Hard Gras, Nr. 67, September 2009 is een voetbaltijdschrift met verhalen van Hugo Borst, Matthijs Van Nieuwkerk, Henk Spaan, Jan Mulder, Eva Maria Staal, Herman Koch, Anna Enquist, Natalia Toret, Nico Dijkshoorn, Zeger Van Herwaarden, Janneke Van Der Horst, Jelte Sondij, Ronald Giphart, Nico Kroese, P.F. Thomese, Theun De Winter en Gerrit De Jager

The Centre Spot

Dit stuk stond in Hard Gras 67, September 2009.

Ik wil niet bevestigen of, hoe en wat, want ik heb niets gezien. En daarnaast gebieden zowel de professionaliteit als de vriendschap mij niet te reageren op berichtgeving van de Italiaanse media, die in ons land uiteraard is overgenomen door GeenStijl. Wat ik wel kan zeggen is dit.

Het begon bij onze impresario, die bij een bekende groothandelaar in ijzerwaren een metalen hulpstuk voor ons decor had geritseld, met als enige ‘tegenprestatie’ dat we gedrieën te gast zouden zijn in de skybox van het bedrijf, Dit voelde ais een koopje, maar toen de datum naderde begon het bezoek ons ontzettend tegen te staan. Een paar keer eerder waren we bij andere bedrijven in een logebox uitgenodigd, bijeenkomsten waar we braaf handjes hadden mogen schudden en mee hadden moeten keuvelen met ondernemers, advocaten en voetbalgekke politici.

Uiteraard werd er bij die gelegenheden van ons verwacht dat we in de pauze van de wedstrijd ons nummer ‘Met Van Wonderen van onderen’ deden, een act uit onze tweede show, over de seksuele aantrekkingskracht van voetballers. Een bezoek aan een skybox loopt in ons geval nu eenmaal altijd uit op een onbezoldigd optreden voor mensen die ons eigenlijk alleen van televisie kennen. We konden niet onder de deal uit en dus werden we in de productiebus door onze manager persoonlijk bij het stadion afgezet, waarna hij zelf doorreed richting strand om maar niets van de zwoele avond te hoeven missen.

De wedstrijd tegen Inter was een vriendschappelijk treffen dat te maken had met de transfer van een mij onbekende sterspeler. De krant noemde het vooraf voor beide ploegen een testcase voor het nieuwe seizoen. Waren de clubs klaar voor de naderende competitie? Waren de nieuwe peperdure spelers en het zooitje onverkochte overblijvers al op elkaar ingespeeld?

Bij de hoofdingang van het stadion werden we opgewacht door een blonde vrouw genaamd Carlène, het ‘hoofd stadionactiviteiten’ van het bedrijf dat ons had uitgenodigd. Ze vertelde Daniël dat ze vlak voor de zomerstop naar ons theaterprogramma was geweest: ‘In Enschede, want dat waren de enige kaartjes die we nog konden krijgen.’ Het klonk bijna als een verwijt, alsof we haar expres een helletocht naar Enschede hadden aangedaan.

Langs beveiligers, stewards en gangversperringen loodste Carlène ons naar de box van de ijzerhandel, terwijl ze ons intussen bestookte met vriendelijke vragen die ze had geleerd op de corporale hospitality. Of we weleens eerder in het stadion waren geweest. Of we van voetbal hielden. Waar we zelf om moesten lachen. Of er misschien een cabaretsketch zat in een bezoek aan een skylounge (of heeft Youppie dat al gedaan?’).

Op het veld waren de spelers bezig met de opwarming en in de als bruin café ingerichte skybox was men begonnen aan de indrink.

Ik telde een mannetje of twintig, terwijl er aan de stadionkant zo te zien maar twaalf zitplaatsen waren. Buiten gehoorafstand van Carlène siste Daniël tegen mij: ‘Als we niet kunnen zitten ben ik weg.’

We werden ontvangen door de grote ijzerhandelaar zelve, een buikige joviale man van in de zestig. Hij spreidde zijn armen en noemde het een enorme eer dat we in zijn lounge te gast wilden zijn. Hierna wenkte hij een stropdasdragende oberes op een manier zoals personages van The Sopranos doen: met een ongeduldig vertoon van macht. Ik zag een paar aanwezigen opkijken. ‘Toen we begonnen met cabaret’, antwoordde Ludo, dusdanig hard dat de halve box hem kon horen, ‘hadden we één grote wens: dat we ooit nog eens in de skybox van de firma Muienmaat ijzerwaren naar een wedstrijd tegen Inter mochten kijken.’

