkaar van geluk.