Gratis drugs

Kijk Magazine, maart 2001, nummer 3

Dit wordt een gortdroge column over een prettig onderwerp: lachen om humor. De filosoof Daniel Dennett vermoedt dat ‘lachen’ een bijproduct is van het ontstaan van ons bewustzijn, en de Dalai Lama (‘De Dalai wie?’ ‘De Dalai, ah lama…’) zei eens dat hij het soms nuttig vond om grappen te maken: “Dan raken je hersens meer open. Dat is nuttig om nieuwe ideeën te krijgen. Als je te serieus bent, schieten je hersens op slot.” Dit zijn slechts twee afzonderlijke gedachten over wat humor is.

Een paar jaar geleden kreeg ik tijdens de altijd komische etentjes van het tijdschrift Hard gras een discussie met Henk Spaan en striptekenaar Gerrit de Jager. Het onderwerp was humor. Mijn stelling was dat het in principe mogelijk moet zijn om humor te analyseren, om te onderzoeken waarom een grap grappig is. Spaan en De Jager waren het hier absoluut niet mee eens. Sterker nog: ze werden er zelfs kwaad om. De wetenschap moet met zijn jatten van de humor afblijven, want op het moment dat je een grap probeert te duiden is de lol eraf. Humor moet je volgens hen ondergaan en niet bestuderen.

Lachende wolven

Inmiddels heb ik van KIJK een enorm pakket artikelen over humor gekregen en ik begin het zo langzamerhand met Spaan en De Jager eens te worden. Zoveel wetenschappers, zoveel meningen over het gebruik van onze lachspieren. Over twee dingen is iedereen het eens: ‘lachen’ en ‘humor’ zijn afzonderlijke zaken (1), en lachen is gezond (2). Maar daar houden de overeenkomsten op. ‘Waarom lachen we?’ is een totaal andere vraag dan ‘Wat is humor?’ Uit onderzoek van de Amerikaanse etholoog Robert R. Provine blijkt dat mensen voornamelijk lachen om dingen die in de verste verte niets met humor te maken hebben. Als mensen elkaar bijvoorbeeld op straat tegenkomen beginnen ze spontaan te bulderen van de lach om grappige opmerkingen als ‘Heb je een sigaretje voor me?’ of ‘Nou, ik ga er weer vandoor.’ Het lijkt erop dat lachen een duidelijk signaal aan de omgeving is dat men zijn gesprekspartners mag en dat men zich goed voelt. Ook zegt lachen iets over sociale hiërarchie. Om de al dan niet leuke grappen van sociaal hogeren wordt harder gelachen dan om die van de sociaal gefnuikten.

De Nederlandse bioloog Frans de Waal ziet bij een groep lachende mensen dezelfde mechanismen als bij een groep huilende wolven: ze dragen beide solidariteit en verwantschap uit. Overigens lijken vrouwen vaker te lachen dan mannen, en ook lachen vrouwen vaker om mannen dan andersom. Nu is iemand aan het lachen maken op zich niet moeilijk. Er zit ergens in de hersenen een plekje dat je met een elektrode kunt beroeren en dan lacht iemand zich helemaal het apezuur. In de sociale omgang werkt dit natuurlijk niet zo goed (zoals ik bij mijn vriendin inmiddels heb mogen vaststellen). Wat is gevoel voor humor?

Aristoteles was de eerste wetenschapper die hierover een stuk schreef (zoals op bijna alle wetenschappelijke fronten Aristoteles als eerste een stuk schreef). Volgens hem is alle humor erop gericht mensen naar beneden te halen, te bespotten; alle humor heeft een slachtoffer nodig. Om even terug te komen op lachen als graadmeter van sociale hiërarchie: sociaal hogeren mogen leukere grappen maken, ook worden ze veel vaker uitgelachen en belachelijk gemaakt.

Stand-up dealers

Volgens de Engelse humordeskundige Oliver Double gaat het nog verder. Humor bevat altijd een van de volgende elementen: agressie tegen een derde partij (1), een ongerijmdheid (2), of een uitlaatklep voor anti-sociale gevoelens (3). Zijn nummer 2, ‘de breuk met het verwachtingspatroon’, wordt door velen als de basis van humor gezien. De menselijke hersenen zijn zo opgebouwd dat we op bekende situaties altijd voorspelbaar reageren. Er gebeurt iets, en tussen onze zenuwcellen komen van tevoren geprogrammeerde elektrische stromen op gang. Tot we worden geconfronteerd met iets afwijkends. Een president die in plaats van ‘We have had serious talks‘ zegt ‘We have had sex talks‘ (zoals papa Bush ooit deed). Of iemand die uitglijdt over een bananenschil. Op dat moment wordt een primitiever deel van onze hersenen, het limbisch systeem, geprikkeld: er gebeurt iets vreemds, misschien moet ik vechten of vluchten! Om te vechten of vluchten zijn drie medicijnen nodig: endorfine (pijnstiller), adrenaline (pepmiddel) en immunoglobine (weerstandverhoger).

Als vervolgens blijkt dat we afwijkende dingen niet serieus hoeven te nemen en dat we niet hoeven te vluchten of vechten, blijven alleen de nuttige stofjes over. Met andere woorden: door een onschadelijke ongerijmdheid worden we tijdelijk een klein beetje high. Humor zorgt voor gratis drugs, waar je ongestraft verslaafd aan mag raken. Stand-up comedians, humoristen en andere grappenmakers zijn dus eigenlijk dealers.