Er werd in een kring om ons heen geschaterd, de sfeer was gezet, het feest kon beginnen: wij waren binnen. Baas Benno Muien maat bulderde het hardst van allemaal, hij sloeg Daniël op de schouders en gaf mij een glas bier aan van het blad dat de blonde serveerster hem voorhield. Prompt kwamen er zakelijke relaties zich aan ons voorstellen, mannen die oogden als getrainde skyloungers en die er klakkeloos van uitgingen dat het voor ons een hoogtepunt van het jaar moest zijn dat zij ons een vettig handje kwamen geven.

‘De laatste wedstrijd van het seizoen zat ik een paar deuren verderop in de skyroom van Ballast Nedam,’ zei een man met een stropdas in clubkleuren. ‘Daar hadden ze Freek de Jonge te gast.

‘Leuke vent.’

Zonder enige emotie of geveinsde interesse nam Ludo een slok van zijn glas.

‘Leuke vent,’ herhaalde de man. ‘Blijft Freek, hè? Ging in de pauze op een kruk staan en hield zo een speech van tien minuten. Schudde hij zo uit z’n mouw. Leuke vent. Bleef hangen tot de allerlaatste serveerster hem smeekte om de box te mogen afsluiten,’

Ik keek naar Daniël en zag hem twijfelen of hij zijn Freekimitatie zou doen, maar gelukkig riep Benno Muienmaat ons toe: ‘Ga zitten, mannen, ga zitten. We hebben daar drie bijzondere plaatsen voor jullie gereserveerd.’

Goed, we hadden dus in ieder geval plaatsen.

Op het veld werden de spelers met veel aplomb voorgesteld aan het publiek. En toen… gebeurde het. Ik zag, nee, ik voelde dat er iets in de skybox veranderde. Nu, achteraf, maanden later, nu de roddelwolken enigszins zijn gaan liggen, probeer ik bewust te achterhalen wat ik destijds onbewust moet hebben geregistreerd. De mannen in de ruimte begonnen met hun hoofden te draaien, longen werden volgezogen, buiken krampachtig ingehouden, ruggen zenuwachtig gerecht. Er kwamen twee vrouwen binnen, godsamme, niet zo maar vrouwen: langbenige haarwapperende zachthuidige fleurgeurige vrouwen. Een blonde en een donkere. Plotseling had niemand meer oog voor de shirtjes op de grasmat. Het was even stil geweest maar direct daarna ging het volume van de gesprekken omhoog. Er werd harder gelachen en meer uitgesloofd.

Ook de aandacht van Ludo en Daniël was getrokken.

‘Halló zeg, wie zijn dát?’ zei Ludo.

‘Halló zeg,’ herhaalde Daniël.

Ze keken elkaar aan en toen keken ze naar mij.

‘Halló zeg,’ zei ik.

Het blijft opmerkelijk dat de plotselinge aanwezigheid van een of meer vrouwen een groep mannen direct kan ontregelen. Waar de belangstelling tot dertig seconden daarvoor nog kabbelend uitging naar het naderende zomerse potje voetbal, waren de twee stoten in één oogopslag het middelpunt van de skybox. Er gaat een verhaal over Monique van de Ven, die op een dag werd uitgenodigd op de set van de net begonnen verfilming van Turks Fruit. ‘En toen kwam Monique van de Ven binnen, en dacht iedereen alleen nog maar aan neuken,’ wist iemand zich later te herinneren.

En toen… gebeurde het. Voorzien van glazen parelende witte wijn kwamen de vrouwen lachend naar de tribunekant van de skybox geschreden, gevolgd door een twintig paar ogen.

`We’ve got very special places for you,’ hoorde ik Benno Muienmaat bulderen. Hij wees op de twee lege zetels naast onze stoelen. Ludo en Daniël schoten onmiddellijk op, om de dames er langs te laten. Ook ik veerde omhoog. Zich vriendelijk verontschuldigend wurmden de vrouwen zich langs ons, terwijl wij ons ook uitputten in vriendelijke verontschuldigingen. Toen ze eenmaal zaten kon de wedstrijd beginnen. En dan bedoel ik uiteraard niet die op het veld.

