Gozo

De Volkskrant, 16 oktober 2008

Ik zit hier bij het rotsblokkenstrand van de fascinerend mooie Dwejra Baai aan de westkant van het Middellandse Zee-eiland Gozo. De zee heeft hier in de klippen een enorm vierkant gat uitgehold, dat bekend staat als the azure window, het blauwe venster. Cees Nooteboom schreef ooit dat als je naar een verre bestemming gaat, je lichaam per vliegtuig reist en je geest daar per stoomboot achteraan pruttelt. Zo ging het vroeger. Tegenwoordig reist je lichaam per vliegtuig, maar waart je geest dankzij het internet al weken rond op de plaats van aankomst. Over het eiland Gozo – waarvan ik tot voor kort nog nooit had gehoord – is zo’n beetje alles te vinden. Iedere hoek van ons appartement konden we vooraf op internet inspecteren, we lazen over de ingewikkelde geschiedenis van het eiland, zochten de hotspots in de omgeving, bekeken menukaarten van door andere bezoekers aangeprezen restaurants, bezochten de zeegrotten in de omgeving en bedachten alvast welke excursies we konden doen en welke muziekvoorstellingen we zouden willen bijwonen.

Gozo is volgens een trotse reisgids ‘het op een na grootste eiland van de Maltese archipel’. Dat klinkt heel wat, zij het dat die archipel uit maar drie eilanden bestaat. Gozo is het kleine rustige broertje van Malta en kent – meer nog dan Malta – een geschiedenis van overheersing, plundering, slavernij en verwoesting. De eilanden zijn tweeduizend jaar lang speelbal geweest van opkomende machten uit verschillende werelddelen. Noormannen, Fransen, Duitsers, Turken, zeerovers, Arabieren, slavenhandelaren, kruisridders, Italianen en Engelsen hebben het eiland ooit bezet, wat zijn weerslag heeft op de cultuur en de bevolking.

Van alle usurpators hebben de moslims de grootste stempel op het eiland gedrukt. Nog steeds spreken de Gozitanen een cocktailtaal van Arabisch, Tunesisch, Italiaans en Engels, en veel plaats- en achternamen zijn terug te voeren op de bezetting van de Saracenen. Fascinerend, hoe het mogelijk is dat de ene eeuw de Noormannen de dienst uit maken in deze regio en vervolgens de Arabieren, Turken en Engelsen. Hoe lukt het een beschaving het ene tijdperk zijn wil op te leggen aan de buren, om de periode daarop weg te zakken in vergetelheid?

Met deze vraag in gedachten lees ik het boek Critical Mass (2004), van de Engelse wetenschapsschrijver Philip Ball, over hoe het gedrag van individuen van invloed kan zijn op de wijze waarop landen worden bestuurd, steden zich ontwikkelen, paniek zich meester kan maken van een menigte, hoe verkeer kan vastlopen en economieën heen en weer schieten. Vanwege dat laatste onderwerp heb ik het boek meegenomen naar de Dwejra Baai, om in alle rust iets meer te kunnen vatten van die onbegrijpelijke crisis in de kredietwereld. We kunnen per dag acht kranten lezen en zes actualiteitenprogramma’s zien, maar meer dan opgewonden zichzelf herhalende rampberichten en vluchtige analyses krijgen we niet voorgeschoteld.

Een fraai staaltje hoe het gedrag van individuen van invloed kan zijn op de situatie in een land vond ik in een van de reisgidsen over Gozo. De hoofdstad (vijfduizend inwoners) heeft een roemrucht operagezelschap dat in de jaren zeventig een operazaal liet bouwen met een capaciteit van 1.500 stoelen. Twee straten verderop zag een ander operagezelschap de aandacht voor hun concurrent met lede ogen aan, tot ook zij besloten een operahuis neer te zetten. En zo kan de jaloerse eerzucht van een paar individuen ervoor zorgen dat een eiland met een bevolking van nog geen 30 duizend man, uitgroeit tot een toonaangevend operaparadijs dat plaats biedt aan 2.700 operaliefhebbers. Zo lang als het duurt.