AD Magazine, 2 juni 2017
Om deze foto’s te kunnen gebruiken, neem contact op met Shody Careman & @careman_fotografie
Het goede komt soms op plekken waar je dat niet verwacht. Ik was in mijn eentje op weg naar Lauwersoog en maakte een slingertocht door Friesland. Omdat ik lang met wijlen Martin Bril heb getoerd door vele uithoeken van Nederland, matig ik mij soms zijn blik aan. In alle jaren dat wij, samen met Bart Chabot, van theater naar feestzaal trokken, heb ik leren kijken naar de wereld zoals Martin door het land reed: met opgewekte terughoudendheid. In zijn columns werd hij vaak verrast door wat hij in den lande zag en tegenkwam. Zonder te oordelen en gespeend van hoofdstedelijk dedain liet hij zich overweldigen door de eenvoud van het platteland en de schoonheid van het onverwachte.
Het hele landschap ademde Martin Bril. Ik jakkerde over een weg genaamd De Scheiding, die later overging in De Skieding, links Friesland en rechts Groningen. Eigenlijk zag ik weinig verschil. Verderop een bord met de aankondiging ‘dierencrematorium’. Je zult er maar om verlegen zitten.
En toen lag er een benzinestation, midden in het land, vlakbij het plaatsje Opende. Zo te zien was het geen filiaal van een internationale oliemaatschappij, maar van een ondernemer die in vroeger tijden Brandsma’s Oliehandel heette. Mijn teller gaf aan dat ik nog 90 kilometer kon rijden. Toch besloot ik mijn tank te vullen, omdat de plek zo’n mooie desolate aanblik bood.
Na gedane arbeid betrad ik de bijbehorende winkel, die net als het station verlaten was. Desalniettemin rook het er heerlijk, al kon ik niet direct thuisbrengen waar de geur vandaan kwam.
Ik liep naar de balie en tikte met mijn wijsvinger op een halve bel met een drukknop.
En toen zag ik ze liggen, op de toonbank: kokosmakronen. Ik zag ze niet alleen, nu was ook duidelijk waarom het hier zo overweldigend rook. Inmiddels was er een vriendelijke mevrouw verschenen om mij te helpen. Strak naar de geurende koeken kijkend, stelde ik mijn meest intelligente vraag van de afgelopen decennia. ,,Waar komen die vandaan?” vroeg ik, knikkend naar de schaal.
,,Uit de oven”, antwoordde de vrouw met een Fries accent dat stugger klonk dan ze het zal hebben bedoeld.
,,We bakken ze zelf.” Hierna voegde ze eraan toe: ,,Ze zijn nog warm.”
Noem eens een mens die bestand is tegen nadampende zelfgebakken kokosmakronen. Drie minuten later reed ik met een makroon op schoot door het Friese landschap.
Leefde Martin Bril nog maar.
Er zijn meerdere recepten voor kokosmakronen. Ik koos voor het eenvoudigste. Klop het eiwit van drie eieren stevig op. Meng de suiker en de kokos goed. Voeg een snufje zout toe.
In een andere variant kun je dit mengsel een minuut of 3 verwarmen in een pan. Dan plakken de makronen wat minder.
Meng de suikerkokos met het opgeklopte eiwit. Kneed balletjes ter grootte van mandarijnen en leg deze op een ingevette bakplaat. Zet de oven op 180 graden en je timer op 20 minuten. Controleer of de makronen na die tijd goudbruin zijn. Zo niet: laat de koeken langer bakken. Denk bij het verorberen aan Martin Bril.