Renate di Palermo was een Italiaanse schrijfster die een biografie schreef over een mij onbekende Milanese sterspeler. Ze volgde haar onderwerp overal in Europa en zo was ze die avond in ons stadion terechtgekomen. Lieke Muienmaat werkte als redactrice voor Studio Sport. De twee vrouwen waren elkaar tegengekomen tijdens het WK in Frankrijk en sindsdien zagen ze elkaar jaar weleens. Het bezoek van Inter was een goede gelegenheid elkaar weer te treffen. ‘Natuurlijk hadden de dames op de perstribune kunnen kijken, maar Lieke nodigde Renate liever uit in de skybox van haar trotse oom.

De aanwezigheid van de vrouwen maakte bij Ludo en Daniël het allergevatste los. Op een doordeweekse dag zijn zij een constante bron van grappen, typetjes en oneliners, maar die zomeravond draaide hun humormotor op maximaal vermogen. Dit duel heette: wie is er hier nu eigenlijk het grappigst? Na de aftrap transformeerden Daniël en Ludo zich tot voetbaldcommentatoren, die alle facetten van de wedstrijd bespraken. Ze gaven commentaar op de spelers, het arbitrale trio, de supporters, de mede-skyboxbezoekers en de pers, wat na verloop van tijd uitmondde in een weezenloos-hilarische surrealistische variétéshow over voetbal, liefde, Italiaanse voornamen en de aantrekkingskracht van bovenbenen. Aanvankelijk was de voertaal Nederlands, maar omdat Lieke de opmerkingen van Ludo en Daniël voortdurend vertaalde, gingen we over op het Engels. Ludo ging dieper in op een compleet verzonnen clubgeschiedenis van Inter en Daniël behandelde de homoseksuele kant van de gemiddelde Azzurri-man. De vrouwen schoten voortdurend in de lach, en vooral de schater van Renate was van een zingevende schoonheid.

In de pauze stonden de serveersters klaar met schalen bier en hapjes. IJzerbaas Benno Muienmaat had zich pontificaal naar de ingang getakeld om zijn gasten op te wachten. Toen iedereen in de box was vroeg hij luidkeels om aandacht en nodigde hij zijn cabaretvrienden – dat waren wij – uit om nog eens die sketch te doen over het seksleven van voetballers. In het café werd met grote instemming gereageerd, er klonk een bemoedigend applaus. Nu proberen wij ons onder normale omstandigheden te onttrekken aan deze gratis optredentjes – je vraagt aan een loodgieter op een feestje toch ook niet of hij even voor de lol een wc ontstopt – maar door de aanwezigheid van Renate di Palermo en Lieke Muienmaat vergaten we onze principes. Er vormde zich ogenschijnlijk een cirkel rond Ludo, Daniël en mij, hoewel in feite alle mannen zich om de dames groepeerden. Geamuseerd volgden de vrouwen onze act. ‘They’re so funny,’ hoorde ik Renate zeggen.

Ik moet zeggen dat de andere aanwezigen erg goed meededen en een groot deel van ons nummer woordelijk invulden.

‘Van Bommel doet van dattum…’ zette Ludo in, waarna we verder zengen over ‘de hobbel van Van Gobbel’, ‘de tang van Boateng’ en hoe vrouwen ervan houden om ‘met Van Wonderen van onderen’ te gaan. Bij het tweede couplet zongen alle aanwezigen mee over ‘de penis van Noud van Melis’ en ‘de kutjes van Graeme Rutjes’, waarna alle skyboxers de slotregel scandeerden: `En het meervoud van beffen is Van Beveren!’

