In de eerste maand van zijn persoonlijke kroniek, Het leukste jaar uit de geschiedenis van de mensheid, formuleert Giphart enkele rechten die hij als dagboekschrijver wil koesteren: het recht om alles op te schrijven; het recht om mensen tegen zichzelf in bescherming te nemen; het recht om meedogenloos te zijn; het recht om zichzelf tegen te spreken; het recht om dingen niet te beschrijven, dingen niet uit te leggen of mensen niet te introduceren; het recht om te stoppen als er een kind of beminde overlijdt.
In de herfst van zijn dagboek blijkt ‘het leukste jaar’ een historisch jaar te zijn. Zowel voor hem persoonlijk als voor de gehele mensheid. Giphart schrijft openhartig over zijn persoonlijk leven, zijn reizen naar Srebrenica, Koeweit en Praag, de eenzaamheid van het schrijven, de gekte van het literaire bedrijf, de perikelen rondom de verfilming van zijn boek, de strijdbaarheid van de zogenoemde ‘groep-Mak’ en zijn gelukkige jeugd in een rijtjeshuis in een nieuwbouwwijk midden jaren zeventig.
Niet alleen de liefde maar ook het schrijven blijkt een zwaar beroep. Toch trekt Giphart ’ten liefde’ en omhelst hij 2001 als Het leukste jaar uit de geschiedenis van de mensheid.
Titel: Het leukste jaar uit de geschiedenis van de mensheid
Sub Titel: Persoonlijke Kroniek 2001
Schrijver: Ronald Giphart
Privé-domein nr. 247.
ISBN10: 9029522291
ISBN13: 9789029522298
NUR: 320
Jaar: 2002
Uitgever: De Arbeiderspers
De tekening op pagina 259 is van Fokke & Sukke (2001) Reid, Geleijnse & Van Tol
Pagina’s: 328
Afmetingen: 19,4 x 11,7 x 2,4 cm
Gewicht: 390 gram
Sommige fragmenten verschenen eerder in andere vorm in onder andere:
Type: Paperback met flappen
Inhoud:
Fragmenten uit dit boek staan ook in Privé domein scheurkalender 2016, 2015.
Tweede uitgebreide druk februari 2007