Hoerig 2

Utrechts Nieuwsblad, 25 oktober 1994

Schrijvers zijn soms gedwongen zich te verhoereren aan dingen die ze zeker niet zouden doen als ze er geen geld voor kregen. Dat is niet erg, daar maken – op Frida Vogels na – alle schrijvers zich schuldig aan (zie mijn column van vorige week). Neem nu zo’n AKO Prostitutieprijs, waarover terecht nog heel wat zal worden nageouwehoerd. Ik denk dat niemand de uitzending van Sonja Barend afgelopen zaterdagavond als iets anders zou kunnen betitelen dan Het Allerplezantste Literaire Debacle Van Het Jaar. Jeumig, ik heb werkelijk poep gekotst van het lachen, zo heerlijk weerzinwekkend was deze-absolute verneuking van de zo gekoesterde normen en waarden van literair Nederland. Hoe is het allemachtig mogelijk dat literatuurcorrecte schrijvers als Rascha Peper, Patricia de Martelaere en Nicolaas Matsier rustig in zo’n show van Sonja Barend verschijnen, terwijl hun boeken zonder een AKO-nominatie helemaal nooit in de ranzige pulp-, tinnef- en seksboekjeswinkels van de AKO zouden liggen?

De vraag is serieus: waarom zou je als schrijver geld aannemen van een bedrijf dat jouw mooie boeken niet verkoopt (ik bedoel: onder normale omstandigheden)?

Waarom zou je je laten lenen voor een keten die er alleen maar op uit is om over jouw rug reclame te maken? Terzijde: hoeveel geld zou de VARA eigenlijk van de AKO hebben gekregen voor deze ultieme reclamespot? Gaat de VARA de kosten van dit geheul met deze cultuurloze, marktverpestende grootkapitalist genaamd AKO uit de cultuurpot en dus uit de zakken van de trouwe belastingbetalers betalen?

Schrijvers horen toch hun trots te hebben, al was het maar een heel klein beetje? Is die Nicolaas Matsier dan werkelijk zo naïef, dat hij pas tijdens de uitzending plotseling tegen Sonja begon te klagen dat hij zich voor lul gezet voelde?

Nee, toen was het te laat. Had hij zich toen hij de uitnodiging van de bulkverkoper aannam maar moeten bedenken dat hij voor de AKO van nul en generlei waarde was. Bij AKO kenden ze hem waarschijnlijk niet eens. Nicolaas Matsier zat bij Sonja omdat een ‘professionele beroepsjury’ hem met vijf andere literaire schrijvers genomineerd had (dat Jessica Durlacher, de dochter van de uiteindelijke winnaar in deze jury zat, heb ik gek genoeg weinigen horen becommentariëren), en niet omdat de AKO zo van hem gecharmeerd was. De AKO had simpelweg een schrijversboerenlul nodig die hoer genoeg was een onbenullige honderdduizend gulden in ontvangst te nemen, zodat het bedrijf daarna enkele miljoenen gulden aan free publicity zou overhouden (vraagje: hoeveel kost een advertentie op de voorpagina valt deze krant eigenlijk, het liefst helemaal links bovenaan?).

Zou Matsier ook aan dit walmende open huis hebben meegedaan als hij van de AKO niet honderdduizend gulden kon krijgen, maar zeg honderd gulden? Voor honderd gulden had hij zich niet publiekelijk in zijn literaire reet laten naaien, daar kunnen we gevoeglijk van uitgaan. Voor een AKO prijsje van honderd gulden had ook niet de VARA, of de verzamelde Nederlandse dagbladpers zich zo op de merknaam van het bedrijf AKO gestort. Nee, Mamon maakt meer kapot dan ons lief is, en iedereen weet dat, en iedereen wist dat bij Sonja iedereen met de literaire benen wijd lag, uitsluitend om zich te laten nemen en gebruiken door de geldvibrator van de firma AKO. Iedereen. Ook zo’n zogenaamd integere schrijfster als De Martelaere, die nu zo verontwaardigd is dat ze tegen contractuele afspraken in toch met haar smoelwerk op de buis is geweest. Wat een onzin. Als je niet gefilmd wil worden, waarom kom je dan! Zou De Martelaere ook niet hebben gewild dat er een camera op haar gericht werd in het bijna ondenkbare geval dat zij de supertanker met geld had binnen gehaald (want daarvoor was ze er natuurlijk)?

Ik begreep dat het bestuur van de AKO nog niet weet of de verkiezing van de Prostitutieprijs volgend jaar anders zal worden aangepakt of niet. De secretaris van de Prijs noemde het in ieder geval een ‘zeer interessant experiment, waar we veel van kunnen leren’.

Inderdaad! Waarom verdelen de AKO en de VARA volgend jaar niet een boerenveldje in zes vlakken met grote foto’s van genomineerde schrijvers. Een koe kan dan uitmaken wie de prijs wint. De eerste schrijver op wie deze koe een plakkaat stront legt krijgt de honderdduizend gulden. Dat moet mooie televisie opleveren.