Na de rust zaten de vrouwen tussen ons in, tussen Ludo en Daniël om precies te zijn, want mijn stoel stond aan het gangpaadje. Ik ken mijn plaats, ik heb het gevecht om de lach en de aandacht al lang geleden verloren; tegen de bijna agressieve grappengeldingsdrang van mijn collega’s kan ik niet op. Halverwege de tweede helft werd Renates Milanese sterspeler gewisseld, maar zij leek dit nauwelijks door te hebben omdat ze in diep gesprek zat met Ludo over ‘de Nederlandse man’. Ook Daniël werd door Lieke ingewijd in de fascinerende wereld van de sportverslaggeving en op zijn beurt vertelde hij haar de wederwaardigheden van het Nederlandse cabaret in het algemeen en zijn glansrol in het bijzonder. De wedstrijd op het veld eindigde in een gezapige 1-1, met een publiekswissel voor een peperdure nieuweling die de hele wedstrijd niets had laten zien. In de box werd deze miskoop nabeschouwd met drank en bitterballen, terwijl het gesprek tussen mijn collega’s en hun nieuwe vriendinnen ongestoord doorging. Wij hebben binnen onze productie een samenuitsamenthuisregel en daarnaast hebben we een reëleneukkansengaanaltijdvoor-regel, een wezwijgenalshetgraf-regel en een alshetmoetliegenwevoorelkaar-regel. Een consequentie van al deze regels is vaak dat ik met een biertje in mijn hand sta toe te kijken hoe Ludo en Daniël het aanleggen met beschikbare vrouwen van dienst.

Ik ben inmiddels op een punt dat ik niet meer kan bevestigen of, hoe en wat. Feit is dat ik onze impresario zou bellen als de wedstrijd was afgelopen om ons met de productiebus weer op te halen. Maar het zou best kunnen dat de nazit uitliep en dat Ludo voorstelde om een taxi te laten komen. Of twee, als dat nodig mocht zijn. Of drie. Ondertussen werd het steeds rustiger in de skybox, ondanks de verzekering van Benno Muienmaat dat zijn gasten mochten blijven zo lang als ze wilden. Zelf vertrok hij een half uur na het laatste fluitsignaal, en met hem zijn entourage en zijn meeste gasten. Er bleef een klein clubje hangen, met onder andere Charlène, die mijn glas bijschonk en vertelde dat ze als hoofd stadionactiviteiten moet blijven zolang er gasten waren. Skyboxen hadden geen sluitingstijd, legde ze uit, zichzelf ook inschenkend.

‘Maar moet je morgen niet naar je werk?’ vroeg ik.

Ze keek me uitdrukkingsloos aan.

‘Dit is mijn werk,’ zei ze, waarna ze een half glas achterover sloeg. Misschien was het de alcohol, maar ik vond haar een stuk aantrekkelijker dan in het begin van de avond.

Aanvankelijk waren Renate en Lieke van plan geweest om te gaan stappen in de stad, maar blijkbaar bleven ze liever in de skybox. Hoeveel we dronken heb ik niet bijgehouden, maar ik vrees dat de ijzerfirma Muienmaat meer geld kwijt was aan spumante dan aan het metalen hulpstukje dat ze ons hadden geschonken in ruil voor ons bezoek. Tweeënhalf uur na het laatste fluitsignaal waren we nog met z’n zessen over: Renate, Lieke, Ludo, Daniël, Carlène en ik. De avondverlichting had men al lang daarvoor gedoofd en de rest van het stadion leek verder uitgestorven. Ik weet niet wanneer het onderwerp ’the centre spot’ de conversatie was binnengeslopen, vermoedelijk tijdens de tweede helft, toen Renate vertelde van een onverzadigbare vrouw van een Balkanese voetballer in Duitse dienst, die zich na een Europacupduel op de middenstip had laten nemen door haar man. Nonono, dit was geen monkey sandwich, bezwoer Renate. Het echtpaar was inmiddels uit elkaar, omdat de vrouw in het verleden vaker op de middenstip van een voetbalveld was beland, zij het niet met haar man en zonder dit aan haar man op te biechten. Aanvankelijk ontkende ze deze aantijgingen, maar toen enkele Duitse sporttabloids grofkorrelige groene foto’s publiceerden moest ze wel toegeven, waarna het verhaal door de hele Europese roddelpers werd overgenomen. Seks en voetbal blijft een explosief duo.

Renate zei dat ze haar neus ophaalde voor deze Schund, maar Ludo had geopperd of er geen journalistiek verantwoord boek viel te schrijven over het wereldwijde verlangen van mensen om de liefde te bedrijven op de middenstip van hun favoriete team. In Amerika heerst eenzelfde cultus waar het gaat om seks op de werpplaats bij honkbal, in Europa en Zuid-Amerika laten veel stellen zich ’s nachts insluiten bij hun plaatselijke voetbalstadion om op de aftrap ongestoord tekeer te gaan. Daniël vroeg zich af of er in navolging van de Miles High Club – bestaande uit lieden die hun vliegreis een procreatief tintje hadden gegeven – ook zoiets bestaat als een Centre Spot Club.

Enfin, na twee flessen Italiaanse schuimwijn kwam dit gespreksonderwerp weer terug, ik weet niet wie het te berde bracht, vermoedelijk Ludo. Hij was het ook die ons alle zes mee troonde naar het verder verlaten stadion, dat louter werd verlicht door het maanlicht, de sterrenhemel en de nachtelijke gloed van de stad. Drie volwassen vrouwen en drie volwassen mannen namen plaats op de zetels van de skybox, wat leidde tot een kinderlijke verkneukeling. Een paar uur ervoor hadden op deze plek 45.000 mensen naar een pot voetbal gekeken, nu waren we over met slechts iets meer dan een half elftal. Zwijgend keken we naar de contouren van het veld, nippend van onze glazen. De geluiden die we veroorzaakten weergalmden in het enorme donkere holle stadion. De geur van bespeeld gras in het donker.

`Have you ever been in a stadium at night like this?’ vroeg Lieke, die zich tegen Daniël had aangevlijd. Wij schudden van nee, alleen Carlène reageerde niet. Ik vroeg haar of ze zich als verantwoordelijke bezwaard voelde dat wij zo laat bleven feesten, maar met een mysterieuze zweem zei ze dat er wat haar betreft nog niets onbetamelijks of onoorbaars was gebeurd. Op dat moment stond Ludo op en liep hij naar de rand van de skylounge. Ingespannen keek hij naar de boxen naast die van ons.

‘Als we daar in de hoek over die richel lopen, langs die trap en over dat hek…’ zei hij, als een schaker die de oplossing ziet van een ingewikkelde stelling, ‘dan komen we volgens mij zo op de mat!’

Renate stond kordaat op en ze volgde de route die Ludo met zijn wijsvinger aangaf. Ik zag haar instemmend knikken. Wie de een bij de anders hand pakte kon ik niet zien, wel zag ik ze plotseling samen vertrekken richting de ontsnappingsroute die Ludo had geschetst. We hoorden korte zangerige Italiaanse gilletjes van Renate.

‘Wij gaan voetballen!’ riep Ludo, een schreeuw die een rondgang langs de tribunes maakte.

Geamuseerd volgden wij, de achterblijvers, de tocht van Renate en Ludo. Inderdaad leken ze moeiteloos van de rij skyboxen in het publieksgedeelte van de tribunes te komen. Hoe lager ze kwamen hoe slechter we ze echter konden zien.

‘Zijn ze al bij de gracht om het veld?’ hoorde ik Lieke vragen, hangend over de reling van de box, ‘Zijn de hekken daar niet afgesloten?’

Er is bij de hoofdtribune een doorgang die altijd open is,’ wist Lieke, en die mededeling was genoeg voor Daniël. Woest richtte hij zich op en pakte Lieke beet. Lachend liet zij zich door hem optrekken, waarna ze getweeën verdwenen in de richting van Ludo’s richel.

‘Met Van Wonderen van onderen!’ hoorde we Daniëls strijdkreet. Carlène toonde me intussen een fles spumante en gebaarde of ze me mocht bijvullen. Ik hield mijn glas omhoog. Misschien was het de alcohol, maar ik vond Carlène welbeschouwd een ongelooflijke spetter.

Enfin, soms kijk ik op mijn eigen leven terug zoals kinderen een poppenkastvoorstelling bijwonen: schreeuwend, aanwijzingen roepend, zich niet neerleggend bij het onafwendbare. ‘Nee Jan Klaassen, je moet daarheen gaan! Je moet daarheen! Dáárheen!’

Neem haar godsamme mee naar het veld!’ zou ik mezelf willen toeschreeuwen, kijkend naar de film van mijn herinnering van die nacht. ‘Je moet haar bij de hand pakken en naar de middenstip sleuren. Of het strafschopgebied. Of de cornervlag desnoods. Doe wat!’

Maar ik deed niets en liet me gedwee mijn glas bijschenken. Carlène kwam zonnig naast me zitten, nog immer in haar rol van hoofd stadionactiviteiten.

‘Denk je dat ze de middenstip zullen bereiken?’ vroeg ik, achteroverleunend in mijn stoel.

Ik geloof niet dat dat heel erg moeilijk is.’

Ze schonk ook zichzelf bij.

Getweeën keken we in het donker.

Ben jij weleens op die middenstip geweest?’ vroeg ik, vrij achteloos en met een niet geheel eerbare ondertoon.

Even keek ze me glimlachend aan.

‘Ik denk niet dat mijn werkgever vindt dat dat tot mijn werk zou behoren.’

Ik knikte en nam een slok.

Inmiddels waren we ook Lieke en Daniël uit het oog verloren, maar niet uit het oor, want hun stemmen en hun geluiden trokken zwierige banen door door het stadion. Daar, in de verte, bevonden zich mijn collega’s, een medewerkster van Studio Sport en een Milanese journaliste, in het midden van de door verre sterren, slap maanlicht en een bijna onzichtbare nachtelijke stadsgloed beschenen grasmat. Nogmaals, ik ontken verder alles, ik heb niets gezien.

Lees meer stukken van Ronald Giphart in Hard Gras!

Hard Gras 67

Hard Gras, Nr. 67, September 2009 is een voetbaltijdschrift met verhalen van Hugo Borst, Matthijs Van Nieuwkerk, Henk Spaan, Jan Mulder, Eva Maria Staal, Herman Koch, Anna Enquist, Natalia Toret, Nico Dijkshoorn, Zeger Van Herwaarden, Janneke Van Der Horst, Jelte Sondij, Ronald Giphart, Nico Kroese, P.F. Thomese, Theun De Winter en Gerrit De Jager

Sub titel: Eerst de vrouw dan de bal

Maand/Jaar: September 2009

ISBN: 9789046806159

Druk: 1ste

Pagina’s: 128

Pagina’s Ronald Giphart: 107-115

Uitgever: Nieuw Amsterdam Uitgevers

Redactie:

  • Hugo Borst
  • Matthijs van Nieuwkerk
  • Henk Spaan

Eindredactie:

  • Zeger van Herwaarden
  • Frank van Kolfschoten

Vormgeving: Betty’s Art Work

Afmetingen: 23 x 16,5 x 1 cm

Type: Paperback

Pagina’s: 128

Pagina’s Giphart: 107 – 115

Type: Paperback

Inleiding:

  • Hugo Borst, Matthijs Van Nieuwkerk, Henk Spaan – Voorwoord
  • Jan Mulder – Alles Voor Het Meisje, Jan Voetbalde Voor Johanna
  • Eva Maria Staal – De Vloek Van De Scheids, Fluiten Met Gilles De La Tourette
  • Herman Koch – Tinkerbell
  • Anna Enquist – Een Lied Voor De Wasvrouw
  • Natalia Toret – Tussen Panna’s En Paardestaarten
  • Nico Dijkshoorn – Truus & Willem, Een Tragedie, Een Fragment
  • Zeger Van Herwaarden – De Duik Van Een Keeper
  • Janneke Van Der Horst – Meepraten, Vrouwen Over Wesley Sneijder Als Trainer
  • Jelte Sondij – Winnen Van Aung Suu, Barcelona-Machester In Birma
  • Ronald Giphart – The Centre Spot
  • Nico Kroese – Interview (3)
  • P.F. Thomese – Chinese Neukvis, J. Kessels In China
  • Theun De Winter – Grote Toekomst
  • Gerrit De Jager – De Krijter, Een Ongewone Voetbalstrip

Ronald Giphart; soms weet je niet wie je hoort op de radio: Giphart of Jean-Marc van Tol. Net als echtgenoten gaan ook beste vrienden op den duur hetzelfde praten. De enige uit hun klas op het Baarnsch Lyceum die echt anders spreekt is Willem Alexander. Maar die kan ook niet schrijven noch tekenen. Dat is wel een hele geruststelling.

Het verhaal van Ronald Giphart verscheen ook in Het Beste Uit 15 Jaar Hard Gras (2010)